Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de aankondiging dat de invoering van statiegeld onvermijdelijk is
Vraag om uitleg over de uitspraak van de minister over de invoering van statiegeld
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, statiegeld en zwerfvuil, daarover gaat het. Zwerfvuil is nog steeds een groeiend probleem en is al meermaals besproken in deze commissie. Om even terug te grijpen naar de afgelopen discussies: in 2014 stond in het regeerakkoord de vraag om de invoering van statiegeld te onderzoeken. Inmiddels was zwerfvuil hardnekkig. We zetten sterk in op sensibilisering en handhaving, maar er zouden extra maatregelen nodig zijn om de hoeveelheid zwerfvuil effectief naar beneden te krijgen.
In 2015 maakte de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) een studie over de implementatie van statiegeld en over de voorwaarden daartoe in het verpakkingsplan. Er was toen geen draagvlak binnen de regering om dat door te voeren. Er werd wel de afspraak gemaakt met de sector, die was zelf vragende partij, om dat zwerfvuil naar beneden te halen, om tegen 2023 20 procent minder zwerfvuil te hebben dan in 2015.
In 2019, minister, gingen de cijfers echt de verkeerde kant uit. Op dat moment hebben we in het parlement – collega Ceysens deed dat, hij was hier toen nog – meermaals de vraag gesteld of we niet naar een versnelling van de invoering van statiegeld moesten gaan. In plaats van 20 procent minder gingen we naar 20 procent meer zwerfvuil. U wilde toen naar een versnelde evaluatie van de cijfers gaan. In de zomer van 2022 zouden de cijfers bekend zijn. We hebben daar voor de zomer nog over gesproken met u. U gaf aan dat het september/oktober zou worden. U wilde wachten op de nieuwe cijfers voor u verdere uitspraken zou doen. Intussen zou u al voorbereidende werken doen, u had al verschillende pistes onderzocht voor de invoering van statiegeld of een alternatief systeem. U maakte een update van de studie van 2015 van de OVAM. U was in overleg met onze buurlanden en met Wallonië en Brussel. U wilde vooral ook wachten op de nieuwe cijfers.
Tijdens een tv-programma op 6 september moesten we dan horen dat u aankondigde dat u statiegeld wilde invoeren. Dat was noodzakelijk, zei u, want de cijfers toonden aan dat het de verkeerde kant uitging. Dat hebben we hier vanuit onze fractie en nog enkele andere fracties toch al meermaals aangekaart. Het zag er niet naar uit dat die cijfers snel beter zouden zijn.
Minister, wat was uw drijfveer om op 6 september plots aan te geven dat u het statiegeld wil invoeren? Voor alle duidelijkheid, we juichen dat toe, maar welke extra informatie heeft u daartoe aangezet? Op basis van welke cijfers kondigde u op 6 september aan om de invoering van statiegeld te zullen voorstellen?
Welk concreet plan hebt u als bevoegd minister voorgelegd of gaat u voorleggen aan de regering?
U hebt altijd gesproken over onderzoek naar het effect van statiegeld en alternatieve systemen. Ik heb u al gevraagd: welke systemen? Ik vraag het u opnieuw: welke systemen hebt u precies onderzocht? Wat waren de resultaten van de onderzoeken?
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden om het statiegeldsysteem te doen slagen? Hebt u hierover al overleg gehad met de sector? Wanneer en met welke partners hebt u rond de tafel gezeten? Welk afspraken en begeleidende maatregelen zult u voorzien?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, ik ben heel blij dat het onderwerp weer op de agenda staat – een beetje eerder dan verwacht – en dat er stilaan wat voortschrijdend inzicht komt in de commissie over statiegeld.
Na jaren ijveren, sinds 2016, en na een succesvol proefproject in Bredene afgelopen zomer, toont u zich nu eindelijk toch bereid om statiegeld in te voeren in heel Vlaanderen. U deed die aankondiging op 6 september tijdens een televisieoptreden en nadien op Twitter. U noemde statiegeld op blikjes en plastic flesjes onvermijdelijk omdat het zwerfvuil in onze straten en onze natuur al jaren niet significant vermindert, alle inspanningen en campagnes ten spijt. Met de verpakkingssector was afgesproken dat het zwerfvuil eind 2022 met 20 procent gedaald moest zijn ten opzichte van 2015.
Dat die doelstelling lang niet in zicht komt, zeggen we met Vooruit al jaren. Met de indiening van de resolutie voor de zomer hebben we het nog eens gezegd, en we zijn blij dat u, minister, dat nu ook onder ogen ziet. Eerder deze zomer toonde collega Bart Tommelein, burgemeester van Oostende, dat hij in zijn denken geëvolueerd is en dat hij ondertussen voorstander is van statiegeld. Het kan snel veranderen. Hij verwees daarbij naar het pilootproject in Bredene, waaruit bleek dat 90 procent van de verpakkingen die werden aangekocht, nadien ook werden ingeleverd. Ook de bevoegde schepen van Antwerpen, van dezelfde partij als de minister, zei onlangs dat ze statiegeld op plastic flessen en blikjes wel ziet zitten. De Vlaming is al veel langer voorstander: acht op de tien Vlamingen zijn voor statiegeld, twee op de drie gemeenten zijn lid van de statiegeldalliantie.
Met Vooruit trekken we al sinds 2016 consequent aan de kar van statiegeld. We dienden al verschillende resoluties in waarin we de Vlaamse Regering vroegen om een systeem van statiegeld op flessen en blikjes in te voeren, maar die vielen steeds op een koude steen bij de meerderheidspartijen. De behandeling van onze laatste resolutie werd in juni nog over de zomer getild, zodat de meerderheid geen kleur zou moeten bekennen in het dossier.
Minister, nu u de bocht genomen lijkt te hebben, heb ik de volgende vragen.
Hoe zal het systeem van statiegeld er concreet uitzien? Zal het zowel betrekking hebben op plastic flessen als blikjes? Wat zijn de gevolgen voor de inzameling via de PMD-zak? Hoe gaat u het systeem designen om een maximale impact te hebben op het zwerfvuil in de natuur?
Zal het decreet de Vlaming garanderen dat ze het statiegeld kunnen terugkrijgen in alle, of toch zeker de grotere verkooppunten? Voorziet u daarbij, zoals in Noorwegen en Nederland, een kostenvergoeding voor de winkeliers, waarbij de statiegeldoperator hen vergoedt voor een kosten?
Zult u de uitrol afstemmen met Brussel en Wallonië? Welke contacten hebt u daarover al gehad met de bevoegde ministers in de andere gewesten? Zult u de uitrol laten afhangen van een akkoord met alle regeringen? Wat gaat u doen als het proces te traag zou gaan?
Hoe ziet u het proces de komende maanden voor u? Gaat u daarbij ook in overleg met consumentenorganisaties, gemeenten en milieuorganisaties? Welke timing hanteert u voor de beslissing van de Vlaamse Regering, het samenwerkingsakkoord met Wallonië en Brussel, het Vlaamse Statiegelddecreet en de uitrol van een statiegeldsysteem?
Ik ben heel benieuwd naar uw antwoorden.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, het is niet verwonderlijk dat we hier met z'n drieën dezelfde vraag stellen. Het is in deze commissie inderdaad al meerdere keren aan bod gekomen.
Twee weken terug kondigde u aan dat u mogelijk een statiegeldsysteem zou invoeren. U hebt er onmiddellijk ook bij verteld dat u al maanden aan voorbereidingen werkte. U gaf ook aan dat, als Wallonië en Brussel meewerken, er in 2025 een systeem kan worden ingevoerd.
Ik zou zeggen: eindelijk. Dat klinkt voor ons als muziek in de oren. Groen is namelijk al jaren vragende partij voor de invoering van statiegeld. Ik heb het even opgezocht. Het is 25 jaar geleden dat Agalev voor het eerst de invoering van statiegeld op wegwerpverpakkingen op de agenda van het Vlaams Parlement heeft gezet. Het was Eric Gryp die dat heeft gedaan. We zijn die eis sindsdien blijven herhalen. Ook deze legislatuur hebben we al twee keer een resolutie ingediend. Collega Vandenberghe verwees er daarnet naar. Vlak voor de zomer hebben we samen het initiatief genomen, maar er kon geen beslissing over worden genomen. We waren toen al heel tevreden dat er misschien verandering in kwam.
Minister, ik zal het even herhalen: een goed statiegeldsysteem voldoet minstens aan drie belangrijke voorwaarden. Dat bewijzen ook de studies uit het buitenland. Ten eerste moet je kunnen inzamelen waar je aankoopt. Het is heel belangrijk om het de consument zo gemakkelijk mogelijk te maken. Ten tweede moet je werken met statiegeld op álle drankverpakkingen en niet er een paar uit selecteren, want dat maakt het nodeloos complex. Ten derde moet de waarde voldoende hoog zijn, zodat mensen worden gestimuleerd om de verpakking daadwerkelijk terug te brengen.
De afgelopen twee jaar is er – dat hebt u ook vaak aangehaald in uw antwoorden op vragen over alternatieve systemen voor statiegeld – geëxperimenteerd met ‘de Click’. Dat is een systeem waarbij mensen telkens als ze een verpakking of een stuk afval in de juiste afvalbak gooien, die via een app op hun smartphone kunnen scannen. Daarmee sparen ze dan punten die ze vervolgens kunnen inwisselen, bijvoorbeeld bij Bol.com. Dat is niet het statiegeldsysteem waarvan buitenlandse voorbeelden ons zeggen dat ze zullen werken. Het is niet een systeem dat mensen ertoe aanzet om minder plastic of verpakking te gebruiken. Het leidt ook niet tot het inzamelen van aparte afvalstromen, die zorgen voor die makkelijke recyclage. Het systeem voldoet dus niet aan die voorwaarden om tot een goed statiegeldsysteem te komen. Dat toont ook een Welsche studie aan, die zo’n ‘all packaging counts’-systeem heeft onderzocht. Daaruit blijkt dat de invoering van dat systeem geen impact heeft op zwerfvuil. Dat systeem zou ook zijn onderzocht door PricewaterhouseCoopers (PwC) en er zijn blijkbaar ook resultaten van de evaluatie van dat Clicksysteem.
De collega’s verwezen er al naar: in de commissie van 21 juni werd aangegeven dat u ervoor zou zorgen dat de rapportage van de zwerfvuilcijfers van 2021 die normaal gezien eind 2022 zouden worden bekendgemaakt, al in september zou gebeuren. Kort daarop zou een hoorzitting worden georganiseerd.
Minister, welke voorbereidingen nam u om dit systeem in te vullen? U kondigde die voorbereidingen aan op televisie. Welke initiatieven nam u? Waarom voorspelt u dat het drie jaar zal duren vooraleer dit systeem wordt uitgerold? Welke stappen moeten er worden ondernomen om dat statiegeldsysteem in Vlaanderen uit te rollen, om die drie jaar te verantwoorden?
Wat zijn de resultaten van de zwerfvuilmetingen waarop we wachten om de discussie te voeren? Kunt u ons die rapportage bezorgen?
Hebt u het ‘all packaging counts’-voorstel van Comeos, Fevia en Fost Plus al bestudeerd? Zult u de studie van PricewaterhouseCoopers publiek maken en in het debat brengen?
Wat zijn de resultaten van het uitgeteste Clicksysteem? Bent u het eens dat het Clicksysteem niet model kan staan voor het invoeren van een statiegeldsysteem?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, het regeerakkoord is hier altijd duidelijk over geweest. We hebben de afspraak gemaakt dat we een beslissing zouden nemen op basis van het verpakkingsplan van 2018. Er was met de sector een bepaalde doelstelling afgesproken, met name min 20 procent. We hebben in het regeerakkoord bepaald dat, indien die niet zou worden gehaald, we statiegeld of een ander beloningsplan zouden invoeren.
Vandaag zijn de beschikbare resultaten op de Netheidsindex en de cijfers rond het opgeruimde zwerfvuil niet goed. De gegevens over het opgeruimde zwerfvuil voor 2021 zullen binnen enkele weken definitief ingegeven en beschikbaar zijn. Ik heb aangegeven dat ik het met een jaar zal vervroegen. Normaal gezien was het voor 2023, maar in het parlement hebben we beslist om het te vervroegen naar dit jaar.
De cijfers voor 2021 zullen binnen enkele weken beschikbaar zijn. Ik zal ze niet fragmentarisch meegeven. Het is belangrijk dat ze eerst allemaal worden ingegeven. Op basis van de momenteel beschikbare gegevens kun je niet anders dan besluiten dat de doelstellingen uit het verpakkingsplan niet werden gehaald. Want laten we eerlijk zijn: op een jaar tijd gaat men dat niet meer inhalen. De sector heeft altijd de mogelijkheid gehad om het zelf te kunnen doen, maar dat is nu niet gelukt.
De Netheidsindex van 2021 geeft aan dat de situatie op de drie slechtste doelplaatsen niet verbeterd is, ondanks dat dit een doelstelling was in het verpakkingsplan. De cijfers rond de opgeruimde hoeveelheid komen tweejaarlijks en worden afgezet ten opzichte van 2015. Dat was ook afgesproken. Afgaande op de beschikbare cijfers van 2019 zou er in de nieuwe cijfers over het jaar 2021 een afname van 34 procent moeten worden bereikt om te voldoen aan de doelstelling. Dat is dus niet mogelijk. Dan spreekt het, denk ik, voor zich dat we doorschakelen.
We hebben verschillende voorstellen, onder andere het voorstel van Comeos, Fevia en Fost Plus bestudeerd. We hebben ook vaak met hen overlegd dit jaar. Hun voorstel is ook door de OVAM bestudeerd geweest. Fost Plus is ook uitgenodigd om in de commissie Leefmilieu van 19 oktober hun voorstel toe te lichten. Het gaat breder dan enkel statiegeld; een digitaal retoursysteem maakt er ook deel van uit. Rond de voorgestelde digitale statiegeldmogelijkheden kunnen inhoudelijk nog een aantal vragen worden gesteld waarop de sector ook studiewerk heeft lopen, hebben ze ons gezegd.
Wij hadden ook heel wat vragen rond de verschillende voorstellen die ze hebben gedaan. Op die vragen moeten we nog een antwoord krijgen. Blijkbaar zijn ze nog bezig met een studie die die vragen moet beantwoorden. Maar dat betekent natuurlijk niet dat we ons enkel daartoe beperken, collega’s. Ik denk dat dat voor zich spreekt, en de OVAM heeft dan ook van ons de opdracht gehad, een jaar geleden, om het statiegeldsysteem in de ons omringende landen – Nederland, Duitsland, de Scandinavische landen – te analyseren. Het accent lag daarbij vooral op de bouwstenen en de randvoorwaarden voor een succesvol statiegeldsysteem. Ook die conclusies moeten meegenomen worden, natuurlijk.
Want sommige landen hebben die blauwe zak niet. Wij doen dat heel goed. We zijn daarmee kampioen in Europa. We moeten ook zien dat we dat niet weggooien, dat het niet verslechtert. Ik heb ook gevraagd om dat goed te bekijken. De belangrijkste randvoorwaarden voor een effectief statiegeldsysteem, zijn een zo eenvoudig mogelijk systeem, een voldoende brede scope, een voldoende hoog statiegeldbedrag en voldoende terugnamemogelijkheden voor de burger. Deze randvoorwaarden worden meegenomen in de ontwerptekst van de samenwerkingsovereenkomst, want we hebben al eens van gedachten gewisseld met de andere gewesten, maar ik denk dat het belangrijk is dat we over die principes overeenkomen met de andere gewesten.
Dat is ook aangegeven, moet ik zeggen, in die eerste gesprekken, want het invoeren van statiegeld dient natuurlijk te gebeuren in alle gewesten tegelijk. Dat is alleszins mijn voorkeur, zal ik meegeven, omdat producenten op de Belgische markt ook onder dezelfde omstandigheden producten op de markt moeten brengen. Als je dan met verschillende systemen zit, dan maken we het opnieuw alleen maar ingewikkeld, ook voor de mensen die juist op de grens wonen. Vandaar dat ik ook heb gevraagd aan de OVAM om in dat licht een ontwerptekst voor te bereiden voor een interregionale samenwerkingsovereenkomst, om de voorbereiding van het statiegeld ook met de andere gewesten te bespreken.
Er is hier ook gevraagd naar dat Clicksysteem. Er is in de ons omringende landen – dat komt ook aan bod in die analyse die we hadden gevraagd – ook nagedacht over alternatieve statiegeldmechanismes. Ik denk dat collega Schauvliege verwees naar dat Clicksysteem. Ik denk dat het logisch is dat dat geen volwaardig statiegeldsysteem is, en dat wordt ook niet bedoeld met een alternatief beloningssysteem. Dat is iets anders.
Ik denk dat het voor zich spreekt dat wat we overeengekomen zijn – en de sector beseft dat ook zeer goed, zo bleek uit de gesprekken die we de afgelopen maanden gevoerd hebben –, niet meer haalbaar is. We kunnen niet anders. Een afname van 34 procent op een jaar tijd, dat kunnen we niet meer inhalen. De doelstelling was 20 procent, en daar is nu heel wat bij gekomen.
Collega Rombouts, u was ook vragende partij om veel sneller te gaan. Dat is ook de reden waarom we hebben gezegd dat we niet nog eens een jaar gaan wachten maar eind dit jaar met een beslissing naar de regering gaan. Ik hoop dan ook dat we met de drie gewesten tot een vergelijk kunnen komen, zodat we wel een beetje een uniform systeem kunnen invoeren. Dan is er ook de praktijk, die nog tijd zal nemen. Ik denk dat er genoeg gesproken is met de sector, ook met Fost Plus, en dat we de verschillende systemen goed hebben geanalyseerd.
Vooraleer het woord te geven aan de collega's, wil ik in herinnering brengen dat we op 17 en 18 oktober hoorzittingen hebben over deze thematiek en de wegwerpplastics, hoorzittingen die we voor het reces al hadden ingepland.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik begrijp uit het antwoord op mijn eerste vraag dat u ondertussen een zicht hebt op de cijfers, maar dat die nog niet worden meegedeeld. Ik hoop wel dat we op het moment dat wij hoorzittingen hebben in het parlement, kunnen beschikken over alle cijfers en gegevens die er zijn. U geeft aan, en dat wisten we vanaf 2019, dat 34 procent verbeteren een hallucinant grote sprong is en dat dat ondenkbaar was. Daarom stellen wij heel duidelijk de vraag om een versnelling hoger te schakelen in de invoering van een statiegeldsysteem.
Minister, ik begrijp heel duidelijk uit uw antwoord dat het Clicksysteem voor u geen alternatief systeem is, maar dat u omgekeerd, wat betreft de digitale inzamelactie – Ik heb nog geen details en geen resultaten gezien –, nog wacht op een aantal antwoorden op een aantal vragen. Is er ook een timing afgesproken wanneer de vragen effectief beantwoord moeten zijn? Een jaar geleden ben ik immers al beginnen te vragen dat als u alternatieven onderzoekt, we de resultaten nu wel zouden moeten hebben, anders zullen we onze versnelling niet kunnen aanhouden. Als we nu gaan beginnen te onderzoeken welke systemen misschien nog zouden kunnen, dan hebben we misschien nog tot vier jaar nodig om knopen door te hakken, terwijl er eigenlijk een statiegeldsysteem werkzaam is in een aantal buurlanden waarvan we weten en zien wat de effecten kunnen zijn. We leven inderdaad op de grens, dus samenwerken met gewesten is interessant. Maar als we kijken over de grens, ik denk dan aan de grens met Nederland, waar ik zelf dichtbij woon, dan zien we dat daar al een statiegeldsysteem bestaat. Het is interessant om daar afspraken mee te maken. Wat is de timing? Wanneer wenst u de antwoorden te hebben van die alternatieve systemen? Wanneer zult u dan een plan voorleggen aan de Vlaamse Regering om effectief knopen door te hakken over hoe het systeem wordt ingevoerd. Als we een keuze voor een systeem hebben gemaakt, is het immers cruciaal dat we in overleg gaan en blijven gaan met de mensen die daarmee moeten werken. Dat gaat zowel over de verpakkingsindustrie als de handelaars waarvan we verwachten dat ze mogelijk een inzamelsysteem plaatsen. Daar zullen misschien ook nog vragen leven over ondersteuning en flankerende maatregelen. Ik vind dat we daar ook oor naar moeten hebben om dat op een goede manier te kunnen invoeren.
We moeten ook gaan bepalen waar we inzamelsystemen zetten. Voor ons moet er niet op elk klein verkooppunt een inzamelpunt zijn. Daar kan men veel creatieve oplossingen voor vinden. Het is wel belangrijk dat het op een goede manier wordt uitgewerkt en dat we een goede implementatie kunnen garanderen en dat het tot succes leidt. Vandaar mijn heel duidelijke vraag naar de concrete timing, zowel voor antwoorden over de systemen die u nog zoekt als over een concreet plan dat u wilt voorleggen aan de regering.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik heb een aantal specifieke vragen gesteld en ook wel een aantal detailvragen waarop u nog niet onmiddellijk een antwoord hebt geformuleerd. U moet uw werk natuurlijk verder kunnen voorbereiden, daar heb ik alle begrip voor. Ik wil toch vragen om het niet al te moeilijk te maken. In het buitenland zijn er heel mooie voorbeelden die al heel goed werken, zoals ik al zei in mijn inleiding; onder andere in Noorwegen, Nederland en Duitsland werkt het systeem heel goed. Ik zou het invoeren van zo’n statiegeldsysteem dus niet te ingewikkeld maken. Het is wel belangrijk om eens over de grens te kijken.
Verder gebruikt u het woord ‘beloningssysteem’. Er is een groot onderscheid tussen een beloningssysteem en statiegeld. Ik denk dat we echt moeten komen tot een statiegeldsysteem en minder tot een beloningssysteem. Dat is een heel belangrijke nuance die ik toch wil meegeven als we het debat hierover verder voeren.
Er zijn al initiatieven genomen op Waals en Brussels niveau. Ik zou ook die afstemming meenemen in het verhaal. Ik denk dat dat belangrijk is. Ik zou dus ook kijken naar Brussel, Wallonië en Europese steden en de violen goed gelijkstemmen vooraleer tot een systeem te komen.
Ik ben ook een beetje bevreesd dat we ons de komende weken en maanden zullen verliezen in oeverloze gesprekken en discussies met voor- en tegenstanders. De essentie is dat de cijfers niet goed zijn. Dat heeft een enorm grote invloed op het milieu, op de natuur, maar ook op de lokale besturen die uren werkmannen moeten inzetten, die in crisistijd honderdduizenden euro’s moeten betalen om alles netjes te houden, zeker in de kustgemeenten. U weet dat de lokale besturen voor de moeilijkste besparingen ooit staan. Door structurele maatregelen te nemen kunnen jullie als Vlaamse overheid de lokale besturen een duwtje in de rug geven. We weten allemaal al jaren dat het vijftien na twaalf is. Ik denk dus dat de tijd van veel studies en veel onderzoeken en dergelijke echt wel voorbij is. Keep it simple. Zorg er gewoon voor dat u het statiegeld op een degelijke manier invoert en dat op die manier het zwerfafval met 30, 35 of zelfs 40 procent wordt verminderd. Dat is waartoe we moeten komen.
Ik ben ook heel geïnteresseerd in uw timing. Ik hoop dat u erover zult waken dat de timing zo concreet en zo kort mogelijk is, zodat we niet nog een aantal jaren moeten wachten tot het eindelijk wordt ingevoerd. We zijn hier al vele jaren over bezig. Er zijn nog twee hoorzittingen gepland. We zullen die heel open-minded beluisteren. Maar daarna is het echt tijd voor actie en vooral ook voor beslissingen van de Vlaamse Regering, zodat we ermee aan de slag kunnen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoorden.
We zijn natuurlijk heel blij dat u zelf zegt dat u statiegeld zult invoeren. We maken ons ook wel zorgen over de studies die daar nog aan moeten voorafgaan, want wij hebben in het buitenland al heel veel goede voorbeelden gezien. Eigenlijk weten we wat we willen. U hebt de voorwaarden zelf opgenoemd. Ik heb ze eerder ook al eens gegeven. De succesfactoren van een statiegeldsysteem kennen we. Ik sluit me aan bij het pleidooi van collega Vandenberghe: ‘keep it simple’ en voer het zo snel mogelijk in.
Minister, ik had nog iets gevraagd. U hebt aangekondigd in die tv-show dat het systeem van statiegeld tegen 2025 operationeel zal zijn. Dat is nog drie jaar. We weten al heel lang wat het probleem is. Welke stappen zijn er heel concreet nodig om die voorbereiding te doen als er op korte termijn beslist wordt om dat statiegeldsysteem in te voeren? Wat is daarvoor de timing? Ik denk namelijk dat we er hier allemaal van overtuigd zijn dat statiegeld ‘the way to go’ is. Laten we dat dan met zijn allen zo snel mogelijk operationeel proberen te krijgen en niet te veel tierlantijntjes meer bedenken om uitstel te realiseren.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Ik denk dat we de hoorzitting die eraan komt, heel gericht kunnen maken. Ik hoop ook dat de sprekers die we uitgenodigd hebben, hun scope enigszins aanpassen aan de evolutie van de afgelopen weken. Het is geen geheim, en het is ook niet verwonderlijk, dat ik steeds mijn bezorgdheden heb geuit over het klassieke systeem van statiegeld. Ik heb enerzijds aangedrongen op het houden van de afspraken die gemaakt zijn met de sector om hun een kans te geven. Anderzijds is het onderwaarderen van de pmd-zak iets waar ik bezorgd om ben: extra werk voor de burger, die eigenlijk degene is die nu al sorteert, diegene die het al goed doet. Tot slot is er natuurlijk de investeringskost voor kleine ondernemers. Ik denk dat dat bezorgdheden zijn die ook nu nog meegenomen moeten worden in het bekijken van de verschillende systemen die op tafel liggen.
Terwijl de collega voorstelde om na de beslissing in contact te treden met de kleine ondernemers en andere partners, zou ik dat al doen voor de beslissing genomen wordt. Ik zou de gesprekken die al lopen, zoals ik zonet van u vernomen heb, zeker niet pauzeren tot de beslissing genomen is, maar gewoon voortdoen. Overigens lijkt de mogelijkheid van dat digitaal statiegeld me wel rekening te houden met de meeste van mijn bezorgdheden.
Maar, minister, het zwerfvuilprobleem is groter dan alleen de scope van wat er met statiegeld behandeld zou worden. U hebt uw uitspraken gedaan naar aanleiding van de verwachting van de slechte cijfers. Die vormen de insteek, maar dan vraag ik me af op welke andere manieren u plant om in te zetten op het naar beneden halen van die totale zwerfvuilcijfers. Want het gaat natuurlijk over veel meer dan alleen het invoeren van statiegeld. Alvast bedankt.
Minister, ik was graag, namens mijn fractie, ook nog even tussen gekomen wat betreft deze thematiek.
Het regeerakkoord is inderdaad heel duidelijk over wat het deze legislatuur ging worden. De evaluatie van het verpakkingsplan was erop of eronder voor de sector, en de cijfers zijn helaas inderdaad negatief. We hebben inderdaad namens deze commissie een kans gegeven en het ziet ernaar uit dat dit inderdaad een zeer negatieve evolutie heeft. Het is inderdaad heel belangrijk dat de nodige stappen nu worden genomen.
Ik heb inderdaad ook zelf kennis genomen van een alternatief systeem dat momenteel door de sector onderzocht wordt en nog bestudeerd wordt. Er werd daarnet ook naar verwezen. Ik ben wel benieuwd om ook dat systeem nog te kunnen bekijken en ook de studie daaromtrent. Want het regeerakkoord is duidelijk: als de cijfers negatief waren en de zwerfvuilproblematiek niet goed zou worden opgelost, zou er statiegeld of een alternatief beloningssysteem komen.
Er is nu inderdaad een systeem dat door de sector onderzocht wordt, uitgewerkt wordt, bestudeerd wordt, dat vooruitstrevender is dan de klassieke statiegeldsystemen. Ik zou graag ook dat document van die studie zo snel mogelijk kunnen doornemen, zodat we effectief de nodige knopen, wat dat betreft, kunnen doorhakken.
Ik denk persoonlijk, collega’s, dat de hoorzittingen die gepland zijn in oktober, goed getimed zijn om de druk uiteindelijk hoog te leggen. Ik denk effectief dat die scope nu wel wat anders zal liggen dan de scope die we hadden toen we voor het reces de hoorzittingen gepland hebben. Ik denk dat het zeker belangrijk is dat dat ook wordt meegegeven. Maar dat kunnen we in de regeling der werkzaamheden straks nog eventjes bespreken.
De bezorgdheid die ik ook altijd heb gehad, is dat we, wat betreft recyclage en de blauwe zak, koploper in Europa zijn en dat moeten we inderdaad zo houden. We moeten die vooruitstrevendheid, die we in Vlaanderen altijd gehad hebben, in samenwerking met de sector, echt kunnen aanhouden, dus ik kijk uit naar de hoorzittingen.
Ik kijk uit naar de laatste studie waarop we aan het wachten zijn. En ik kijk er uiteraard ook naar uit om die zwerfvuilproblematiek effectief toekomstgericht hardleers aan te pakken. Want we hebben wel op vele plaatsen die camera’s extra ingezet enzovoort, maar we zien helaas dat ook dat niet voldoende is. Ik denk dat de harde aanpak effectief nodig is om die zwerfvuilproblematiek op te lossen. Ik kijk ook uit naar de timing en ik denk effectief dat het vooruitschuiven van die evaluatie een goede zaak is geweest en ik denk inderdaad dat in het najaar hieromtrent de nodige beslissingen dienen genomen te worden.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat het een terechte vraag is van collega Rombouts om jullie de cijfers voor de hoorzitting te geven. Ik denk dat dat de logica zelve is, dus ik ga zeker vragen dat het daarvoor gebeurt. Ik denk niet dat we nog veel moeten gaan studeren of bestuderen. Alles ligt op tafel. We weten wat de systemen in het buitenland zijn, in de Scandinavische landen, Nederland enzovoort. Dus dat weten we.
Het enige waar we nu nog op wachten, is het systeem dat vanuit de sector is uitgewerkt. Wij hadden daar nog redelijk wat vragen over. In principe zit hun studie in een afrondingsfase, dus ik veronderstel dat tegen ze naar hier komen, dat wel rond zal zijn. Zij gingen ons tegen eind deze maand de antwoorden op de vragen die we gesteld hebben, geven. Dus ik denk dat dat het enige is dat op dit moment nog ontbreekt.
Ik denk dat we niet anders kunnen dan met de andere gewesten afstemmen. Ik denk dat dat ook wenselijk is in dezen. De studie die Fost Plus heeft gemaakt en die nu in een afrondingsfase zit, is voor hun rekening. Ik heb altijd gevraagd aan de OVAM om dat ook wel met een open blik te bekijken. Dus ik wil me ook niet vastpinnen op dit of op een ander systeem. Ik vind dat we dat met een open blik moeten bekijken en ik heb aangegeven wat de belangrijke zaken daarin zijn.
Ik zou de knoop tegen ten laatste eind dit jaar willen doorhakken. Er is nog een overleg met de producenten nodig, ook met andere betrokkenen. Ook nadat we het systeem hebben uitgekozen, maar ik zal natuurlijk op voorhand voelen bij de gewesten hoe zij daarnaar kijken, maar dan moeten we ook een interregionaal samenwerkingsakkoord maken dat dan door de parlementen moet worden goedgekeurd. En dan kan het natuurlijk uitgerold worden.
Ja, mijn hoop en mijn bedoeling zijn wel dat we dat uiteraard nog deze legislatuur kunnen doen. In zo’n samenwerkingsovereenkomst moeten er ook een aantal modaliteiten zitten waarover we het eens moeten raken. Maar ik moet zeggen dat tot nu toe die gesprekken wel goed zaten. We mogen de andere fracties niet vergeten in het zwerfvuil. Je hebt daar vooral de aanwezigheid van de kleine blikjes, petflesjes, maar je hebt natuurlijk ook wel de sigarettenpeuken, de chipszakjes, de zakjes van de koekjes, kauwgom, enzovoort. Ik denk niet dat statiegeld alles zal oplossen, maar ik vind wel dat het een verbetering moet zijn. We moeten wel vooruit kunnen gaan.
Uiteraard hebben we het afgelopen jaar ook ingezet op handhaving. Er zijn in de vakantiemaanden ook heel veel boetes uitgeschreven. Er zijn ook heel veel vrijwilligers van Mooimakers die zwerfvuil opruimen. Preventie is sowieso ook nog heel belangrijk. Maar voor die andere fracties moeten we toch eens kijken hoe we dat doen. Dat is misschien iets minder zichtbaar dan de flesjes, maar we moeten ook blijven inzetten op die andere fracties.
De lokale besturen spelen uiteraard ook een heel belangrijke rol, hebben dat ook altijd gedaan en zullen dat in de toekomst ook zeker blijven doen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Laat het duidelijk zijn dat er inderdaad ook andere fracties zijn die niet met statiegeld aangepakt worden en dat die fracties uiteraard even goed onze aandacht verdienen om de zwerfvuilproblematiek daadwerkelijk te kunnen oplossen.
Maar de vraag ging over statiegeld en statiegeld is wel degelijk een systeem dat bewezen heeft dat het een groot deel van het zwerfvuil kan wegnemen en dat met andere woorden ook een mentale switch kan creëren om effectief minder aan te zetten tot zwerfvuil.
Minister, in 2019 was het al duidelijk dat de cijfers niet gehaald zouden worden. De afgelopen drie jaar heeft er al heel veel overleg kunnen plaatsvinden en zijn heel veel zaken onderzocht kunnen worden. U hebt zelf aangegeven dat het niet de bedoeling is om te blijven onderzoeken. Het is met andere woorden tijd om daadkracht te tonen en de invoering van statiegeld ook daadwerkelijk te realiseren. U hebt ook nog eens benadrukt dat u in overleg gaat met alle partners. Dat kunnen we alleen maar toejuichen, daar willen we u alleen maar toe aanmoedigen, maar bij dezen ook de vraag stellen om op dat vlak een vitesse hoger te schakelen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Dank u wel voor uw extra uitleg, minister.
Ik heb daarnet mijn punt heel duidelijk gemaakt. We gaan het met onze fractie uiteraard van dichtbij blijven volgen, op een constructieve manier. We willen ook helpen bijsturen waar nodig. Ik denk dat we die twee hoorzittingen heel gericht moeten doen op basis van waar we nu staan, dat is een heel terechte opmerking. We moeten dat bijsturen en er dan voor zorgen dat we met deze commissie – dat moet dan wel één keer kunnen over alle partijgrenzen heen – een heel goed statiegeldsysteem hebben dat lang en duurzaam moet werken. Dat is alleen maar in het belang van onze natuur en ook van de vele personeelsleden die dagelijks duizenden, honderdduizenden kilo’s zwerfvuil moeten opruimen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u hoort het, iedereen is voor het systeem. Dat is ook zo bij de burgers, dat is ook zo bij de lokale besturen. Ik zou zeggen, minister: vooruit met die geit. We moeten er nu aan beginnen, want elke dag dat het statiegeld er niet is, is er een verloren. Wij zullen er dus alles aan doen, net zoals we dat al 25 jaar lang hebben gedaan, om het pleidooi voor statiegeld verder te voeren, verder hoog op de agenda te zetten en u te steunen in de invoering van een goed statiegeldsysteem, en dat is er een – dat hebben we al meerdere keren gezegd, maar ik wil het toch nog eens herhalen – dat ervoor zorgt dat er statiegeld op alle flesjes en blikjes is, dat we kunnen inbrengen in de meeste verkooppunten en dat voldoende waarde met zich meebrengt. Als u dus een statiegeldsysteem invoert, minister, dat daaraan voldoet, dan kunnen wij daar alleen maar zeer, zeer tevreden over zijn en kunt u op onze steun rekenen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.