Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bex heeft het woord.
De Vlaamse Regering heeft in 2019 bijkomende maatregelen aangekondigd in het kader van het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP). Daarin was de uitfasering van fossiele verbrandingsmotoren tegen 2035 een van de speerpunten of zelfs de belangrijkste bijkomende maatregel. Vlaanderen zou de federale overheid vragen de aankoop van fossiele verbrandingsmotoren van personen- en bestelwagens uit te faseren vanaf 1 januari 2029. Vlaanderen zou dus aan de federale overheid vragen dit bij de Europese overheid aan te kaarten, want het is geen bevoegdheid van de Vlaamse Regering noch van de Belgische. Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 1331 blijkt dat u hierover inderdaad in overleg bent getreden met uw federale collega's.
De Europese Raad heeft nu beslist dat er vanaf 2035 enkel nog emissievrije of klimaatneutrale nieuwe auto's verkocht mogen worden. De ministers die bevoegd zijn voor milieu van de 27 Europese lidstaten bereikten daarover in de nacht van 28 op 29 juni een akkoord in Luxemburg. De Raad moet hierover wel nog in overleg gaan met het Europees Parlement. Maar ik weet dat België de Vlaamse vraag om sneller te mogen gaan op tafel heeft gelegd. België heeft voorgesteld om een paragraaf op te nemen die lidstaten zou toelaten om een ambitieuzere datum te kiezen. Hier was echter vrij weinig steun voor van andere lidstaten, en bovendien kwam er verzet van de juridische dienst van de Europese Commissie omdat een verschillende regelgeving voor verschillende lidstaten de eengemaakte markt zou kunnen verstoren.
Er is nog geen definitieve beslissing en het Europees Parlement heeft nog altijd de mogelijkheid bij te sturen. Welke inspanningen zult u leveren en wat wilt u doen om die beslissing ook via de Raad, die nog in overleg moet gaan met het Europees Parlement, alsnog bij te sturen? Kunt u een inschatting maken van de impact op het Vlaams Energie- en Klimaatplan van het feit dat een verbod op de verkoop van personen- en bestelwagens er pas in 2035 komt in plaats van 2029? Wat betekent dat concreet voor de plannen van de Vlaamse Regering? Zult u binnen uw eigen beleidsdomein op zoek gaan naar alternatieve maatregelen om eenzelfde effect te bereiken? Ik neem aan dat de doelstellingen van de Vlaamse Regering nog altijd dezelfde blijven, hoewel ze niet gevolgd worden in Europa. Wanneer mogen we hierrond een voorstel verwachten?
Minister Peeters heeft het woord.
Wij hebben inderdaad een klimaatvisienota van 2020-21 in het kader van 'Fit voor 55'. Daarin hebben wij elf ambitieuze doelstellingen opgenomen. Ik denk niet dat wij zes maanden later die ambitieuze doelstellingen al moeten laten varen. Maar ik heb intussen ook kennisgenomen van de Europese beslissingen.
Laat mij eerst verduidelijken dat op die Europese Milieuraad ons land werd vertegenwoordigd door minister Philippe Henry. Op die Raad werd een akkoord gesloten over een verbod op de verkoop van nieuwe auto’s op fossiele verbrandingsmotoren op diesel, benzine en aardgas vanaf 2035. Zoals u terecht stelt moet het Europees Parlement dit nog te bekrachtigen. Als het bekrachtigd wordt, is dat een verordening die directe doorwerking heeft in de Europese regelgeving voor de autoconstructeurs. 2035 zal dan ook de finale deadline zijn voor Europa. Vanuit België, samen met een aantal andere landen, hebben wij er hard op aangedrongen om in de richtlijn een vroegere uitfasering toe te laten voor de lidstaten die sneller willen gaan. Wij hebben ook zelf een amendement ingediend om de mogelijkheid te scheppen voor lidstaten om de inschrijving van een voertuig met een verbrandingsmotor te kunnen verbieden in de eigen lidstaat. Die maatregel hadden wij ook opgenomen in onze klimaatvisienota. Die inschrijving staat los van de autoconstructeurs.
Uiteindelijk hebben wij in samenwerking met andere ambitieuze lidstaten in de tekst als extra maatregel kunnen laten opnemen dat de Europese Commissie op zoek gaat naar maatregelen waarop ze een eerdere transitie kan faciliteren. Er is een tussentijdse evaluatie voorzien in 2026 over de doeltreffendheid en het effect van de verordening. Ik kijk optimistisch naar de toekomst als ik zie hoe snel het op dit ogenblik gaat met de transitie. Wij hebben onze eigen klimaatvisienota en onze laadpaalvisienota. Ik denk dat wij daaraan moeten vasthouden. Ik hoop dat na de evaluatie in 2026 lidstaten sneller aan een uitfasering kunnen beginnen of kunnen overgaan tot het verbod van inschrijving voor nieuwe voertuigen met fossiele verbrandingsmotor.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik heb bijkomende vragen, maar ik zou u eerst en vooral willen vragen of u een antwoord kunt geven op mijn initiële vraag: wat is juist het aandeel van die uitfasering vanaf 2029 in het VEKP? Zo weten we wat er precies ter discussie staat, wat in dezen op het spel staat. Mijn inschatting en die van mijn fractie is dat die maatregel een zeer belangrijk aandeel van de Vlaamse energie- en klimaatinspanningen inhoudt, en het lijkt me wel nuttig om dat hier even te expliciteren.
Ik denk dat er inderdaad hard is gewerkt. Ik wil dat niet ontkennen. Ik denk ook dat minister Henry in naam van de diverse gewesten heeft gesproken, want anders zou hij op de Europese Raad geen standpunt kunnen innemen. Ik denk het ook goed is dat er aan de Europese Commissie wordt gevraagd om op zoek te gaan naar mogelijkheden om het te versnellen, maar we blijven wel met de vaststelling zitten dat diezelfde Europese Commissie al heeft gezegd dat ze denkt dat dat een verstoring van de eengemaakte markt met zich mee kan brengen.
Minister, onze kritiek blijft dan toch dat deze Vlaamse Regering weliswaar een VEKP heeft, maar dat er zoveel dingen zijn die deze Vlaamse Regering zelf zou kunnen doen. Het is dus jammer dat men een maatregel die op Europees niveau moet worden genomen en waarvoor u terecht lobbyt, wat ik heel goed vind, eigenlijk op het conto van Vlaanderen probeert te schrijven om ervoor te zorgen dat Vlaanderen op die manier minder inspanningen moet leveren. Maar goed, dat is een algemene bedenking. Vandaag wil ik eigenlijk vooral weten wat precies het aandeel is van die uitfasering van fossiele verbrandingsmotoren in de totaliteit van de inspanningen die Vlaanderen moet doen, zodat we toch enigszins kunnen inschatten in welke mate Vlaanderen die doelstellingen zal bereiken. Het is immers toch wel duidelijk dat het bijzonder moeilijk zal worden om hier een uitzondering op te verkrijgen of sneller te kunnen gaan. Ik hoop dat u dat blijft proberen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Voorzitter, het is een beetje hetzelfde liedje als daarjuist. Men mag toch niet vergeten dat het uitfaseren van die verbrandingsmotoren er ondertussen in alle stilte toe leidt dat duizenden jobs in de Europese autosector aan het verdwijnen zijn. Dat komt omdat men voor de elektrische productie minder personeel en minder onderhoud nodig heeft. 501.000 jobs zullen verloren gaan in de autosector in Europa, waarvan 70 procent in de periode 2030-2035. Dat zijn dus 501.000 familiale drama’s, 501.000 mensen die in de miserie geraken. Men kan dan zeggen te zullen herscholen en mensen een nieuwe opleiding te zullen aanbieden, maar zo eenvoudig is het allemaal niet. Daaraan wordt hier gewoon voorbijgegaan. Ook hier in Vlaanderen zal dat leiden tot drama’s. Dan vind ik het bijzonder wraakroepend dat men nóg sneller wil gaan dan nu. Geef die andere technologieën in de autosector ook een kans, want dat zal ertoe leiden dat zo veel mogelijk jobs behouden kunnen blijven. Daar heeft men echter blijkbaar niet echt oren naar. Ik vind dat bijzonder tragisch, en onze partij zal daar nooit in meegaan.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Het is duidelijk dat de elektrificatie van voertuigen de komende jaren enorm zal versnellen, en dat vinden we een goede zaak. Ook het beleid van federaal minister Van Peteghem, waarbij wordt gepleit voor een vergroening van alle nieuwe bedrijfswagens tegen 2026, heeft daar een belangrijk aandeel in. Omdat een bedrijfswagen gemiddeld twee à drie jaar meegaat, zal dat er ook voor zorgen dat elektrische wagens ook op de tweedehandsmarkt toegankelijker worden. Gezien de hogere aankoopprijs van een elektrische wagen lijkt dat me toch wel nodig.
Minister, in november 2021, dus ongeveer negen maanden geleden, gaf u aan dat er nog landen waren die ook ambitieuzer waren dan wat Europa voorstelde. Dat hebt u ook net herhaald. Daar waren vijf Europese landen bij. Zo zou Noorwegen fossiele wagens uitfaseren tegen 2025. Heel wat andere landen, zoals Denemarken, Ierland, Nederland en Slovenië, hadden gekozen voor een uitfasering in 2030. Op datzelfde moment in november 2021 had u ook de verwachting dat nog heel wat andere landen, én Europa, zich toch ambitieuzer zouden opstellen. Ik heb enkele vraagjes daarover. Hoe staan die vijf voormelde landen nu tegenover het uitblijven van die paragraaf waarnaar collega Bex verwees? Overlegt Vlaanderen met die landen om misschien een gemeenschappelijk standpunt in te nemen of te weten hoe zij nu hiermee omgaan? Wat heeft er volgens u voor gezorgd dat Europa zich toch niet ambitieuzer heeft opgesteld?
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Mijnheer Bex, u vraagt wat de impact is van de maatregel op Europees vlak ten behoeve van het Vlaams Energie- en Klimaatplan. U zult begrijpen dat we niet bij elke boodschap een volledige doorrekening gaan maken van elke maatregel. In november 2021 hebben we sowieso elf ambitieuze maatregelen inzake mobiliteit en openbare Wwerken op tafel gelegd. Dat zijn elf van de veertig maatregelen, het totaalpakket aan maatregelen dat op tafel lag in het kader van de CO2-reductie. We gaan niet zeggen dat er ergens een nieuwe regelgeving op til is en dat we dus automatisch alle berekeningen moeten bijsturen. Het doel is alleszins tot die CO2-reductie te komen tegen 2030 en daar focussen we volop op. Dat wilde ik toch eerst heel duidelijk stellen.
Ten tweede, u zegt dat we onze plannen onmiddellijk moeten bijsturen en we niet ambitieus genoeg zijn. We hebben echter ons Clean Power for Transport-plan (CPT-plan), alsook ons laadvisieplan. Op het moment dat ik dat heb uitgerold – ons CPT-plan is van eind 2020 – was de reactie dat we veel te ambitieus waren en het allemaal niet realiseerbaar was. Ik blijf erbij: wij zetten alles op alles om iedereen aan te zetten toch te kiezen voor die zero emissie.
Dan kijk ik gelijk ook naar de heer Verheyden. Ik wil het ook niet als een doemscenario zien. U zegt zonder meer dat de transitie naar zero emissie een verlies van honderdduizenden jobs betekent, maar ik hoor andere signalen. Tegelijkertijd zorgt het ook voor heel wat nieuwe jobcreatie. Wij kijken in het kader van zero emissie niet alleen naar de elektrificatie. Heel veel automerken kondigen vandaag ook al aan dat zij vanaf jaar x of y geen fossiele verbrandingsmotoren meer zullen voorzien in hun eigen wagenpark en dat ze inzake constructie automatisch overgaan tot alleen nog maar zero emissie. Dat is één.
Ten tweede, we zien tegelijkertijd ook wel heel wat jobcreatie rond alles wat met waterstof te maken heeft. Ook dat is heel belangrijk in het hele zero-emissieverhaal. De transitie naar zero emissie gaat niet alleen om elektrificatie, maar ook om waterstof. Ik zie toch dat heel veel betrokken partners die keuze mee maken.
Wij hebben met Vlaanderen alleszins de lead genomen: we hebben het op het interministeriële overleg aan onze gewestelijke collega’s gevraagd, omdat het inderdaad België is dat op het Europese forum onderhandelt. Minister Henry van het Waalse Gewest heeft ons vertegenwoordigd op die Europese Milieuraad en heeft onze bekommernissen en zorgen meegenomen, met de vraag of we vroeger kunnen overgaan tot de uitfasering, net zoals andere Europese landen die meer ambitie aan de dag hebben gelegd. Dankzij het vele onderhandelen is nu in de tekst opgenomen dat de tussentijdse evaluatie er sowieso komt, maar ik kan nu natuurlijk niet vooruitlopen op wat die tussentijdse evaluatie effectief zal zijn. Ik heb er alleszins wel vertrouwen in dat we, samen met de andere landen die meer ambitie aan de dag leggen, toch wel de nodige hefbomen kunnen vinden om ons in de mogelijkheid te stellen om in Vlaanderen geen nieuwe voertuigen meer in te schrijven op een vroeger tijdstip dan 2035. Dat blijven we alleszins allemaal opvolgen.
We zetten ook steeds meer mensen aan om over te gaan tot de aankoop van zero-emissievoertuigen. Daarvoor hebben we onze website ‘Milieuvriendelijke voertuigen’, waarop mensen heel eenvoudig een grondige afweging kunnen maken om te kiezen voor het ene dan wel het andere voertuig. De ‘total cost of ownership’, namelijk het totaalpakket aan kosten dat verbonden is aan het autorijden op fossiele brandstof versus het autorijden met een zero-emissievoertuig, kan er ook heel duidelijk worden berekend. Heel veel mensen worden er zo toe gesensibiliseerd om toch de keuze te maken voor een zero-emissievoertuig als men vandaag overweegt om een nieuw voertuig te kopen.
Het gaat hier over de nieuwe voertuigen. Uiteraard wil ik ook niemand dwingen, we moeten rekening houden met hen die met een fossiele verbrandingsmotor willen blijven rijden omdat ze niet de financiële mogelijkheden hebben voor een nieuw voertuig. We begrijpen inderdaad dat de tweedehandsmarkt van zero-emissievoertuigen een enorme boost zal krijgen door de maatregelen die federaal zijn genomen. Zoals ook mevrouw Mertens zegt moet de salariswagen straks een zero-emissiewagen zijn en dat zal de tweedehandsmarkt sowieso een enorme boost geven. Zo zullen er daar straks ook veel meer zero-emissievoertuigen zijn.
Kortom, we blijven het allemaal opvolgen, maar we gaan onze plannen, die amper zes maanden oud zijn, niet halsoverkop bijsturen. We hebben ambitieuze plannen en we leggen de lat hoog. Mocht in 2026 blijken dat Europa niet wil bijsturen, dan zullen we op dat moment bekijken in welke mate wij toch nog een versnelling hoger kunnen schakelen.
De heer Bex heeft het woord.
Ik heb een paar bedenkingen, voorzitter.
Ten eerste is het ontstellend hoe het Vlaams Energie- en Klimaatplan blijkbaar nattevingerwerk is.
Een tweede puntje: minister, ik heb u nooit verweten dat u te ambitieus was met de Clean Power for Transport-strategie, denk ik. Integendeel, ik denk dat de evolutie – zelfs revolutie – die we nu doormaken absoluut nodig is en dat we die als overheid ook moeten aanmoedigen.
Wat het aantal jobs betreft, collega: er zullen jobs op een andere manier worden ingevuld en deels verloren gaan, maar de beste manier om met zo’n transitie om te gaan is om die te omarmen en de werknemers die eventueel uit de boot dreigen te vallen naar andere jobs toe te leiden. We moeten toch niet doen wat men bijvoorbeeld met de Waalse staalindustrie heeft gedaan en waar Wallonië nu nog altijd de gevolgen van draagt? Laat ons die evolutie omarmen.
Minister, ik denk echt dat u veel meer zou kunnen doen om nu al minder fossiele brandstoffen te gaan verbruiken in ons verkeer, zeker in deze tijden van oorlog en energiecrisis. We hebben daar al een aantal voorstellen rond gedaan, die ik hier niet zal herhalen.
Ik wil wel even het punt aanhalen van die tweedehands elektrische wagens. We weten dat men in het buitenland, in de ons omringende landen, subsidies krijgt voor het aanschaffen van een tweedehands elektrische wagen. Daardoor dreigt een deel van onze elektrische tweedehandsmarkt naar het buitenland te gaan, wat uw doelstelling natuurlijk wat zou ondermijnen. Ik denk dat dat nog een element is om aan te kaarten op Europees niveau, want ook dat is eigenlijk een verstoring van de interne markt, wat mij betreft. Ik denk dat het compleet onzinnig is om dergelijke subsidies te gaan geven, daarmee verplaatst men de elektrische voertuigen eigenlijk gewoon van het ene naar het andere land.
Tot slot, collega Verheyden, ik denk dat u echt eens in de dossiers moet duiken over de auto’s op waterstof. Het is nu immers echt voldoende aangetoond dat waterstof weliswaar voor een aantal aspecten een oplossing kan bieden, zoals voornamelijk industrie en zeer zwaar transport, maar dat de toepassing op elektrische wagens eigenlijk een zeer inefficiënte manier van energieomzetting is en eigenlijk niet de toekomst is. Ik nodig u echt uit om dat eens ten gronde te bekijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.