Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, dit is inderdaad opnieuw een vraag over het slachthuis in Torhout. We moeten ons de vraag stellen hoelang dat slachthuis nog zal openblijven. Maar ik besef dat dat inderdaad niet uw verantwoordelijkheid is.
Blijkbaar worden in Vlaanderen nog heel wat dieren onverdoofd geslacht. Dat is vastgesteld op basis van de inspectieverslagen van het slachthuis in Torhout die werden opgevraagd bij de dienst Dierenwelzijn door de dierenrechtenorganisatie Animal Rights. Eind 2020 en begin 2021 waren er al problemen bij het verdoven in het slachthuis. Er zijn ook undercoverbeelden die dat inderdaad bevestigen en bewijzen.
Nu wordt in de rapporten vastgesteld dat de elektronische verdoving defect was, maar dat men gewoon verder bleef slachten in de plaats van het proces stil te leggen. Ook zou het personeel niet voldoende zijn opgeleid om de slachtprocedure correct uit te voeren en zou het slachthuis geen rekening houden met de regels rond hittestress. Dat is het onderwerp geweest van de vraag die daarnet werd gesteld. Maar het is inderdaad niet de eerste keer dat het slachthuis in opspraak komt. Enkele jaren geleden is er zelfs heel wat heisa rond geweest. Regelmatig zijn er personeelsleden die uit de biecht klappen.
Minister, zijn er na de inspecties begin 2021 nog controles uitgevoerd in het slachthuis, in het algemeen en specifiek wat het verdoven betreft? Zo ja, werden daar inbreuken vastgesteld? Zo ja, welke inbreuken werden vastgesteld?
Welk gevolg werd er gegeven aan de vaststellingen van de inspectie in het slachthuis? Kunt u daarvan een overzicht geven?
Welke acties denkt u verder nog te ondernemen tegen het slachthuis?
Waarom is dat slachthuis eigenlijk nog niet gesloten terwijl het overduidelijk in overtreding is? Het is niet de eerste keer, ze zijn hervallen. Eigenlijk is sluiten de enige oplossing. We moeten economisch ingrijpen, want anders luistert men toch niet.
Ik kijk uit naar uw antwoord.
Minister Weyts heeft het woord.
De laatste jaren hebben we veel geïnvesteerd in de dierenwelzijnscontroles in de slachthuizen. Naast de regelmatige controles door de inspectiedienst Dierenwelzijn en de controles die worden uitgevoerd door dierenartsen die in de slachthuizen aanwezig zijn in opdracht van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) werden er dus ook Vlaamse dierenartsen met opdracht (DMO’s) aangeworven, die in onze opdracht heel specifiek werken in functie van de dierenwelzijnscontrole in de slachthuizen. Die aanpak werpt onmiskenbaar zijn vruchten af, omdat we erin slagen om mistoestanden sneller te identificeren en omdat we sneller kunnen ingrijpen.
Ik kom tot de concrete casuïstiek in het slachthuis van Torhout. Sinds begin verleden jaar werd het slachthuis van Torhout nog drie keer gecontroleerd door onze inspectiedienst Dierenwelzijn, namelijk op 15 juni, op 25 oktober en ook dit jaar op 28 februari. Er werden een aantal opmerkingen gemaakt die ik u in detail zal meegeven.
Eerst geef ik de opmerkingen van de inspectiedienst naar aanleiding van de controle op 15 juni. Ten eerste, de kop-hartbedwelming wordt niet altijd correct toegepast. Bij dieren die na de CO2-verdoving nog bijkomende bedwelming nodig hebben, moet de tang eerst op de kop worden geplaatst in plaats van eerst op het hart. Het personeel moet hierin beter worden opgeleid. Ten tweede, de vloer is op een bepaalde plek afgesleten en moet opgeruwd worden om uitschuiven te voorkomen. De controle gebeurt dus echt tot in de details. Ten derde, peddels om varkens te drijven moeten beter worden gebruikt. Het geluid dat deze maken is soms voldoende om de varkens vooruit te drijven en het is niet altijd nodig om de varkens ermee aan te tikken.
Bij de opvolgcontrole op 25 oktober werden er geen opmerkingen gemaakt. Daarbij werden de werkpunten gecontroleerd die eerder werden overgemaakt.
Verder geef ik de opmerkingen mee van de inspectiedienst naar aanleiding van de controle van 28 februari. Er moet aandacht worden besteed aan het interval tussen de bedwelming en het kelen, want dat is eerder lang. Volgens de inspecteur was er weliswaar geen melding van varkens die opnieuw bij bewustzijn kwamen.
Daarnaast werd er ook dagelijks gecontroleerd in het slachthuis van Torhout door de dierenarts met opdracht. Die heeft sinds de informatieformulieren van 10 december 2020 en van 18 februari 2021, waarvan sprake in het artikel op de website van Animal Rights, geen melding meer gedaan van overtredingen door het slachthuis zelf. De overtredingen die door de DMO werden vastgesteld, hebben allemaal betrekking op het bedrijf van oorsprong en/of op de vervoerder van de dieren.
Uit deze informatie blijkt dat de intensieve controles door de DMO’s hun nut bewijzen. De problemen die in het verleden in het slachthuis werden vastgesteld, werden aangepakt. Er is een duidelijke verbetering waardoor sluiting op dit moment niet aan de orde is. Ik kan dan ook zeggen dat de investeringen van de laatste jaren in meer controles in de slachthuizen, met inbegrip van het slachthuis te Torhout, hun vruchten afwerpen.
Dat wil ook zeggen dat dit slachthuis in de toekomst wordt opgevolgd door onze inspectiedienst en door de plaatselijke controle op nagenoeg permanente basis door de dierenarts met opdracht.
Tot slot zet ik momenteel ook in op de analyse van de huidige werking van de DMO’s om op basis daarvan te evalueren en te bekijken of we die controles op de meest effectieve en efficiënte wijze laten plaatsvinden.
Recent heb ik een nieuwe studieopdracht uitgeschreven onder andere met betrekking tot de vraag om over te gaan tot een praktische uitwerking van de conclusies vermeld in het vorige adviesrapport. De opdracht werd toegekend aan een adviesbureau en is onmiddellijk gestart. Ik houd jullie daarvan op de hoogte.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. U zegt dat er een verbetering merkbaar is. U hebt daar ook details over gegeven. De vraag is altijd maar: is dat voldoende? Dat is ook een beetje de teneur over de vorige vraag toen het over de hitteproblematiek ging.
Ik heb een tweede bedenking: uiteraard is het moment waarop een slachthuis al dan niet moet sluiten niet zomaar zwart-op-wit onmiddellijk te bepalen. Dat geef ik toe. Maar ik blijf erbij dat er zolang er niet economisch ingegrepen wordt – dat is niet enkel in die sector, dat is ook in andere sectoren – niet zal gebeuren wat er moet gebeuren.
Ten derde, het inschakelen van de DMO’s is een heel goede evolutie. Dat heb ik trouwens altijd bevestigd en toegegeven. Maar natuurlijk is het heel belangrijk, als er zulke toestanden vastgesteld worden in slachthuizen, dat er echt een heel goede samenwerking is tussen enerzijds uw diensten en anderzijds het FAVV, en dat natuurlijk op basis van beide rapporten op bepaalde ogenblikken toch echt opgetreden moet worden. Mensen die bezig zijn met dierenwelzijn zijn niet geïnteresseerd of het nu uw diensten zijn of het FAVV. Die maken zich inderdaad zorgen over wat er gebeurt en over het dierenleed.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik kan maar herhalen dat het controlesysteem alsmaar fijnmaziger wordt, maar we rusten niet op onze lauweren. We houden namelijk constant ons systeem en onszelf een spiegel voor en leggen het ook onder de loep. Nu is een opdracht uitgeschreven die heel operationeel van aard is, het is te zeggen: een opdracht waarbij we voor de operationele werking van de DMO’s nog extra input vragen, nog finetuning. We hebben de opdracht uitgeschreven waarbij we ook vragen of we een systeem zouden kunnen vastleggen waarbij we een beetje meer onderscheid kunnen maken. Namelijk, er zijn slachthuizen die minder controle nodig hebben. Daardoor kunnen we de aandacht concentreren op die slachthuizen waar het dierenwelzijn gebaat is met meerdere controles. Ook de samenstelling van de DMO’s, de maandplanningen die opgesteld zouden moeten kunnen worden, het bijsturen van het controleplan gebaseerd op risicoanalyse zijn allemaal zaken waar we op permanente basis aan willen bijschaven, maar ook op grond van een gedegen voorbereiding.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.