Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Collega’s, minister, ik heb inderdaad een zeer vriendelijke vraag, zoals ik zonet al tegen uw medewerker gezegd heb. Limburgers mogen elkaar geen pijn doen.
Inderdaad, met de Blue Deal hebt u een goede aanzet gegeven om het water- en droogteprobleem zo goed mogelijk aan te pakken, maar uiteraard is vooral de concrete toepassing op het terrein belangrijk. Er zijn financiële middelen voorzien, maar op het terrein zal er heel wat overleg, procesbegeleiding en samenwerking nodig zijn via een breed lokaal netwerk waarbij zoveel mogelijk actoren samenwerken en waarbij de plannen en vooral de concrete projecten die opgezet worden, zo goed mogelijk op elkaar afgestemd worden.
Daarom heb ik de vraag: naast een verticale aanpak – elke waterloop op zich natuurlijk, dat zijn dan vooral het waterbeleid en de stromen – is er vooral nood aan een horizontaal waterbeheer en/of een valleigerichte aanpak. In mijn periode als gedeputeerde in de vorige legislatuur heb ik daar een aantal aanzetten voor gegeven in Limburg waar er binnen de regionale landschappen vlot samengewerkt werd met de wateringen. Blijkbaar werkt dat vrij goed. Er zijn onder andere een aantal strategische projecten, maar ook een aantal zogeheten Water-Land-Schap-projecten.
De regionale landschappen – door de groeperingen en verenigingen die erin vertegenwoordigd zijn – kunnen zeer goed een bepaald gebied vertegenwoordigen. Alle sectoren, iedereen die betrokken is bij de open ruimte zit daar eigenlijk in en is daarin aanwezig. Zij zijn goed geschikt om de valleigerichte uitdaging aan te pakken en ter uitvoering te brengen. Bovendien zijn de regionale landschappen het aanspreekpunt voor heel wat gemeenten, ook voor deze problematiek.
Minister, wat vindt u van het idee om de regionale landschappen meer in te schakelen binnen de Blue Deal, en vooral met betrekking tot de valleigerichte aanpak en de concrete aanpak op het terrein?
Overweegt u om bepaalde specifieke acties in die richting te ondernemen? Zo ja, welke en wanneer kunnen die verwacht worden?
Kan deze koppeling niet gemaakt worden met het nieuwe Landschapsdecreet dat momenteel voorligt?
Minister Demir heeft het woord.
De regionale landschappen zijn al actief betrokken bij de uitrol van de Blue Deal, ofwel als trekker ofwel als partner van de gebiedscoalities Water-Land-Schap. Deze gebiedscoalities zetten ook in op de klimaatrobuuste inrichting van gebieden in de open ruimte. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) sluit ook overeenkomsten met regionale landschappen voor specifieke opdrachten in het kader van het beheer van onbevaarbare waterlopen.
We weten allemaal dat de regionale landschappen ook een brugfunctie te vervullen hebben tussen landbouw, natuur, recreatie, water, klimaat en landschap. Aangezien ze ook een realisatiegerichte focus hebben en ook aanwezigheid op terrein, is het zeker mijn overtuiging om de regionale landschappen blijvend een cruciale rol te geven in de valleigerichte aanpak van de Blue Deal.
Momenteel wordt onder meer in het kader van het expertenpanel hoogwater nagegaan op welke manier de valleigerichte aanpak van de Blue Deal structureel het best vorm krijgt op het terrein. Hierbij is de huidige ervaring met Water-Land-Schap een belangrijk uitgangspunt en een inspiratiebron. Ik volg dus zeker deze voorstellen met zeer veel interesse op en ik zal de cruciale rol van de regionale landschappen daarbij zeker onder de aandacht brengen.
In het nieuwe Landschapsdecreet dat ik momenteel aan het voorbereiden ben, is het de bedoeling om de structurele werking van de regionale landschappen opnieuw dichter bij het Vlaams beleid te brengen. Hun doelstelling wordt met dit decreet in een breder kader geplaatst van algemene landschapszorg, maar met nieuwe klemtonen die aansluiten bij de belangrijke uitdagingen waar we vandaag voor staan, zoals waterproblematiek, klimaat en biodiversiteit. Coördinatie en het bijeenbrengen van verschillende actoren blijft hun prioritaire taakstelling die zij bijzonder goed doen.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw positieve antwoord. Ik begrijp inderdaad dat de taakstelling opgenomen zal worden in dat nieuwe Landschapsdecreet. Hoe ziet u dat qua timing? Aangezien er opnieuw een verhuis zal gebeuren van het provinciale niveau naar het Vlaamse niveau, zal in de financiering van de regionale landschappen in voldoende middelen en mogelijkheden worden voorzien?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, het is een belangrijke set. Alles wat voortkomt uit de Blue Deal vraagt grote investeringen en kost veel tijd. Recent hoorden we nog dat er 20 miljoen euro extra geïnvesteerd wordt om extra gebieden te wapenen tegen waterschaarste en droogte. Die grote investeringen vragen veel tijd. Lokale partners zijn daarin van ontzettend groot belang.
De projecten van Water-Land-Schap 2.0 zijn een hefboom om nieuwe praktijken te testen, zoals erosiebestrijding op gebiedsgericht niveau. Hoe verloopt de uitrol van Water-Land-Schap 2.0?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, na de droogte van enkele jaren geleden werd de Blue Deal gelanceerd met een aantal acties. We hebben al meerdere keren ook naar structurele maatregelen gevraagd die deze acties ondersteunen, dus een wijziging van de wetgeving.
U hebt onlangs gezegd dat de resultaten van de studie van de ‘waterboy’ naar aanleiding van de overstromingen van vorig jaar zullen worden gecombineerd met de Blue Deal om dan een globaal actieplan uit te rollen. Dat was aangekondigd tegen eind juni. We zijn nu eind juni. Wat is de stand van zaken precies? Hoever staat u met het integreren van die twee plannen en de resultaten van de studie van Henk Ovink?
Minister Demir heeft het woord.
Het ontwerp van Landschapsdecreet is naar de Inspectie van Financiën vertrokken en zal kort na de zomer, denk ik, ter bespreking voorliggen. We voorzien de nodige kapstokken in het decreet om de samenwerking tussen Vlaanderen en de regionale landschappen verder te versterken, ook financieel.
Mevrouw Perdaens, de uitrol van Water-Land-Schap 2.0 zit op schema. Zoals u weet, zijn er twee paden. Pad één is een innovatief luik. Dat zit op kruissnelheid en sommige gaan zelfs al richting afronding, zoals Ledegem wordt L’Eaudegem. Dan pad twee. De gebiedscoalities – de grotere projecten dus – zitten ook op schema. De procesbegeleiding loopt volop. De totaalplannen worden momenteel ook uitgewerkt.
Mevrouw Schauvliege, de besprekingen zijn intussen binnen de Vlaamse Regering bezig om de verschillende aspecten van de Blue Deal structureel te verankeren. Dat was ook zo voorzien. Ik heb dat ook zo gezegd. Ik hoop dat we de besprekingen nog voor het zomerreces kunnen afronden.
De oefening van Ovink zal, denk ik, de komende weken afgerond moeten worden. Dat zit er ook aan te komen. Dat is ook iets gemeenschappelijks met minister Lydia Peeters.
De stroomgebiedbeheerplannen zitten ook in bespreking binnen de schoot van de regering. U weet dat we gezegd hadden dat de originele plannen versterkt moesten worden. Ik hoop dat we dat allemaal nog voor het zomerreces kunnen afronden.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind het goed dat de regionale landschappen meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden zullen krijgen op dat vlak.
U hebt op dit moment al miserie genoeg met bepaalde beroepscategorieën. Ik heb dan maar niet gevraagd hoe het zit met de afschaffing van Polders en Wateringen, waar u ook een groot voorstander van bent, net zoals ik. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Komt eraan, voilà.
Het zou goed zijn dat regionale landschappen die heel sterk de gemeente vertegenwoordigen en dat zelfs veel meer doen dan Polders en Wateringen … Ik hoop dat ook die operatie doorgaat want we hebben er belang bij om met zo weinig mogelijk partners op het terrein te zijn, maar die wel kwalitatief werk leveren en geen partners zijn die op de een of andere manier eerder gaan voor het behoud van structuren dan wel voor concrete werking op het terrein.
De vraag om uitleg is afgehandeld.