Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
De Vlaamse Regering besliste vrijdag 3 juni dat anderstalige taxichauffeurs nog eens twee jaar extra de tijd krijgen om behoorlijk Nederlands te leren. Maar liefst 2600 allochtone taxichauffeurs zouden nog steeds niet in regel zijn met de taalvoorwaarde voor chauffeurs die al in 2019 werd ingevoerd en die moet garanderen dat Vlamingen in hun eigen taal bediend kunnen worden. Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2019 bepaalde dat taxichauffeurs in Vlaanderen twee jaar na het bekomen van hun bestuurderspas over het taalniveau B1 zouden moeten beschikken om hun klanten in het Nederlands te kunnen bedienen. Een taalniveau B1 houdt in dat de taxichauffeur in staat moet zijn om korte eenvoudige gesprekjes in het Nederlands te voeren. Voor exploitanten van taxibedrijven wordt de taalvereiste overigens definitief afgevoerd.
Meer dan 2,5 jaar na de invoering van deze verplichting blijkt echter dat veel immigranten en allochtonen niet de nodige inspanningen hebben geleverd om onze taal te leren, waardoor het risico ontstond dat zo’n 2600 bestuurderspassen op een totaal van 8300 zouden worden ingetrokken. De Vlaamse Regering besliste daarop om de termijn om te voldoen aan de taalverplichting te verlengen tot 30 juni 2024 en het vereiste taalniveau nog enigszins te verlagen van taalniveau B1 met richtgraad 2.4 naar B1 met richtgraad 2.2.
Bij de Vlaamse Regering luidt het nu dat de opgelegde taalvereiste B1 in de praktijk te hoog ligt voor een belangrijk gedeelte van de doelgroep en dat de inspanningsverbintenis om het taalniveau te realiseren niet combineerbaar is met een onregelmatige baan als die van taxibestuurder en uiteraard is er – het excuus bij uitstek in deze periode – COVID-19. De regering vreest daarbij dat het intrekken van al die vergunningen een negatieve impact zou hebben op de dienstverlening.
De Vlaamse Regering wil nu overleg opstarten met de sector zodat de chauffeurs alsnog gemotiveerd worden om onze taal te leren en wil een duidelijke communicatiecampagne opzetten in samenwerking met de sector. Er zou ook een permanente monitoring komen over de voortgang en een tussentijdse evaluatie.
Het nieuws over dit uitstel verbaasde me, minister, gezien uw antwoord op een schriftelijke vraag die ik u stelde op 27 augustus 2020. Toen luidde het nog dat u de taalkennis onverkort zou toepassen.
De uiteindelijke verliezer van deze maatregel is de Vlaamse klant die zich dan maar in eigen land nog minstens voor enkele jaren moet schikken naar de toch wel vrij massale weigering van allochtone chauffeurs om zich te schikken naar de wettelijke taalvereiste. Ook dient de vraag te worden gesteld welk signaal de regering met dit uitstel en deze niveauverlaging uitstuurt. Blijkbaar worden normen vlot terzijde geschoven bij onwil van allochtonen om zich ernaar te schikken. Het is trouwens ook meer in het algemeen bedenkelijk te noemen dat mensen die al jaren in ons land verblijven nog steeds geen inspanningen hebben geleverd om onze taal te leren. De Vlaamse Regering engageerde zich om de rechten en plichten in ons land opnieuw wat meer in evenwicht te brengen, maar blijkt daar uiteindelijk dan toch niet echt werk van te willen maken.
Minister, hoe verklaart u het zeer hoge aantal taxichauffeurs dat zich niet in regel stelde met de taalkennisvereiste? Het gaat over maar liefst een derde van de chauffeurs. Hoeveel anderstalige chauffeurs hebben zich eigenlijk wel in regel gesteld?
Erkent u dat met dit uitstel voor de kennis van het Nederlands en de verlaging van het niveau eigenlijk een volledig verkeerd signaal wordt gegeven, namelijk dat de weigering wettelijke verplichtingen na te leven tot toegevingen door de overheid leidt?
Waarom werd er geopteerd voor een uitstel van twee jaar, terwijl er aanvankelijk ook al een overgangsperiode van twee jaar werd voorzien?
Op welke manier garandeert u dat de taalvoorwaarde binnen twee jaar wel afgedwongen zal worden en dat de regering dan niet opnieuw zal zwichten voor de weigering van allochtonen om zich te schikken?
Kunt u bijkomende initiatieven nemen die faciliteren dat Vlamingen snel en eenvoudig een taxichauffeur vinden die wél Nederlands spreekt en niet terechtkomen bij een van de talrijke Nederlandsonkundige chauffeurs met alle mogelijke communicatieproblemen van dien? Kunt u in dit verband niet werken aan een systeem waarbij klanten eerder worden toegeleid naar taxichauffeurs en taxibedrijven die wel het nodige respect voor het Nederlandstalige karakter van Vlaanderen betonen?
Minister Peeters heeft het woord.
Het feit dat een aantal chauffeurs zich niet in regel heeft gesteld met de taalvereiste heeft verschillende oorzaken. Ik moet andermaal verwijzen naar de covidpandemie waardoor er een achterstand is opgelopen bij het geven van de taalcursussen of het afnemen van de testen. Dat was op een bepaald moment niet mogelijk. Omdat heel wat taxibestuurders tijdens de covidpandemie geen werk hadden, hebben zij ander werk gezocht, maar ze hebben niet allemaal hun bestuurderspas laten stopzetten ook al begeven ze zich niet langer in de taxiwereld.
Degenen die in hun plaats komen, zijn vaak nieuwkomers in het land en nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Zij willen meestal zo snel mogelijk hun zelfstandigheid verwerven, werken als zelfstandige en voorzien in hun levensonderhoud. Daarvoor kloppen ze vaak heel veel uren. Ze geven vaak daaraan de voorrang in plaats van tijd te nemen om hun kennis van het Nederlands bij te schaven.
Op basis van de huidige gegevens zijn er op dit ogenblik 2600 taxibestuurders op een groep van 8600 taxibestuurders die op 1 juli niet voldoen aan de taalvereisten.
Is het een verkeerd signaal om dat uitstel te verlenen? Ik ben van oordeel van niet. We moeten in deze situatie als overheid toegeven dat de norm die we initieel hebben vooropgesteld toch wel vrij hoog was, en dat de overgangstermijn te kort was. Nederlands op niveau B1 is het niveau van de derde graad secundair onderwijs. Dat kennisniveau wordt niet vereist van een taxichauffeur en zeker niet de schriftelijke kennis. Daarom hebben wij voorgesteld om dat niveau te verlagen zodat dat meer aansluit bij de realiteit. Niemand verlangt een schriftelijk examen op niveau B1.
Bij de aangepaste regeling vragen we wel nog altijd een grote inspanning van de taxibestuurders. Er wordt nog steeds een gemiddelde inspanning van 240 lesuren gevraagd om te kunnen aantonen dat men de Nederlandse taal machtig is.
Dan stelt u een vraag over de overgangsperiode. De afgelopen twee jaar was het maar beperkt mogelijk om taallessen te volgen en testen af te leggen. Het lijkt ons dan wel aannemelijk dat we de teller opnieuw op nul zetten. Wie nog niet startte met taallessen, krijgt voldoende tijd om zich nog in regel te stellen en het juiste niveau te halen.
Hoe willen we dat de taalvoorwaarde binnen twee jaar wel wordt afgedwongen? We vinden het belangrijk dat daar ruim voldoende op gefocust wordt en dat al die mensen, die zich vandaag in het taxiwereldje begeven, voldoen aan alle vereisten en zich ook de Nederlandse taal machtig maken.
We weten dat de grootste moeilijkheid in de taxisector zich in de Vlaamse Rand situeert, en dan specifiek door het luchthavenverkeer. Er is sowieso een krapte op de arbeidsmarkt en dat geldt ook voor het aantrekken van taxichauffeurs. Het is daarom belangrijk dat we ons op dit ogenblik focussen op Nederlands leren, maar dat we de chauffeurs ook een overgangsperiode geven om te voorkomen dat er straks geen enkele taxichauffeur meer zal rijden.
We hebben met de stakeholders afgesproken dat er nog een tussentijdse evaluatie zal komen.
U vraagt of we toch niet beter initiatieven zouden nemen om de voorrang te geven aan taxibedrijven waarvan de chauffeurs de Nederlandse taal volledig machtig zijn. Ik denk dat het niet wenselijk is dat wij als overheid op een dergelijke manier sturend gaan werken op de taximarkt. Ik denk dat de verkeersveiligheid in allereerste instantie moet primeren. Dat is nog veel belangrijker. We willen natuurlijk dat de taxichauffeur u veilig van het ene naar het andere punt brengt, maar we laten het wel over aan de marktwerking welke taxidienst zich waar het eerst zal aanmelden.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw omstandig antwoord alweer. De achterstand en de redenen zijn me ook bekend, alsook de inspanningen die vandaag worden gevraagd. Ik heb uw nota grondig doorgenomen. COVID-19 is ook de hoofdreden om de teller opnieuw op nul te plaatsen. Maar wat mij betreft, moet een taxichauffeur het imago van een stad of van Vlaanderen uitstralen en weerspiegelen. Hij moet er netjes en verzorgd uitzien en ook de klanten aanspreken in het Nederlands. Bij ons in het station van Kortrijk zie ik veel te vaak taxichauffeurs die er onverzorgd uitzien en die in het openbaar in het Arabisch of in een andere taal staan te discussiëren. Ik heb zelf al meermaals kunnen vaststellen hoe sommige taxichauffeurs een tablet of een smartphone gebruiken om Nederlandstalige klanten te begrijpen en om te vertalen. Ik heb ook al verhalen gehoord waarin de klanten zelf de mobiele app Waze moeten gebruiken om op hun eindbestemming te geraken omdat men elkaar niet begrijpt. Er moet in de taxisector orde op zaken worden gesteld in het belang van de veiligheid van alle taxiklanten.
Ik kan me niet vinden in alle argumenten die u opsomt voor het uitstel. Voor mij zijn dat flutargumenten. Want wat doe je in feite nog als je jaar na jaar en zelfs meerdere generaties na elkaar nog steeds geen Nederlands kent? Deze regering wil de Vlaamse cultuur promoten maar slaagt er niet in om de taal van de Vlamingen te laten respecteren. Bovendien wordt met dit uitstel het verkeerde signaal gegeven dat de weigering om te integreren nog steeds leidt tot extra toegevingen van de overheid. Dat is voor ons slecht bestuur. Blijkbaar zijn de taaleisen voor het Nederlands niet belangrijk voor deze N-VA-regering. U had nochtans beloofd dat alle taxichauffeurs tegen eind 2020 effectief Nederlands zouden moeten kennen. Nu is er weer een uitstel, ik hoop geen afstel, van nog eens twee jaar. Het zal de huidige regering alvast goed uitkomen dat de deadline nog maar eens is verschoven tot na de verkiezingen van 2024.
Na de recente coronacrisis er inderdaad een grote uitval van taxichauffeurs die in andere sectoren zijn gaan werken. Het blijkt ook moeilijk om nieuwe kandidaten te vinden. Minister, bent u bereid om met uw nieuwe collega minister Brouns te overleggen over de mogelijkheden om dit beroep aantrekkelijker te maken voor instromers? Ik rond af met een suggestie. Door de stijgende brandstofprijzen zie ik ook mensen naar andere reisopties zoeken om zich te verplaatsen van punt A naar punt B. In dat opzicht zou het goed zijn om meer belang te hechten aan groepsmobiliteit zoals het taxivervoer. Misschien kunt u dit idee opnemen in de aankomende communicatiecampagnes.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik begrijp ergens wel de frustratie van de collega. Het is toch logisch. Een taxichauffeur moet geen conversatie voeren over de kwantumtheorie in het Nederlands, daarover gaat het niet. Maar men moet zich toch wat kunnen uitdrukken en weten waar iemand naartoe wil gaan of niet naartoe wil gaan, wat de kostprijs is en dergelijke meer.
Bon, ik hoop dat uitstel geen afstel is. Ik hoop echt dat u erin slaagt om die sector mee te krijgen. Het is natuurlijk wel belangrijk dat men in deze hoofdstad, waar we ook voor meebetalen, erin slaagt om op een convenabele wijze een gesprek te voeren.
We nemen hier soms de taxi als het laat wordt in het Vlaams Parlement. De mensen zijn zeer vriendelijk, ik kan daar niets van zeggen. Mensen wonen vaak in Vlaams-Brabant, bijvoorbeeld in een deelgemeente van Asse, maar spreken geen woord Nederlands. Dat heb ik al een paar keer meegemaakt. Het blijft dus een ernstig pijnpunt. Ik denk dat we de sector daarin moeten meekrijgen. Dat lijkt me nogal logisch. De klant is koning en men zal er wel in moeten slagen om de klant te bedienen. Wij hopen ook dat dit uitstel toch wordt ingehaald en dat we er toch in slagen om dat te bewerkstelligen.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, ik dank u voor de bijkomende vragen. Mevrouw Ryheul, u zegt dat de taalvereiste voor ons niet belangrijk is. We hebben de taalvereiste niet afgevoerd, integendeel. Die taalvereiste bevindt zich op een hoger niveau dan de taalvereiste die wordt gevraagd bij een inburgeringstraject. Om maar aan te geven dat we het zeker belangrijk vinden dat die taxichauffeur een ordentelijk gesprek kan voeren met zijn klanten. We denken echter dat de lat iets te hoog ligt wanneer we een taalniveau eisen van het secundair onderwijs, zowel inzake spreektaal als inzake schrijftaal.
U zegt dat alle argumenten die we opnoemen eigenlijk niet relevant zijn. Het feit dat een coronapandemie ons bijna twee jaar in de ban heeft gehouden, heeft gezorgd voor heel veel uitstroom. Iedereen zal beamen dat het noodzakelijk is dat we meer dan voldoende mensen hebben om die taxi’s te bemannen. Ik wil dan ook met de andere collega’s binnen de Vlaamse Regering nagaan hoe we ervoor kunnen zorgen dat de instroom verbetert. Maar u zult ook begrijpen dat zich in die instroom heel vaak mensen van allochtone afkomst aanbieden en dan denk ik opnieuw dat het vooral belangrijk is dat die mensen aan alle voorwaarden voldoen om een klant veilig van het ene punt naar het andere punt te brengen. Voor mijn part moeten ze niet onmiddellijk het taalniveau hebben van het secundair onderwijs maar ze moeten wel een ordentelijk gesprek kunnen voeren met hun klanten. Dat is wat we als taalvereiste opleggen.
Wat dat betreft, is het zeker geen volledig afstel, integendeel, we hebben de teller teruggezet op twee jaar omdat dit volledig in lijn is met de periode van de covidpandemie. Mensen kunnen nu opnieuw cursussen volgen, testen afleggen en zich op die manier in regel stellen met de nieuwe taalvereiste.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, ik heb niet gezegd dat de taxichauffeurs onvriendelijk zijn en ik ben ook wel heel blij dat u mijn mening deelt dat het niet meer dan normaal is dat wie in Vlaanderen taxidiensten aanbiedt, de klanten in het Nederlands te woord kan staan. Ik hoop dat u werk kunt maken van de aantrekkelijkheid van het beroep maar de kennis van het Nederlands is een noodzaak voor de dienstverlening. Het hoeven geen moeilijke gesprekken te zijn. Ik zal dit thema dan ook nauwgezet verder blijven opvolgen en u later opnieuw bevragen over het plan van aanpak zoals het uitgeschreven staat in uw nota aan de Vlaamse Regering.
Daarnaast verwacht ik ook dat u niet alleen in overleg gaat met die taxisector maar dat u ook bijkomende initiatieven zult nemen om de taalvereisten te laten respecteren. Immers, de uiteindelijke verliezer van deze verlenging is de Vlaming die zich in eigen land moet schikken naar de toch wel vrij massale weigering van allochtone chauffeurs om Nederlands te spreken of het te leren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.