Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, motorrijders worden haast nooit geflitst bij trajectcontroles, zo blijkt uit onderzoek. Bij trajectcontrole wordt er gewerkt met nummerplaatherkenning, maar dan wel enkel herkenning van de voorste nummerplaat. Omdat motorrijders meestal enkel achteraan een nummerplaat hebben, ontspringen ze bij de meeste trajectcontroles de dans. Dit wordt onder andere ook bevestigd door het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Ik moet er geen tekening bij maken dat het voor onze verkeersveiligheid heel nefast is als mensen te snel rijden en daar ook nog niet voor worden beboet.
Minister, was u op de hoogte van het gegeven dat motorrijders vaak niet geflitst kunnen worden bij trajectcontroles op Vlaamse wegen? De kans bestaat dat er op die manier een vorm van straffeloosheid ontstaat voor motorrijders die zich niet aan de snelheidslimieten houden. Hoe zult u garanderen dat ook motorrijders in de toekomst geflitst kunnen worden bij trajectcontroles op gewestwegen?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Lambrechts, dank u wel voor uw vraag. We zijn inderdaad op de hoogte van deze problematiek.
Het merendeel van de trajectcontroles in het beheer van AWV capteren de voertuigen vooraan. Dit is een operationele keuze die gebeurt op aangeven van de politie en waarbij AWV dit uitvoert voor de gewestelijke handhavingsinstallaties, waaronder dus ook de trajectcontroles.
De voordelen van het vooraan capteren wegen zwaarder door dan de voordelen van het achteraan capteren, zo geeft men aan. Daarom gebeurt dit. Het vooraan capteren zorgt onder andere voor een hogere leesbaarheid en dus meer registratie. Ook de bestuurder zelf komt duidelijk in beeld voor het geval daar betwisting over bestaat. Ook bij trekkers is het duidelijker dat men ziet wie het effectief is, specifiek bij het bekeuren van truckchauffeurs. Bij captatie achteraan zou men natuurlijk kunnen zeggen dat de motorrijders beter worden opgenomen in het systeem. Maar men zegt hier opnieuw dat het aantal voordelen zwaarder doorweegt wanneer men de voorzijde van het voertuig laat controleren.
De operationele uitbating van de installaties is een politionele verantwoordelijkheid. De keuze tussen vooraan of achteraan capteren bij de realisatie van een trajectcontrole gebeurt daarom telkens in onderling overleg tussen alle betrokken partijen en is zeker niet arbitrair. Het wordt grondig afgewogen op basis van de voor- en nadelen. Daarom heeft men gekozen voor het vooraan capteren.
Indien motorrijders een significant aandeel hebben in de snelheidsproblematiek op het geselecteerde wegsegment, dan kan de captatierichting hierop wel worden afgestemd mits dit wordt aangegeven op vraag van de lokale politiezone. Die is nog altijd het best geplaatst om te oordelen of het een tracé is waar heel veel motorrijders passeren en het beter is om toch de achterzijde te capteren.
Het is dus niet aan mij als minister om daarop bij te sturen. Dar gebeurt in eerste instantie op aangeven van de politie. Maar op een specifieke vraag kan voor welbepaalde situaties ook langs de achterzijde beeldmateriaal worden opgenomen.
Als u spreekt over straffeloosheid, moeten we dat ontkennen. Mobiele controles zijn een belangrijk aspect naast de trajectcontroles. Handhaving gebeurt niet alleen met trajectcontroles, die gebeurt nog op andere manieren. Kortom, van straffeloosheid houden we niet. We roepen iedereen nog altijd op om zich aan de snelheid te houden maar de motorrijders worden enkel bij de trajectcontrole minder geviseerd, tenzij een lokaal bestuur er specifiek om vraagt.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, nu schrik ik toch wel, aangezien u verkeersveiligheid hoog in het vaandel draagt. U komt hier heel eenvoudig zeggen dat het vooraan en achteraan kan, maar dat u afweegt: er zijn meer registraties van bestuurders en ze zitten in beeld. U hebt er nul bij de motorrijders, dus de boodschap die u hier geeft is eigenlijk – en dat zal goed nieuws zijn met het mooie weer: ‘mensen, koop allemaal een motor, want dan kan je vlammen zoveel je wil. De trajectcontrole vindt het immers geen voordeel om ook de motorrijders mee te nemen in de boetes.’ Dit is een boodschap die ik niet graag geef aan mensen die niet graag in de file staan: ‘koop een motor, rij snel, doe de trajectcontroles en de pakkans is eigenlijk heel klein.’ U zegt dat het een politionele verantwoordelijkheid is, maar tezelfdertijd zegt u dat er overleg is. Ik mag er dus toch van uitgaan dat u als minister van Verkeersveiligheid uitermate bezorgd bent over zo’n hiaat. U zegt dat u geen straffeloosheid wilt, maar in dezelfde zin zegt u dat u het toelaat voor motorrijders.
Mijn vraag is: hebt u dan werkelijk geen enkel plan van aanpak om er toch voor te zorgen dat dat wordt opgelost of dat er een kaart wordt gemaakt die weergeeft waar de meeste motorrijders rijden? Laat u de politie zomaar doen wat zij willen? Al de miserie nadien is dan voor u, want als er ongevallen zijn, komen wij weer naar u en zeggen we dat het aantal doden in het verkeer niet daalt. Dus wat is uw plan van aanpak hier? Of vindt u dat als minister van Verkeersveiligheid wel kunnen?
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, ik heb ook het persbericht gelezen waaruit blijkt dat die camera’s doorgaans alleen de voorste nummerplaat fotograferen, terwijl motorrijders alleen een nummerplaat achteraan hebben. Katrien Kiekens van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), u bekend, verklaarde in de pers: “Wanneer wij trajectcontroles plaatsen, vragen we expliciet aan de politie of ze voor- of achteraan willen fotograferen en bij de grote meerderheid van de huidige installaties gebeurt de fotografie vooraan.”
Daar werden een drietal redenen voor gegeven: de nummerplaten zijn vooraan doorgaans minder vuil en dat is ook wel belangrijk voor de leesbaarheid door de camera’s. Een tweede reden was dat vrachtwagencabines altijd met dezelfde nummerplaat rijden, maar soms wel eens wisselen van aanhangwagen, die dan een andere plaat heeft. Een derde reden – die u daarnet ook zelf al aangaf – is dat de chauffeur ook zelf in beeld komt. De vorige Federale Regering heeft na de aanslagen in Brussel in maart 2016 heel veel van die camera’s geplaatst als instrument tegen terrorisme. Als een dergelijke camera op de voorkant van een voertuig wordt gericht, dan ziet men niet alleen de nummerplaat, maar ook de persoon of de inzittenden.
Mijn vraag aan u is: wat vindt u van dat laatste argument? Hebt u bijvoorbeeld weet van cijfers, of kunt u die misschien opvragen, over wanneer gezichtsherkenning tot identificatie en het oplossen van misdrijven in het algemeen heeft geleid?
Tot slot, nog deze bedenking: als uit een studie blijkt dat minstens 36 procent van de motorrijders die betrokken waren bij een ongeval ook te snel reed – het gaat dan over een snelheid boven de maximale toegelaten snelheidslimiet en over een hogere gemiddelde snelheid dan bij automobilisten – dan lijkt het me alleen maar logisch dat ook die weggebruikers, in hun eigen belang, kunnen worden geflitst bij trajectcontroles op gewestwegen, en ze dus niet door de mazen van het net kunnen glippen.
Ik hoor graag uw plan van aanpak over hoe u dat in de toekomst zal proberen waar te maken.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s.
In de eerste plaats, mevrouw Ryheul: u noemt terecht nog eens de voordelen die men vanuit het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), alsook vanuit de gewestelijke verwerkingsinstallaties en de politie, aangeeft om het beeldmateriaal aan de voorkant op te nemen. Zo gebeurt het bij het merendeel van de trajectcontroles die in het beheer zijn van het Agentschap Wegen en Verkeer. De voordelen zijn inderdaad de hogere leesbaarheid, het feit dat de bestuurder duidelijk in beeld komt, en dat men ook in geval van wisseling van trekker en oplegger, duidelijk weet wie waar gereden heeft. Dat heb ik daarstraks ook al gezegd.
Mevrouw Lambrecht, u concludeert daaruit dat het een schande zou zijn dat wij alle motorrijders zomaar ‘vrijheid blijheid’ geven, en dat wij mensen eigenlijk zouden aanmoedigen om allemaal een motor te kopen en alle trajectcontroles te negeren. Graag toch enige nuance: één, het is in het merendeel van de trajectcontroles dat van voren gecapteerd wordt. Twee: men doet dat specifiek vanwege de voordelen die ik al twee keer heb opgesomd. Bij sommigen is herhaling de beste leerschool, dus nogmaals: ik heb die voordelen al opgesomd en ik hoop dat u ze nu kent. Drie – en dat heb ik daarstraks ook al gezegd – de lokale politie kan aangeven als er bepaalde tracés zijn waar veel motoren rijden, dat het dan misschien aangewezen is om ook de achterzijde te capteren.
Natuurlijk, als men de achterzijde kiest betekent dit dat men bij auto’s niet de bestuurder mee in beeld brengt. De afweging is dus wel duidelijk: er rijden veel meer auto’s dan motoren, zeker op onze snelwegen. Vandaar dat door het Agentschap Wegen en Verkeer, in samenspraak met de federale politiediensten, specifiek de keuze gemaakt is om het beeldmateriaal aan de voorkant te laten opnemen. Als u dan zegt dat dit allemaal niet correct is, en dat er een nieuw plan van aanpak moet komen, dan denk ik dat onze mensen van de federale en de lokale politie, alsook onze mensen van Wegen en Verkeer hier juist handelen. Ze kijken ernaar dat de pakkans zo groot mogelijk is. Er zijn op onze autosnelwegen veel meer personenwagens en vrachtwagens dan motoren. Dat betekent niet dat motorrijders in alle vrijheid tegen ongelimiteerde snelheden kunnen rondrijden. Integendeel, trajectcontrole is één van de handhavingsmaatregelen. Samen met de federale overheid nemen wij nog heel wat andere bijkomende maatregelen. Het gaat echt niet op wat u hier stelt: dat wij verkeersveiligheid niet hoog in het vaandel zouden dragen.
Mevrouw Ryheul, de specifieke cijfers die u vraagt heb ik hier niet. U kunt ze eventueel via schriftelijke vraag krijgen, of ik kan ze nog achteraf opvragen. Maar het is misschien handiger als u die cijfers opvraagt via een schriftelijke vraag.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, wij gaan hier niet overeenkomen. Ik begrijp dat u niets kunt doen, niets wilt doen, geen actieplan hebt. Maar dat u in uw antwoord dan nog niet betreurt dat dat zo is, dat u het nog verdedigt dat het zo is? Ik verwacht een antwoord dat u dat verschrikkelijk vindt voor de verkeersveiligheid, maar dat u met de rug tegen de muur staat … U zegt dat het merendeel van de trajectcontroles op die manier beboet wordt. Ik begrijp het niet. De boodschap blijft dus dat, als je met de motor te snel rijdt, je klakkeloos door de trajectcontroles gaat. Dat staat ook in de media. Iedereen kan dat lezen, en de minister vindt dat oké! U hebt geen actieplan, u bent niet aan het kijken of u vooraan én achteraan kunt controleren. Dat zou u ook kunnen zeggen: dat u dat gaat onderzoeken. Maar u vindt dat dit kan. Iedereen heeft inderdaad recht op zijn mening, en ik op de mijne. Maar ik vind dit zeer, zeer erg.
Nogmaals, mevrouw Lambrecht: ‘het merendeel’! Ik denk dat noch u, noch eender welke motorrijder weet welke trajectcontrole aan de voorkant capteert, en welke aan de achterkant.
Daar gaat het wél over. Het gaat over het merendeel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.