Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, collega’s, volgens bedrijfsdatagroep Graydon is een faillissementenstorm onze kant aan het opkomen. Tijdens corona werd zo’n storm twee jaar lang tegengehouden door het opvangnet dat verschillende overheden uitgespannen hadden voor bedrijven: er werden verschillende coronapremies voorzien, maar er kwam ook een tijdelijk moratorium op faillissementen en de fiscus en Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid (RSZ) stopten ook tijdelijk met het faillissement te vorderen van bedrijven die hun belastingen of sociale bijdragen niet betaalden. Ook na corona werd nog even respijt gegeven aan bedrijven. Die tijden van uitstel zijn nu echter volledig achter de rug, waardoor ook de faillissementen nu jammer genoeg op gang lijken te komen.
Daarnaast heb je ook nog de volgende aspecten die ook mee in rekening gebracht moeten worden: heel wat bedrijven hebben na de coronacrisis geen enkele buffer meer, de dure energiekosten, de hoge grondstofprijzen, de stijgende loonkosten, de arbeidsschaarste en de vertragingen en tekorten van materiaal.
De schok is het grootst in Vlaanderen. In mei gaat het over een klim van jaar op jaar van 140 procent. Als we kijken op het niveau van het gerechtelijk arrondissement, dan zien we bijvoorbeeld in het arrondissement Kortrijk – de regio van collega Ronse en mezelf – een stijging van 81 faillissementen in de eerste vijf maanden van 2021 naar 156 faillissementen in de eerste vijf maanden van 2022. Hoewel de meeste faillissementen zich in de horeca voordoen, zien we dat nu vooral de bouw de leidende sector lijkt te zijn.
De Federale Regering heeft vorige week besloten om het versoepelde systeem van tijdelijke werkloosheid, dat bestond tijdens de pandemie en bij de start van de oorlog in Oekraïne, niet te verlengen.
Daarom heb ik een paar vragen, minister.
Graydon geeft aan dat het nu voornamelijk de bouwsector is die zwaarder getroffen wordt door faillissementen. Zien we er in de faillissementscijfers sectoren uitkomen die overduidelijk zwaar getroffen worden? Zijn er sectoren waarvoor er aan de alarmbel getrokken moet worden?
Een tweede vraag: in januari hadden we het al over het project Screening4You van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ). Uw voorganger, minister Crevits, gaf toen aan dat Screening4You in het eerste ‘contract ondernemerschap’ werd opgenomen. Vandaag is deze tool nog steeds een onderdeel van de dienstverlening van het NSZ in het kader van het lopende tweede ‘contract ondernemerschap en innovatieversnelling’. Kunt u daar al een stand van zaken over geven? Loopt dit project naar behoren?
Daarnaast hebben ook de andere contractpartners, de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) en het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), een dienstverlening die bedrijven helpt om de gevarenzone tijdig te herkennen. Hoe staat het met deze dienstverlening? Kunt u daarvan een stand van zaken geven?
Minister Crevits gaf in januari ook aan dat het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) op geregelde tijdstippen ook overleg plant met de partners en dat er toen geen signalen waren dat er een bijkomende nood zou zijn. Is dit nog steeds zo of lijkt er nu wel een bijkomende nood te zijn?
Ten slotte, minister, Dyzo is een heel belangrijke partner in het ondersteunen en begeleiden van ondernemers en ondernemingen bij faillissementen. In 2020 werden hun jaarlijkse werkingsmiddelen door corona tijdelijk verhoogd naar 710.000 euro. In 2021 werd dat terug naar 585.000 euro gebracht, maar kwam men wel, met een versterking door bijkomende Brexitmiddelen, tot een totaal van 660.000 euro. In 2022 bedragen hun werkingsmiddelen 735.000 euro. Hebt u er al zicht op of in 2023 de werkingsmiddelen terug naar het niveau van voor corona gebracht zullen worden of is er een mogelijkheid dat er nog een extra uitbreiding komt door het huidige moeilijke klimaat, zoals bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne?
Dat zijn heel wat vragen. Met excuses, minister.
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega Vanryckeghem.
Ik wil eerst en vooral verduidelijken dat er vandaag geen faillissementenstorm aan de orde is. De faillissementscijfers van het Belgische statistiekbureau (Statbel) voor januari tot en met april 2022 lagen voor Vlaanderen voorlopig enkel in maart hoger dan in het laatste precoronajaar 2019. Uiteraard wordt dat zeer nauwlettend gemonitord, met name ook of de cijfers van Statbel – die spoedig gepubliceerd zullen worden – de bevindingen van Graydon voor de maand mei zullen bevestigen.
In ieder geval stond er tijdens corona – zoals u terecht aangeeft – een soort stolp over de bedrijven. Een inhaalbeweging op het vlak van faillissementen was dus te verwachten en ook enigszins nodig, om die gezonde dynamiek in onze economie te behouden, hoe spijtig ook voor de getroffen bedrijven.
Wat het rapport van Graydon zelf betreft, over de eerste vijf maanden van dit jaar valt inderdaad – in vergelijking met de voorgaande jaren – vooral het grotere aantal faillissementen in de bouwsector op. Terwijl zich traditioneel in de horeca het grootste aantal faillissementen voordoet, noteert Graydon nu 809 faillissementen in de bouwsector, tegenover 682 faillissementen in de horeca. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar zien we in de bouwsector een stijging van bijna 50 procent, ten opzichte van 79,65 procent in de horeca. Maar het is natuurlijk vooral relevant om die maandelijkse sectorale faillissementscijfers van Graydon te vergelijken met dezelfde periode voor corona, met name in 2019.
In het algemeen zien we dan dat de faillissementscijfers van Graydon voor 2022 voor het hele land – dus niet alleen voor Vlaanderen – nog iedere maand lager liggen dan in 2019. Voor de globale periode januari-mei van dit jaar is dat trouwens ook voor bijvoorbeeld de bouwsector en de horeca nog het geval. Het gaat voor deze sectoren om een lager aantal faillissementen dan in de periode januari-mei 2019. Er is dus nu geen reden om te spreken over een faillissementenstorm.
In het algemeen blijkt uit de cijfers van Graydon dus vooral dat we na covid stilaan – zoals verwacht – een inhaalbeweging zien van het aantal faillissementen. Het aantal is op dit ogenblik nog niet zorgwekkend hoog, maar we zullen de evolutie – zoals gezegd – dus zeer nauw opvolgen, gelet ook op de moeilijke macro-economische omstandigheden: inflatie, materiaaltekort en arbeidsschaarste.
Het project Screening4You loopt goed. Concreet staat er gepland dat er het komende werkjaar 714 ondernemers te begeleiden zijn met oriëntatie en een actieplan, waarvan 129 ondernemers een bijkomende individuele begeleiding en 61 ondernemers een diepgaandere individuele begeleiding krijgen.
Wat uw vraag rond de contractpartners en UNIZO betreft, ook deze dienstverlening loopt zoals gepland. UNIZO en VOKA hebben echter geen specifieke dienstverlening die bedrijven helpt om de gevarenzone tijdig te herkennen. Tijdens de andere begeleidingen die ze aanbieden – gericht op starters, blijvers en groeiers – kunnen mogelijk wel knipperlichten worden gedetecteerd, soms omdat bij de intake een expliciete financiële doorlichting van het bedrijf voorzien wordt. UNIZO en VOKA verwijzen bedrijven dan ook door naar Dyzo en/of gespecialiseerde partners.
VLAIO overlegt inderdaad op geregelde tijdstippen – drie à vier keer per jaar – met alle structurele partners, binnen het contract ondernemerschap en daarbuiten. De bedoeling van dit intensief overleg is juist om eventuele nieuwe bijkomende noden en behoeften tijdig te kunnen detecteren en hierop flexibel te kunnen inspelen. Bij de start van elk nieuw werkjaar kunnen er dan vervolgens nieuwe accenten worden gelegd.
Uiteraard zijn alle partijen zich op dit ogenblik bewust van de heel moeilijke macro-economische omstandigheden. Alle partners van VLAIO zijn het erover eens dat de huidige dienstverlening sociaal kapitaal biedt aan de ondernemers die ervan gebruikmaken en dat het goed is dat VLAIO samen met de partners de situatie opvolgt.
Wat uw vragen over Dyzo betreft, in 2023 zullen de werkingsmiddelen voor Dyzo opnieuw 660.000 euro bedragen, zoals ook in 2019, 2021 en 2022 het geval was. Dit bedrag bestaat enerzijds uit een jaarlijkse werkingssubsidie van 585.000 euro. Daarbij komt aanvullend 75.000 euro of een vierde van de totale Brexitsubsidie van 300.000 euro die werd toegekend voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023, een periode van 24 maanden. Enkel in 2020 – het coronajaar – werd de jaarlijkse werkingssubsidie van Dyzo bijkomend tijdelijk nog verhoogd van 585.000 tot 710.000 euro.
De evolutie van de faillissementen zal in 2022-2023 – zoals ik al zei – grondig gemonitord worden en in functie daarvan zal ik er ook over waken dat de slagkracht van Dyzo hiermee in lijn blijft. Het is voor mij essentieel dat de dienstverlening van Dyzo ter beschikking blijft van ondernemers die vandaag in moeilijkheden komen. Dat is een absoluut noodzakelijk onderdeel van het ondernemerschapsbeleid.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden.
U spreekt inderdaad over cijfers die niet alarmerend zijn, maar de prognoses zijn natuurlijk wat ze zijn. Daarom is het goed dat we ook vanuit deze commissie de evolutie goed in de gaten blijven houden en de stolp er eventueel weer afnemen, mocht de economische situatie in de loop van het jaar nog verslechteren en het dus nodig blijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.