Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Ampe heeft het woord.
Minister, een aantal jaren geleden werd er geen bouwvergunning toegekend voor een stadion op Parking C, grondgebied Grimbergen, eigendom stad Brussel. Maar er waren toen verschillende partijen die voorstelden om het Koning Boudewijnstadion te renoveren, een stadion dat eigendom is van de stad Brussel en dat ook op grondgebied van de stad Brussel ligt. Op een of andere manier is dit idee een stille dood gestorven. Want we vernamen in Het Laatste Nieuws dat de Koninklijke Belgische Voetbalbond en de Memorial Van Damme het plan niet langer voortzetten. Ze rekenden op 200 miljoen euro van de overheid om het te renoveren en dat geld is er niet gekomen.
De vraag is: wat nu? Ik kijk naar u als minister van Sport en vraag u, steunt u het idee van een stadion voor de Rode Duivels, waar het dan ook komt, of het nu in Brussel is of in Vlaams- of Waals-Brabant? Hebt u overleg met de andere ministers van Sport van dit land om dat tot een goed einde te brengen? Want als iedereen natuurlijk naar elkaar blijft kijken, dan hebben de Rode Duivels nooit een stadion terwijl wij nu toch een gouden generatie hebben. En iedereen, of het nu een Vlaming, Waal of Brusselaar is, kijkt toch uit naar die matchen van de Rode Duivels, zelfs al was het vorige week geen gelukkig event. Maar laten we eerlijk zijn, ze zijn toch onze helden, onze sporters die heel veel jonge mensen inspireren. Mijn vraag is, steunt u een stadion voor de Rode Duivels en wat doet u om dat te bekomen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat we in deze regeerperiode historisch hoge bedragen investeren in sportinfrastructuur. We hebben ook heel specifiek nog eens additioneel Sportspurt opgezet waarbij we in deze regeerperiode 185 miljoen euro willen investeren in sportinfrastructuur. Normaal is er maar één oproep per jaar, nu zijn er twee oproepen per jaar, waarmee we tot 30 procent kunnen tussenkomen, met een plafond van 1,3 miljoen euro.
Concreet voor het dossier rond het Koning Boudewijnstadion, dat gaat al een tijdje mee. Natuurlijk ligt alles bij de initiatiefnemer, eigenaar, zijnde de stad Brussel, alleen kan je hen tot niets verplichten. Men moet daar bepaalde keuzes maken, in positieve dan wel in negatieve zin, dat is natuurlijk wel de vereiste. Daarnaast heb je twee grote stakeholders, geen eigenaars maar stakeholders, dat is de Belgische Voetbalbond en de Memorial Van Damme. En dat laatste is belangrijk, want voor mij is de renovatie van het stadion altijd eentje geweest waar de piste mee inzat. Want u hebt het enkel over de Rode Duivels maar ik heb het ook over de atletiekmeetings.
Of ik alle vormen van samenwerking ondersteun om tot een oplossing te komen, is een redelijk hypothetische vraag. Dat is afhankelijk van wat op tafel zal komen te liggen, van wat wordt voorgesteld. En in ieder geval zal het initiatief daarvoor altijd berusten bij de eigenaar die je niet kunt dwingen om aan de slag te gaan. Dat is wel een basisvereiste maar als er een overleg wordt georganiseerd, zal ik altijd open staan voor een dialoog en bekijken wat wij kunnen betekenen voor het project. Maar dan moet er natuurlijk eerst initiatief uitgaan van de eigenaar.
Mevrouw Ampe heeft het woord.
Ik verneem dat u het initiatief volledig bij de stad Brussel legt of bij het Brusselse Gewest. Vlaanderen zou natuurlijk ook het initiatief kunnen nemen om ergens een stadion voor de Rode Duivels te bouwen. De vraag is of u dat initiatief zult nemen of zult steunen.
De heer Muyters heeft het woord.
Wij hebben in het Vlaams Parlement ooit het decreet goedgekeurd rond sportinfrastructuur. In dat decreet is er een heel belangrijk woord. Er staat dat het moet gaan over ‘topsporttrainingsinfrastructuur’. Binnen dat decreet is er eigenlijk geen mogelijkheid om een stadion te gaan bouwen.
U mag ook niet vergeten dat er relatief weinig landen zijn met een nationaal stadion, zoals wij dat hebben met de Heizel of het Koning Boudewijnstadion. In veel landen hoort dat stadion bij een ploeg. Dat zou dan bijvoorbeeld de ene keer in Brugge zijn, dan in Gent, dan in Antwerpen en dan misschien ook eens in Wallonië. Dat is waar het de meeste landen om gaat. Als je toch naar een nationaal stadion zou streven, dan ben ik het er met de minister over eens dat er ook andere sporten aan bod moeten kunnen komen. Dan kom je tot een geheel waar meer mogelijkheden zijn.
Vanuit Vlaanderen initiatief nemen om dat te gaan doen, lijkt me er ver over. Temeer omdat we niet zoveel budget hebben. We hebben dankzij de minister extra budget, maar we hebben vooral nog altijd trainingsinfrastructuur nodig. Mijn vraag aan de minister is dan ook of de prioriteit voor hem de topsporttrainingsinfrastructuur blijft.
Minister Weyts heeft het woord.
Als je de nood zou beklemtonen en stellen dat er een nationaal voetbalstadion moet zijn, dan is het de logica zelve dat je vanuit het bestaande voetbalstadion zou vertrekken waarvan de concrete plannen er al zijn. Het lijkt me evident om daarop voort te werken. Maar opnieuw, als je die afweging maakt, betreft mijn bekommernis vooral de atletiekpiste, omdat daar minder alternatieven voorhanden zijn. Voor Memorial Van Damme is men veel meer aangewezen op die infrastructuur. Voor de Rode Duivels zijn er nog altijd andere uitwijkmogelijkheden.
Om te eindigen waar we zijn begonnen: ik sta open voor elke dialoog. Als de stad Brussel erover wil spreken, zal ik zeker aan tafel schuiven.
Mevrouw Ampe heeft het woord.
Ik heb geen verdere opmerkingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.