Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ter inleiding, ik volg in deze commissie de sector van de mensen met een beperking. Ik heb twee grote doelstellingen ter zake. De eerste is de wachtlijsten terugdringen, en ooit helemaal afschaffen. Wat dat betreft, zijn we aardig op weg, maken we vorderingen. De tweede, even belangrijke doelstelling is het hervormen van het bestaande systeem, zodat iedereen met eenzelfde zorgnood gelijke steun krijgt. Daar zijn een aantal aspecten aan, met ook een aantal hoofdpijndossiers, die u de komende weken waarschijnlijk nog zult ontdekken. Wat ik vandaag ga brengen, past zo’n beetje daarin. Dat gaat over een scheeftrekking in het systeem die eigenlijk het best wordt weggewerkt. Het gaat over de variabele prestaties. Dat zijn uren die het zorgpersoneel voor mensen met een beperking presteert op feestdagen, in weekends, ’s avonds et cetera. Het is zo dat voorzieningen die voor 2017 werden erkend, wel worden gesubsidieerd voor die variabele prestaties, terwijl vergunde zorgaanbieders, bijvoorbeeld ook ouderinitiatieven, die na 2017 zijn ontstaan, dat niet krijgen.
Ik heb daarover een aantal schriftelijke vragen gesteld aan uw voorganger. Hij zei dat dat te wijten was aan het feit dat er bij de overstap van het vorige erkenningskader naar persoonsvolgende financiering (PVF) eigenlijk nooit een definitieve regeling is uitgewerkt: diegenen die al variabele prestaties hadden, zagen die gesubsidieerd blijven, maar voor nieuwe initiatieven geldt dat niet. Om maar aan te geven dat het toch om een aanzienlijk aantal uren gaat in de sector: in 2020, het laatste jaar waarover ik cijfers heb opgevraagd, was het totaalbedrag voor die variabele prestaties 84,4 miljoen euro. Er worden ’s avonds en in het weekend dus veel variabele uren gepresteerd in die sector. Dat is toch een situatie waarvan u ook vindt, denk ik, dat dat een beetje een scheeftrekking is die niet echt meer te verantwoorden is. Vandaar mijn vraag: kunnen we die variabele prestaties, vijf jaar na de invoering van het systeem van vraaggestuurde financiering, voor elke voorziening gesubsidieerd zien?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vande Reyde, dank u wel. Ik moet eerlijk zeggen dat deze vraag en dit antwoord voor mij verschrikkelijk moeilijk zijn. Ik had dat al aan de voorzitter gesuggereerd. Ik vreesde dat hij het straks zou zeggen. Daarom zeg ik het maar zelf. Ik probeer dit goed te begrijpen. Met de meeste dossiers kan ik vrij goed overweg, maar dit is zeer technisch. Ik moet ook nog eens bekijken op welke manier dat beter kan. Vergeef mij dus als ik mij heel strikt aan mijn tekst houd, want ik vind dit een schoolvoorbeeld van complexiteit.
Zoals u zelf zei, vóór de invoering van de PVF beschikte iedere voorziening over een vastgelegd pakket variabele prestaties die ze konden inzetten voor de ondersteuning van de gebruikers tijdens nachten, feestdagen en weekends. Bij de invoering is dat voor die voorzieningen behouden, maar de nieuwe vergunde zorgaanbieders ontvangen geen dergelijk pakket. Dat was de vraagstelling. Binnen de PVF ontvangen de vergunde zorgaanbieders hun subsidies via de budgetten van de gebruikers die bij hen dienstverlening inkopen. Bij de bepaling van de hoogte van de individuele persoonsvolgende budgetten is ook rekening gehouden met die variabele prestaties. Ook genereert elk ingezet budget bij een zorgaanbieder bijkomende middelen, de zogenaamde organisatiegebonden middelen, die ook kunnen worden ingezet als werkingsmiddelen. Het is dus toegelaten om die middelen in te zetten voor de kosten van bijkomende variabele prestaties.
De voorbije jaren hebben we ervoor gekozen om de middelen voor uitbreidingsbeleid voornamelijk in te zetten voor bijkomende persoonsvolgende budgetten en bijkomende persoonlijkeassistentiebudgetten. U zegt echter zelf dat dat ook voor u de absolute prioriteit blijft. Mijn beleidsprioriteit blijft dus ook het terugdringen van de wachttijd voor mensen die een dringende vraag hebben. Het is om die reden dat er niet voor is gekozen om extra middelen vanuit het uitbreidingsbeleid in te zetten voor bijvoorbeeld het extra vergoeden van bijkomende variabele prestaties.
Ik kom tot uw tweede vraag. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) heeft de opdracht gekregen om werk te maken van een nieuwe financieringsmethodiek. Een werkgroep met werkgevers- en gebruikersorganisaties binnen het VAPH heeft al een aantal voorstellen uitgewerkt om de financiering van het zorgaanbod te hervormen in het kader van het project nieuwe financiering. Daarin zat ook het hervormen van de subsidiëring van die variabele prestaties, maar de besprekingen binnen het werkveld in dat kader zijn nog niet afgerond, zo meldt men mij. Het is nog eventjes wachten.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Het antwoord is vrij duidelijk. U hebt dat goed gedaan.
Ik ben vooral blij met het laatste deel van uw antwoord, namelijk dat het werkveld ermee bezig is. We hebben de zinnen ‘Het werkveld is ermee bezig; er is een werkgroep en het wordt besproken’ in het verleden ook vaak gehoord in een aantal dossiers. Ik vind het goed dat er werk wordt gemaakt van een nieuw financieringsmodel.
U hebt ook gelijk: als we kijken naar het uitbreidingsbeleid, moeten we de keuze maken om zo veel mogelijk budgetten toe te kennen en dan zijn de middelen niet eindig. Het zou beter zijn als we naar een financieringsmodel kunnen gaan waarbij iedereen op gelijke basis over die variabele uren wordt behandeld.
Ik heb geen bijkomende vraag, maar ik kijk naar wat het overleg in de werkgroep oplevert.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, het is een heel technische kwestie. Aan PVF zitten heel vaak heel wat technische kanten. We hebben dat al meermaals aangehaald. Dat is ook het geval bij de cashbudgetten. Mensen die niet in een vouchersysteem zitten, maar wel in dat van een cashbudget, kunnen in principe hun personeel betalen met de weekenduren of de feestdagen, maar dan kunnen ze veel minder uren zorg aankopen. Die ongelijkheid zit daar ook. Als er een werkgroep is en als u zich daarin nog verder gaat verdiepen, minister, dan is dat zeker iets om ook mee te nemen, om na te gaan hoe we dat ook voor de mensen met de cashbudgetten zouden kunnen oplossen. Wie weet komt er daarvoor ook een oplossing, want we hebben dat hier al heel vaak op tafel gelegd.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik begin het antwoord ook beter te begrijpen, maar toen ik het de eerste keer las, begreep ik er niets van. Ik kan niets zeggen over wat ik niet begrijp. Ik heb het daar heel lastig mee. Ik begrijp het nu wel. Het is geregeld. We zouden het kunnen gelijkzetten, maar budgettair zijn er andere keuzes gemaakt. Ik wil dat zeker ook nog eens bekijken.
Collega Vande Reyde, ik begrijp dat u zegt dat de werkgroepen uiteindelijk tot een resultaat moeten komen. Dat is juist. Dat wordt vervolgd wat mij betreft. Ik zal dat zeker ook bekijken.
Collega van der Vloet, in die werkgroep zit er ook een vertegenwoordiging van de gebruikers. Het is op zich een goede zaak dat die ook een stem hebben.
We komen hier nog op terug vermits er een onderzoek bezig is. Ik zal ook melden dat er met bekwame spoed een voorstel moet komen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik wil niet te veel tegelijk op uw bord leggen, minister, maar collega van der Vloet heeft het over een andere kwestie. Het betreft een scheeftrekking die bestaat tussen de besteding in voucher en in cash. Dat is ook een heel pertinent punt. Mocht dat te complex lijken: ik heb daarover enkele weken geleden een conceptnota voorgesteld en die was helder. Er is ook nog correctiefase 2, maar ik zal daar niet te veel op ingaan want dan zult u helemaal … Dat dossier is de nagel aan de doodkist van James Van Casteren van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
Ik wil alleen maar zeggen dat er heel veel historische scheeftrekkingen in de sector zijn. Die zijn bij de overheveling naar de PVF niet aangepakt. U zult er de komende maanden en jaren werk van moeten maken om die historische scheeftrekkingen weg te werken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.