Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Deze vraag om uitleg werd via videoconferentie behandeld.
De heer Ongena heeft het woord.
Minister-president, ik had u op 25 januari al eens een vraag om uitleg gesteld om wat toelichting te krijgen bij de resultaten van de citizen journey voor horecaondernemers. Die citizen journey wordt eigenlijk uitgevoerd binnen het grote project van de Vlaamse Regering om de regeldruk in Vlaanderen te verlagen. Dat is ook een onderdeel van het belangrijke Vlaamse relanceplan. Daarbij is het de bedoeling om zowel inhoudelijk als administratief de regeldruk te verminderen, en om in de toekomst te komen tot betere regelgeving, onder andere via een ex ante screeningsmechanisme.
Daarbij werd dus ook gebruik gemaakt van citizen journeys, waarbij men concrete procedures en regelgeving rond bepaalde levensgebeurtenissen doorloopt, om op die manier knelpunten in kaart te brengen. Er werden drie citizen journeys uitgevoerd, onder andere ook vanuit het perspectief van de horecaondernemers, voor een traject tot het oprichten van een horecazaak.
Met betrekking tot die citizen journey voor horeca hebt u toen gezegd dat het traject opgedeeld is in elf fases, en dat men zowel naar de Vlaamse als federale regelgeving kijkt. Men heeft dan heel wat knelpunten in kaart gebracht, en men kwam tot de conclusie dat er toch wel wat complexe, trage en onduidelijke vergunningsprocedures zijn, en dat er ook heel veel wettelijke verplichtingen zijn, bijvoorbeeld rond btw.
U gaf ook al enkele suggesties voor verbetering. Er was onder andere bijvoorbeeld de piste van het centraal horecaloket, waar de ondernemer zou terechtkunnen voor al zijn interacties, ongeacht het bestuursniveau dat erachter zit. Ik denk dat het voor een ondernemer weinig uitmaakt of het nu Vlaams, federaal of lokaal is, en dat het belangrijk is dat er één horecaloket zou komen. Verder gaf u ook aan dat er wordt gedacht aan een geïntegreerd startersformulier, het centraliseren van informatie en een verdere verbetering van de vergunningsregelgeving.
U zei toen dat men die verschillende pistes in de maanden nadien zou gaan onderzoeken, en dat men zou komen tot concrete verbeter- of vereenvoudigingsvoorstellen. Mijn logische vraag is dan ook hoe het daarmee zit. Welke stappen werden inmiddels gezet? Welke suggesties en pistes zullen nu concreet worden uitgewerkt?
Welke timing wordt hierbij voorzien? Wanneer kunnen we resultaten verwachten?
Ook het federale en het lokale niveau zouden betrokken worden. Werden daar ook al initiatieven genomen? Werden die niveaus al formeel op de hoogte gebracht? Werd er al overleg gepleegd met bijvoorbeeld het federale niveau, en met een vereniging van lokale bestuursniveaus?
Wat is eigenlijk de algemene stand van zaken met betrekking tot die operatie administratieve lastenverlaging? Het was de bedoeling dat die agenda voor het zomerreces zou worden goedgekeurd. Is dat nog altijd de bedoeling? Wat is daar de stand van zaken?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega Ongena, ik weet dat dit onderwerp u na aan het hart ligt; u hebt hierover al meerdere parlementaire vragen gesteld. Maar ik moet toch starten met de mededeling dat u eigenlijk nog een beetje te vroeg bent met deze nieuwe vraag. De werkzaamheden hieromtrent zijn immers nog volop bezig, en ik wil niet vooruitlopen op de eindresultaten. De vereenvoudiging van de regelgeving en van de daaraan verbonden processen vormt immers – en dat weet u – een inhoudelijk complexe materie. In de huidige stand van zaken kan ik u dan ook vooral procesinformatie geven.
Ik heb in vroegere antwoorden al toegelicht dat de externe opdrachthouder, Deloitte, per citizen journey telkens twee werkdocumenten opgesteld heeft, die respectievelijk de huidige situatie en de toekomstig gewenste situatie beschrijven. Ik benadruk nogmaals dat het hierbij gaat om werkdocumenten. Deze documenten zijn dus geen eindrapporten, maar zij vormen wel de weerslag van een nuttige oefening van de consultant als basis voor verdere bespreking. Die rapporten worden dus enkel gebruikt ter voorbereiding van de beleidsvoering, maar zij maken niet, of zeker nog niet, het beleid zelf uit, zijnde de beoogde administratieve vereenvoudiging.
We zijn met die rapporten over de citizen journeys verder aan de slag gegaan en we zijn daarbij uiteraard gestart met onze eigen Vlaamse bevoegdheden. De besprekingen met de andere vakministers en met de betrokken vakadministraties zijn volop aan de gang, meer bepaald in het kader van de bespreking van de resultaten van de uitgevoerde of gehouden bedrijvenpanels.
Specifiek wat betreft de citizen journey voor de horeca ligt onze focus vanuit de Vlaamse overheid daarbij vooral op de vereenvoudiging van de benodigde omgevingsvergunningen. Ik verwijs daarvoor in het bijzonder naar de conceptnota ‘Bijsturing van de regelgeving inzake de omgevingsvergunning’. Dat was een initiatief van collega Demir, waar de Vlaamse Regering op 11 februari van dit jaar akte van genomen heeft. Daarnaast ligt de focus ook op het verder vergemakkelijken van het aanvragen van eventuele economische steunmaatregelen.
We zijn daarover ook in contact met Horeca Vlaanderen en we onderzoeken samen met hen welke opportuniteiten verder mee kunnen worden genomen in het vervolgtraject. Tegen de zomer van dit jaar moet duidelijk worden welke elementen er geconcretiseerd zullen worden.
De contacten met de andere overheden zullen worden gelegd nadat we onze contacten met de bedrijfswereld en onze interne besprekingen hebben afgerond. Het is immers belangrijk om eerst voor eigen deur te vegen vooraleer van andere overheden inspanningen te vragen tot vereenvoudiging van hun wetgeving. Maar ik kan u nu al aankondigen dat dit nog voor het zomerreces zal gebeuren.
Wat uw laatste vraag betreft, over de algemene stand van zaken met betrekking tot de operatie administratieve lastenverlaging, kan ik u bevestigen dat we op schema zijn. De 214 vereenvoudigingsopportuniteiten uit de eerste vereenvoudigingsagenda worden nu gemonitord, en de bijkomende opportuniteiten, met inbegrip van de zogenaamde vlaggenschepen, die voorspruiten uit de citizen journeys en uit de bedrijvenpanels, zullen tegen de zomer van 2022 bepaald of vastgelegd worden in een tweede vereenvoudigingsagenda.
Met betrekking tot de ex-anteregeldruktoets kan ik u meedelen dat deze denkoefening na het zomerreces opnieuw zal worden opgenomen, met als bedoeling de resultaten ervan voor eind 2022 aan de Vlaamse Regering voor te leggen. Momenteel wens ik echter onze inspanningen te focussen op de totstandkoming van die tweede vereenvoudigingsagenda.
Ik weet dat dit eerder procesmatig is, maar dit is de huidige stand van zaken.
De heer Ongena heeft het woord.
Bedankt, minister-president, en sorry dat ik wat te snel en te vroeg ben. Beter te vroeg dan te laat, denk ik dan. Ik zal die vraag dan zeker nog wel eens stellen.
Alvast bedankt voor die extra info. Ik noteer toch vooral dat voor de algemene agenda de Vlaamse Regering ‘on track’ is, dat daar de procedures lopen en dat de timing ook wordt gerespecteerd.
Wat de citizen journeys voor de horeca betreft, begrijp ik dat er eerst voor de eigen deur wordt geveegd. En we weten dat het Vlaamse aandeel in die regellast zeker niet het grootste aandeel is. Dus wat we al kunnen doen, bijvoorbeeld rond omgevingsvergunningen, moeten we zeker doen, maar het is toch echt wel belangrijk dat we ook wat naar die andere niveaus kijken. En ik hoor ook graag dat men in nauw overleg is met Horeca Vlaanderen. Ik denk dat het ook heel belangrijk is dat we de horecasector zelf daarbij betrekken.
Ik kijk uit naar wat Vlaanderen al gaat plannen, maar ik kijk toch ook vooral uit naar het overleg met de andere overheden en met Horeca Vlaanderen, om daar toch vooruitgang in te boeken. Want ik zei het daarnet ook al: of het nu een Vlaamse, een lokale of een andere overheid is die de regel heeft uitgevaardigd, dat maakt voor een horecaondernemer niet uit. Dus ik denk dat we hier echt moeten proberen om tot een geïntegreerde aanpak te komen voor alle horecaondernemers.
De heer Coel heeft het woord.
Bedankt aan collega Ongena voor de vragen, en om dat zo kort op te volgen. Ik denk dat dat goed is. Dat is een belangrijke doelstelling van de Vlaamse Regering, dus dat verdient de nodige aandacht.
Ik wilde ook eens naar iets anders polsen, maar misschien is het ook daarvoor nog te vroeg. Naast die citizen journey horeca is er ook de citizen journey landbouw. Vorige week heeft minister Brouns nog het plan rond welbevinden voor de landbouw voorgesteld. Een van de belangrijkste punten die naar boven komen als je met de landbouwers spreekt, zijn al die administratieve lasten waarin zij verdrinken, die paperassen die erbij komen, naast het harde werk op de boerderij. Ik wilde even vragen wat daar de timing is. Hebt u daar wat informatie over, of kunnen we daar ook beter na de zomer even op terugkomen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb twee opmerkingen.
Mijnheer Ongena, beter te vroeg dan te laat, dat geldt niet in alle omstandigheden. Maar dat laat ik voor uw eigen interpretatie.
Mijnheer Coel, die citizen journey voor de landbouw is gestart, en daar zullen we inderdaad na de zomer concreet over kunnen rapporteren.
De heer Ongena heeft het woord.
Normaal gezien heb ik geen probleem met te vroeg zijn, maar bij deze dus voor een keer wel. Maar misschien komen we mekaar later dan nog wel eens tegen voor een opvolgvraag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.