Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Aerts heeft het woord.
Exact een week geleden kondigde de Europese Commissie haar RePowerEU-plan aan: een ambitieus plan om de hernieuwbare energie in Europa op te trekken en energieonafhankelijker te worden. Dat plan bestaat uit drie pijlers: minder en efficiënter energie verbruiken, de import van gas en liquid natural gas (lng) diversifiëren en meer investeren in hernieuwbare energie.
Om minder en efficiënter energie te verbruiken, mikt de Europese commissie op tien miljoen warmtepompen tegen 2025. Nog dit jaar wenst de Europese Commissie de installatiecapaciteit te verdubbelen. In de industrie is het dan weer de bedoeling om versneld de omslag naar waterstof te maken.
Wat hernieuwbare energie betreft, wil de Europese Commissie het aandeel optrekken van 40 naar 45 procent tegen 2030. Daarbij spelen zonnepanelen een belangrijke rol, door ze te verplichten voor nieuwbouw. Die verplichting zou stapsgewijs ingevoerd worden: tegen 2026 voor alle nieuwe publieke en bedrijfsgebouwen met een vloeroppervlakte groter dan 250 vierkante meter, een jaar later voor alle bestaande gebouwen van die grootte en ten slotte vanaf 2029 voor alle nieuwe woningen. Verder wil ze ook het vergunningsproces voor hernieuwbare energie versnellen door specifieke zones af te bakenen, waar de milieu-impact laag is en waarvoor binnen het jaar een vergunning kan worden afgeleverd.
Vandaar heb ik de volgende vragen, minister.
Hoe staat u globaal tegenover die aangescherpte ambities en plannen van het RePowerEU-plan?
Op welke manier wilt u inspelen op dit RePowerEU-plan?
Hoe staat u tegenover de gefaseerde verplichting voor zonnepanelen op alle daken?
Ziet u de afbakening van specifieke zones voor windenergie als een manier om ook in Vlaanderen de vergunningsprocedures voor windturbines te versnellen?
Minister Demir heeft het woord.
Met ons klimaatplan wil het Vlaamse Gewest zijn afhankelijkheid van onder meer fossiele brandstoffen zo snel mogelijk afbouwen. Naast diversificatie van import op korte termijn zullen vooral energie-efficiëntie, energiebesparing en hernieuwbare energie cruciaal zijn. In die zin verwelkomen we de aandacht voor deze belangrijke thema’s.
De versnelde uitrol van warmtepompen zien we ook terug bij het aantal aanvragen dat hier vandaag loopt in vergelijking met een aantal maanden geleden. Daarnaast staat vandaag al een PV-verplichting (photovoltaic) voor grote verbruikers in de stellingen in Vlaanderen. Ook de aandacht voor meer capaciteit aan voldoende geschoolde arbeidskrachten in de bouwsector is een heel belangrijk thema, omdat de plannen van de commissie uiteindelijk natuurlijk zullen staan of vallen met voldoende man- of vrouwkracht in de bouwsector. Dat is wel een belangrijk aandachtspunt.
Het Vlaamse Gewest had evenwel al serieuze bezorgdheden met betrekking tot de voorstellen van de commissie rond de aanpassingen van de richtlijnen inzake hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie. De vraag rijst dus wat de impact van de nieuwe RePowerEU-plannen op deze bezorgdheden is. De administratie bestudeert op dit moment de impact van de nieuwe wetgevende voorstellen. Zodra we meer zicht hebben op de impact, zullen we een definitieve positie kunnen innemen.
Het is duidelijk dat het RePowerEU-plan een belangrijke pilaar is van het Europees energiebeleid in de komende maanden. Wij gaan dat vanuit Vlaanderen dus zeker opvolgen. Het Vlaamse Gewest zal ook actief pogen te wegen op de besprekingen in de raad om de goede praktijken die we hier hebben in Vlaanderen te promoten en om een aantal bezorgdheden weg te werken. We zullen daarbij, zoals altijd, uiteraard in dialoog gaan met de andere entiteiten om tot een Belgische positie te komen.
Er zijn al plannen in voorbereiding om alle grote afnemers te verplichten zonnepanelen te leggen in functie van de grootte van het dak van hun gebouwen. Ik denk dat dat goed is en ben dan ook blij dat ook de commissie dat heeft opgenomen in haar initiatieven. Belangrijk is natuurlijk wel dat we als lidstaat ruimte krijgen op het vlak van de modaliteiten en dergelijke.
Het uitrollen van zonnepanelen is belangrijk om het aandeel hernieuwbare energie in onze elektriciteitsmix te vergroten. Het is natuurlijk wel belangrijk dat de lidstaten inspraak krijgen in de uitwerking hiervan.
De vergunningsprocedure an sich zal niet worden versneld door de afbakening van specifieke zones voor windenergie. Dit zou ten eerste namelijk een gigantisch planproces vergen van enkele jaren: een milieueffectrapport (MER) en een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Want na het RUP moet uiteraard nog een vergunningsprocedure volgen, waarbij dan nog eens bezwaar of beroep ingediend kan worden.
Ik denk dat het goed is dat we met de regering in februari in de conceptnota al een aanpassing hebben doorgevoerd van de vergunningsprocedure. Zo zal de vergunningsbevoegdheid voor alle windturbineprojecten boven de 1500 megawatt naar Vlaanderen gaan. Daarmee winnen we al zeker zes maanden tijd. Hiervoor is een ontwerp-uitvoeringsbesluit in opmaak.
Tegelijk blijft mijn administratie verder inzetten op de ondersteuning van concrete initiatieven in de zoektocht naar een maximale benutting van het windpotentieel op land, maar dit is en blijft natuurlijk een proces waartegen af en toe verzet gevoerd wordt. Ik heb wel de indruk dat dat meer en meer wegebt.
De heer Aerts heeft het woord.
Ik begrijp dat de bezorgdheden vandaag nog bestudeerd worden en dat we daar dus nog geen zicht op krijgen. Kunt u dan misschien wel een zicht geven op wanneer we die resultaten van de studie van RePowerEU mogen verwachten? Daar ben ik uiteraard benieuwd naar.
De Commissie gaat wel wat verder dan enkel het Vlaamse voorstel om nu zonnepanelen te leggen op die energie-intensieve bedrijven. Ik hoop dat dat een aanleiding kan zijn om ook in Vlaanderen frontrunner en pionier te zijn en aan die kar te trekken. Afgelopen vrijdag nog kregen we te horen dat dit uiteraard een gedeelde sokkel is die de Europese Commissie voorstelt. Ik hoop dat wij ons op dat vlak bij de trekkers zullen bevinden.
Ik heb ook nog een meer specifieke vraag over de vergunningsprocedures voor windturbines. Het verrast mij dat u zegt dat daar minder protest tegen is. Dat was niet het gevoel dat ik tot hiertoe had. Dat is ook niet wat ik vanuit de sector hoor. En wat ik ook heel vaak hoor, is dat de carrousel van beroepsprocedures het vaak moeilijk maakt – telkens opnieuw een beroep indienen, maar met andere argumentatie. Is er een piste om daar werk van te maken?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik denk dat het RePowerEU-plan een bijzonder belangrijke impact kan hebben op ons energiebeleid, als ik kijk naar de aanscherping van de ambities. We hebben het er nu niet over gehad, maar als ik kijk naar wat de bindende energie-efficiëntiedoelstelling wordt vanuit Europa, als ik kijk naar de impact van de doelstellingen rond hernieuwbare energie, heeft dat potentieel wel een grote impact op ons eigen energiebeleid, minister.
Positief is ook dat er aan financiering gedacht wordt. Zo voorziet men een investering van 210 miljard euro via een specifiek fonds dat ter beschikking zou worden gesteld. Tegelijk haalt men de mogelijkheid aan om 20 miljard euro aan subsidies via de versnelde verkoop van emissierechten uit het emissierechtenhandelssysteem te gaan halen en daar bijkomende investeringen mee mogelijk te maken. Op welke manier kunnen we vanuit Vlaanderen beter en versneld een beroep doen op de middelen die vanuit Europa in dit kader ter beschikking worden gesteld? Kunnen we met die middelen ook hier een versnelling in de energietransitie bewerkstelligen?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik heb één term zeer goed gehoord: inspraak vanuit de regio's. Ik denk dat dat cruciaal is. Ik ben ook lid van het Comité van de Regio's, een adviesorgaan van het Europees Parlement, waar wij vaak in debat gaan met de Europese Parlementsleden. En hét begrip dat we daarbij altijd gebruiken, is – sorry voor de Engelse term – ‘multi-level governance’. Dat is superbelangrijk. Iedere regio heeft zijn eigen DNA.
Ik heb daar ook al stukken van gezien. Het is natuurlijk een voorstel. Er zitten een aantal elementen in waarover je kunt discussiëren. Maar als we bijvoorbeeld kijken naar residentiële nieuwbouw, zitten we daar al heel dicht bij wat nu gevraagd wordt in het RePowerEU-plan. We zitten al aan ongeveer 90 procent van de residentiële nieuwbouw die zonnepanelen heeft. Als je over niet-residentieel spreekt, zitten we op 60 à 65 procent. Oké, dat is geen 100 procent.
Maar ik maak me wel wat zorgen als ik daar twee zaken in zie. Vanaf een dakoppervlakte van 250 vierkante meter, nieuwbouw of geen nieuwbouw, wordt het verplichtend. Dan heb ik wel een probleem. Ik ben wel voorstander om ook te kijken naar het verbruik dat daaronder zit. Als je een groot dak hebt, zonder verbruik eronder, belast je het net. Dan wil ik wel eens weten wat het kost aan het net om dat rond te krijgen en om die pieken van injectie te kunnen opvangen. Ik ben dus wel voorstander van hoe wij het aanpakken: je gaat kijken naar de grootverbruikers en naar een percentage van de dakoppervlakte, a rato van wat je zelf kunt gebruiken en zonder het net te gaan belasten.
Iets anders waar ik me zorgen over maak, minister, is het woordje ‘permitting’. Men spreekt in de teksten constant over ‘faster permitting’, versneld vergunnen. Daar heb ik wel wat problemen mee. Ik ben daarover al in de clinch gegaan met een Europees parlementslid dat dat ook verkondigde. Ik heb erop gewezen dat het soms niet lukt om een windmolen vergund te krijgen omdat we ook een ‘bird guideline’ en een ‘habitat guideline’ hebben. En die zijn nu toevallig niet uitgevonden door het Vlaams Parlement, maar komen wel vanuit Europa.
Dan vind ik het nogal kras dat Europa straks gaat zeggen dat we versneld moeten vergunnen, maar dat het zelf heel wat tools omtrent het vergunnen in de hand heeft en zelf heel wat normen aan ons gaat opleggen voor het kader waarbinnen we moeten vergunnen. Dat ‘faster permitting’, het versneld vergunnen, vind ik dus een zeer gevaarlijk issue, dat als het ware dievelings in die teksten voorkomt. We moeten daar zeer goed mee opletten. Daarom onderschrijf ik ook dat u zegt dat we inspraak moeten krijgen. Ik kan me best voorstellen dat die ‘permitting’ in een aantal regio’s misschien wel nodig is, maar toch niet in een regio als de onze? Want wat doe je dan met de democratie? Wat doe je dan met het recht om er al of niet voorstander van te mogen zijn?
Ik weet wel waar ze naartoe willen. Ze willen naar zones gaan waar je bijvoorbeeld kunt zeggen dat er windmolens kunnen komen. Maar in Oost-Vlaanderen heeft men dat ook geprobeerd. De discussie over welke zones dan kunnen worden vastgelegd om die windmolens in te zetten, loopt dan ook tien jaar. En dat is uiteindelijk afgeschoten door allerlei protest. Mensen vielen net binnen of buiten de cirkel die uitgetekend was enzovoort. Als je die cirkel eenmaal gedefinieerd zou hebben, kun je zeggen dat de vergunningen sneller zullen gaan. Maar je moet die cirkel ook wel eerst gaan aftekenen.
Wat bedoelen ze vanuit Europa exact met dat versneld vergunnen? Ik vind dat een zeer gevaarlijk zinnetje. We moeten dat zeer goed in de gaten houden.
Minister Demir heeft het woord.
Bedankt voor de verschillende tussenkomsten van de collega’s.
Collega Aerts, het RePowerEU-pakket bestaat uit heel wat initiatieven, die natuurlijk nog verder moeten worden uitgewerkt. De analyses verlopen in functie van de Belgische en Europese onderhandelingen. Er is geen vaste agenda, maar er wordt wel zo snel en zo goed mogelijk gewerkt. Er wordt inderdaad financiële steun aangekondigd vanuit de Europese Commissie, maar ook daarvan zijn de modaliteiten nog niet bepaald. Het spreekt voor zich dat we vanuit Vlaanderen zullen opvolgen hoe het fonds zal worden verdeeld.
We zien bij windmolenprojecten dat redelijk wat weerstand wordt weggewerkt wanneer de ontwikkelaars vanaf het beginstadium de buurt betrekken. Ik vind het een goede methode om vanaf dag één open, transparant, correct en eerlijk heel de buurt te informeren en misschien zelfs te betrekken. In die projecten zien we ook dat, naarmate het project vordert, de weerstand afneemt. Dat is een goede evolutie.
De bevoegdheidsoverdracht is iets wat nog bekeken wordt, want de Raad van State had daarop nog een aantal opmerkingen geformuleerd.
De heer Aerts heeft het woord.
Zeer kort nog: ik hoop dat we vanuit Vlaanderen de kansen grijpen die RePowerEU biedt. Er zit ook een heel belangrijk luik aan voor sociale transitie. Ik denk dat we daar volop op moeten inzetten. De klimaattransitie moet sociaal zijn of zal niet zijn, want anders zullen het weer dezelfde mensen zijn die de dupe zijn. Daar moeten we dus zeker blijvend aandacht voor hebben. Het pleidooi om maximaal in te zetten op hernieuwbare energie wordt in de commissie vaak gedeeld, maar op het terrein zijn er vaak toch nog heel wat hindernissen die het onmogelijk maken om dat in de praktijk te brengen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.