Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, tijdens de plenaire vergadering van woensdag 11 mei vernamen we tijdens de actuele vraag van collega Coenegrachts dat u op maandag 16 mei een overleg zou hebben met de pluimveesector over de uitfasering van kooisystemen voor het houden van pluimvee. Ik ben blij te vernemen dat u alweer de handen uit de mouwen steekt om het welzijn van dieren, ditmaal kooikippen, te verbeteren.
Naast een overleg met de sector bent u ook actief bezig, samen met de landen van de Vughtgroep, om de problematiek op Europees niveau blijvend aan te kaarten.
U hoopt stapsgewijs vooruitgang te boeken in dit dossier om zo uiteindelijk operationele doelstelling 14 van de Vlaamse beleidsnota Dierenwelzijn te bereiken. Ik ben dan ook benieuwd of er op het overleg met de sector stappen vooruit zijn gezet. De Vlaming is alvast te vinden voor het afschaffen van de praktijk van kooikippen. Uit een onderzoek van GAIA blijkt namelijk dat 70 procent van de Vlamingen bereid is om meer te betalen voor voedingsproducten met eieren van scharrelkippen of kippen met vrije uitloop.
Minister, wat heeft het overleg met de pluimveesector opgeleverd? Acht u de doelstelling van een uitfasering van kooisystemen haalbaar? Zo ja, op welke termijn? Welke diervriendelijke alternatieven voor de kooisystemen waarvan eveneens sprake in de beleidsnota ziet u concreet? Zijn er nog stappen op Europees niveau gepland? In hoeverre is de Europese Commissie mee in dit verhaal?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb inderdaad met vertegenwoordigers van de pluimveehouders overleg gehad over de mogelijke uitfasering van kooisystemen voor legkippen. Dit voornemen is opgenomen in het regeerakkoord van de huidige regeerperiode.
Ik heb inderdaad gezegd dat ik dit stapsgewijs wil aanpakken. De eerste stap was het opmaken van een economische impactstudie, die opgeleverd is door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) samen met projectpartner Proefbedrijf Pluimveehouderij. De duur van de studie bedroeg één jaar. Het is dan ook niet meer dan billijk dat ik de resultaten van deze studie samen zou bekijken met de vertegenwoordigers van de landbouworganisaties. Ik moet erkennen dat zij van hun zijde legitieme bezwaren en opmerkingen hebben geformuleerd. Het was trouwens ook de gelegenheid om te wijzen op enkele evoluties sinds 2019 die een invloed hebben op dit dossier.
In de eerste plaats is er het Europese voornemen naar aanleiding van de ‘End the Cage Age’, de succesvolle petitie van Europese burgers, om wetgevende voorstellen uit te werken om landbouwdieren niet langer in kooien te houden. De Europese Commissie heeft hier positief op gereageerd en gesteld akkoord te gaan met een uitfasering van de kooisystemen voor boerderijdieren in Europa. De kippen en de zeugen zijn daarbij duidelijk in het vizier gekomen van de Europese Commissie. Alleen de timing van die wetgevende voorstellen is niet bekend.
Daarnaast speelt in Vlaanderen de stikstofproblematiek die op de tafel van de Vlaamse Regering ligt. Daar moet rekening mee worden gehouden in alle beslissingen die worden genomen met betrekking tot de veehouderijen. Verder is er ook de oorlog in Oekraïne die grote gevolgen heeft op de voederprijzen voor onder meer kippen, en dus ook op de beschikbaarheid van dierlijke producten op de markt.
Ik heb nota genomen van de bezwaren die de sector heeft geformuleerd. Met die informatie wil ik nu het overleg aangaan binnen de Vlaamse Regering over de opportuniteit om op Vlaams niveau het voortouw te nemen en de sector nu al duidelijk te maken dat een verbod op Europees niveau eraan komt. Zo kan die zich voorbereiden en een betere marktpositie innemen vooraleer de overige lidstaten zover zijn. De alternatieven voor kooihuisvesting zijn al lang gekend en gaan van het systeem van grondhuisvesting naar de vrije uitloop. Sowieso zal een en ander gepaard moeten gaan met overgangstermijnen.
Wat het Europese niveau betreft, heb ik samen met een aantal collega’s van de Vughtgroep, de ministers van Duitsland, Nederland, Zweden en Denemarken, een ‘position paper’ bezorgd aan Europees commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid, Stella Kyriakides, met onze verwachtingen voor nieuwe welzijnsregels voor landbouwdieren, waaronder vlees- en legkippen, kalkoenen en gezelschapsdieren. We hebben daarin gevraagd om over te gaan tot een uitfasering van het gebruik van kooisystemen voor leghennen. Europees commissaris Stella Kyriakides heeft laten weten hiermee rekening te zullen houden bij de komende EU-revisie van de dierenwelzijnswetgeving. Gelet op het Belgische EU-voorzitterschap in de eerste helft van 2024, zal ik sowieso ook het initiatief nemen om voor dat luik het nodige te doen om het akkoord van alle Europese lidstaten te verkrijgen. We hebben met de Vughtgroep een eerste stap gezet, maar we zouden graag willen landen op een ruim Europees initiatief.
Het minder goede alternatief is wachten op het onvermijdelijke initiatief van de EU-Commissie, maar dat beschouw ik als een nodeloze verlenging van de status quo, van de opsluiting van kippen in kooien, en als een gebrek aan vertrouwen in de Vlaamse creativiteit en ondernemingszin om bij de voortrekkers te zijn om leiders te worden in het vermarkten van diervriendelijke eieren. Mijn ambitie op dit punt is onaangetast. Ik ben niet doof of blind voor de bezwaren en tegenargumenten en soms misschien ook een beetje de koudwatervrees van de sector zelf, maar ik wil nog altijd doorgaan met de realisatie van de genoemde ambitie.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Kooihuisvesting zit sowieso in dalende lijn, het is een dalende trend bij pluimveebedrijven. In 2017 hadden we nog 87 bedrijven op een totaal van 192. Dat is ongeveer 45 procent. Vandaag zijn het er nog 51 op een totaal van 209. Dat is ongeveer 24 procent. Dat is een goede evolutie en volgens mij ook het bewijs dat een transitie perfect kan binnen een bedrijf. Die bedrijven deden dat zonder bijkomende flankerende maatregelen. Alternatieven zijn er en die alternatieven zijn dus duidelijk haalbaar.
Het is ook positief te vernemen dat er in Europa iets beweegt, absoluut, maar ik denk ook dat we daar niet op hoeven te wachten. Zoals vaak is de timing flou en is het weinig concreet. Dat is een frustratie die we hier al meermaals hebben geuit over dat Europese niveau. Ik merk ook dat individuele lidstaten initiatieven nemen en aan de slag gaan en daar niet op wachten. Ik denk dat Vlaanderen daarin gerust een voortrekkersrol mag spelen. Met de nodige overgangsmaatregelen en redelijke uitfaseringstermijnen moeten we die laatste 24 procent bereiken, volgens mij. Dus: alle steun om het regeerakkoord op dit vlak uit te voeren.
Ik ben heel tevreden met dit kordate en duidelijke antwoord.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Ik sluit graag aan bij deze vraag. Ik hoor u altijd graag zeggen dat u een voortrekkersrol speelt, maar in Wallonië zijn de verrijkte kooien al verboden sinds 2018. Er zijn nog negen bedrijven die er leghennen in verrijkte kooien houden, en die moeten in 2028 hun activiteiten stoppen als ze hun kippen in verrijkte kooien blijven houden. Ik snap niet waarom wij hier altijd achterop moeten hinken.
We moeten zeker ook niet naar Europa kijken. We moeten kijken naar wat goed is voor ons hier in Vlaanderen. Ik wil er dan ook op hameren om ook hier zo snel mogelijk een verbod op die verrijkte kooien in te voeren en de overgangsperiode niet te lang te maken, aangezien er al heel wat kippenbedrijven overgeschakeld zijn. Ik wil erop drukken om hier zo snel mogelijk werk van te maken, zodat de verrijkte kooien ook in Vlaanderen verdwijnen.
Minister Weyts heeft het woord.
Het is een beetje over eieren lopen in deze materie, maar ik ben ook niet blind voor de realiteit, de economische realiteit die geldt, namelijk dat het wat Vlaanderen betreft gelukkig ook gaat over een positieve evolutie. In 2017 was 45 procent van de bedrijven nog steeds bezig met verrijkte kooien. Ondertussen is dat gezakt naar 24 procent. We zitten dus in de goede richting.
Het komt erop aan om een finale duw te geven, maar het is inderdaad zo dat de economische impact van een en ander ook een rol speelt. Vandaag is door de impact van de Oekraïnecrisis een prijseffect ontstaan waardoor op de markt voor eieren uit verrijkte kooien bijna dezelfde prijs bestaat als voor eieren uit de alternatieven, van de scharrel dus. Dat is ook iets waar we absoluut rekening mee moeten houden en wat ervoor zorgt dat men nog minder geneigd is om mee te stappen. Maar goed, onze ambitie blijft onaangetast.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Met de nodige flankerende maatregelen en redelijke overgangstermijnen moet de economische impact beheersbaar zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.