Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Dank u, voorzitter, collega’s en minister, dat ik in deze commissie te gast mag zijn. We treffen elkaar hier weer naar aanleiding van het dossier-Averbode. Na de perikelen rond code rood in het stikstofdossier blijkt dat de boerderij van de Abdij van Averbode ook in het oog van de storm staat in verband met een controle die op 30 maart laatstleden zou hebben plaatsgevonden. De omgevingsinspectie zou daar ontdekt hebben dat er illegaal varkens geslacht zouden worden. Hierover zou een proces-verbaal (pv) zijn opgesteld en aan het parket bezorgd. Dat laatste is enigszins opmerkelijk, want navraag leerde dat het pv, op het moment dat deze kwestie in de media kwam, nog in opmaak was. Ik dacht ook dat het de richtlijn was om eerst in overleg te gaan en te proberen om de vastgestelde overtredingen recht te zetten.
De paters vielen dus uit de lucht bij de beschuldiging door de omgevingsinspectie. Zij beweren gespreid over een volledig jaar in totaal ongeveer zestien varkens te slachten, louter voor eigen gebruik. Dat valt dan onder thuisslachtingen en het volstaat hierbij een slachtbrief bij het gemeentebestuur aan te vragen twee dagen voor de slacht van het betreffende dier. Voor thuisslachtingen gelden verder geen specifieke sanitaire voorwaarden. Met het oog op het dierenwelzijn moet er uiteraard wel gezorgd worden voor een onderlegde slachter en moet het verbod op onverdoofd slachten gerespecteerd worden. De details laat ik even in het midden.
Navraag bij de stad Scherpenheuvel-Zichem leerde dat de voorwaarden – zich laten registreren, melden en toestemming krijgen van de lokale overheid – wel degelijk vervuld waren. Aangezien het om een milieu-inspectie ging, heb ik het vermoeden dat men de boerderij van Averbode voor deze thuisslachtingen voor eigen gebruik niet gecatalogeerd heeft als een thuisslachting maar wel als een inrichting die valt onder het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM). In dat geval moet zo’n bedrijf voldoen aan een aantal zeer gedetailleerde voorschriften en moet er een vergunning worden aangevraagd om te mogen slachten. Dat zou in casu niet het geval zijn.
Net als bij de stikstofdiscussie over code rood en oranje, lijkt er ook hier een probleem te zijn met de informatie die door de Vlaamse overheid wordt voorzien, waardoor het betrokken bedrijf in Averbode in verwarring achterbleef om al dan niet een vergunning te moeten aanvragen. Immers, wanneer het duidelijk was dat men een vergunning nodig had, was het probleem zeer eenvoudig op te lossen en wel op twee manieren: ofwel door zo’n vergunning aan te vragen en te voldoen aan de gevraagde normen, ofwel door de dieren simpelweg in het slachthuis te laten slachten. Toen naar aanleiding van het perslek in verband met de slachtingen aan de administratie werd gevraagd naar het pv dat werd opgesteld, luidde het antwoord – zoals ik daarnet aanhaalde – dat het pv nog in opmaak was. Ook het parket bleek bij telefonische navraag nog niet op de hoogte te zijn en had op dat moment ook nog niks ontvangen.
Minister, mijn vragen aan u gaan over twee aspecten: enerzijds de milieu-inspectie van maart 2022 en anderzijds het thuis slachten.
Gebeurde de milieu-inspectie naar aanleiding van een klacht? Zo ja, welke?
Kregen in 2022 ook andere ‘rode’ bedrijven – bedrijven uit de rode lijst van stikstofpiekbelasters – een bezoek van de milieu-inspectie?
Werd er opdracht gegeven of werd er een gecoördineerde actie opgezet om milieu-inspecties te doen naar aanleiding van de opmaak van het stikstofakkoord in februari 2022?
Was u of uw kabinet op de hoogte van de milieu-inspectie bij de Abdij van Averbode?
Werd u of uw kabinet op de hoogte gebracht van de voorlopige resultaten van de milieu-inspectie? En zo ja, wanneer?
Wat is de datum van het rapport van de milieu-inspectie bij de Abdij van Averbode in 2022? Wanneer werd het pv opgesteld? Werd het pv ondertussen aan de abdij bezorgd? Zo ja, wanneer?
Indien het pv werd opgesteld, ging het dan over een pv met aanmaning? Wat hield die aanmaning dan in? Tegen welke datum moest men zich dan alsnog in regel stellen?
Werd door u, uw kabinet of uw administratie ondertussen een onderzoek ingesteld naar het perslek betreffende de milieu-inspectie in Averbode?
Een tweede belangrijk luik van mijn vragen gaat over de berichtgeving dat het zou gaan om een illegale slachtvloer.
Kunt u duidelijkheid verschaffen of, en zo ja onder welke voorwaarden, diegenen die dieren slachten voor louter eigen gebruik, een omgevingsvergunning moeten aanvragen en aan welke voorwaarden dan voldaan moet zijn?
Welke criteria worden gebruikt om het onderscheid te maken tussen thuisslachtingen en slachtingen waarvoor men omgevingsvergunningsplichtig is? Is er een verschil in behandeling tussen een landbouwbedrijf en een gewone particulier op het vlak van thuisslachtingen voor eigen gebruik?
Kunt u duidelijkheid verschaffen of, en zo ja onder welke voorwaarden, een particulier die niet het statuut van landbouwbedrijf heeft, ook een vergunning moet aanvragen wanneer hij of zij slachtingen van dieren voor eigen gebruik wil verrichten? Vallen zij dan in bepaalde situaties eveneens onder de VLAREM-wetgeving?
Wat wordt verstaan onder ‘regelmatig dieren thuis slachten voor eigen gebruik’? Is dat in functie van de omvang van het huishouden? Daar ga ik van uit: je moet het zelf consumeren en mag het niet verwerken of verkopen. Stelt men een patergemeenschap wettelijk gelijk met samenwonenden? Zoals ik al zei, zou het gaan om zestien dieren per jaar. Zijn er nog andere specifieke kwantificeerbare criteria vastgelegd om dat concreet te bepalen? Is dit ook afhankelijk van de diersoort?
Kunt u ervoor zorgen dat de informatie over wie in welke situatie vergunningsplichtig is voor thuisslachtingen en dus valt onder VLAREM II, duidelijk wordt meegegeven op de website zodat er geen misverstanden meer kunnen bestaan rond het aanvragen van vergunningen voor het thuis slachten van kleine landbouwdieren?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Rutten, ik zal beantwoorden wat ik kan. De toezichthouders van de omgevingsinspectie voerden de controle bij de abdij uit in het kader van hun ambtshalve optreden, met de bedoeling de opvolging van de bijzondere voorwaarden van de milieuvergunning en de buitengebruikstelling van de koelinstallatie te controleren, en niet naar aanleiding van een klacht. De inspectie moet haar werk kunnen doen.
In 2022 kregen ook nog zeven andere grote bedrijven een bezoek van de omgevingsinspectie in het kader van de reguliere opdracht van ingeplande controles op klasse 1-landbouwbedrijven. De inspectie moet haar werk kunnen doen.
Neen, ik heb de omgevingsinspectie geen opdracht gegeven om inspecties te doen naar aanleiding van de uitvoering van het stikstofakkoord van februari 2022. De toezichthouders van de omgevingsinspectie voerden de controle bij de abdij uit in het kader van hun ambtshalve optreden, zoals gezegd. Ik word niet van elke specifieke inspectie op de hoogte gebracht, dat zou nogal straf zijn.
Nadat hierover berichten verschenen in de pers, werd aan de administratie gevraagd welke kennis ze had van het dossier. De administratie heeft hierna bevestigd dat er controles hebben plaatsgevonden. In geen geval werd een kopie van het pv overgemaakt aan het kabinet, dit gebeurt in geen enkel dossier.
De afdeling Handhaving meldt me dat het proces-verbaal op 3 mei 2022 aangetekend werd verstuurd naar de abdij. Het zal zijn juridische weg gaan, tenzij u vraagt om daarin tussen te komen, maar ik denk niet dat dat de vraag is.
Er werd een proces-verbaal opgesteld met bijhorende aanmaning. De toezichthouder maande aan om: alle erfsappen en sapverliezen op te vangen en afstroming hiervan naar het omliggende terrein en grachten te voorkomen tegen ten laatste 1 juli 2022; het slachten van varkens onmiddellijk te stoppen tot een omgevingsvergunning voor deze activiteit wordt verleend door de bevoegde vergunningverlenende overheid; de koelinstallatie buiten dienst te nemen en dit uiterlijk tegen 1 juli 2022.
Volgens mijn diensten was er geen sprake van enig ‘perslek’. Zoals aangekondigd in de zogezegde vakpers – dat was het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT) – is de advocaat van de abdij zinnens hieromtrent verdere gerechtelijke stappen te ondernemen. Ik ga hier dus geen verdere uitspraken over doen wegens deze juridische procedure.
Het slachten van vee zit onder rubriek 45.1 van bijlage 1 van VLAREM: ‘de exploitatie van slachthuizen’. De hier aangeduide inrichtingen vallen dus in principe onder de vergunningsplicht. In VLAREM wordt geen onderscheid gemaakt tussen landbouwbedrijven en particulieren.
Voor het slachten van grootvee, zoals runderen en varkens, wordt in rubriek 45.1 geen ondergrens bepaald. Hierdoor geldt niet alleen de vergunningsplicht vanaf één geslacht dier, maar gelden ook alle toepasselijke – strenge – milieuvoorwaarden voor het slachten van dieren. De regelgeving voorziet nog wel een uitzondering voor het ‘ritueel slachten’, maar ik denk niet dat deze rubriek hier van toepassing is.
Indien er nood zou zijn aan bijkomende informatie, kan die altijd worden verschaft, bijvoorbeeld op de website van het Departement Omgeving.
Ik vind het eigenlijk bijzonder jammer dat de inspecteurs en de omgevingsinspectie worden geviseerd, niet alleen naar aanleiding van deze zaak, maar ook nog in verband met andere inspecties, ook toevallig bij een aantal piekbelasters. Ik zou willen vragen aan alle parlementsleden dat de inspectie haar werk kan doen. Het is al moeilijk genoeg. Zij ervaren enorm veel stress als ze op het terrein zijn om controles uit te voeren. Ik vraag dat ze hun werk kunnen doen, en dit ten volle.
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Minister, als er daarover twijfel zou bestaan, wil ik die graag wegnemen. Er moet geïnspecteerd worden, mensen moeten hun werk kunnen doen, dat is ontzettend belangrijk. Maar geef toe dat het toch een toevallige timing is dat in februari het bedrijf plots op een rode lijst blijkt te staan en moet sluiten en in maart plots de omgevingsinspectie langskomt. Maar u hebt geantwoord op mijn vraag. Ik zal ook schriftelijk vragen welke andere bedrijven een inspectie hebben gekregen.
Ten gronde, even los van de vragen over inspectie maar specifiek over de vragen over slachting, zal ik uw antwoord nog eens opnieuw lezen. Ik heb u horen zeggen dat men in elk geval aan de VLAREM- regelgeving moet voldoen en dat er geen onderscheid kan worden gemaakt tussen een landbouwbedrijf en een particulier. Minister, ik dacht dat er niet alleen een uitzondering was voor ritueel slachten, maar misschien ben ik verkeerd, want op de website van de verschillende overheden staat te lezen dat men voor thuisslachtingen – en daar staat heel expliciet bij wat een thuisslachting is, namelijk het slachten louter voor eigen gebruik – nog degelijk thuis mag slachten maar dat men dan wel de wetgeving dierenwelzijn moet respecteren. Ik vind het niet meer dan normaal dat men er dan voor zorgt dat die dieren verdoofd zijn. Dat hebben we allemaal samen in dit parlement goedgekeurd.
Wanneer men zich dus informeert bij de Vlaamse overheid, staat er wel degelijk dat thuisslachtingen mogen in het geval dat men dat dier zelf consumeert. Men kan dan beginnen discussiëren over wat consumptie eigenlijk is, maar daar leren de rechtsleer en de praktijk ons dat men dat zelf moet consumeren, dat men dat dus niet mag verwerken, verkopen of commercieel of op een andere manier op de markt brengen maar dat men dat, bijvoorbeeld wanneer het over een varken gaat, zelf moet opeten.
De gemeenschap van paters in Averbode is een gemeenschap die al heel lang zelfvoorzienend is en zij consumeren die varkens zelf. Minister, ik heb bij de gemeente opgevraagd of zij die aanvraag hebben gedaan, want dat staat er dan bij. Ze registreren zich als thuisslachter, ze laten telkens minstens twee dagen op voorhand aan de gemeente Scherpenheuvel-Zichem weten dat ze van plan zijn een individueel varken te slachten. Het gaat telkens stuk per stuk. Zij krijgen daarvoor een papier, ik heb dat bij me. Als u dat wenst, kan ik dat aan u en aan uw diensten geven. Ik heb die documenten opgevraagd, netjes met een stempel van de gemeente. Ze krijgen dus die toestemming en zijn met andere woorden wat dat betreft in orde en ze kunnen ook aantonen dat ze dat helemaal zelf consumeren. Wanneer men dan pakweg de slachtingen van vorig jaar op een rijtje zet, dan komt men aan ongeveer zestien, wat gegeven die patergemeenschap wel degelijk onder eigen gebruik kan vallen.
Des te opmerkelijker is het dat dit ook werd gemeld aan de milieu-inspectie. Minister, als ik uw antwoord goed heb begrepen, kan dat helemaal niet en mag men niet meer thuis slachten zonder aan de VLAREM-regelgeving te voldoen. Dat lijkt me een behoorlijk grote impact te hebben. Ik ben niet helemaal zeker of dat klopt, want de informatie die ik heb opgevraagd bij verschillende andere agentschappen is wat dat betreft andersluidend.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, u hebt heel terecht aangegeven – en ik had niet anders verwacht – dat u niet op de hoogte bent van elk pv. Het tegendeel zou me verbaasd hebben. Maar bij dezen zou ik u toch willen vragen of u op de hoogte was van deze controle en van deze vaststellingen. Was u op de hoogte, voor het in de pers werd verkondigd, dat er een controle had plaatsgevonden bij dat bedrijf en was u op de hoogte van de vaststellingen die daar zijn gedaan? Het gaat niet over het pv, want dat was nog niet opgemaakt.
U pleit ervoor dat de inspectie haar opdracht in alle onafhankelijkheid moet kunnen uitvoeren, en dat wil ik zeker bijtreden. Maar een perslek doorkruist dan natuurlijk die opdracht. Dat baart me zorgen. Want we hebben vastgesteld dat er nog geen pv was opgemaakt, en dat de bedrijven waar een controle was gebeurd zelfs nog niet officieel op de hoogte waren van het pv. Met andere woorden: zij hebben niet de kans gehad om een wederwoord te geven en om de eventueel nodige stukken na te sturen. Dat verhindert dat een inspectie op een correcte en goede manier kan worden uitgevoerd. In die zin wil ik de vraag herhalen – want ik denk niet dat u daarop hebt geantwoord – of u effectief een onderzoek zult instellen naar een eventueel perslek of naar de wijze waarop de pers aan alle gegevens, tot in de details, is geraakt over de vaststellingen of over het inspectiebezoek. Dat lijkt mij echt wel een majeur probleem, want dat is niet de wijze waarop wij hier in Vlaanderen willen werken en waarop een inspectie kan werken.
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb begrepen dat de twee vraagstellers uit de meerderheid bijzonder … Dat is terecht, hé, jullie mogen met hand en tand dit dossier verdedigen, ik heb daar geen probleem mee ...
Het gaat me over de werkwijze in het geheel.
Ik moet natuurlijk het algemeen belang en de richting waar we naartoe gaan vooropstellen. Ik ga er ook van uit dat als Handhaving denkt een pv te moeten opstellen, dat zij dat ook moet doen. Als zij daar handvatten voor heeft op het vlak van de VLAREM-wetgeving, dan ga ik er ook van uit dat ze gelijk heeft. Mevrouw Rutten, ik denk dat u verwijst naar de federale wetgeving, maar de VLAREM-wetgeving moet natuurlijk door onze inspectie nageleefd worden en daarin wordt geen uitzondering gemaakt voor vergunningsplicht voor thuisslachtingen. Daar wil ik duidelijk in zijn. Dat zegt ook de milieu-inspectie.
Voor diegenen die het niet weten: Handhaving werkt ook autonoom. Jullie komen nu allemaal tussen dat het niet juist is. Ik ga daar geen uitspraak over doen. De handhavers zijn onafhankelijk. Ze werken autonoom. Ik kom niet tussen in hun werk. Als ze denken een pv te moeten opstellen, dan zullen ze daar waarschijnlijk wel een reden, een grond voor hebben. Wat het perslek betreft: er loopt nu een procedure. De advocaten van de paters van Averbode hebben een ingebrekestelling gedaan. We gaan kijken wat daar nog moet gebeuren.
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Ik heb gewoon nog eens gauw gegoogeld ‘wat als ik thuis wil slachten?’. Dan krijg je verschillende gemeentebesturen – minister, dat zijn Vlaamse gemeenten – die allemaal zeggen dat je moet laten slachten door een bekwaam persoon en dat het dier verdoofd moet zijn. Dat hebben we allemaal samen in dit parlement gestemd. Dat zijn de enige twee voorwaarden. Voor de rest mag je thuis slachten voor persoonlijk gebruik en particuliere consumptie. Dat staat op dit eigenste moment ongeveer overal bij de informatie die aangeboden wordt.
Als u nu vandaag zegt dat dat niet klopt en dat elke individuele persoon die een kip of een varken voor eigen gebruik wil slachten aan de VLAREM-wetgeving moet voldoen, dan weet ik het eerlijk gezegd eventjes niet meer.
Voor het slachten van kippen geldt wel een bepaalde grens. Dat staat ook in de Vlaamse wetgeving.
Maar voor een schaap of een varken zegt u dus: als ik een particulier ben en ik heb een biggetje of een varken dat ik zou willen slachten – wat ik persoonlijk niet doe, voor alle duidelijkheid – dan moet ik aan de VLAREM-regelgeving voldoen. Minister, dan hebt u vandaag een probleem, zowel met uw administraties als met alle steden en gemeenten in Vlaanderen en misschien ook met de federale regelgever, want dit klopt niet. Ik kan begrijpen dat u de informatie gekregen hebt van de milieu-inspectie, dat de milieu-inspectie gemeend heeft, nadat het lek er was en nog voor men een pv opgesteld had, dat het over een inbreuk op de VLAREM-regelgeving ging. In een dergelijk betwijfelbaar geval heb je normaal gezien woord en wederwoord en zouden de paters van Averbode uitgelegd kunnen hebben dat het om eigen consumptie ging. Met andere woorden: ik ga nog eens alles rustig nalezen, maar ik denk, los van de casus Averbode, dat we hier plots de grenzen van het thuis slachten ontzettend verlegd hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.