Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, eind maart had ik contact met de leiding van Scouts en Gidsen Boortmeerbeek. Ze deden een vrij wanhopige oproep voor een nieuwe kampplaats. Ze hadden immers net bericht gekregen dat ze niet meer terechtkonden op de kampplaats die ze een paar jaar terug vastgelegd hadden voor komende zomer. De burgemeester van de gemeente Chiny heeft blijkbaar verboden om scoutsverenigingen nog toe te laten kampen op te stellen op akkers in zijn gemeente. Dat is een probleem, natuurlijk, en een streep door de rekening van heel wat jongeren, van scoutsgroepen die naar Chiny zouden trekken. Dat zijn er wel een aantal. Die hebben deze zomer dus geen kampplaats en zijn nog steeds op zoek. Ze hebben die, zoals ik zei, enkele jaren terug vastgelegd en moeten nu op heel korte tijd op zoek naar een alternatief, dat overigens nog steeds niet gevonden is. Dat alleen al is een heel jammer gegeven, zeker na de paar moeilijke jaren die ook onze jeugdsector gekend heeft.
Minister, ik heb hierover een aantal vragen voor u. Hebt u weet van deze problematiek? Klopt het dat deze maatregel enkel Vlaamse scoutsverenigingen treft of zijn ook andere jeugdverenigingen getroffen? Wat was de concrete reden om de scoutsgroepen te weren? Ze geven zelf aan daarover geen communicatie gekregen te hebben. Zijn er nog dergelijke cases bekend in Vlaanderen en/of de Franse Gemeenschap? Hoeveel groepen zoeken een nieuwe locatie?
Een lokale overheid gaat hier ver in het bepalen van wat een persoon op haar eigendom wel of niet kan doen. Heeft het departement een analyse gemaakt van het verbod en houdt het verbod stand? Dat is misschien al een kernvraag op zich. Wat met de terugvordering van eventueel betaalde voorschotten? Ik kan mij voorstellen dat dat juridisch niet evident is. Tot slot, minister, gaat u contact opnemen met uw Franstalige evenknie om verhaal te halen en/of misschien te bemiddelen om de kampplaatsen alsnog vrij te maken? Alvast bedankt voor de antwoorden.
Minister Dalle heeft het woord.
Bedankt, collega Perdaens, voor de vraag. Onze kampzomer is altijd een boeiende, maar ook uitdagende periode. Tienduizenden jongeren van over het hele land vertrekken op kamp, doen dat soms in het buitenland, soms in Vlaanderen, en heel vaak ook in Wallonië. Dat betekent ook voor de lokale besturen, die vaak grote groepen jongeren verwelkomen, een uitdaging.
De afgelopen kampzomers speelden er ook andere factoren mee. Zo was er gedurende een aantal jaren de varkenspest. We hebben natuurlijk ook corona gehad, en hebben vorig jaar ook de watersnood gekend in Wallonië en ook stukken van Vlaanderen. We hebben telkens geprobeerd om daar goed op in te spelen, met de coronaprotocollen, maar evengoed met oproepen om ook private terreinen ter beschikking te stellen, ook via onze landbouwers, de Katholieke Landelijke Jeugd (KLJ) enzovoort. Ik denk dat we er ook goed in geslaagd zijn om dat in moeilijke omstandigheden te organiseren.
De situatie waarnaar u verwijst, is toch enigszins anders. Wij zijn inderdaad op de hoogte gebracht door de leidster van de betrokken groep. We hebben contact opgenomen met de koepelorganisatie Scouts en Gidsen Vlaanderen. Zij bevestigden dat enkele van hun groepen geweigerd worden op het grondgebied van de stad Chiny, een kleine gemeente in de provincie Luxemburg. Het gaat dus niet enkel over de groep uit Boortmeerbeek. Men viseert groepen van Scouts en Gidsen Vlaanderen. Het is daarom ook niet relevant om veel dieper in te gaan op de specifieke casus, maar wel te bekijken hoe we hier het best mee kunnen omgaan. We moeten zeker voorkomen dat dit een precedent wordt.
Chiny heeft aangegeven dat er in het verleden gevallen waren van overlast. De groep zelf betwist dat dat het geval zou zijn geweest. Bovendien wensen de terreineigenaars in Chiny de scoutsgroepen wel nog te ontvangen.
Op dit moment hebben wij geen weet van gelijkaardige cases elders in het land, maar we volgen het natuurlijk op. Het is wel zo dat ook andere lokale besturen, voornamelijk in de provincie Luxemburg, strengere en beperkende politiereglementen opleggen aan jeugdgroepen, omdat die soms overlast zouden berokkenen. Dat was ook tijdens de coronacrisis het geval. Maar dat is natuurlijk nog iets anders dan een bepaalde koepel viseren.
Scouts en Gidsen Boortmeerbeek betaalde geen voorschot aan de eigenaar van het kampterrein. Op dat vlak is er dus geen schade.
De koepelorganisatie Scouts en Gidsen Vlaanderen betreurt dat de maatregel van Chiny genomen werd zonder de nodige dialoog, en ook dat hij algemeen en onbeperkt in tijd geldt. Zij zijn van oordeel dat dit ook onwettig is en ze zijn een procedure gestart bij de Raad van State om het verbod ook daadwerkelijk aan te vechten. Naar ik begrijp, is de procedure momenteel lopende.
Ik deel uiteraard de bezorgdheid, wanneer kinderen en jongeren geweigerd worden, zeker wanneer het op zo’n arbitraire manier gebeurt, die op het eerste gezicht discriminerend en onwettig overkomt.
Wat hebben we gedaan? We zijn natuurlijk in constant overleg met onze collega’s van de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap in het kader van het sectoroverleg dat we rond corona gehad hebben. Specifiek rond dit geval heb ik ook twee stappen genomen. Ten eerste heb ik mijn Franstalige collega, Valérie Glatigny, gecontacteerd om haar te verwittigen zodat ze zich bewust is van deze problematiek, specifiek in Chiny. Twee, ik heb contact opgenomen met de provinciegouverneur van Luxemburg om hem op deze situatie te wijzen. Hij was ervan op de hoogte. Hij heeft zich er ook toe geëngageerd om het nogmaals aan te kaarten. Ik hoop dat dat een goed gevolg zal hebben.
De procedure bij de Raad van State loopt. Die kan al dan niet succesvol zijn. Maar het zou eigenlijk beter zijn dat de betrokken burgemeester zelf inziet dat dit een onaanvaardbare en bovendien onwettige beslissing is, en dat hij effectief zijn standpunt aanpast en ook groepen van Scouts en Gidsen Vlaanderen aanvaardt, zoals dat ook gebeurt in al die andere gastvrije steden en gemeenten in Wallonië.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Dank u, minister. U haalde het zelf al aan: na de varkenspest, corona en het stormweer is er toch weer een nieuwe ramp aan de horizon van enkele groepen, en dan specifiek binnen Scouts en Gidsen Vlaanderen. Dat is politieke willekeur. Het is heel erg gek dat net zij worden geviseerd. Het is ook heel jammer – en dat gaf u zelf ook aan – dat er geen dialoog was, dat deze scoutsgroepen voor een voldongen feit komen te staan, bovendien dan nog eens vrij laat op het jaar.
De burgemeester zelf geeft aan dat het probleem deels te maken heeft met een gebrek aan omkadering van de jeugdbewegingen. We hebben in het verleden de regelgeving rond kadervorming aangepast. Ziet u daar resultaten van?
Dan had ik nog een vraag met betrekking tot de procedure bij de Raad van State. Het gaat niet specifiek over de procedure zelf, want dat is natuurlijk buiten dit huis. Maar ik vroeg me af of het plan is om te wachten op een uitspraak aldaar en erop te rekenen toch terecht te kunnen op het kampterrein dat voorzien was, dan wel of er vanuit Scouts en Gidsen Vlaanderen, of misschien zelfs boven die werking, nog gezocht wordt naar andere locaties. Het gaat hier over een aantal scoutsgroepen, zoals u aangeeft.
Minister Dalle heeft het woord.
Het is een beetje vreemd, ik heb hem dat niet horen zeggen. Mocht het een geval van kadervorming zijn: bij Scouts en Gidsen Vlaanderen is de kadervorming meestal niet aan de orde. De meeste leiding is niet specifiek. Er zijn geen voorwaarden. Ze hebben een ander vormingssysteem, dat ook leidt tot kwaliteit. Ik denk niet dat dat aan de orde is. Bovendien is onze kadervorming van hoge kwaliteit. Het is niet aan een Waalse burgemeester om te zeggen dat dat niet het geval zou zijn. Als het al wordt ingeroepen, dan lijkt het mij een drogreden.
Wat de andere locaties betreft: ik ga ervan uit dat elke groep effectief alle opties openhoudt. Ik hoop dat er heel snel een beslissing kan komen van de burgemeester van Chiny waarin hij zijn standpunt herziet. Ik hoop dat het snel kan gaan, zodat men daar ter plaatse nog kan gaan. Zo niet zullen zij inderdaad op zoek moeten naar andere terreinen, wat jammer zou zijn. Maar ik reken op de redelijkheid van de burgemeester. We hebben meestal goede ervaringen, zeker in de provincie Luxemburg waar – dat mag ook eens worden gezegd – men op een zeer performante manier omgaat met de zaken, zeker vanuit de provinciegouverneur en zijn diensten. Ik heb daar de afgelopen twee jaar goede ervaring mee. Zij doen dat voortreffelijk, in moeilijke omstandigheden. Wij hopen dat die ene burgemeester zich daar ook naar schikt.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Dank u wel, minister, om de hele zaak ter harte te nemen. Ik denk dat we absoluut moeten vermijden dat de jeugdbewegingen hun kampzomer in het water zien vallen door lastminutebeslissingen op politiek niveau die dan eigenlijk nog compleet losstaan van hun eigen werking. We moeten alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat de getroffen groepen aan nieuwe kampplaatsen geraken. Het is bewezen dat het kan. Dat is zo geweest naar aanleiding van de varkenspest vorig jaar en het stormweer, dus ik hoop dat al deze verenigingen ook dit jaar hun kampzomer gewoon kunnen laten doorgaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.