Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
In Knack van woensdag 20 april viel me het volgende opiniestuk op: ‘Prijsstijgingen in de horeca onvermijdelijk’. Het is de titel van een stuk van de hand van Aad De Marez, uitbater van Café Centraal in Oostrozebeke. Ik citeer: “We kennen de hoogste inflatie in meer dan 30 jaar. De horeca vreest dat klanten de onvermijdelijke prijsstijgingen niet zullen willen betalen en de overheid grijpt ook al niet in.”
Hij haalt in zijn opiniestuk verschillende vaststellingen aan over de huidige moeilijke tijden en de daarmee gepaarde kosten: de energiekosten rijzen de pan uit, de grondstof- en productieprijzen blijven stijgen, de lonen stijgen en ze stijgen heel snel. Zijn conclusie is de volgende: “De horeca staat met zijn rug tegen de muur. Het gevolg: een aanzienlijke prijsstijging dringt zich op. Dat is geen keuze meer, het is onvermijdelijk. Want personeel hoop je aan boord te houden en facturen wil je tijdig betalen. Onvermijdelijk is evident niet synoniem met wenselijk. Vraag is: in hoeverre is de consument bereid de hogere horecaprijzen te betalen?”
Het mag duidelijk zijn dat na de coronacrisis onze horecaondernemers niet op hun lauweren kunnen rusten, net zoals andere ondernemers. Het blijven zware tijden.
Niet alleen Aad De Marez trekt aan de alarmbel, want in het begin van deze maand deed ook Dyzo dat. Ze krijgen meer en meer aanmeldingen binnen en ook de faillissementen stijgen. De kans is groot dat het aantal faillissementen in de volgende maanden nog verder toeneemt. Olivier Delaere van Dyzo zegt daarover: “In de voorbije maanden was er altijd een daling van het aantal ondernemers dat zich bij ons heeft aangemeld, ten opzichte van het jaar ervoor, maar die trend is in februari gekeerd. En in maart is het aantal aanmeldingen bij ons plots fors gestegen, van 210 vorig jaar naar 279 dit jaar.”
Minister, bekijkt u, samen met uw federale collega’s, op welke manier we onze ondernemers ook in deze crisis ten volle kunnen bijstaan?
Op een vraag van collega Malfroot antwoordde u in februari dat er nog geen zichtbare effecten waren van de prijsstijgingen op de prestaties van de Vlaamse arbeidsmarkt. Is dit nog steeds het geval?
Op welke manier kunnen we er vanuit Vlaanderen mee voor zorgen dat de horeca, en bij uitbreiding ook verschillende andere sectoren, blijft bestaan en op welke manier kunnen we de gevreesde stroom aan faillissementen minimaliseren?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag.
Ik moet namens mijn raadgever Marie-Charlotte zeggen dat u naar een leuke zaak in Oostrozebeke verwijst. Ik ben er nog niet geweest, dus ik moet dat dringend doen, als ik niet hier moet zijn om vragen te beantwoorden.
Ik deel in elk geval uw bezorgdheid over de sterke inflatie waarmee de Europese economie geconfronteerd wordt.
In dit land beschermen we de koopkracht van veel mensen via het systeem van de automatische loonindexering. We zorgen ook voor een stabiele interne afzetmarkt voor Vlaamse ondernemingen die van de binnenlandse koopkracht leven. De beste maatregel die we kunnen nemen om de Vlaamse horeca te ondersteunen is dan ook de koopkracht van de mensen zo goed mogelijk te beschermen en het consumentenvertrouwen op peil te houden.
Tot mijn vreugde onderschrijft de Federale Regering het belang van het indexmechanisme in deze crisis. We zien echter wel dat de automatische aanpassing van de lonen druk zet op de competitiviteit van onze export. Dat is zeker een punt dat we in het oog moeten houden.
Op de werkgelegenheidsconferentie van 19 april lanceerde ik de werkzaamheidsmonitor. Daarin kun je zien hoe de werkzaamheidsgraad en het aantal werkenden in Vlaanderen sinds begin 2021 ononderbroken stijgen. Ook de daling van de werkloosheid gaat onverminderd voort en de inschatting van mensen over het risico op werkloosheid blijft bijzonder gunstig.
We zien ook dat onze arbeidsmarkt met enige vertraging op de schommelingen in de economie reageert. De Nationale Bank van België (NBB) verwacht in haar geactualiseerde prognoses van maart 2022 ook geen daling van de werkgelegenheid.
De koopkracht en het consumentenvertrouwen op peil houden zijn, zoals gezegd, de beste maatregelen.
In maart 2022 zien we voor het eerst een stijging van het aantal faillissementen. Dit geldt in het algemeen en ook in de horeca. In totaal werden in Vlaanderen 108 ondernemingen uit de horeca failliet verklaard, het hoogste cijfers sinds oktober 2018. Daar staat natuurlijk wel tegenover dat we sinds maart 2020 historisch lage faillissementscijfers zien door het moratorium. We verwachtten wel dat er een beetje een inhaalbeweging zou komen, maar ik hoop dat die zo klein mogelijk zal zijn. De toename in het aantal faillissementen is volgens het Belgische statistiekbureau (Statbel) ook te verklaren door het feit dat de fiscus in enkele provincies opnieuw tot dagvaardingen is overgegaan.
Ik maak me eigenlijk niet onmiddellijk zorgen dat het horeca-aanbod zou verschralen of uitdoven in Vlaanderen. Historisch gezien is de sector gevoelig aan faillissementen, maar hij wordt ook gekenmerkt door vele nieuwe oprichtingen. Hierdoor krijg je een permanente vernieuwing in het horecaweefsel. Ook de voorbije 12 maanden steeg het aantal actieve horecaondernemingen in Vlaanderen met 868 zaken.
Met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en onze steun aan Dyzo blijven we verder heel hard inzetten op het versterken van de financiële geletterdheid van de Vlaamse ondernemingen.
U weet ook dat voor de overbruggingslening van VLAIO in totaal 200 miljoen euro beschikbaar is. Tot 25 april hadden we 1200 aanvragen voor meer dan 112 miljoen euro. 238 dossiers of zo’n 20 procent daarvan betroffen horecaondernemingen. Je ziet dus wel dat de horeca de weg vindt naar de overbruggingslening.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik denk dat we allemaal heel hard ons best moeten doen om de horecasector te doen opleven. Ik zal daar zeker mijn steentje toe bijdragen.
Is er al zicht op een eventuele btw-verlaging voor de niet-alcoholische dranken? Dat is natuurlijk een beslissing die uw federale collega, minister Van Peteghem, moet nemen. Is er daarnaast al zicht op het nijpend personeelstekort waarmee de horeca de laatste maanden te kampen heeft?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vanryckeghem, we houden de vinger heel nauwgezet aan de pols. Ik ga zeker op uw laatste suggestie in.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.