Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, de vorige Vlaamse Regering had al een akkoord bereikt over het behoud van het polderdorp Doel. Op 30 maart van dit jaar hebben de diverse stakeholders ook een akkoord bereikt over het nieuwe getijdendok. Deze consensus vormt de start van een samenwerkingsverband dat de Polder van het Land van Waas, de kerkfabriek van Doel, de vzw Landbouwgemeenschap Wase Polder en de vzw Erfgoedgemeenschap Doel en Polder toelaat om juridische procedures stop te zetten. De partijen onthouden zich ook in de toekomst van verdere stappen tegen het planproces, zowel wat de natuurontwikkeling als het getijdendok betreft. Dat is natuurlijk goed nieuws. Er zijn ook een aantal aanpassingen noodzakelijk, zo heb ik begrepen, op basis van de afspraken die zijn gemaakt. De verbondstekst bevat negen thema’s waarover afspraken zijn gemaakt. Een daarvan is landbouw en natuur.
Minister, dan kom ik natuurlijk bij u, als minister bevoegd voor de landbouw. Ik had graag van u vernomen wat de gevolgen zijn van het akkoord voor de landbouw. Zijn daar bijkomende maatregelen nodig, flankerende maatregelen bijvoorbeeld? Bent u ook van plan om verdere acties te nemen naar aanleiding van dit akkoord?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Schauvliege, bedankt voor de vraag.
Er is inderdaad een consensus bereikt in dit dossier om de leefbaarheid van een aantal sectoren, waaronder de landbouw, op de Linkerscheldeoever te verhogen en ook in een aantal natuurcompensaties te voorzien. Wat is in die consensus allemaal van belang? Eerst en vooral is er het algemene principe van het behoud van het private landbouwareaal op Linkerscheldeoever. Het Vlaamse Gewest, De Vlaamse Waterweg, de Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO) en het Havenbedrijf Antwerpen zullen alle natuurverplichtingen realiseren binnen een afgesproken maximale oppervlakte van 865 hectare. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen natuurverplichtingen waarvoor een herinrichting of herbestemming van landbouwgronden naar natuur nodig is, en natuurverplichtingen waarvoor natuurinclusieve landbouw volstaat zonder dat men gaat herinrichten of herbestemmen. De afgesproken maximumoppervlaktes gelden zonder nu al vast te leggen waar de percelen voor natuur of natuurinclusieve landbouwgrond precies zullen liggen. Er zijn wel twee voorafnames, ten goede van de landbouw. Ten eerste, Prosperpolder Zuid fase 2 en Nieuw Arenberg fase 2 behouden de bestemming landbouw, mét teeltvrijheid. Ten tweede, private bedrijfszetels en hun huiskavels worden uitgesloten voor natuur en natuurinclusieve landbouwgrond, behalve in Doelpolder Midden.
De overheden moeten ervoor zorgen dat gronden in landbouwgebruik die na ondertekening van het akkoord zullen worden verworven in het kader van de natuurverplichtingen, de maximale oppervlaktes niet zullen overschrijden. We zullen overheidsgronden ter beschikking stellen van de boeren, bijvoorbeeld via meerjarige overeenkomsten of domeinconcessies.
De mogelijke toekomstige natuurcompensaties voor haven- en infrastructuurprojecten gebeuren conform het algemene principe van het maximumareaal. Alle partijen engageren zich ertoe om regelmatig te overleggen met de andere partijen in het verbond en andere belanghebbende actoren. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en De Vlaamse Waterweg oefenen, als het gaat over landbouwgronden, hun voorkooprecht binnen het grondgebied van Beveren en Sint-Gillis-Waas enkel uit in functie van een definitief voorkeursbesluit of van een voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP). De landbouwgronden die via voorkooprecht zouden worden verworven, worden behandeld conform het algemene principe van het maximumareaal.
Gezien het ingewikkelde karakter van het dossier wordt er uiteraard ook een begeleider aangesteld voor de uitvoering van dit verbond. Het verbond voorziet ook in een aantal maatregelen om de leefbaarheid van de landbouw op Linkerscheldeoever te verhogen. Het is de bedoeling dat we daarvoor ook onze reguliere instrumenten zullen inzetten, bijvoorbeeld instrumenten vanuit het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).
Ik denk dus dat dit een evenwichtig akkoord is, waarbij ook heel veel zorg is gedragen voor de landbouw.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, bedankt voor de toelichting. U zegt dat er ook een begeleider wordt aangesteld; is die persoon al bekend? Wie zal dat specifiek doen? Ik heb begrepen dat het een en ander ook nog in een definitief planproces zal moeten worden gegoten en dat die begeleider daar ook voldoende bij betrokken zal worden. Heb ik dat in die zin goed begrepen? Dat zou een heel goede zaak zijn, maar misschien voor alle duidelijkheid.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Ik kom even tussen omdat ik een Waaslander ben en opgroeide in Beveren. In die zin ben ik dus persoonlijk wat betrokken. Ik ben ook wel blij dat er nu een akkoord is, na al die jaren waarin er toch veel conflicten en juridische procedures zijn geweest. Ik denk dus dat het een heel goede zaak is dat men tot een akkoord is gekomen en dat er een aantal garanties zijn ingebouwd.
Ik vermoed dat niet iedereen de streek goed kent, maar er zal een enorm mooie ontwikkeling gebeuren richting de natuur, die echter ook potentieel biedt voor de boeren rondom, rond het opzetten van een lokale economie, een stuk verbreding van de landbouw ter plekke via toerisme, beleving en zo verder. Ik denk dat daar wel opportuniteiten zullen komen om net die synergie tussen een stuk natuur en de omliggende landbouw opnieuw wat leven in te blazen, los dan van de constante bedreigingen die er in de laatste decennia in het hele gebied geweest zijn voor de boeren ter plekke.
Ik heb geen bijkomende vraag, maar ik wil wel zeggen dat ik denk dat dit heel positief is. Ik zie zeker opportuniteiten richting de landbouw in de regio.
Minister Crevits heeft het woord.
De begeleider, collega Schauvliege, moet nog aangeduid worden. Die naam is dus nog niet bekend, anders zou ik die uiteraard al meegegeven hebben. U hebt echter terecht gezegd dat die persoon heel dicht bij de uitvoering ervan moet worden betrokken. Het is natuurlijk de bedoeling dat er een procesbegeleider is ter plaatse.
Wat betreft de synergie tussen natuur en landbouw, collega Steenwegen, is die duidelijkheid een heel belangrijke stap voor de boeren. Zoals ik al zei: de bedoeling is om natuur en landbouw te verweven waar dat mogelijk is, maar om de bestemming landbouw ook te vrijwaren op de plaatsen waar dat noodzakelijk is.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dat volstaat, voorzitter.
De vraag om uitleg is afgehandeld.