Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over de 'plaasmoorde' en de discriminatie tegen de blanke bevolking in Zuid-Afrika
Vraag om uitleg over het bezoek van de minister-president aan Zuid-Afrika
Verslag
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister-president, in de eerste week van maart bracht u een bezoek aan Zuid-Afrika. Op het programma stonden verschillende politieke, economische en culturele contacten. Zo bezocht u onder meer de universiteit van Pretoria waar u het startschot gaf voor de pas opgerichte leerstoel Neerlandistiek. Ook stond de ondertekening van een nieuw samenwerkingsakkoord inzake groene waterstof en onderzoek en technologie op de agenda.
Het bezoek kan ook gekaderd worden in de beslissing van de Vlaamse Regering om Zuid-Afrika niet langer te beschouwen als een land waarmee samengewerkt wordt inzake ontwikkelingssamenwerking. In de toekomst zou dus enkel nog gefocust worden op economische, culturele en politieke relaties. Maar volgens sommige media zorgde die beslissing voor ruis op de lijn met de regering in Zuid-Afrika.
Minister-president, kunt u ons iets meer vertellen over het algemene verloop van uw werkbezoek aan Zuid-Afrika?
Wie reisde er mee in uw kielzog en hebben zij feedback geleverd over hun activiteiten ter plekke?
Het bedrijf Mellowvans, een Zuid-Afrikaanse producent van elektrische driewielers om pakjes mee te vervoeren, liet tijdens het bezoek weten dat het overweegt om een Europees hoofdkantoor in Gent te openen. Waren er andere Zuid-Afrikaanse bedrijven die gelijkaardige investeringen hebben aangekondigd? Reisden er nog Vlaamse bedrijven mee die zelf ook overeenkomsten met Zuid-Afrikaanse autoriteiten of bedrijven hebben afgesloten tijdens het werkbezoek? Zo ja, om welke bedrijven en overeenkomsten gaat het?
Inzake groene waterstof werd er begin februari eveneens een memorandum of understanding getekend tussen de Vlaamse Regering en het Australische Tasmanië. Is het samenwerkingsakkoord dat ondertekend werd in Zuid-Afrika vergelijkbaar?
Zult u de nieuwe leerstoel Neerlandistiek in Pretoria verder opvolgen en wordt die financieel ondersteund vanuit de Vlaamse Regering?
Hebt u overleg gehad met de Zuid-Afrikaanse regering inzake het heroriënteren van de samenwerking met Zuid-Afrika van ontwikkelingssamenwerking naar economische, culturele en politieke samenwerking? Wat waren de reacties en werden er concrete overeenkomsten gesloten?
Hebt u specifieke contacten gehad met vertegenwoordigers vanuit de Afrikanercultuur en werd er eventueel een bezoek aan Orania overwogen, gezien de hechte band tussen de Afrikanercultuur en de Vlaamse? Zo ja, met wie en met welke organisaties hebt u dan precies contact gehad? Indien u een bezoek aan Orania overwoog, waarom werd dit niet in de praktijk gebracht? Hebt u dan al contact gehad met vertegenwoordigers van Orania in het verleden?
Wat is uw visie op dergelijke samenlevingsprojecten?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mijn vraag gaat ook over Zuid-Afrika, maar over een ander aspect van de problematiek. Al jaren is er een aanhoudende stroom van verontrustende berichten uit Zuid-Afrika over de zogenaamde ‘plaasmoorde’. Het is niet de eerste keer dat ik dit hier ter sprake breng. Reeds jaren blijven die onderbelichte ‘plaasmoorde’ – roofovervallen op meestal blanke boeren die bijna altijd gepaard gaan met verkrachting en marteling – een reusachtig probleem. De sadistische manier waarop deze ‘plaasmoorde’ worden uitgevoerd, wijst op een onderliggende haat en/of politieke motivering in hoofde van de daders.
De Zuid-Afrikaanse overheid weigert overigens om cijfers met betrekking tot ‘plaasmoorde’ afzonderlijk bij te houden. Ook zijn er meerdere politieke organisaties en partijen in Zuid-Afrika die zich schuldig maken aan opruiende taal en zelfs het rechtstreeks oproepen tot geweld tegen de blanke bevolking in het land. Zo is er de partij ‘Economic Freedom Fighters’ waarvan de oprichter in 2011 nog veroordeeld werd voor het zingen van het racistische “Shoot the Boer”. Er zijn ook varianten als “Kill the Boer”. Ook het probleem van haatspraak op sociale media jegens blanken in Zuid-Afrika wordt grotendeels door de regering genegeerd.
Minister-president, eind 2020 ondervroeg ik u al over de ‘Plaasmoorde’ en de aanhoudende discriminatie van de blanke bevolking in Zuid-Afrika. Toen stelde u dat de president erop wees dat de meeste slachtoffers van geweld in rurale gebieden arme zwarte mensen zijn. Ik citeer: “Statistisch gezien loopt een blanke boer minder kans om te worden vermoord dan de gemiddelde Zuid-Afrikaan”, zo liet u optekenen. Natuurlijk is dat voor een stukje het zonlicht ontkennen en aan de hand van statistieken een echt probleem proberen te minimaliseren.
Minister-president, ik vind dat u zeker niet mag meegaan in deze afgrijselijk onrechtvaardige retoriek en een feitelijke verdraaiing van absolute cijfers. Ik stel mijn vraag, net zoals collega Slagmulder, opnieuw naar aanleiding van uw bezoek aan Zuid-Afrika.
Hebt u die ‘plaasmoorde’ aangekaart tijdens uw bezoek in Zuid-Afrika? Zo ja, bij welke contacten hebt u de systematische moorden aangekaart en wat waren de reacties? Indien neen, waarom niet?
Hebt u de discriminatie jegens blanken in Zuid-Afrika in het algemeen aangekaart? Zo ja, bij welke contacten? Zo neen, waarom niet?
Minister-president, u verklaarde in de commissievergadering van 8 december 2020 dat u over de kwestie van de ‘plaasmoorde’ van gedachten zou wisselen bij de volgende ontmoeting met de zaakgelastigde van Zuid-Afrika. Wat hebt u dan besproken en wat was de visie van de zaakgelastigde?
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister-president, zoals daarnet door de collega’s geschetst, bent u naar Zuid-Afrika geweest tussen 4 en 9 april. U bezocht Pretoria, waar de algemene afvaardiging van de Vlaamse Regering gevestigd is, Johannesburg waar het kantoor van Flanders Investment & Trade (FIT) gevestigd is en ook Kaapstad.
Met Zuid-Afrika heeft Vlaanderen reeds verschillende decennia een nauwe samenwerking opgestart en uitgebouwd op het vlak van tal van sectoren waaronder onderzoek en ontwikkeling, handel, taal en cultuur. Ook de vorige regeringsleiders en een aantal ministers brachten dit land al bezoeken. Een bezoek aan Zuid-Afrika past dan ook helemaal binnen het beleid, want dit land neemt een bijzondere plaats in in het Vlaamse regeerakkoord. Het is naast Malawi en Mozambique een van de drie focuslanden waar de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking op gericht is. Maar in het regeerakkoord staat ook duidelijk dat de samenwerking met het land geheroriënteerd dient te worden naar een sterke politieke, economische, diplomatieke samenwerking in de brede zin. Zuid-Afrika wordt omschreven als een prioritair samenwerkingsland buiten de EU, net zoals Vietnam, China, India en de Mercosur-landen (Mercado Común del Sur). Als we kijken naar het bruto binnenlands product (bbp) per capita sluit dit land ook op het vlak van cijfers beter aan bij de Mercosur-landen en Vietnam dan bij landen als Mozambique en Malawi. Een specifieke benadering van Zuid-Afrika is dan ook meer dan logisch. Toch zal zo’n heroriëntering tijd vragen. Ik ga ervan uit – en ook mijn fractie – dat we niet zomaar van vandaag op morgen alle ontwikkelingssteun aan Zuid-Afrika kunnen stopzetten.
Minister-president, hoe evalueert u het bezoek?
Op welke wijze en in welke mate heeft dit bezoek kunnen bijdragen aan de beoogde heroriëntering van het beleid van ontwikkelingssamenwerking naar een echte politieke en economische samenwerking? Kunt u dit even toelichten? Zal dit eventueel een impact hebben op de uitgaven in het kader van ontwikkelingssamenwerking?
Op welke wijze kan de bestaande samenwerking tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika nog worden versterkt? Welke opportuniteiten ziet u als minister-president voor Vlaanderen en voor Zuid-Afrika?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik behandel eerst de vragen over de ‘plaasmoorde’ van de heer Deckmyn. Ik had op 8 december 2020 in deze commissie beloofd dat ik het thema bij toekomstige contacten ter sprake zou brengen. Ik sprak met minister Naledi Pandor, bevoegd voor internationale relaties en samenwerking, over geweld en ongelijkheid. Ik herinner u aan de algemene lijn van de Zuid-Afrikaanse regering die ik u ook op 8 december al meegaf. De witte Afrikanerboeren spreken over ‘farm killings’ of ‘plaasmoorde’ en linken die met een genocide die bedoeld zou zijn om de witte landbouwers te verdrijven. De officiële misdaadcijfers zijn genuanceerd. In een van zijn wekelijkse open brieven heeft president Ramaphosa erop gewezen dat naast blanke boeren de meeste slachtoffers van geweld in rurale gebieden arme zwarte mensen zijn. Elke moord is natuurlijk een moord te veel. Zuid-Afrika is een functionerende rechtsstaat en de ‘plaasmoorde’ zijn een van de vele uitdagingen die het politioneel en gerechtelijk apparaat moeten aanpakken. Het Zuid-Afrikaans gerecht heeft verklaard de misdaden verder te onderzoeken.
In mijn gesprek met premier Winde, hoofd van de regering van de provincie West-Kaap, ging ik dieper in op deze problematiek. Premier Winde haalde een aantal interessante initiatieven aan die hij nam om het geweld in stedelijke en rurale context in zijn provincie het hoofd te bieden. De uitdaging is niet min: premier Winde sprak over drieduizend moorden per jaar alleen in zijn provincie – een provincie daar is een deelstaat, Zuid-Afrika is ook een federatie –, natuurlijk niet alleen op blanke ‘farmers’. Trouwens als er zo’n moordpartij in zo’n ‘farm’ gebeurt, dan zijn niet enkel de blanke mensen die op zo’n farm wonen slachtoffer, maar ook de werkers, de zwarten en kleurlingen van de farm worden dan mee aangepakt.
Hoewel politie een bevoegdheid is van het nationale niveau bestaan er op provinciaal en lokaal niveau ordehandhavers met beperkte bevoegdheden. De heer Winde vertelde dat hij aan het nationale niveau heeft gevraagd en verkregen dat de bevoegdheden van deze ordehandhavers uitgebreid worden. Tegelijk heeft de West-Kaapse regering op de zogenaamde ‘crime hotspots’ het aantal lokale handhavers fors verhoogd. De verkiezingsbelofte van Winde was om geweld met 50 procent te laten dalen op 10 jaar. Op twee ‘crime hotspots’ konden ze na 3 jaar reeds het resultaat voorleggen van een daling tussen de 30 en 40 procent. De heer Winde was daar erg enthousiast over. Naast dit veiligheidsplan is er ook nog een ‘rural action plan’ waar de nadruk ligt op samenwerking met lokale gemeenschappen.
Winde benadrukte sterk dat verhoogde veiligheid voor blanke én zwarte Zuid-Afrikanen belangrijk is als basis voor een gezonde samenleving en als basis voor een gunstig investeringsklimaat in zijn provincie. Dat laatste is uiteraard ook direct gelinkt aan de nieuwe relatie die we met Zuid-Afrika willen aangaan. Voor alle duidelijkheid: ik heb de zaakgelastigde hier nog niet gesproken sedertdien.
Twee andere collega’s vroegen naar het algemene verloop van mijn werkbezoek. De zending gaf uiting aan de vernieuwde samenwerking tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika, waarbij de focus thans ligt op diplomatieke, economische en politieke samenwerking. Tijdens de missie vonden vier ministeriële ontmoetingen plaats met de Zuid-Afrikaanse ministers van Internationale Relaties en Samenwerking, van Hoger Onderwijs, Wetenschap en Innovatie, van Sport, Kunst en Cultuur en van Handel, Industrie en Competitie. Ik sprak al over mijn ontmoeting met de heer Winde van West-Kaap. Daarnaast ontmoette onze delegatie ook de premier van Noord-Kaap, evenals de provinciale ministers van Financiën en Economische Ontwikkeling van beide provincies.
Verder vonden er ook enkele bedrijfsbezoeken plaats, onder meer aan de South African Fruit Terminals, OMCO Mould, Lotus Bakeries en Soudal, evenals aan een waterzuiveringsinstallatie van Waterleau, een Vlaamse firma die daar in de Heinekenbrouwerij het water zuivert. Daarbij werden de Vlaamse investeringen in Zuid-Afrika in de kijker gezet. Zo voerde South African Fruit Terminals, een deel van de Sea Invest Group hier in Vlaanderen, een grote expansie door. Ook Lotus Bakeries is reeds aan een derde expansieproject toe. In totaal gaat het om een gezamenlijke investering van 76 miljoen euro. We bezochten eveneens Zuid-Afrikaanse bedrijven die investeren in Vlaanderen.
Ook wetenschappelijke en culturele thema’s kregen aandacht. Zo werd een wisselleerstoel Nederlands geopend aan de universiteit van Pretoria en vond een ontmoeting plaats met de rector van de universiteit van Stellenbosch. De delegatie bezocht de Council for Scientific and Industrial Research, waar een memorandum van overeenstemming werd afgesloten met de Vlaamse tegenhanger: de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO).
Beide instellingen werken samen aan een project voor energieopslag en willen hun samenwerking uitbreiden rond onder andere duurzame energie, chemie en materialen. In Johannesburg was er een dialoog rond amateurkunsten en community arts centres, gefaciliteerd door de Universiteit van de Witwatersrand. We bezochten ook de Universiteit van Kaapstad, in het bijzonder de Jagger-bibliotheek. Een jaar geleden was er een enorme brand in deze bibliotheek. Men is nu de stukken aan het herstellen.
Nog tijdens de zending werden de vernieuwde gebouwen van de Diplomatieke Vertegenwoordiging van Vlaanderen in Pretoria geopend, en werden netwerkrecepties georganiseerd voor onze contacten ter plaatse, de diplomatieke gemeenschap en de Vlaamse gemeenschap.
Naast mezelf en medewerkers van mijn kabinet bestond de delegatie uit de Vlaamse collega’s van FIT en het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken (DKBUZA) die in Zuid-Afrika leven en werken. De CEO van FIT en de afdelingsverantwoordelijke internationale samenwerking van DKBUZA sloten ook mee aan. Ook de secretaris-generaal van het Departement Cultuur, Jeugd en Media maakte deel uit van de delegatie. De CEO’s van Waterleau, SEAinvest en Lotus waren aanwezig bij het bezoek aan hun bedrijven. Een delegatie van VITO sloot aan voor het bezoek aan de Council for Scientific and Industrial Research, en de directeur van de Vlaamse ngo Impact Licensing Initiative was aanwezig bij het bezoek aan de Universiteit van Stellenbosch. De algemene appreciatie van de aanwezige Vlaamse actoren was zeer positief.
Er zijn geen Zuid-Afrikaanse bedrijven die officieel plannen aankondigden om te investeren in Vlaanderen. Ons FIT-kantoor behartigt echter enkele dossiers. Zoals u weet, worden deze geheim gehouden totdat de investeerder zelf de aankondiging maakt. Er reisden geen Vlaamse bedrijven mee met deze delegatie. Het was dus geen handelsmissie.
Met de premier van de Noord-Kaap had ik een eerste, verkennend gesprek over de mogelijkheid tot samenwerking rond groene waterstof. Het potentieel is zeker aanwezig, onder de vorm van een zonne-energiepark, maar zoals u weet, vraagt groene waterstof ook om bijkomende capaciteit inzake vervoer van de groene waterstof. Verder overleg is noodzakelijk vooraleer we tot een formule voor een Memorandum van Overeenstemming (MoU) zouden kunnen overgaan. Maar de eerste contacten zijn gelegd en die waren positief.
Ook met de nationale ministers van Hoger Onderwijs, Wetenschap en Innovatie en van Handel en Industrie, evenals met de premier van de West-Kaap werden opportuniteiten verkend voor samenwerking inzake groene waterstof. Mijn diensten gaan hier verder mee aan de slag gaan.
Het MoU dat werd ondertekend tussen VITO en de Council for Scientific and Industrial Research, betreft de samenwerking inzake onderzoek in verschillende domeinen, waaronder groene waterstof. Het gaat allemaal over domeinen in de energiesector.
De uitbouw en invulling van de Leerstoel Nederlands zal van nabij worden opgevolgd door zowel de Taalunie als de Diplomatieke Vertegenwoordiging van Vlaanderen in Zuid-Afrika. Via beide diensten zal ik op de hoogte worden gehouden van de activiteiten. Financiering van de leerstoel gebeurt door de Taalunie, evenals door de Diplomatieke Vertegenwoordiging van Vlaanderen in Zuid-Afrika. Ook de Nederlandse ambassade in Pretoria neemt een deel van de financiering van de leerstoel op zich. Ze waren ook aanwezig bij de inauguratie van de leerstoel.
De eerder aangehaalde minister van Buitenlandse Betrekkingen Pandor bedankte Vlaanderen uitgebreid voor het geleverde werk inzake ontwikkelingssamenwerking. In ons subsidiëringsbeleid inzake ontwikkelingssamenwerking maakten we de jongste jaren al openingen richting de nieuwe samenwerking. Zo ligt een project voor het testen van batterijen aan de basis van de samenwerking tussen de Council for Scientific and Industrial Research en VITO. Dat project werd met budgetten van Ontwikkelingssamenwerking gefinancierd.
Hetzelfde geldt voor het ontwikkelingssamenwerkingsproject met betrekking tot de vergroening van de Zuid-Afrikaanse industrie dat wordt geïmplementeerd door de United Nations Industrial Development Organization (UNIDO). In dat project worden synergieën gezocht met Vlaamse bedrijven, kennis- en overheidsinstellingen. Een ander project dat de overgang maakt van ontwikkelingssamenwerking naar innovatiesamenwerking en waarbij zowel Vlaamse als Zuid-Afrikaanse industriële en academische partners zijn betrokken, betreft de ontwikkeling van een aangepaste drager om vaccins onder de correcte omstandigheden in afgelegen gebieden te brengen. Dat project wordt mee gestuurd vanuit een Leuvens expertisecentrum. Algemeen wil ik dus aangeven dat de nieuwe relatie, waarbij beide partners als investeerders worden gezien, positief werd onthaald door de gesprekspartners.
Aanvullend kan ik nog meegeven dat de laatste projecten inzake ontwikkelingssamenwerking in Zuid-Afrika eind 2021 zijn goedgekeurd. De projecten worden momenteel uitgevoerd en lopen tot eind 2024. De Vlaamse Regering heeft eerder beslist om de middelen voor ontwikkelingssamenwerking die eerder voor Zuid-Afrika waren bestemd, in de toekomst in het nieuwe partnerland, Marokko, in te zetten. Het gesprek met minister Pandor was in die zin ook zeer interessant omdat zij ook wel begreep dat wij Zuid-Afrika niet als een ontwikkelingsland zien, maar wel wees op de ongelooflijke ongelijkheid tussen de armsten en de rijksten, een ongelijkheid die nog toeneemt. Dat is dus zeker een aandachtspunt in onze samenwerking.
Dan waren er de vragen over de afspraak met de vertegenwoordigers vanuit de Afrikanercultuur. Ik heb tijdens mijn bezoek aan Zuid-Afrika een lunchvergadering bijgewoond in het licht van de taalverwantschap tussen het Nederlands en het Afrikaans. Daarbij was een diverse groep vertegenwoordigers van culturele organisaties en taalorganisaties die werken rond het Afrikaans aanwezig, zoals de Afrikaanse Taalraad, het Taalmonument, de Stigting vir Bemagtiging deur Afrikaans en het Suid Afrikaanse Sentrum vir Nederland en Vlaandere. Zoals bekend is de groep Afrikaanstaligen in Zuid-Afrika erg divers. Ze bestaat uit blanke Afrikaners, maar ook uit de gekleurde gemeenschap en de traditionele Khoisangemeenschap. Gezien die diversiteit werd niet overwogen om een bezoek te brengen aan het samenlevingsproject Orania, dat zich specifiek op één enkele bevolkingsgroep richt.
Dan was er de vraag op welke wijze de samenwerking tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika kan worden versterkt, en de vraag welke opportuniteiten we zien. We zetten verder in op goede relaties met de Zuid-Afrikaanse nationale overheid voor alle Vlaamse bevoegdheden. In het bijzonder maakten we afspraken om de samenwerking op het vlak van onderzoek en innovatie te verdiepen en uit te breiden, met een focus op klimaatverandering, groene economie, hernieuwbare energie en groene waterstof. Het eerder aangehaalde memorandum van overeenstemming tussen de Council for Scientific and Industrial Research en VITO is daarvan een uitstekend voorbeeld. Hiervoor kunnen beide regeringen verder fondsen ter beschikking stellen. Ook de samenwerking tussen het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO) en zijn Zuid-Afrikaanse tegenhanger, de National Research Foundation, wordt verdergezet. De uitstekende relaties tussen Vlaamse en Zuid-Afrikaanse universiteiten kunnen de innovatiesamenwerking een boost geven. Het reeds aangehaalde project voor een vaccindrager is een goed voorbeeld daarvan.
Zoals gesteld, zien beide regeringen veel mogelijkheden voor een nauwere samenwerking inzake handel en industrie. Groene waterstof, havensamenwerking, voedselveiligheid, eventuele handelsbelemmeringen en handelsopportuniteiten zullen het onderwerp uitmaken van verder bilateraal ministerieel overleg. Ook op het vlak van digitalisering, ‘data science’, mariene wetenschap en mensenrechten zullen beide overheden nauwer gaan samenwerken. We investeren in nieuwe relaties op provinciaal niveau. Dat doen we in het bijzonder met de West-Kaapse regering. Daar is er potentieel voor havensamenwerking, digitalisering en IT, toerisme, kinderrechten en investeringen. Met de Noord-Kaapse regering doen we dat evenzeer. Potentieel is er daar vooral inzake havenontwikkeling en groene waterstof.
In de culturele samenwerking versterken we de focus op taal door een meer prominente plaats voor neerlandistiek in Zuid-Afrika, waarbij ook andere lokale talen niet worden vergeten.
Daarnaast wordt ingezet op uitwisseling en capaciteitsopbouw inzake amateurkunsten.
Vlaanderen wil verder investeringen aantrekken. Zuid-Afrikaanse bedrijven kunnen een economische meerwaarde hebben voor Vlaanderen, maar kunnen ook een bijdrage leveren tot het Vlaamse innovatielandschap. Omgekeerd zullen we Vlaamse bedrijven ondersteunen om te investeren in Zuid-Afrika. De nieuwe investeringen van Waterleau, Soudal en Lotus Bakeries tonen dat aan.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw uitgebreide antwoord. Het is uiteraard positief dat de Vlaamse Regering verder inzet op economische, culturele en politieke relaties met Zuid-Afrika. Die moeten dan uiteraard ook altijd een meerwaarde hebben voor Vlaanderen. Als een Zuid-Afrikaans bedrijf zoals MellowVans overweegt om zijn hoofdkantoor in Gent te vestigen, dan kunnen we dat alleen maar toejuichen, denk ik. Er is ook een Zuid-Afrikaanse onderneming die gespecialiseerd is in satellieten. Die gaat ook extra investeren, in Leuven. Dat zou tien extra werknemers opleveren. Als MellowVans daadwerkelijk naar Gent zou komen, hebt u er enig idee van over hoeveel arbeidsplaatsen dat zou kunnen gaan? Is dat ook ter sprake gekomen?
Er zijn ook nauwe banden tussen de Vlaamse havens en de havens van Zuid-Afrika. Zijn er hieromtrent bepaalde nieuwe afspraken gemaakt?
Wat die leerstoel neerlandistiek betreft, het is goed dat dit vanuit Vlaanderen mee nauwgezet zal worden gevolgd. De Nederlandse taal staat zelfs in Vlaamse universiteiten onder druk, en zeker in Nederlandse. In Zuid-Afrika is dat al zeker het geval, en zeker ook als het gaat over het Afrikaans. Ik ben enkele jaren geleden zelf in Zuid-Afrika geweest, en heb daar ook kunnen vaststellen hoe het Afrikaans daar systematisch onder druk staat. Die leerstoel neerlandistiek zal dus zeker zijn waarde hebben. Op die manier kan de interesse voor de Nederlandse literatuur en taalkunde in Zuid-Afrika, als die in internationaal perspectief wordt geplaatst, zeker worden aangewakkerd.
Minister-president, u hebt het daarstraks al eventjes vermeld: vorig jaar werd een universitaire bibliotheek in Kaapstad door een brand verwoest. Vanuit Vlaanderen gaat er 50.000 euro, waarvan 25.000 euro vanwege de Vlaamse Regering, richting Kaapstad voor de heropbouw en restauratie van die bibliotheek. Wat is ondertussen de stand van zaken wat dat betreft? Zult u ook nauwgezet mee opvolgen waarvoor dat geld zal worden gebruikt?
Tot slot vind ik het een gemiste kans dat Orania niet werd bezocht. Ik zou ook niet weten wat het probleem zou kunnen zijn met Orania. Iedereen is daar welkom als hij de waarden en de normen van de Afrikanercultuur deelt. U weet net zo goed als ik dat Nelson Mandela daar destijds ooit op bezoek is geweest. Ik zie dus niet in waarom wij daar vanuit Vlaanderen niet op bezoek zouden kunnen gaan.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor uw antwoord. U had beloofd om dit aan te kaarten in Zuid-Afrika. U hebt uw belofte gehouden, maar een andere belofte, met de zaakgelastigde spreken, daarentegen niet. Misschien komt dat nog. Ik weet niet of u daar al een planning voor hebt. Ik kom terug op de feiten zelf. U verwijst opnieuw naar heel wat nuanceringen. Ik had daar trouwens voor gewaarschuwd in mijn vraagstelling. U zegt dat zelfs president Ramaphosa dat heeft genuanceerd. Uiteraard nuanceert de president deze zaak. Dat citaat van hem gaf ik trouwens zelf ook al mee. Statistisch gezien lopen die blanke boeren zogezegd minder gevaar om te worden vermoord dan zwarten. Dat is natuurlijk statistiek, en over cijfers en statistiek kun je veel zeggen. Een bekende stelling is dat je met cijfers alles kunt bewijzen. Blanke boeren en eigenaars worden echter wel degelijk politiek geviseerd. U hebt in uw antwoord terecht verwezen naar het feit dat wanneer blanke farms worden aangevallen, op diezelfde boerderijen in eenzelfde beweging uiteraard ook zwarten en kleurlingen worden vermoord.
Maar als ik dan even cynisch mag zijn, dat zorgt voor statistische neutralisatie. Dat is net het punt dat ik wil maken: met cijfers en statistieken kan men alles bewijzen. Dit gaat wel degelijk over een politiek gemotiveerde zaak. Ik blijf erbij, dit zijn politiek geïnspireerde moorden, die niet los kunnen worden gezien van bijvoorbeeld de onteigeningen en nationalisatie van blanke farms die de Zuid-Afrikaanse regering wil doorvoeren – dat is eigenlijk een aandachtspunt dat ik nog niet heb aangehaald. Ramaphosa heeft gesteld dat de grond van blanke boeren eigenlijk moet worden herverdeeld richting de zwarte bevolking. Als signaal kan dat natuurlijk tellen. Het is zeker geen signaal dat ervoor zorgt dat zwarten meer respect zullen hebben voor de blanke farms. Dat zijn farms waar effectief nog heel veel werk wordt verricht dat in het voordeel is van de ontwikkeling van Zuid-Afrika.
Minister-president, ik kan dus niet anders dan te zeggen dat u zich eigenlijk opnieuw in de hoek hebt laten zetten door de Zuid-Afrikaanse regering, om mee te gaan in de minimalisering van de ‘plaasmoorde’ en dat vind ik een jammere zaak.
De heer Tommelein heeft het woord.
Ik herhaal nog eens dat het goed is dat u een uitgebreid bezoek hebt gebracht aan Zuid-Afrika. Voor een exportland als Vlaanderen hebben dergelijke zendingen steeds een zeer belangrijke waarde. Zuid-Afrika staat nu op plaats 37 van de ranking wat de Vlaamse totaaluitvoer van goederen betreft, dat is hoger dan Vietnam of de Mercosurlanden. Qua invoer staat Zuid-Afrika zelfs op plaats 21 en het zou dus zeer goed zijn dat we de handelsbalans met Zuid-Afrika nog meer in evenwicht kunnen brengen. Als ik hoor welke bezoeken u hebt afgelegd en welke gesprekken u met de ministers hebt gevoerd, denk ik dat de samenwerking inzake onderzoek en ontwikkeling daar misschien toe kan bijdragen.
De visie van uw regering om het beleid ten aanzien van Zuid-Afrika te gaan heroriënteren naar meer echte samenwerking is in het belang van beide partners. Vandaar dat goed overleg toch wel zeer belangrijk is.
De vraag is: hoe ziet u verdere stappen in de toekomst? Plant u nog een nieuw bezoek of zijn er nog andere ministers van uw regering die een bezoek plannen aan Zuid-Afrika, wat betreft de politieke economische samenwerking? Zal dat gefaseerd gebeuren? Wordt daar een timing op gezet? Kunnen we daar deze legislatuur nog dingen over vernemen?
De heer Aerts heeft het woord.
In de periode dat u in Zuid-Afrika was, of net erna, is de oostkust van Zuid-Afrika getroffen door enorme regenval, met zeer drastische gevolgen. De zware overstromingen zouden de ergste zijn die het land ooit gekend heeft. Wegen zijn weggespoeld, huizen stonden onder water en mensen moesten op hun dak toevlucht zoeken – we kennen de beelden. In totaal hebben toch meer dan 250 mensen jammer genoeg het leven gelaten. Wetenschappers uit die hoek geven ook aan dat Zuid-Afrika hoe langer hoe meer zal worden getroffen door die hevige regenval, dat is een gevolg van de klimaatopwarming. Enkele jaren geleden hadden ze op dat vlak ook prijs. Het was niet zo drastisch als nu, maar er waren ook wel verschillende doden en heel wat infrastructuurkosten.
Ik vroeg me dus af, minister-president, of u na die overstromingen – dus eigenlijk in de onmiddellijke nasleep van uw bezoek – nog contact had met Zuid-Afrika? Om te bekijken of we hen op de een of andere manier kunnen helpen met onze expertise of met financiële ondersteuning voor de heropbouw na die zeer zware overstromingen, met een zeer hoge tol voor Zuid-Afrika.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, om op jullie bijkomende vragen te antwoorden: voor MellowVans zal het in eerste instantie over een twintigtal arbeidsplaatsen gaan. Het hangt er dan natuurlijk van af of hun business boomt of niet.
Er zijn inderdaad nieuwe afspraken met de havens. De havens in Zuid-Afrika zijn geen goed voorbeeld van goed havenbeheer. In Kaapstad, zeker van op de Tafelberg, kan men de boten bijvoorbeeld zien liggen die niet op tijd binnen konden in de haven. Daar hebben we dus onder andere toegelicht dat de Antwerpse haven internationale opleidingen geeft voor havenbestuur en -beheer. Daar was zeker interesse en er werden wederzijdse contacten gelegd. Ik denk dat we daar inderdaad mooi werk kunnen doen.
Wat de restauratie van de bib betreft, hebben we met de Vlaamse Regering eigenlijk het bedrag verdubbeld dat de universiteit van Leuven had opgehaald door te joggen enzovoort. Het is mede de taak van de Diplomatiek Vertegenwoordiger van Vlaanderen om dat op te vullen, maar ik denk dat 50.000 euro een habbekrats zal zijn van het geheel dat nodig zal zijn om de bib in haar oude pracht en praal te herstellen. Ze hebben de meeste van hun werken wel kunnen redden, er was trouwens eerder waterschade dan brandschade. Dat wordt inderdaad verder opgevolgd door onze lokale vertegenwoordiger.
Mijnheer Deckmyn, in opvolging van het bezoek dat we nu gehad hebben, zal ik zeker en vast contact hebben met de zaakgelastigde van Zuid-Afrika. Ik ben het echter niet met u eens dat ik me in de hoek heb laten zetten door een minimalisering van het probleem. Integendeel, tijdens een handelsmissie, die vooral draait om handels- en culturele betrekkingen, is het niet zo evident om die problematiek aan te kaarten. We hebben dat gedaan, we hebben dat in alle toonaarden gedaan. Vooral de premier van West-Kaap heeft gezegd dat hij bijkomende bevoegdheden heeft kunnen bekomen van de Zuid-Afrikaanse federale overheid, om het probleem ter plaatse aan te pakken. We hebben dat dus wel degelijk aangekaart en zeker niet geminimaliseerd.
Mijnheer Tommelein, wat zijn de verdere stappen? In oktober zal ik nog een contact hebben met de minister van Handel, die dan naar Europa komt. Ondertussen zitten onze diensten samen om de vele opportuniteiten die we gezien hebben, te concretiseren. In oktober zullen we opnieuw bekijken hoever we staan en dat nog concreter maken.
Mijnheer Aerts, bij mijn weten is er nog geen vraag gekomen. Ook nu is het de taak van onze diplomatiek vertegenwoordiger om contact te hebben met de Zuid-Afrikaanse overheid, om te zien of daar specifieke vragen in onze richting zijn. Tot hiertoe zijn die echter nog niet tot bij ons gekomen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Heel kort, ik zal het op een positieve manier proberen aan te kaarten, minister-president. Probeert u in de toekomst alstublieft niet mee te gaan in de retoriek van het ANC, maar probeer tegen de stroom in te roeien en blijf die vreselijke ‘plaasmoorde’ aankaarten.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Die andere moorden zijn even vreselijk, hè.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.