Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de aanstelling van de nieuwe sportief directeur bij voetbalclub Antwerp
Vraag om uitleg over de problematische aanstelling van een sportief directeur bij Antwerp FC wegens beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, zes weken geleden stond de voetbalwereld in Nederland op zijn kop. Er werd bekendgemaakt dat Marc Overmars, directeur Voetbalzaken van de Amsterdamse voetbalclub Ajax, al jarenlang ongepaste berichten en foto’s, van onder andere zijn geslachtsdelen, naar vrouwelijke werknemers van Ajax had gestuurd. Daarbij kwam ook naar boven dat de directie van de Amsterdamse voetbalclub op de hoogte was van zijn wangedrag. Hij moest naar aanleiding van dit nieuws onmiddellijk ontslag nemen.
Een paar weken later bood de Antwerpse club Royal Antwerp FC Overmars een nieuwe job aan. Hij werd uitgenodigd om directeur Voetbalzaken te worden bij de Antwerpse club. Een goede maand na zijn ontslag bij Ajax ging Overmars effectief bij Antwerp aan de slag. De aanstelling van Overmars bij Antwerp beroert natuurlijk de gemoederen. De club wachtte noch een lopende zaak bij het Nederlandse Instituut voor Sportrechtspraak af, noch nam de club blijkbaar de klachten tegen Overmars echt serieus. Maar de algemeen directeur van de club stelde dat iedereen een tweede kans verdient en dat dergelijk gedrag tot de privézaken zou behoren.
Deze overstap geeft aan alle werknemers, maar dan toch in het bijzonder aan vrouwelijke werknemers binnen de voetbalwereld, het signaal dat de carrière van één man belangrijker is dan hun veiligheid.
Minister, hoe staat u tegenover deze overstap van Overmars naar Royal Antwerp FC naar aanleiding van zijn ontslag bij Ajax vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag? Erkent u dat dit een zeer fout signaal is ten aanzien van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport? Plant u overleg met de voetbalwereld rond dit thema?
De voetbalwereld telt al heel weinig vrouwen in haar middens, zeker qua bestuurders. Hoe gaat u het aantal vrouwen in bestuursfuncties in de voetbalwereld verhogen? Hoe zult u ervoor zorgen dat vrouwen te allen tijde beschermd zijn tegen eventueel wangedrag van mannelijke collega’s?
Wat zult u concreet doen om binnen de voetbalwereld seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksisme tegen te gaan zodat iedereen zich veilig kan voelen op de werkvloer en op het veld?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik heb een vraag over hetzelfde thema, namelijk voetbalclub Antwerp, die onlangs een nieuwe sportief directeur heeft voorgesteld, Marc Overmars. Marc Overmars is een man die op sportief vlak heel wat heeft verwezenlijkt in Nederland, en professionele kwaliteiten heeft die veel internationale ploegen wel zouden willen binnenhalen. Er zit echter ook een andere kant aan het verhaal. Want Marc Overmars werd nog maar in februari ontslagen bij de Nederlandse ploeg Ajax Amsterdam vanwege grensoverschrijdend gedrag. Hij zou daar als sportief directeur stalkingsgedrag hebben vertoond tegenover andere werkneemsters en leden van de vrouwenploeg. Het ging vooral over buitensporig veel en ongepaste berichten.
De aanstelling van Marc Overmars door Antwerp is duidelijk ingegeven door sportieve ambities. Die schijnen door te wegen op de eerder geuite beschuldigingen ten aanzien van de nieuwe directeur. Het feit dat hij slechts een maand, en niet langer dan een maand na zijn ontslag al opnieuw aan de slag kan in een gelijkaardige setting, doet toch echt heel wat vragen rijzen, zeker op ethisch vlak.
In hoeverre is er bijvoorbeeld sprake van voldoende schuldinzicht en was er ruimte om aan zichzelf te werken? En in hoeverre wordt er door voetbalclub Antwerp eigenlijk belang gehecht aan en rekening gehouden met de integriteit van vrouwelijke werkneemsters en speelsters?
Wat ook opviel bij de voorstelling van de nieuwe sportief directeur was dat de verantwoordelijken van FC Antwerp uitdrukkelijk verwezen naar een gesprek met Marc Overmars en dat er een match was over gedeelde waarden en normen. Dat klinkt toch eerder verontrustend en lijkt de eerdere beschuldigingen te bagatelliseren, vind ik.
De eerste ploeg van de voetbalclub valt niet onder het toepassingsgebied van het Sportfederatiedecreet, maar de jeugdploegen van FC Antwerp zijn wel lid van Voetbal Vlaanderen en moeten wel degelijk het Sportfederatiedecreet en het decreet rond gezond en ethisch sporten naleven.
Minister, hoe staat u tegenover de aanstelling van de nieuwe sportief directeur bij voetbalclub Antwerp en het signaal dat daardoor wordt gegeven over het plegen van grensoverschrijdend gedrag?
Zult u met de club in gesprek gaan over de voorbeeldrol van de ploeg uit de eerste klasse ten aanzien van de jonge spelers bij Antwerp en andere clubs van de Pro League?
Hoe zal de club de vrouwelijke personeelsleden geruststellen zodat zij zich comfortabel voelen in de samenwerking met de nieuwe sportief directeur? Bij uitbreiding geldt natuurlijk hetzelfde voor de hele voetbalwereld.
Welke rol kan het Internationaal Centrum Ethiek in de Sport spelen? Hoe kan ervoor gezorgd worden dat het onderschrijven van een gedragscode voor directieleden en personeelsleden meer ingang vindt?
Ik heb een gelijkaardige vraag over seksueel grensoverschrijdend gedrag van leidinggevenden in de voetbalwereld. Zes weken geleden stond in Nederland de voetbalwereld op zijn kop. Marc Overmars stuurde jarenlang ongepaste berichten en werd daarvoor ontslagen. Kort nadat hij bij Ajax zijn biezen moest pakken, haalde Antwerp hem binnen. Dat hij met geen enkel louterend woord rept over zijn probleemgedrag, doet inderdaad de wenkbrauwen fronsen.
Wat ik ook nog wel belangrijk vond, is dat er geen overleg is geweest met het personeel van Antwerp. Nochtans benadrukte recent nog de Genderkamer, onderdeel van de Vlaamse Ombudsdienst, in een hoorzitting in deze commissie het belang van die interne processen van overleg en bemiddeling om problemen te voorkomen. Bovendien gaven de antwoorden van mijnheer Overmars op de persconferentie niet de indruk dat hij tot inzicht kwam en dat dergelijk onwenselijk gedrag in de toekomst zal uitblijven. Ook de voetbalclub maakt er zich toch wel zeer gemakkelijk van af.
Minister, wat denkt u van de hele zaak? Welk signaal wordt hiermee gegeven?
Wat denkt u van het feit dat er geen intern overleg of een traject is geweest met het personeel en dat zo de aanbevelingen van onder andere de Genderkamer om grensoverschrijdend gedrag binnen professionele organisaties te voorkomen totaal niet lijken te zijn doorgedrongen en vele malen worden genegeerd?
Zijn er concrete richtlijnen in die zin voor sportclubs? Zo niet, moeten die er zijn? Zo ja, wordt erop toegezien dat ze worden opgevolgd? Zult u in dit geval iets concreets ondernemen?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, het staat natuurlijk organisaties en mensen vrij om contracten met elkaar af te sluiten. Dat geldt ook voor profclubs. Wat er is gebeurd in het kader van de aanstelling van Marc Overmars speelt zich in eerste instantie af binnen een bedrijfscontext en gaat in essentie over de relatie tussen een werkgever en een werknemer. In zo’n context is de Welzijnswet van toepassing. Daar zitten ook verplichtingen in aangaande het psychosociaal welzijn op het werk op het vlak van seksuele intimidatie.
Tot daar het juridische luik. Er is natuurlijk ook wel een moreel aspect aan verbonden. Je kunt wel wat vragen stellen bij het verloop van de aanstelling, de communicatie, de non-communicatie intern en extern. Ik begrijp ook niet waarom die transfer nu zo hoogdringend was. En ja, er is niets strafbaars aan het verspreiden van sms’en en andere berichten met – eufemistisch gesteld – suggestieve foto’s. Maar het onderzoek loopt nog.
En ik begrijp niet waarom men dat onderzoek niet kon afwachten, al was het maar uit respect voor de slachtoffers, en al was het maar uit respect voor de betrokken instanties en voor het integriteitsbeleid van onze Nederlandse collega’s. Er loopt dus een onderzoek bij het Instituut Sportrechtspraak in Nederland, een officiële instantie. Dat begrijp ik dus niet.
Maar u polste ook naar de richtlijnen. Ik zal misschien eerst iets zeggen over ons beleid. Binnen onze sportsector is er sedert 2018 een integriteitsbeleid, een kader, waarover we hier ook regelmatig debat voeren. Naast de verplichtingen ten aanzien van de Vlaamse sportfederaties, waaronder Voetbal Vlaanderen, trachten we dat ook in de sportclubs te stimuleren, door net te gaan investeren in sportclubondersteuning.
U polste naar concrete richtlijnen op het niveau van de club, op het niveau van de organisatie. Ik kan u alvast melden dat het Centrum Ethiek in de Sport de sportclubs een toolkit aanbiedt. Dat is natuurlijk vooral in de eerste plaats bedoeld voor en op maat van de eerder door vrijwilligers gedragen sportclubs. Van professionele organisaties mag je meer verwachten, met ook de verplichtingen naar het personeel toe. Ik heb ook verwezen naar de Welzijnswet.
Ik verwijs ook naar het beleidsdomeinoverschrijdend initiatief Grenswijs, waar het Centrum Ethiek in de Sport aan meewerkte. Grenswijs is een interactieve tool, waarmee je als organisatie je eigen integriteitsbeleid kunt opmaken. Dit beleidsplan werkt op drie niveaus: kwaliteit, preventie en actie. Die tool is integraal beschikbaar via de website www.grenswijs.be.
Maar als het gaat over professionele clubs, dan hebben we ook daar toch een interessant initiatief dat ik u kan meegeven. Het Centrum Ethiek in de Sport is aan de slag gegaan bij Lommel SK, waar men een concreet integriteitsbeleid gestalte heeft gegeven. Dat gaat onder meer over het opzetten van specifieke maatregelen in het kader van grensoverschrijdend gedrag, richtlijnen bij aanwervingen van zowel vrijwilligers als vaste medewerkers, en het hanteren van een gedragscode. Dat lijkt wel een interessante casus specifiek voor profclubs, en om die aan te zetten om zo’n oefening ook breder op te nemen voor zichzelf.
Wat de vertegenwoordiging van vrouwen in bestuursfuncties betreft, denk ik dat we afdoende dat debat in deze commissie gevoerd hebben. U kent mijn standpunt ter zake. Maar om nog eens te onderstrepen hoeveel belang we vanuit het Vlaams sportbeleid hechten aan een integere sportsector, sluit ik graag af met een verwijzing naar de Week van de Ethiek, die het Centrum Ethiek in de Sport organiseert, trouwens ook op mijn vraag. Dat loopt van maandag 16 mei tot en met vrijdag 20 mei. Daar komen heel wat facetten rond integriteitsbeleid aan bod, met overdag sessies voor sportfederaties en sportdiensten. ‘s Avonds kunnen ook trainers, sportclubverantwoordelijken, bestuurders en club-API’s (Aanspreekpersoon Integriteit) aansluiten op vormingen. En voor het topic grensoverschrijdend gedrag specifiek trekken we zelfs twee dagen uit.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Bedankt, minister. Het zal u niet verwonderen dat ik ontgoocheld ben in uw antwoord. U zegt dat er zaken gebeuren binnen de sport, met een toolkit, een interactieve tool. Ik vraag mij af of FC Antwerp die toolkit gebruikt zou hebben om Marc Overmars, die foto’s van zijn geslachtsdelen… U zegt dat we het onderzoek afwachten. Maar ik ben een vrouw – dat doet er eigenlijk niet toe – en ik weet niet of u het zich kunt inbeelden wat dat doet om zo’n foto op je gsm te krijgen. Dat is niet echt fijn. Het is niet dat we daarmee lachen.
Dus een toolkit of een interactieve tool, dat is goed. Dat is zeker goed. Wat de Week van de Ethiek betreft: ik vraag mij af of Paul Gheysens van FC Antwerp die week zal inleiden, en of hij daar zal zijn. Dus ik vind het heel goed dat we al die dingen opzetten, dat moet ook. Maar u kunt als minister van Sport ook een veel sterker signaal geven, en zeggen dat dergelijk gedrag en een dergelijke aanwerving op zo’n korte termijn, met een schuldbesef onder nul, eigenlijk niet het sportbeleid is waar u voor staat. Want u weet het, profsport straalt af naar de kleinere sporten. Het is onaanvaardbaar wat daar is gebeurd, eigenlijk voor de hele samenleving. Iemand die dergelijke dingen doet, zegt een maand later even op televisie dat hij er nu niet meer over wil praten, want het is een beetje ambetant voor zijn gezin. Ik vind dat verschrikkelijk. Want we zien eigenlijk ook dat die mentaliteit van grensoverschrijdend gedrag gelukkig een beetje gekeerd is.
We hebben eigenlijk twee sponsors gezien die, en ik wil hen daarvoor danken, hebben gezegd dat dit niet kan en die zich terugtrekken. Zij geven geen geld aan een club die dergelijke normen en waarden hanteert. Ik vind het jammer dat bijvoorbeeld de haven van Antwerpen dat niet heeft gedaan, maar misschien doet ze dat alsnog. Er moet een sterk signaal naar die clubs komen. Ik herhaal dan ook nog eens mijn vraag of u nog iets anders zult doen ten aanzien van de voetbalwereld dan een toolkit en een interactieve tool aanbieden en eens een week over ethiek praten om aan te tonen dat dit grensoverschrijdend gedrag van de hoogste plank totaal onaanvaardbaar is. Ik twijfel er niet aan dat u dat als minister van Sport niet goedkeurt maar het zou u sieren indien u dit ook openbaar zou zeggen. Veel mensen zouden dat aangrijpen als een signaal dat het u menens is dat er iets moet gebeuren tegen grensoverschrijdend gedrag.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt natuurlijk gelijk dat we een onderscheid moeten maken tussen het juridische en het ethisch-morele kader en dat u juridisch niet kunt ingrijpen omdat het iedereen vrij staat om overeenkomsten te sluiten en werknemers te werven. Vanzelfsprekend is dat zo. Maar minister, u verwijst naar heel het integriteitsbeleid dat vanuit Vlaanderen wordt gevoerd en ik durf toch ook wel zeggen dat we de laatste jaren ter zake heel wat op poten hebben gezet. Tijdens de vorige legislatuur was er de commissie Grensoverschrijdend Gedrag met decreten en heel wat aanbevelingen als eindresultaat waarmee ook het beleid aan de slag is gegaan.
U geeft een overzicht van dat integriteitsbeleid maar wat voor mij nu het grote probleem is, is dat alles wat u, uw collega’s en wij vanuit het beleid en de politiek ter zake aan inspanningen doen, zo gemakkelijk, in één beweging van de tafel wordt geveegd wanneer het gaat over sportieve en economische belangen. Op dat moment worden die waarden zomaar van tafel geveegd en dreigt al het werk dat gebeurt in clubs op verschillende niveaus, met vrijwilligers enzovoort, te worden ondergraven. En dan past er voor mij maar één zaak, en dat is heel uitdrukkelijk afstand nemen van wat daar is gebeurd. Voor mij duidt het gebeurde er ook nogmaals op dat alle inspanningen ten spijt, die cultuuromslag er nog altijd niet of niet voldoende is en dat we telkens met hetzelfde probleem worden geconfronteerd. We minimaliseren en zeggen dat het toch zo erg niet is, dat hij er afstand van heeft genomen, dat de communicatie misschien niet zo goed was, en maken het telkens nog erger. Mijn vraag, minister is, hoe we daar samen vanuit het beleid heel uitdrukkelijk afstand van kunnen nemen. Zoals mevrouw Lambrecht zei, hebben sponsors dit al gedaan. Ook Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA), geen sponsor, gaf al aan niet meer te willen samenwerken met de club in deze omstandigheden. Hoe kunnen we hier samen heel uitdrukkelijk afstand van nemen en hoe kunnen we samen verder werk maken van die cultuuromslag? Dat is een werk van elke dag, de feiten benadrukken opnieuw de noodzaak.
Minister, ik wil ook aangeven dat men binnen het juridisch kader en een bedrijfscontext vrij is om aan te nemen wie men wil maar dat is geen voldoende argument. We dulden het niet wanneer er in het middelbaar onderwijs misbruik is en we veroordelen dat zeer scherp. We dulden dan niet in de media en dus mogen we dat zeker ook in de sportwereld niet dulden. Het is dan ook aan de politiek om de druk voor een stuk op te voeren.
Minister, in die zin is mijn vraag heel concreet: bent u in gesprek gegaan met de leiding van de club? Hebt u gesprekken gevoerd met het personeel? Hebt u dit heel duidelijk publiek veroordeeld in de media en op welke manier en waar? Als u dat niet hebt gedaan, bent u dan van plan om dat alsnog te doen, want ik denk dat dit heel belangrijk is als signaal vanuit de politiek en van u als minister van Sport om dit klaar en duidelijk te veroordelen en duidelijk te maken aan de leiding van de club?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Dank aan de vraagstellers. Minister, dank u voor het antwoord. Ik wil enkele zaken op een rijtje zetten.
Grensoverschrijdend gedrag kan niet. Het maakt niet uit wie de dader is en wie het slachtoffer is en welke de context is, in welke organisatie het plaatsvindt. Dat is een vaststelling die we hier, over de partijgrenzen heen, kunnen maken. Tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat niet wij, parlementsleden, de rechter of zelfs de beul moeten zijn in dossiers waarvan de juridische nasleep nog loopt. Wij moeten daar geen uitspraak over doen. Het is wel onze taak om kansen aan te grijpen en om hier – hoe wankel ook de start mag geweest zijn – een kans in te zien richting de toekomst. Dat moeten wij kunnen doen.
Wij hebben wat betreft grensoverschrijdend gedrag binnen de sport een heel erg uitgekiend beleid. We hebben dat ook binnen andere contexten. Minister Dalle kwam twee geleden in deze commissie nog zeggen dat het hoofdzakelijk in de media een gigantisch probleem is. Daar moet een extra actieplan voor worden opgesteld. We zien dat het heel erg breed is. Maar het gaat erom kansen te zien. Hoewel het een wankele start heeft gekend, zouden we binnen Antwerp FC en binnen de sport in het algemeen tot een beleid moeten komen dat als voorbeeld kan dienen. Er zijn allicht een aantal fouten gemaakt qua communicatie, qua opeenvolging van handelingen. Hoe kan dit worden aangepakt? Hoe kan dit in de toekomst verbeteren? We moeten in de toekomst naar Antwerp FC kunnen kijken als naar een voorbeelddossier van hoe we het in de toekomst elders kunnen aanpakken. Het is nodig dat we dit soort kansen zien.
Minister, kunt u daar als minister, kan het beleid daarbij betrokken zijn? Maar meer nog, kan de Genderkamer – en ik weet dat dat in alle luwte zal zijn – een kader ontwikkelen en een voorbeeldfunctie aan Antwerp FC koppelen?
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, u maakt terecht het onderscheid tussen het juridische en het ethische. Dat klopt absoluut.
Collega Schryvers, het is ook een voorbeeld van hoe die culturele omslag toch nog achterblijft. Er wordt vaak nog licht omgegaan met grensoverschrijdend gedrag. Minstens in één profclub. Het is een heel domme beslissing, maar het is inderdaad niet aan ons om te bepalen hoe het aanwervingsbeleid van Antwerp FC in elkaar zit. Wij moeten wel, als vertegenwoordigers van de brede samenleving, daarover een veroordeling uitspreken, om te zeggen dat het niet bijdraagt aan de nodige cultuuromslag in de samenleving en in de sportwereld. Dat zijn signalen die we van hieruit moeten geven. Ik denk dat we dat vanop deze bühne op deze manier doen en gedaan hebben. Als het dan gaat over die culturele omslag, merk ik dan ook dat bij de sponsors die reageren toch wel best van een cultuuromslag mag worden gesproken. De reacties van diegenen die effectief impact hebben op de club, die effectief met centen over de brug komen, zullen veel meer directe impact hebben dan alles wat wij hier met actieplannen en dergelijke kunnen verwezenlijken op korte termijn.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil erop wijzen dat er een onderzoek loopt, à charge en à décharge. Net daarom vind ik het zo onverstandig dat men zo snel geschakeld heeft bij Antwerp FC. Er is in eerste instantie het Instituut Sportrechtspraak in Nederland. Ik zeg niet: ‘Het was dit of dat.’ Maar als een onderzoek loopt, begrijp ik niet waarom men niet de kans geeft om dat onderzoek te laten afronden. Men loopt risico’s. Of heeft men weinig vertrouwen in de afloop van het onderzoek? Ik weet het niet, maar ik vind dat onverstandig.
Ik kijk uit naar verdere acties van de betrokken profclub, die toch enige blijk heeft gegeven van het inzicht dat men het inzake procedure en communicatie niet bepaald goed heeft aangepakt. Ik kijk uit naar hun verdere acties op dat vlak, niet naar de woorden maar naar de daden.
Ten tweede, voor wat betreft mijn publieke uitspraken daaromtrent: ik veronderstel dat dit een publieke commissie is, die vanzelfsprekend steeds met heel grote aandacht gevolgd wordt, dus dat is bij deze duidelijk.
Wij hebben vanuit Vlaanderen, op het vlak van integriteitsbeleid in het kader van de sportsector, het voortouw genomen, zelfs op internationaal niveau. Ik vrees een beetje, of ik betreur toch alleszins, dat dit een beetje in tegenspraak is met alle inspanningen die in het verleden al gebeurd zijn, of dat het de perceptie een beetje dreigt te besmeuren. Laat dat niet gebeuren. We kijken dus uit naar de acties van de profclub in kwestie, en ik denk ook dat zij er, voor eigen lijf en leden, goed aan zouden doen om snel met acties voor de dag te komen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, de collega’s hebben gelijk: het is inderdaad niet aan ons, als parlementsleden, om rechter te zijn. Dat willen wij ook niet. Maar het is wel aan ons om zo’n wangedrag – ik herhaal: het veelvuldig versturen van foto’s van geslachtsdelen, dat is geweten – af te keuren. U zou dat, als minister van Sport, ook nog meer kunnen afkeuren. Wij vragen uw steun daarvoor. Ik hoorde u nu net zeggen: ‘het is een beetje ambetant, het is een beetje in tegenspraak’, maar het is flagrant in tegenspraak met wat wij, en u, en uw voorganger, hier al jaren proberen te doen. Dat is echt jammer. Het is jammer dat er geen sterker signaal komt van de minister van Sport. Het is jammer voor uzelf, en ook jammer voor de slachtoffers van Overmars. Het is ook jammer voor de sport en voor de samenleving, waar wij allemaal willen – en u zeker – dat we allen op een veilige manier sporten en samenleven. Ik ben heel gelukkig en wil de sponsors danken om het sterke signaal dat zij gegeven hebben. De impact daarvan is groot, maar de impact van een steviger statement van de minister van Sport was nog groter geweest.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, de collega’s zijn niet van de Antwerpse regio, denk ik. Ikzelf ben dat wel, en ik kan u zeggen dat ik van huis uit en van kleins af, net als heel de omgeving hier, ben groot geworden als Antwerpsupporter. Dan zie je dat dit gebeurt, en dan geeft dat toch wel een ongelooflijke ontgoocheling.
Jullie weten ook dat ik dit thema al jaren volg in het parlement, en dat we in vergelijking met een tiental jaren geleden toch al heel wat stappen hebben gezet. U hebt er daarnet ook naar verwezen, minister. Maar wat mij dan ongelooflijk stoort, is dat een club uit de eerste klasse, nauwelijks een maand nadat iemand ontslagen wordt wegens grensoverschrijdend gedrag, met die persoon in zee gaat, en zich blijkbaar zelfs niet op voorhand de vraag stelt: ‘Is dit wel ethisch? Kunnen we dit wel doen? Welke gevolgen heeft dit? Is dit een slag in het gezicht van de slachtoffers in Nederland, maar ook van vrouwelijke werknemers hier, binnen de club, en binnen de sector?’
Dat bewijst voor mij dat er nog ongelooflijk veel werk aan de winkel is, door concrete acties, maar ook inzake de cultuuromslag. Ik vraag u om daar absoluut heel sterk verder werk van te blijven maken.
Minister, we hebben tot deze commissievergadering moeten wachten op een soort halfslachtige veroordeling, met woorden zoals ‘een beetje niet gepast’ en zo. Ik vind dat absoluut te flauw. Ik denk dat zo’n veroordeling onmiddellijk en sterk in de media had moeten komen, en publiek, publieker dan deze commissie. Misschien kunt u alsnog het gesprek aangaan en eens gaan uitleggen wat de waarden en normen zijn die vanuit Vlaanderen voor de sportwereld zijn opgesteld, en wat de codes zijn. Zo kunt u heel duidelijk het signaal geven dat dit echt onaanvaardbaar is. Wat ons betreft mocht dit dus alleszins een pak sterker. We hebben van u veel te weinig gehoord, onmiddellijk na de feiten.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.