Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de Universiteit Antwerpen (UA) voerde vorig jaar voor het Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO) een opdracht uit over de omvorming van het Milieurapport Vlaanderen (MIRA) en het Ruimterapport Vlaanderen (RURA) naar een omgevingsrapportage.
Aan de hand van een stakeholderbevraging, een verkenning van goede praktijken in binnen- en buitenland en een bevraging van een reflectiegroep werd onderzocht hoe de omgevingsrapportage zowel procesmatig als inhoudelijk invulling kan krijgen. Het eindrapport ‘Proces- en inhoudelijke ondersteuning bij de voorbereiding van de Omgevingsrapportage door het departement Omgeving’ reikt reflecties en aanbevelingen aan die de opdrachtgever in staat stellen om de nodige rapportageprocessen vorm te geven.
Minister, onderschrijft u de aanbevelingen van dit rapport?
Zijn het aanbevelingen waarmee u concreet aan de slag wilt gaan en in beleid wilt omzetten?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, een wetenschappelijk onderbouwde rapportage is een noodzakelijke bouwsteen voor een degelijk omgevingsbeleid. De aanbevelingen en reflecties door de Universiteit Antwerpen zijn gebaseerd op een brede consultatie van stakeholders en op recente wetenschappelijke inzichten en bieden zo een goede basis om de omgevingsrapportage uit te bouwen.
Om de transparantie van de omgevingsrapportage te verzekeren, werkt het Departement Omgeving momenteel aan een meerjarenplanning, die eind dit jaar zal worden gepubliceerd. Hierbij gaat veel aandacht naar de participatie met stakeholders uit wetenschap, samenleven en beleid en naar de communicatie van de rapportageproducten. Het meerjarig werkprogramma zal ook voor advies worden voorgelegd aan de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed (SARO), de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).
Zoals de studie van de Universiteit Antwerpen aanbeveelt, wordt geopteerd voor een stapsgewijze uitbouw van de omgevingsrapportage. Hierbij zal de expertise en ervaring van de vroegere MIRA- en RURA-rapportages worden meegenomen. Daarnaast zullen ook goede praktijken in buurlanden en op Europees niveau, zoals onder andere besproken in de UA-studie, dienen als inspiratie. Bedoeling is om binnen Europa onze koppositie op het vlak van rapportage te behouden.
Het doel is om wetenschappelijke kennis ter beschikking te stellen aan beleid en samenleving. De informatie van de omgevingsrapportage zal dan ook ruim gedeeld en bekend worden gemaakt.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is belangrijk dat het beleid zowel op het Vlaamse als het federale niveau goed wordt onderbouwd. Onderzoeken, zoals dat van de Universiteit Antwerpen, kunnen hiervoor een ruggengraat vormen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.