Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Deze vraag om uitleg werd via videoconferentie behandeld.
De heer Meremans heeft het woord.
Het Kopenhagenplan heeft de bedoeling om fietsinvesteringen meer op gang te trekken. Voor elke 2 euro die een lokaal bestuur investeert, legt de Vlaamse Regering 1 euro bij. Er wordt gemikt op 72 kilometer aan nieuwe en 946 kilometer aan gerenoveerde fietspaden.
Om in dit plan mee te stappen moeten gemeentebesturen tegen september hun dossier indienen en moet het gaan om projecten die tegen ten laatste 2025 kunnen worden afgerond. Ik krijg toch wel wat signalen binnen dat het project voorlopig nog niet veel gevolg heeft gekregen. Met 59 ingediende projecten, goed voor 8,5 miljoen euro, staat de teller voorlopig op 47 kilometer aan nieuwe fietspaden en 34 kilometer voor renovaties. Het is dus nog een heel eind te gaan vooraleer we het streefdoel bereiken en september komt steeds dichterbij. Maar men kan nog steeds indienen. Nogal wat gemeenten moeten het doen. Vanuit de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) horen we dat de krappe timing en vele administratieve formaliteiten de zaak zou vertragen en/of bemoeilijken om de projecten op tijd rond en ingediend te krijgen. Voor een grotere stad of gemeente met verschillende mobiliteitsambtenaren is dat eenvoudiger.
Ik heb daarbij volgende vragen. Hoe kijkt u naar de stand van zaken bij de ingediende projecten? Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat het streefdoel, zoals eerder vooropgesteld, toch gehaald wordt? Hoe beoordeelt u de effectiviteit van het Kopenhagenplan? Zult u in overleg gaan met uw collega om ervoor te zorgen dat deze middelen zo optimaal mogelijk zullen worden besteed en echt kunnen worden omgezet in gerealiseerde fietsinvesteringen?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik wil uiteraard zoveel mogelijk participanten voor de fietsinvesteringen. Daarom is precies dat Kopenhagenplan door de Vlaamse Regering gelanceerd. Wij hebben daarvoor 150 miljoen euro aan relancemiddelen uitgetrokken en wij rekenen op een bijpassing van 300 miljoen euro van lokale besturen.
Wat is de laatste stand van zaken van ingediende projecten? Tot midden februari zijn er 70 projecten aangemeld, goed voor 82 procent van het totaal van de 72 kilometer beoogde nieuwe fietspaden en 4 procent van de 946 kilometer aan beoogde verbeterde fietsinfrastructuur. De doelstellingen van het Kopenhagenplan zijn dus bijzonder ambitieus.
U vraagt wat wij doen om het streefdoel toch te halen. U weet dat collega Somers de trekkersrol heeft. De middelen zijn trekkingsmiddelen van het Agentschap Binnenlands Bestuur. De lokale besturen hebben nog tot 30 september 2022 de tijd om projecten aan te melden. Men zegt dat er op dit ogenblik verwacht wordt dat toch nog heel wat lokale besturen projecten zullen aanmelden. Zeker geeft men aan dat het aanmelden van projecten zeer laagdrempelig is. Het kan via het Loket voor lokale besturen van het Agentschap Binnenlands Bestuur en de aanmelding moet nog geen gunningsbeslissing van de werken omvatten. Minister Somers plant op korte termijn ook een brief te sturen naar alle burgemeesters om het Kopenhagenplan nogmaals onder de aandacht te brengen. Ook de VVSG en Fietsberaad helpen het plan mee uit te dragen. Dit alles moet resulteren in bijkomende bekendheid en aanvragen. Ik ben nog steeds van mening dat het Kopenhagenplan echt ook kansen biedt aan de lokale besturen om in te zetten op verbeterde fietsinfrastructuur. Het resultaat zal betere, meer veilige en meer comfortabele fietsinfrastructuur zijn.
Dan was er de vraag over de effectiviteit van het plan, en of we nog een overleg plannen onderling om de middelen optimaal te besteden. Er gebeurt regelmatig overleg, en we monitoren continu dat hele verhaal. Dat blijkt alleen al uit het feit dat we u ook de meest recente cijfers kunnen bezorgen rond aangemelde projecten. We bekijken hoe het er eind september uitziet. Mochten er dan alsnog middelen over zijn, dan weet u al wat de vraag zal zijn. Ik zie daaromtrent de handjes al naar omhoog gaan. Dan zal de vraag komen om onder andere ons Fietsfonds extra te ondersteunen. De vragen die er liggen, nemen we dan zeker ter harte, maar we kunnen nu niet inbreken op bestaande afspraken. En die afspraken zijn de trekkingsrechten die aan elk lokaal bestuur zijn gecommuniceerd. Daar kunnen we op dit moment sowieso niet op inbreken. Daarvoor moeten we wachten tot we weten wat er tegen september 2022 op tafel ligt.
De heer Meremans heeft het woord.
Bedankt, minister. Het is een beetje een opvolgvraag. Ik vind het alleszins goed dat er een extra aanmoediging komt of een extra brief vanuit het kabinet-Somers, van het departement naar de gemeente, om daar toch op de wijzen. Overal zijn mobiliteitsdiensten overbevraagd, overal. Dat is logisch. Maar goed, ik vind dit toch wel een goede zaak.
Dan gaan we inderdaad moeten kijken naar september. Ook wij moeten nog indienen, ook al weten we al wat we gaan willen indienen. Dat is al duidelijk. Maar ik hoop echt dat het een succes wordt, en dat we daar lokaal de nodige middelen voor kunnen vrijmaken.
En inderdaad, als we kunnen zien dat daar middelen over zijn, dan moeten we die middelen ook kunnen transfereren, zodat ook de provincies verder kunnen met dat Fietsfonds voor die fietssnelwegen. Bedankt voor uw toelichting en voor de stand van zaken.
De heer Bex heeft het woord.
Het is een problematiek die we al herhaaldelijk hebben aangekaart. Ik heb hier vandaag op zich weinig of relatief weinig nieuws gehoord, maar laat mij benadrukken dat wij ook met Groen hopen dat zoveel mogelijk van die middelen van dat Kopenhagenfonds zullen worden omgezet in effectieve fietspaden.
Ik merk zelf op het terrein dat bepaalde groene schepenen absoluut van plan zijn om een voorstel in te dienen, maar dat je bij andere gemeenten duidelijk hoort dat men daar geen tijd voor heeft, dat men niet de capaciteit heeft om nog een dossier in te dienen. Het is te kort dag, en zo verder. Het is dus duidelijk dat er in september zal worden vastgesteld dat een deel van het budget overblijft, en ik denk zelfs een aanzienlijk deel.
Ik heb de hoop opgegeven dat u al eerder uw collega Somers zou kunnen overtuigen om die middelen te heroriënteren richting het Fietsfonds. Maar mijn bezorgdheid is dat 126 miljoen euro van die 150 miljoen euro middelen zijn uit het Europese relanceplan. En als ik goed geïnformeerd ben, dan zou dat geld na 2022 niet meer ingezet worden. Dus na de deadline van 30 september en eind december 2022 hebben nog relatief weinig tijd om te beslissen wat we wel met die middelen gaan doen. En dat is mijn bezorgdheid waar ik uw aandacht voor wil vragen. Bent u daar al mee bezig. Bent u al aan het bekijken welke middelen u eventueel richting het Fietsfonds kunt heroriënteren, maar ook welke middelen u op een andere manier richting fietsinfrastructuur kunt heroriënteren? Want ik denk toch dat we het er allemaal over eens zijn dat die middelen besteed moeten worden aan fietsinfrastructuur, of ze nu via de gemeente en het Kopenhagenfonds gaan of via een andere manier.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik volg collega Bex volledig. Ik heb het ook al verschillende keren in de commissie gezegd dat ik het een heel bizar plan blijf vinden van minister Somers. Ik hoor u hier zeggen dat minister Somers via een extra brief bijna moet smeken aan de gemeenten om projecten in te dienen, om het geld op te krijgen. We zijn inderdaad bijna september, dus de tijd is niet meer zo lang voor de gemeenten om nu nog dossiers in te dienen. Het Europees budget moet in 2022 gespendeerd worden, en dan zou ik het jammer vinden dat er budget verloren gaat.
U weet ook, en we hebben ook dat al verschillende keren besproken in de commissie, dat de provincies klaar liggen met volledig afgewerkte dossiers, en zij smeken om budget. Minister, ik vraag u nogmaals om niet te wachten tot september, maar op voorhand al met minister Somers samen te zitten, om te kijken welke budgetten er naar waar kunnen worden overgeheveld. Volgens ons bent ú nog altijd de minister van fietsen, en niet minister Somers. We vragen om die budgetten zo optimaal mogelijk te investeren in fietsinfrastructuur.
Minister Peeters heeft het woord.
Het is niet zo dat collega Somers via brief smeekt om geld op te krijgen. Dat moeten we wel even corrigeren. Het is zoals wij rond basisbereikbaarheid de lokale besturen er nog eens op attenderen dat er ook subsidies zijn rond bijvoorbeeld de Hoppinpunten. Dat is wat collega Somers samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) doet richting de lokale besturen. Er zijn trekkingsrechten, er zijn middelen vrijgemaakt. En men kan daar gebruik van maken. Die middelen moeten worden vastgelegd tegen het einde van het jaar, mijnheer Bex. Het is niet dat die op moeten zijn tegen het einde van het jaar.
Zoals ik al zei, hebben alle lokale besturen kennis van hun aandeel van die trekkingsrechten. Dat is gerelateerd aan het inwonersaantal. En als een bepaald lokaal bestuur bijvoorbeeld voor een bedrag x bepaalde trekkingsrechten heeft, en we zouden daar nu al op inbreken, terwijl dat lokaal bestuur op 25 september zegt dat men gebruik wil maken van die trekkingsrechten, dan zijn we eigenlijk contractbreuk aan het plegen. En dat kan ook niet. Daarom moeten we wachten tot 30 september, als we zicht hebben op hoeveel projecten er ingediend zijn door hoeveel lokale besturen. Hebben zij hun trekkingsrecht volledig benut of niet? Dan kunnen we daarmee aan de slag.
In het kader van het opmaken van ons investeringsplan hebben we telkens veel meer vragen dan wat we effectief kunnen opnemen in ons investeringsplan. Dus mocht na 30 september blijken dat heel wat lokale besturen hun trekkingsrechten niet benutten, dan ben ik zeker vragende partij om een aantal middelen over te hevelen naar een aantal concrete fietsprojecten, met de verschillende entiteiten binnen Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), met De Werkvennootschap, met Lantis, met het Agentschap Wegen en Verkeer, met De Vlaamse Waterweg. Het is dus zeker niet de bedoeling om die middelen verloren te laten gaan of naar Europa te laten terugkeren. We willen die desgevallend heroriënteren. Dat bekijken we na 30 september. Vragen heb ik meer dan genoeg.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik denk dat we moeten afwachten, maar ik deel een beetje wat de anderen zeggen. Ook voor de toekomst houden we dat beter in één hand. Maar goed, of de kat nu gestreept is of zwart-wit, als ze maar muizen vangt. Voor mij is het belangrijkste dat dat inderdaad wordt gerealiseerd. We kijken uit naar september, en dan zal ik waarschijnlijk opnieuw een vraag stellen. En ondertussen moeten wij de gemeenten aanvuren om toch die dossiers in te dienen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.