Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, op 20 oktober 2021 deed de rector van de Universiteit Gent, Rik Van de Walle, een oproep om een Vlaams toekomstplan voor studentenhuisvesting te creëren. Hij deed dat naar aanleiding van het feit dat een aantal internationale studenten op hotel zaten omdat er te weinig koten voor hen waren. Ook in andere steden gaat men voor internationalisering op de rem staan omdat de huisvestingsproblematiek steeds meer speelt. Niet alleen internationale studenten vinden geen kot, ook de Vlaamse studenten hebben het bijzonder moeilijk om een betaalbaar en kwalitatieve studentenkamer te vinden. 95.000 extra studentenkoten zijn er in de toekomst nodig in Vlaanderen.
Het is belangrijk dat dit aanbod divers is en groot genoeg blijft. Als men kijkt naar het type studentenkamers in Leuven bijvoorbeeld, dan is 44 procent een comfortkamer. Comfortkamers zijn kamers waarvan de huurprijs al snel 500 euro per maand of meer is. Dat zijn dan kamers die een soort studio zijn met eigen sanitair op de kamer. Het probleem is dat alle bijkomende kamers van die comfortkamers zullen zijn en dat zij ook in die prijscategorie zullen vallen.
Er zullen dus wel concrete en creatieve oplossingen gezocht moeten worden om dit nijpend tekort op te lossen. Daarvoor moet in dialoog worden gegaan met de onderwijsinstellingen, de lokale besturen en de verschillende bevoegde ministers. U antwoordde in een eerdere commissie dat u positief staat tegenover een ambitieus plan waarbij “de overheden, investeerders, de bouwsector en hoger onderwijsinstellingen elkaar vinden”. U verwees naar het nieuw Overlegplatform Private Huur Studentenhuisvesting dat zou starten op 9 november jongstleden. Op die vergadering zou u de problematiek agenderen. Ook uw partijgenoot en collegaminister Ben Weyts gaf in zijn antwoord op een vraag om uitleg in de commissie Onderwijs aan dat er nood is aan samenwerking. Ik verneem dat de verschillende partners positief hebben gereageerd en aan de slag willen gaan met de oprichting van een taskforce. Ook de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) maakte zijn instemming met een dergelijke taskforce bekend in de vorm van een open brief die aan u werd gericht.
Ik stel graag de volgende vragen. Hebt u sinds de oproep om samen te werken al samengezeten met de verschillende partners om een taskforce op te richten? Wanneer zijn de volgende vergaderingen gepland? Hebt u ondertussen al nieuwe adviezen of conclusies van hen ontvangen? Zo ja, wat zijn uw reacties hierop? Welke andere initiatieven wilt u nemen om de krapte op de markt van studentenhuisvesting aan te pakken?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank voor uw vragen. Ik ga ze samen beantwoorden. Alvast mijn excuses als ik in herhaling val, maar ik blijf van oordeel dat het aanbodbeleid voor studentenhuisvesting een zaak is van de studentensteden en de instellingen van hoger onderwijs. Zij hebben het beste zicht op de lokale situatie en kunnen daar ook het beste op inspelen. De ene studentenstad is de andere studentenstad niet. Algemene maatregelen op Vlaams niveau zullen daarom niet altijd de beste oplossingen bieden.
Wel is het zo – en dat heb ik ook steeds benadrukt – dat we de studentensteden en de instellingen van hoger onderwijs daarbij zo veel mogelijk willen ondersteunen. Dat doen we al langere tijd met het Overlegplatform Private Huur Studentenhuisvesting en ook recenter met wetenschappelijk onderzoek door het Steunpunt Wonen. Ik heb altijd een vervolgonderzoek op het eerste algemene verkennend onderzoek over studentenhuisvesting aangekondigd en dat zal er ook komen. Daarvoor heb ik het licht, bij de verdeling van de budgetten voor ad hoc onderzoek in 2022, op groen gezet. Het Steunpunt Wonen bereidt nu samen met mijn administratie een concreet onderzoeksvoorstel voor inzake het aanbodbeleid op het vlak van studentenhuisvesting.
Ik deel dan ook uw bekommernis om de diversiteit en het aanbod van de studentenhuisvesting te kunnen garanderen en tegelijk ervoor te zorgen dat de meeste kamers voor een zo groot mogelijk aantal studenten toegankelijk en betaalbaar blijven. Die aspecten zullen worden meegenomen tijdens het onderzoek. Met de overlegmomenten van het overlegplatform en met de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek is het de bedoeling dat studentensteden en instellingen van hoger onderwijs zelf aan de slag gaan, rekening houdend met de lokale context. Ik heb recent wel in een brief aan de VLIR het engagement genomen om het topic opnieuw ter bespreking te agenderen op het overlegplatform. Op korte termijn zal het onderzoek van het Steunpunt Wonen dus worden gestart en zal het overlegplatform samenkomen om het aanbodbeleid op het vlak van studentenhuisvesting te bespreken.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik dank u, minister, voor uw antwoord. Ik heb geen bijkomende vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.