Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Meremans heeft het woord.
Jaarlijks worden binnen het decreet Sociaal-Cultureel Volwassenwerk subsidies toegekend voor projecten met een bovenlokale uitstraling. Die moeten minstens twee sociaal-culturele functies vervullen en inzetten op het doel van het decreet. De projecten moeten ook de laboratoriumrol in het sociaal-cultureel volwassenwerk stimuleren. Dat houdt in dat men via innoverende praktijken een antwoord tracht te bieden aan diverse vraagstukken binnen de samenleving. Projecten moeten een expliciete bijdrage leveren aan een actueel-maatschappelijke uitdaging die door de Vlaamse Regering wordt gedefinieerd. Een combinatie van zowel laboratoriumrol als een bijdrage aan de geformuleerde maatschappelijke uitdaging, is uiteraard ook mogelijk.
De maatschappelijke uitdaging die voor de projectronde van 2022 wordt geselecteerd, is het inzetten op e-inclusieprojecten. Dat is dus het bereiken van mensen met een lage digitale geletterdheid. U weet waarover dat gaat. Het kan gaan over ouderen die een digitale hinder hebben, kortgeschoolden, mensen in armoede en ga zo maar door.
Als we kijken naar de coronacrisis, lijkt dit op het eerste gezicht een zeer goed thema om op in te zetten. We trekken in de huidige samenleving meer en meer de digitale kaart, maar dat betekent automatisch ook dat bepaalde groepen in de bevolking moeilijk of niet bereikt kunnen worden en uiteindelijk ook uitgesloten worden.
Hierbij heb ik de volgende vragen, minister.
Kunt u verduidelijken waarom net deze maatschappelijke uitdaging naar voren wordt geschoven? Behalve de uitdaging die ik heb aangegeven, zijn er misschien nog aanleidingen waarom deze uitdaging als prioritair wordt vooruitgeschoven?
Bij het toekennen van de subsidies, hoe verhoudt het inzetten op e-inclusieprojecten zich ten aanzien van de andere factoren waarop indieners kunnen inzetten?
Hoe verhoudt deze projectsubsidie zich ten opzichte van de rol van andere organisaties die zich vanuit Vlaanderen in het algemeen en binnen het sociaal-culturele veld in het bijzonder bezighouden met digitalisering, zoals bijvoorbeeld Cultuurconnect en publiq?
Welke rol kunnen belangenbehartiger De Federatie en steunpunt Socius spelen op het vlak van e-inclusie en hoe ziet u hun rol?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Meremans, digitalisering – u hebt het zelf gezegd – is een belangrijk maatschappelijk thema. De digitalisering van onze samenleving kwam door de coronacrisis echt in een stroomversnelling terecht. Die digitalisering biedt kansen, maar kan ook bijkomende drempels creëren voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Daarom is het nu meer dan ooit essentieel dat we inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat we iedereen meenemen in deze digitale evolutie, en dat we ook voor de meest kwetsbare groepen in onze samenleving de digitale kloof niet verder laten vergroten.
Daarom werd na overleg met de belangenbehartiger De Federatie en ook met het steunpunt Socius beslist om e-inclusie ook dit jaar als maatschappelijke uitdaging voor de sociaal-culturele projectsubsidies voor te dragen.
De e-inclusieprojecten verhouden zich ten opzichte van andere factoren als volgt. De sociaal-culturele projectsubsidies worden overeenkomstig artikel 47 van het decreet van 7 juli 2017 houdende de subsidiëring en erkenning van het sociaal-cultureel volwassenenwerk beoordeeld op 7 beoordelingselementen. Een van die beoordelingselementen is de bijdrage van het project aan de maatschappelijke uitdaging die door de Vlaamse Regering wordt bepaald, of aan de laboratoriumrol binnen het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Aanvragers kunnen zelf kiezen om met hun project op een van beide thema’s in te zetten, of op een combinatie van beide. Andere beoordelingselementen peilen naar het sociaal-culturele karakter van het project en de zakelijke kwaliteit van het dossier.
Hoe verhouden deze projectsubsidies zich ten opzichte van de rol van andere organisaties? Deze subsidieregeling vervult een aanvullende rol ten opzichte van andere initiatieven in de bredere cultuursector en onderscheidt zich door de sociaal-culturele focus van deze projectlijn. Waar initiatieven van andere partijen bijvoorbeeld inzetten op het versterken van mediawijsheid of het ter beschikking stellen van software of toepassingen, ligt de nadruk binnen deze subsidielijn op sociaal-culturele participatie en het actief betrekken van de deelnemers.
De rol voor De Federatie en steunpunt Socius is de volgende. De Federatie informeert haar leden, al dan niet gericht, over initiatieven – beleidsinitiatieven, maar ook andere initiatieven – inzake e-inclusie. Vanuit haar rol als belangenbehartiger zet De Federatie beleidsvragen omtrent de ondersteuning van digitale geletterdheid structureel op de agenda, onder meer naar aanleiding van het debat over de relancemaatregelen.
Digitalisering is een van de hoofdthema’s in het vraag- en aanbodgerichte ondersteuningsaanbod van Socius. In 2021 vertaalde dit zich in vorming rond online kennisoverdracht, interactief online werken en vorming rond online cocreatie. Daarnaast waren er sessies rond online leren voor specifieke doelgroepen: mensen in armoede, mensen met een mentale beperking, anderstalige mensen en senioren met een lage digitale geletterdheid. In 2022 staat een lerend netwerk online gemeenschapsvorming, een lerend netwerk digitaal leren, een collegagroep online cocreatie, een vorming rond het betrekken van mensen in een hybride setting, een vorming inzake blended leren en een traject ontwikkeling van digitale projecten op stapel. De voorbije jaren heeft Socius ook inspanningen geleverd om via blogs kennis en inzichten te ontsluiten.
De heer Meremans heeft het woord.
Ja, dank u wel. Ik heb niet veel toe te voegen, alleen wil ik nogmaals met mijn vraag de noodzaak benadrukken die er wel degelijk is. Ik kan best begrijpen dat bepaalde organisaties of mensen die minder mobiel zijn of door andere omstandigheden niet kunnen deelnemen, op die manier toch betrokken blijven. Dat is enorm belangrijk, want tegenwoordig, zeker in seniorenverenigingen, valt iemand die ziek wordt of opgenomen wordt of minder mobiel is, uit de boot. En dat is jammer. Het is erg belangrijk dat we dat kunnen blijven doen. Van onze kant hebt u zeker en vast onze steun. We moeten er echt naar streven. Het is niet eenvoudig. Het is ook een werk van langere adem. Maar in elk geval, ik ben blij dat het een aandachtspunt is van de Vlaamse Regering.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil me even aansluiten bij deze vraag omdat, inderdaad, alle projecten op het vlak van e-inclusie superbelangrijk zijn.
Tijdens de coronapandemie is gebleken dat de digitale kloof, waarvan iedereen dacht dat die weg was, totaal niet weg was. We hebben dat in de scholen en in de universiteiten gemerkt, in de culturele wereld, overal. Voor veel mensen was het overschakelen naar digitaal gewoon helemaal niet mogelijk, zij het dat ze de technologie of de skills niet hadden. Dat u met dit project inzet op e-inclusie, is een zeer goede zaak. Ik vraag me af of u ook hiervan met Socius, of uzelf, initiatief wilt nemen om daar een evaluatie van te maken.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, te gelegener tijd zullen van alle initiatieven evaluaties gemaakt worden. Er moet mij wel van het hart dat wij senioren altijd bijna in één adem meenemen met de digitale kloof. Natuurlijk zijn er bij senioren mensen met een digitale kloof, maar minder en minder is senior zijn gelijk aan niet mee zijn met de digitale kloof. Ik denk dat er, gelukkig, in die categorie al veel inspanningen geleverd zijn. En met resultaat. Maar er zijn, ook in die categorie, zeker nog mensen waar dat aanbod voor gemaakt moet worden. Maar het is niet meer zo dat elke senior geconfronteerd wordt met de digitale kloof, gelukkig maar.
De vraag om uitleg is afgehandeld.