Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over de affichering van de huurprijs en over de kosten en de lasten. Dat is eigenlijk een voorstel dat in het middenveld zelf is gegroeid. Ingevolge artikel 4 van het Vlaams Woninghuurdecreet moet bij elke officiële of publieke mededeling dat een woning te huur staat, een affiche uitgehangen worden met de huurprijs erop vermeld, alsmede de kosten en lasten. Deze afficheringsplicht werd in 2007 ingevoerd. Dat was een logische verplichting. Iedereen stond er ook achter. Het is transparant en het bestrijdt discriminatie.
Intussen is de huurmarkt enorm geëvolueerd. Websites van vastgoedkantoren, portaalsites en andere onlinekanalen hebben de bovenhand genomen. Dat is positief en versterkt alleen maar de transparantie. Het is voor een kandidaat vandaag gemakkelijker om op zoek te gaan. Die veranderde omstandigheden bracht het Overlegplatform Private Huur ertoe een meer eigentijdse invulling te vragen van de afficheringsplicht. Dit moet uiteraard zonder op eender welke wijze te raken aan de doelstellingen ervan, het bieden van transparantie en het tegengaan van discriminatie. Daarover zou zeer snel een consensus bereikt zijn tussen alle stakeholders. Die luidt dat de geschreven vermelding op een immobord of raamaffiche zou kunnen worden weggelaten op voorwaarde dat er een digitaal zoekertje bestaat waarin de huurprijs of de kosten en lasten correct zijn vermeld. Het is beter dat die informatie vlot online terug te vinden is dan dat het met alcoholstift op een bord geschreven moet staan.
Tegelijkertijd komt de regeling wel tegemoet aan discussies en zelfs frustraties die op het terrein bestaan. Er zijn bijvoorbeeld casussen waarbij GAS-boetes uitgereikt werden omdat de huurprijs op een immobord op de zesde verdieping van een appartementsgebouw niet leesbaar was van op de straat. In een ander geval was het omdat de sticker met de huurprijs of de handgeschreven vermelding in alcoholstift afgeregend was. De nieuwe interpretatie van het Overlegplatform Private Huur is dus een stuk pragmatischer en eigentijdser. Zij laat bijvoorbeeld toe dat immokantoren borden hergebruiken. Het agentschap Wonen-Vlaanderen heeft deze nieuwe interpretatie vervolgens tot de zijne gemaakt en gecommuniceerd aan de lokale besturen. Dat deed het met een nieuwsbrief. Het is dus de lezing geworden die het agentschap geeft aan artikel 4 van het Vlaams Woninghuurdecreet. Maar ik verneem dat die interpretatie niet altijd wordt toegepast door de lokale besturen.
Daarom heb ik volgende vragen, minister. Hoe kunt u ervoor zorgen dat een eensluidende lezing van artikel 4 van het Vlaams Woninghuurdecreet wordt bekomen zodat de meer eigentijdse, pragmatische interpretatie effectief toegepast wordt? Is het nodig dat dit wordt aangepast of moet er een officiële interpretatie komen? Bent u van mening dat dit niet via interpretaties of besluiten kan worden bekomen, en dient er bijgevolg een aanpassing van het decreet te komen? Zult u initiatieven nemen voor mensen met beperkte IT-vaardigheden om hun duidelijk te maken waar ze terechtkunnen indien ze moeite hebben om de nodige informatie online te vinden? Of zult u overleg plegen met de instanties die hen daarbij kunnen begeleiden? Dat zijn enkele vragen vanuit de praktijk.
Minister Diependaele heeft het woord.
Collega Schauvliege, ik beantwoord uw vragen graag samen. Artikel 4 van het Vlaams Woninghuurdecreet bevat de afficheringsverplichting: als een goed dat bestemd is voor bewoning in de ruime betekenis, wordt verhuurd, moet in elke officiële of publieke mededeling minstens het bedrag van de gevraagde huurprijs en van de kosten en lasten worden vermeld. De afficheringsverplichting uit artikel 4 van het Vlaams Woninghuurdecreet spreekt van “elke officiële of publieke mededeling dat een woning te huur staat”. De afficheringsverplichting uit artikel 4 is afkomstig uit artikel 1716 van het oud Burgerlijk Wetboek en is op zich dus niet nieuw te noemen. Ook in artikel 1716 van het oud Burgerlijk Wetboek werd er al verwezen naar “elke bekendmaking”. Het kan gaan om affiches, maar ook om geschreven advertenties of advertenties op het internet. Ook een bord ‘te huur’ van een immokantoor of een oranje raamaffiche ‘te huur’ van een particuliere verhuurder valt hier in principe onder en moet de huurprijs en het bedrag van de kosten en lasten vermelden.
De vraag was echter of we de afficheringsplicht zo strikt moeten interpreteren dat de informatie ook op de raamaffiche moet worden vermeld, als er al een digitaal zoekertje bestaat waarin alle vereiste informatie is opgenomen én als er op de geschreven affiche een duidelijke verwijzing naar de online vindplaats wordt opgenomen. We kunnen niet ontkennen dat het verhuurproces steeds vaker digitaal gebeurt. Vastgoedmakelaars plaatsen zoekertjes vrijwel steeds op hun website en ook heel wat particuliere verhuurders zetten hun pand te huur op een portaalsite. In dat digitaal zoekertje kan men vervolgens alle nuttige en vereiste informatie terugvinden. We kunnen ons dan ook afvragen of al die informatie nog eens opnemen op de affiche zelf, nog een meerwaarde heeft, boven op alle praktische problemen die u zelf al aanhaalt.
Uiteraard moeten we erover waken dat de doelstelling van de afficheringsplicht overeind blijft. Woonkosten moeten transparant geafficheerd worden om ook discriminatie op dat vlak te vermijden. Door te stellen dat de woonkosten niet meer op een raamaffiche moeten worden vermeld als er een digitaal zoekertje bestaat waarin al die informatie is opgenomen én de raamaffiche naar dat zoekertje verwijst, kunnen we toch niet anders besluiten dan dat de transparantie gevrijwaard blijft. De voorwaarde is immers dat de woonkosten correct in het digitaal zoekertje zijn geafficheerd.
Het moet bovendien vermeld worden dat alle betrokkenen op de private huurmarkt zich achter deze invulling scharen. Het zijn dus niet alleen de vastgoedkantoren en de verhuurders die voor een dergelijke pragmatische invulling zijn, maar ook de huurderszijde is voorstander om de afficheringsplicht pragmatisch toe te passen en onnodige boetes te vermijden. Ik denk ook dat mensen niet altijd blij zijn dat hun buren weten wat zij aan huur betalen, maar dat is mijn persoonlijke invulling. Ik vermoed het alleen maar. Ook zij zijn van mening dat de doelstelling van de afficheringsplicht nog steeds wordt bereikt.
In deze discussie had men trouwens ook oog voor mensen met beperkte IT-vaardigheden, maar de woonwinkels zijn daarvoor de ideale partners. Alle belanghebbenden op de private huurmarkt zijn het er dus over eens dat de doelstelling van de afficheringsplicht gevrijwaard blijft. Mijn administratie heeft deze invulling ook verspreid richting de lokale besturen via de maandelijkse nieuwsbrieven. Een initiatief, decretaal of anders, is mijns inziens niet noodzakelijk en ook niet gewenst. De kwestie zal uiteraard wel worden meegenomen bij de evaluatie van het Vlaams Woninghuurdecreet. Dat moet trouwens tegen het einde van deze legislatuur rond geraken.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik ben het helemaal eens met uw antwoord. Transparantie is heel belangrijk. Dat is niet zomaar ingevoerd. Ik volg het volledig dat we dit zeker niet mogen ondermijnen.
Ik vind het ook goed dat het agentschap meegaat in de eigentijdse invulling en dat ook op die manier heeft gecommuniceerd, maar het blijkt dat het lokaal hier en daar toch nog niet is doorgedrongen. Het is goed om dit mee te nemen in de evaluatie van het Woninghuurdecreet. Ik ben zeker bereid om dit op deze manier verder op te nemen, maar misschien moeten we toch eens bekijken hoe we dit nog beter bekend kunnen maken aan lokale besturen. Het is wel meegegeven, maar misschien moeten we het nog uitdrukkelijker communiceren.
Ik vind het zeer goed dat in dezen de neuzen van alle actoren in dezelfde richting staan, van de verhuurders tot de huurders die zelf vinden dat het pragmatischer moet. Transparantie is belangrijk, maar we moeten ook geen GAS-boetes uitschrijven om GAS-boetes uit te schrijven. Minister, wilt u nog eens goed en duidelijk communiceren aan de lokale besturen dat er niet onnodig GAS-boetes moeten worden uitgeschreven?
De huurmarkt heeft het al moeilijk. Er zijn weinig mensen die bereid zijn om hun huis te verhuren. Ik denk dus dat we de drempels om dat toch te doen, moeten wegnemen.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Zowel de vraagsteller als de minister benadrukken dat er voldoende transparantie moet zijn en dat daarop niet beknibbeld mag worden. Ik steun dat helemaal. Ik stel me wel vragen in welke mate dit zal gebeuren voor mensen die niet digitaal onderlegd zijn. Zo zijn er een heel aantal Vlamingen, en dat is toch niet te onderschatten. Misschien mag dit geen al te grote reserve zijn. Als alle stakeholders zeggen dat het kan, moeten we het proberen, maar het is wel iets om in het oog te houden de komende maanden.
Ik hoor signalen van lokale besturen die heel erg verveeld zitten met de manier waarop dit is gebeurd in het Woninghuurdecreet. In artikel 4 staat heel duidelijk dat het wordt verwacht, en dat, als het niet gebeurt, een lokaal bestuur een GAS-boete mag innen.
Natuurlijk zijn er een aantal lokale besturen waar dit vandaag is ingeschreven, en zij zitten wel een beetje verveeld met het feit dat de interpretatie van een decreet via een nieuwsbrief geregeld wordt. Ik volg mevrouw Schauvliege dat er duidelijkheid moet komen, maar wel met de toevoeging dat er heel veel begrip is voor de lokale besturen. Het is niet fijn om regelgeving via een nieuwsbrief te moeten vernemen. Het is beter dat dat van u komt en er een decretale wijziging komt. Ik heb er heel veel begrip voor dat dit geen aangename situatie is voor lokale besturen, en dat er nu misschien ook disputen zullen ontstaan op basis van een nieuwsbrief, wat ook maar een nieuwsbrief is. Dit had echt wel vermeden kunnen worden. In de toekomst lijkt mij dit niet de weg om veranderende regelgeving kenbaar te maken.
Minister Diependaele heeft het woord.
We delen allemaal dezelfde bezorgdheid. Het moet bekendgemaakt worden en de prijs moet te vinden zijn, transparantie dus. Daar staan we allemaal achter.
Ik deel trouwens de bezorgdheid inzake digibeten, mensen die niet direct toegang hebben tot het internet. We lossen dat voor een deel op met de woonwinkels, maar het is een probleem dat veel ruimer is. Het gaat echt niet alleen over de toegankelijkheid van de huurmarkt voor mensen die geen toegang hebben tot het internet. Openbare bibliotheken verlenen toegang tot het internet en er zijn nog heel wat oplossingen. In sommige gemeentehuizen is het mogelijk om toegang te hebben tot het internet, maar het gaat veel ruimer dan enkel wonen.
Er wordt gezegd dat er beter gecommuniceerd moet worden aan de lokale besturen. We kunnen het nog eens aan de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) laten weten, maar ik ga er wel van uit dat lokale besturen daarin ook hun verantwoordelijkheid nemen. Het kan wel verwacht worden dat lokale besturen nieuwsbrieven – daar wordt een beetje kleinzerig over gedaan – wel degelijk op de voet volgen en ook weten wat de interpretatie is alvorens ze GAS-boetes uitschrijven.
Dan was er de vraag of deze regel in het decreet aangepast moet worden. Ik kan dat gerust doen, maar dergelijke interpretatieregels zul je altijd hebben. Wat je niet wilt, is dat die regel decretaal wordt afgezwakt, waarbij er dan opnieuw een niet-voorziene opening wordt gemaakt om afbreuk te doen aan de transparantie, want dat is wat we allemaal niet willen. Ik ben geen echt sterke jurist, maar ik heb er toch ook lang aan gestudeerd, maar daar gaat het ongeveer over: interpretatie geven, de geest van de wet en wat de doelstelling ervan is en hoe die bereikt wordt. Ik geef dan altijd het mooie voorbeeld van de wegcode, waarin uitdrukkelijk staat dat er zo veel mogelijk rechts op de weg moet worden gereden, maar dat niemand verwacht dat je voortdurend met je banden tegen de borduur sleept, nochtans is dat het meest rechtse dat je kunt rijden. Er zal dus altijd een zekere interpretatie en invulling aan gegeven moeten worden. Je moet ervoor opletten dat als je de regel afzwakt, je de doelstelling van transparantie niet in gevaar brengt. Dat willen we absoluut niet.
We zullen zien wat de evaluatie brengt. Ik sta ervoor open en het is echt geen punt van mijn geloof, maar we moeten de evaluatie afwachten.
We mogen ook verwachten dat lokale besturen op de hoogte zijn van de communicatie die we gevoerd hebben naar de betrokken diensten via de nieuwsbrief.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik heb daar niet veel aan toe te voegen. Ik volg mevrouw Moerenhout dat je natuurlijk altijd met een interpretatie zult zitten. Ik denk dat de meeste lokale besturen ook wel met gezond verstand oordelen. Als we nog eens goed kunnen communiceren wat de filosofie achter artikel 4 is, kunnen we veel oplossen. Ik deel ook de bezorgdheid met betrekking tot mensen die digitaal niet zo beslagen zijn, maar daar zijn inderdaad oplossingen voor, plaatsen waar mensen terechtkunnen voor hulp.
De vraag om uitleg is afgehandeld.