Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de ngo Transport & Environment bracht een analyse uit met een ranking van de meest vervuilende havens in Europa in het jaar 2019. Daarbij keek men vooral naar de emissies van schepen aan de ligplaats: schepen die laden, lossen of brandstof innemen. Rotterdam is in die ranking de meest vervuilende haven, Antwerpen volgt op de tweede plaats. Zeebrugge staat op plaats 26, Gent op plaats 39.
Op zich niet verwonderlijk omdat Rotterdam en Antwerpen ook de twee grootste Europese havens zijn met het meeste maritiem goederenverkeer, respectievelijk 436 miljoen ton en 230 miljoen ton in 2021. De totale CO2-uitstoot voor de schepen die beide havens aandoen, de zogenaamde ‘maritime supply chain emissions’ of de emissies in de maritieme toeleveringsketen van beide havens, is navenant: 13,7 miljoen ton voor Rotterdam en 7,4 miljoen ton voor Antwerpen.
Ter vergelijking: de uitstoot van alle verkeer in Vlaanderen in 2019 bedroeg volgens het voortgangsrapport voor het Vlaams Energie en Klimaatplan 2021 15,9 miljoen ton. Het is dus zeker de moeite om ook de uitstoot van schepen te verminderen.
Daarbij kunnen we beginnen met het aanpakken van de uitstoot van de zeeschepen in de havens. Die ligt ook erg hoog. En ook hier staan Rotterdam en Antwerpen bovenaan in de ranking, met respectievelijk 640.000 ton en 351.000 ton.
Dat wil niet zeggen dat er geen inspanningen gebeuren, integendeel. De Antwerpse haven gaat er prat op dat er al 84 wachtstroomaansluitingen voorzien zijn, maar die zijn er enkel voor binnenvaartschepen. Voor containerschepen heeft men goede voornemens gemaakt. Tijdens de World Ports Conference op 21 juni 2021 kondigden de havens van Antwerpen en Rotterdam aan dat zij zich samen met enkele andere havens engageren om tegen 2028 walstroom te voorzien voor de grootste containerschepen. Ze tekenden daartoe een memorandum of understanding.
Maar de Europese milieubeweging legt bewust de lat hoog. Ze vragen dat alle schepen zo snel mogelijk onder het ETS-stelsel (emissions trading scheme) worden gebracht. Daarnaast vragen ze dat alle zeehavens walstroom zouden invoeren voor alle passagiersschepen tegen 2025, voor alle containerschepen, dus niet alleen de grootste, tankers en gekoelde bulkcarriers tegen 2030 en voor alle andere schepen en terminals tegen 2035.
Verder vragen ze niet langer te investeren in LNG-infrastructuur (liquid natural gas) om ‘stranded assets’ in fossiele brandstoffen te vermijden en ook niet de heilloze route te kiezen van meer biobrandstoffen. Ze vragen daarentegen om duidelijke doelstellingen op te nemen in de tijd voor de installatie van nieuwe haveninfrastructuur voor het tanken van groene waterstof of groene e-fuels zoals e-ammoniak of e-methanol.
Minister, bent u ook van mening dat we onze havens en in het bijzonder de laad-, los- en tankactiviteiten van alle zeeschepen die aanliggen in onze havens zo snel mogelijk moeten vergroenen?
Steunt u de uitbreiding van het Europees ETS-systeem naar schepen?
Zult u extra steun voorzien voor de uitbreiding van walstroomaansluitingen in onze havens voor alle schepen, dus niet enkel de binnenvaartschepen, maar ook alle passagiers- en containerschepen, alle tankers en alle andere zeeschepen? Zult u daarbij een richtinggevend tijdskader afspreken met de havenbedrijven?
Zult u extra steun voorzien voor investeringen in haveninfrastructuur voor groene waterstof en andere groene e-fuels? Zult u daarbij een richtinggevend tijdskader afspreken met de havenbedrijven?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Annouri, zoals u terecht hebt getuigd, vermeldt die T&E-studie de containervaart als hoofdpunt voor Antwerpen. Specifiek voor Antwerpen werd het complex project Extra Containercapaciteit Antwerpen (ECA) opgestart om de groei in de containertrafiek op te vangen. Naast een nieuw getijdendok op de Linkerscheldeoever zet dit complex project ook in op de uitbreiding van de diepzeecontainercapaciteit verspreid doorheen de haven. Dit complex project vormt de hefboom bij uitstek om de containerbehandeling in de hele haven te vergroenen. In die zin ben ik het met u eens dat we zo snel mogelijk moeten inzetten op die vergroening.
Reeds bij de vaststelling van het voorkeursbesluit van het complex project ECA op 31 januari 2020 werden verschillende in deze context relevante maatregelen opgenomen in het pakket compenserende en milderende maatregelen. Een aantal van die maatregelen hebben ook specifiek betrekking op walstroom voor containerschepen. Dit gaat over voorbereidende studies die locaties met potentieel voor vaste walstroom identificeren, studies die de rollen, de verantwoordelijkheden en de financiering uitwerken of studies die bekijken of bepalingen met betrekking tot walstroom in nieuwe concessieovereenkomsten kunnen worden opgenomen.
Op 5 november vorig jaar keurde de Vlaamse Regering een visienota goed over het Europese ‘Fit for 55’-pakket. Deze nota bevat ook het standpunt van de Vlaamse Regering over een aantal prioritaire dossiers binnen dat pakket. De herziening van de regelgeving rond emissiehandel, de ETS-richtlijn, is er daar een van.
De Vlaamse Regering staat positief tegenover de opname van scheepvaart binnen het ETS. Ook deze sector moet immers een bijdrage leveren aan de Europese klimaatdoelstellingen. Deze mening wordt overigens gedeeld door de andere gewesten en de federale overheid.
Momenteel bestaat er geen meerjarenplan voor de uitbouw van walstroom voor zeeschepen in de Vlaamse havens. Op termijn kan dit een mogelijk actiepunt vormen voor de projectgroep ‘walstroom voor zeeschepen’. In samenspraak met de stakeholders van deze projectgroep zal worden onderzocht op welke manier Vlaamse middelen ingezet kunnen worden om de bouw van walstroominstallaties in de Vlaamse havens te stimuleren. De projectgroep ‘walstroom voor zeeschepen’ werd in 2021 opgericht, anticiperend op de goedkeuring van de havenstrategie. Die strategie werd inmiddels goedgekeurd. Deze projectgroep kent een brede samenstelling: MOW, het Departement Omgeving, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA), de zeehavens, De Vlaamse Waterweg. Doelstelling is kennisdeling en bijdragen aan de realisatie van concrete walstroomprojecten voor zeeschepen in Vlaamse havens.
Wat uw vierde vraag betreft, kan ik u meedelen dat de Vlaamse Regering op 17 december 2021 de Vlaamse Havenstrategie goedgekeurd heeft. In deze strategie wordt ruim aandacht besteed aan de transitie die ook de havens zullen moeten doormaken naar een klimaatneutrale toekomst en aan de afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen. De strategie wordt geconcretiseerd via individuele overeenkomsten per haven. Het is de bedoeling in te zetten op een reductie van de CO2-uitstoot door onder andere de vergroening van het vervoer en evolutie naar lage emissies in de scheepvaart. In de individuele overeenkomsten die met elke haven zullen worden afgesloten, wordt aangegeven welke acties en projecten in elke haven worden opgezet ter vergroening van de havens. Daarnaast zet het departement volop in op de vergroening van de transportsector. De ‘Clean Power for Transport-visie 2030’ geeft de richting aan waarin ik wil evolueren naar een vergroening van heel de transportsector.
Ik hoop dat ik daarmee al uw vragen heb beantwoord.
De heer Annouri heeft het woord.
U hebt inderdaad al mijn vragen beantwoord, minister. Maar ik heb wel nog enkele verduidelijkingsvragen. U geeft zelf ook aan zo snel mogelijk te willen inzetten op vergroening. Dat is ook de ambitie die u hebt als antwoord op mijn eerste vraag. Maar heel concreet: als het gaat om laad-, los- en tankactiviteiten zijn er daarvoor concrete plannen? Zijn er concrete targets daarvoor? Zijn er bepaalde concrete doelstellingen waarvoor u zichzelf wilt inzetten? Wat mogen wij daarvan verwachten? Ik vraag dus iets meer concrete gegevens.
Op mijn tweede vraag hebt u duidelijk geantwoord voorstander te zijn om de schepen onder het Europese ETS-systeem te krijgen. Dat vind ik goed. Op mijn derde vraag antwoordt u dat er geen meerjarenplan is op dit moment. Er is wel kennisdeling.
Zo'n meerjarenplan, zou dat geen goed idee zijn? U zegt dat dat er kan komen, maar dan is de vraag waarom nu nog niet. Waarom afwachten? Is dat niet veel handiger en veel beter om te werken, en om daar volop op in te zetten? Ik vraag hier opnieuw naar targets, naar concrete afspraken, naar een heel duidelijke richting.
U had het over de Vlaamse havenstrategie. Mijn vraag was heel concreet of er extra investeringen vrijgemaakt zullen worden. U hebt dan aangehaald dat jullie individuele overeenkomsten hebben met de havens. Maar ik heb niet goed begrepen of er nu wel of niet concreet extra investeringen zullen worden vrijgemaakt. Ik heb wel gehoord wat er aan het gebeuren is, maar mijn vraag is of er concreet extra investeringen zijn die zullen gebeuren, ja of neen?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik kan mij deels of grotendeels aansluiten bij de vraag van collega Annouri. Het is een rare vergadering voor mij vandaag, maar dat mag wel eens.
Voor mij evengoed. Maar dat mag inderdaad eens.
Alleen wat de aanhef betreft: dat de grootste en de tweede grootste haven van Europa ook de meeste uitstoot hebben, is ook wel logisch. Dus die manier waarop dat naar voren werd gebracht, door die studie, vond ik wat gekleurd. Want ik vind dat niet iets om van omver te vallen. Dat is gewoon de realiteit: als grootste en tweede grootste haven heb je ook de grootste uitstoot. Dat is zo, dat is evident. Als achtste zou dat wat lastig zijn. Maar het is vooral wat je ermee doet en hoe je in de toekomst probeert om naar die circulaire economie, naar die energietransitie te gaan.
Er is al veel gezegd over wat we allemaal doen. Ook de minister heeft al een aantal initiatieven aangehaald. Walstroom voor de binnenvaart gebeurt al heel veel. De CEO’s hebben ook een akkoord gesloten om die walstroom met verschillende havens prioritair te gaan uitrollen. Daar is ook al naar verwezen. We hebben gisteren trouwens nog de president van Namibië op bezoek gehad. Dat ging dan over het importeren van groene waterstof, waar we ook zeer veel rond doen. We zijn ook bezig met de opvang van CO2. Er is de Antwerp@C-coalitie, waarbij de zeven grote chemische partners en bedrijven de handen in elkaar slaan om CO2 op te slaan, te transporteren, in de grond te steken en op termijn ook te gaan hergebruiken. Dat zijn dus heel veel initiatieven, waarvan een deel ook van onderuit, vanuit de private sector komt.
Ik weet, minister, dat u bezig bent met die walstroom, dat u daarmee bezig bent, maar ik wil toch wel benadrukken dat er vroeg of laat middelen voorzien zullen moeten worden, want op dit moment kloppen die investeringsmodellen niet. Misschien over tien of vijf jaar wel, maar zowel op het vlak van kapitaaluitgaven als operationele uitgaven zullen de bedrijven het momenteel nog niet doen. Ik geef een simpel voorbeeld: de verschillende btw-percentages – 6 procent op brandstof, 21 procent op elektriciteit – maken al een enorm verschil naar afname van energie. Dat is dan het verhaal van de operationele kosten …
Collega, ik zal u moeten vragen om af te ronden.
Dat ga ik doen. Ik sluit mij aan bij de vraag om dat te willen opnemen de komende maanden en jaren en om daar middelen voor vrij te maken, want het is te belangrijk, als we de boot op dat vlak niet willen missen en werk willen maken van die transitie.
De heer Verheyden heeft het woord.
Collega’s, ik sluit mij ook aan bij de vraag van de heer Annouri. Ik heb vorig jaar zelf ook een aantal vragen gesteld over die walstroomvoorzieningen. Het is toch wel opvallend, minister, dat we nog altijd … (onverstaanbaar) … walstroom hebben voor die binnenscheepvaart, terwijl die grote schepen toch achterwege blijven. Ik stel altijd de vraag – en terecht denk ik – hoe men een lage-emissiezone in Antwerpen kan verantwoorden, terwijl mastodonten enkele honderden meters verder tonnen CO2 de lucht in blazen. Dat is niet redelijk. Dus er moet volop op ingezet worden.
We hebben daarnet het decreet voor de havenfusie goedgekeurd. Ik denk dat die fusie heel wat opportuniteiten met zich mee kan brengen rond samenwerking op het vlak van groene energie, van walstroom, van waterstof en dergelijke meer. Ik denk dus dat men daar volop aan werkt.
En wat die walstroom betreft, kan ik me aansluiten bij collega De Ridder en collega Annouri om daar inderdaad een meerjarenplanning voor op te stellen, want ik denk dat daarmee de snelste winst geboekt kan worden.
Ik … (onverstaanbaar) … ook dat het Havenbedrijf vorig jaar een pact heeft afgesloten met de havens van Rotterdam, Hamburg, Bremerhaven en enkele Franse havens rond die walstroom en dat de deadline daarvoor in 2028 ligt. Kunt u dat eventueel bevestigen?
En ten slotte: walstroom: ja; elektrificatie: ja; waterstof opwekken: ja. Maar daar heeft men elektriciteit voor nodig. Ik doe hier dus nog een warm pleidooi om ons zo veel mogelijk te scharen achter het behoud van kernenergie. Ik weet het, dat is een ander debat en dat zit in een andere commissie. Maar als we die energie, die elektriciteit niet hebben, dan kunnen we ook heel veel andere, alternatieve energievormen, zoals groene waterstof, helemaal niet produceren en enkel invoeren. Dan komen we dus eigenlijk in hetzelfde schuitje terecht als vroeger, en nu nog, met de olie. Dan zullen we weer te veel afhankelijk zijn van buitenlandse spelers. We moeten zorgen dat we die energie zelf kunnen opwekken.
Minister Peeters heeft het woord.
Ja, bedankt voor de bijkomende bemerkingen en suggesties. Dank ook aan mevrouw De Ridder om op te noemen wat er in het Havenbedrijf zelf al allemaal gebeurt.
Het is zeker heel belangrijk dat we daarop blijven inzetten. Een aantal collega’s hebben het al gezegd: we doen op dit ogenblijk heel veel inzake walstroom, voor onze binnenvaart, omdat dit ook onmiddellijk veel meer impact heeft op de rechtstreekse bewoning. Maar tout court moeten we in de toekomst de klimaatdoelstellingen voor ogen blijven houden, en we moeten ook blijven inzetten op meer duurzame transities, ook in onze havens.
Ik heb daarstraks al gezegd dat we een heel aantal doelstellingen hebben opgenomen in het kader van de Europese initiatieven die zijn uitgerold in het kader van het plan ‘Fit for 55’, dat we zelf als Vlaamse overheid zeker ten volle mee onderschrijven. Dat is één.
Een tweede punt waar we zeker op blijven inzetten, is de projectgroep walstroom voor zeeschepen. Daarin neemt het Departement MOW volop de lead. Heel wat elementen die daarin aan bod komen, gaan we straks mee opnemen in het kader van de individuele overeenkomsten die er zullen komen in navolging van de koepelovereenkomsten en de havenstrategie, die recent, in december 2021, is goedgekeurd.
Mijnheer Annouri, u vraagt of er bijkomend al extra middelen zijn vrijgemaakt voor investeringen in de havens, inzake walstroom. Daar moet ik u helaas negatief op antwoorden. We kunnen natuurlijk niet alles gelijktijdig doen, en u zult ook wel weten dat investeringen in walstroom in de havens zeer zware investeringen zijn. Er wordt binnen de projectgroep gekeken hoe men daar verder mee kan omgaan, en naar de toekomst toe wordt ook in de richting van Europese subsidies gekeken. Men blijft dat dus binnen die projectgroep allemaal heel nauw opvolgen welke mogelijkheden daar voor de toekomst zijn, ook in het kader van de aanpassing van de Europese richtlijn dienaangaande.
Ik kan ook bevestigen wat de heer Verheyden heeft vermeld: het is inderdaad het Havenbedrijf zelf dat het ‘Fit for 55’-pakket, en de voorstellen die daarin zijn opgenomen, mee onderschrijft. Het Havenbedrijf Antwerpen heeft recentelijk een ‘memorandum of understanding’ (MOU) ondertekend, samen met een aantal andere havens, waaronder Rotterdam en Hamburg. Ze hebben 2028 als deadline vooropgesteld om te kijken hoe ze in de toekomst een aantal projecten kunnen opzetten inzake walstroom voor zeehavens, maar ook inzake andere alternatieve brandstoffen. Ook dat wordt verder opgevolgd, en zal verder uitgerold worden.
Sommigen vragen een concrete meerjarenplanning. Die is er nu nog niet. We kunnen niet alles tegelijkertijd. Er is de havenstrategie. De koepelovereenkomst dateert van december 2021. We zijn nu de individuele overeenkomsten aan het sluiten met de havens. Daarin zullen uiteraard ook een aantal concrete acties per individuele haven opgenomen worden. Ik denk dat het zeker al heel interessant is wat hier al allemaal wordt bijgebracht. We zullen in de toekomst moeten blijven opvolgen, zowel wat er in Europa gebeurt, wat er op het niveau van de individuele havens gebeurt, en tout court wat wij allemaal nog doen in het kader van ons CPT-plan. Dat is ‘Clean Power for Transport’, waar we toch ook volop inzetten op de vergroening en op de modal shift voor het goederentransport.
Ik denk ook aan alle initiatieven voor de binnenvaart van en naar de havens. Kortom, het is een en-enverhaal. We kunnen een euro natuurlijk ook maar één keer uitgeven. We kijken ook sowieso naar wat de wijzigingen zijn inzake regelgeving en toekomstige ondersteuningsprojecten vanuit Europa.
Ik heb misschien niet alle vragen beantwoord, maar we blijven het alleszins nauwgezet opvolgen.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik apprecieer dat ten zeerste.
Laat het duidelijk zijn dat de havens een ongelooflijk belangrijke rol spelen en nog veel meer kunnen spelen als het gaat over innovatie en ecologische transitie. Het is echt iets waar we wereldleider in kunnen worden. Je merkt gewoon dat er ontzettend veel potentieel is en dat er al heel wat beweegt.
Sta me toe om te zeggen dat, ondanks uw uitgebreide antwoord, ik vind dat er op dit moment nog niet voldoende vanuit de politiek gebeurt om dat potentieel volledig te benutten. Er worden kansen gemist, er kunnen investeringen zijn, er kunnen nog extra stappen worden gezet. U hoort dat ook de collega's vragen stellen. Het potentieel ligt er, grijp het en zorg ervoor dat u als overheid partner bent.
Ik begrijp uit uw antwoord dat ik misschien net iets te vroeg ben en dat u iets meer tijd vraagt. Ik denk dat het wel al had kunnen gebeuren, maar we zullen er in de toekomst zeker nog op terugkomen omdat dit een ongelooflijk belangrijk thema is.
Collega De Ridder, ik vind het eigenlijk wel mooi. Ik denk dat er heel veel zaken zijn waarover u en ik van mening verschillen, maar het is wel goed dat er ook dingen zijn waarover we het eens zijn zodat we samen dezelfde strijd kunnen leveren. Laat politiek het clashen van ideologieën zijn, maar ook samen dezelfde strijd voeren, als er gelijkenissen zijn. Ik denk dat het voor iedereen kan opleveren, en ik ben blij dat het vandaag ook het geval is geweest.
De vraag om uitleg is afgehandeld.