Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brouns heeft het woord.
Vandaag zijn er, gelukkig maar, heel veel geëngageerde vrijwilligers in alle Vlaamse steden en gemeenten die instaan voor de verkeersveiligheid van heel vaak schoolgaande kinderen, maar ook veel ruimer. We kennen allemaal de gemachtigde opzichters. Veelal zijn die gebonden aan bepaalde straten, wijken, schoolomgevingen in hun eigen gemeente. Het gebeurt ook vaak dat ze in het kader van de uitstappen die scholen maken, van fietsgroepen van senioren en dergelijke meer, ver buiten de gemeente gaan. De gemachtigde opzichters hebben geen bevoegdheid meer zodra ze hun eigen grondgebied verlaten.
Dat is eigenlijk de vraag, hetgeen ik hier wil aankaarten. Ze moeten dan een machtigingsbesluit vragen aan de burgemeester van dat grondgebied, ze moeten bij de politiezone langsgaan om de tricolore armband te vragen. Dat is administratief nogal omslachtig, terwijl we vandaag allemaal sterke en goed opgeleide gemachtigde opzichters hebben. Dat is een opleiding die op het niveau van de provincies wordt georganiseerd, maar die uniform is op dat vlak. Ik denk dus dat het mogelijk zou moeten zijn om hun die bevoegdheid te geven.
De vraag is dan ook wat uw visie is op het uitoefenen van de rol van gemachtigd opzichter buiten de afgebakende grenzen van gemeenten. Bent u bereid een kader uit te werken zodat gemachtigde opzichters, zoals leerkrachten en begeleiders van vrijwilligersorganisaties, deze bevoegdheid over heel Vlaanderen mogen beoefenen?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Brouns, ik kan eigenlijk heel kort antwoorden op uw vragen.
Ik deel uiteraard uw mening dat gemachtigde opzichters hun rol moeten kunnen uitoefenen buiten de gemeentegrenzen.
Wat uw tweede vraag betreft, moet ik u antwoorden dat dit een federale materie is. De bevoegdheden van gemachtigde opzichters worden op federaal niveau bepaald. Ik kan wel meegeven dat hier in de nieuwe ontwerpwegcode al rekening mee gehouden is en dat men die administratieve rompslomp een halt wil toeroepen. Er komt dus een nieuwe regelgeving die paal en perk zal stellen aan die beperkingen.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, ik denk inderdaad dat we in het Vlaanderen van vandaag de ambitie moeten hebben om zo veel mogelijk administratieve rompslomp weg te werken, zeker voor die mensen die een vrijwillig engagement opnemen om de verkeersveiligheid van de allerzwakste weggebruikers. Ik neem dit ook verder op met mijn collega’s in het federaal parlement.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, de veiligheid van onze schoolkinderen is een van de prioriteiten van de Vlaamse Regering. U zet daar heel sterk op in, u motiveert de lokale besturen om aandachtig te zijn voor de schoolroutes en de schoolomgeving en om waar nodig, soms via ‘quick wins’, verbeteringen aan te brengen.
De vraag van collega Brouns ondersteun ik zeker, en ik hoor nu ook met genoegen dat daar op federaal niveau werk van gemaakt wordt.
Nu, in het kader van verkeersveiligheid aan de schoolomgeving hebben we ook het Charter Werftransport. Kunt u duiden hoe het daarmee staat en hoeveel gemeentes dat hebben ondertekend? Is dat een groot succes?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, collega’s, ik denk dat alle fracties het erover eens zijn dat de rol die gemachtigde opzichters vervullen, een mooi staaltje burgerschap is. Ik zou dan ook in de eerste plaats een pluim willen geven aan al die vrijwilligers die zich dag in dag uit en in alle weersomstandigheden inzetten om de veiligheid van kinderen, scholen, senioren en personen met een beperking in het verkeer te garanderen.
Minister, ik ben naar aanleiding van deze vraag even gaan googelen, en ik heb gemerkt dat er zowel opleidingen worden gegeven door de gemeenten, vooral via de verkeersdivisies van de lokale politie, als door de provincie. Die opleiding omvat een theoretisch en praktisch luik. Ik vraag mij nu af of al deze opleidingen wel uniform zijn. Ik ben er inderdaad voorstander van om die bevoegdheden van gemachtigde opzichters uit te breiden naar heel Vlaanderen toe. Misschien moeten we eens kijken, in samenspraak met onze Franstalige collega’s, of die bevoegdheid, in afwachting van een onafhankelijk Vlaanderen, ook niet van toepassing kan zijn over de gewestgrenzen heen. Scholen gaan immers ook op schoolreis buiten Vlaanderen, en oversteken gebeurt volgens mij overal op dezelfde manier.
Ik stel ook vast dat er een dalende trend waar te nemen is bij de gemachtigde opzichters in Vlaanderen. Daarom wil de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) een vorming organiseren voor steden en gemeenten om meer gemachtigde opzichters aan te trekken en te behouden. Hoe lopen die opleidingen? Wordt dat tekort aan gemachtigde opzichters ook weggewerkt?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik kan niet alle vragen beantwoorden, moet ik eerlijk zeggen. De gegevens over het Charter Werftransport heb ik bijvoorbeeld niet voorhanden nu, mevrouw Moors. Ik weet niet of u dat misschien via een schriftelijke vraag wilt opvragen.
Wat de opleidingen betreft, kan ik mee onderschrijven dat die vrijwilligers heel goed werk leveren, aan schoolomgevingen, maar ook bij tal van andere activiteiten. We hebben niet alleen gemachtigde opzichters, maar ook signaalgevers bij koersen en jeugdverkeersbrigades en dergelijke. Kortom, er zijn meerdere vrijwilligers die daar actief mee bezig zijn. In het kader van de ontwerpwegcode evolueert men naar één uniform statuut, en dan moet men natuurlijk zorgen voor een soortgelijke opleiding. Dat onderschrijf ik sowieso. Een minimum aan opleiding is sowieso goed en opfrissing van verkeerswetgeving is nodig, zodat men geen foute zaken doet als men een bepaalde rol op zich neemt. De bedoeling is alleszins om te evolueren naar één statuut. En voor de opleiding is het belangrijk dat we naar een uniform verhaal evolueren.
Ik neem ook aan – maar dan begeef ik mij op glad ijs – dat vooral de provincie die opleidingen organiseert en ik neem ook aan dat die uniform is. Het gaat ook over verkeerswetgeving, dus zoveel verschil kan er als dusdanig niet zijn.
Het is ook belangrijk dat die opfrissing er zeker is. Ook dat zal in de toekomst verder uitgewerkt worden op het vlak van uniformiteit voor alle mogelijke vrijwilligers.
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat we het er inderdaad over eens zijn dat dit ogenschijnlijk kleine zaken zijn, maar uit waardering en respect voor al die geëngageerde gemachtigde opzichters, die inderdaad een heel belangrijk onderdeel zijn van een lokaal verkeersveiligheidsbeleid, zou het goed zijn dat ze hun bevoegdheid ook nog mogen uitvoeren zodra ze buiten de gemeentegrenzen treden. Ik denk dat we dat op de agenda moeten houden, zodat die anomalie zo snel mogelijk uit de wereld kan worden geholpen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.