Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, begin december 2021 leverde u als bevoegd minister een omgevingsvergunning af voor de spoorvertakking langs de Oude Landen in Ekeren. Infrabel wil hiermee naar eigen zeggen de capaciteit van deze spoorlijn verhogen om in de toekomst het hoofd te kunnen bieden aan de verwachte stijging van de goederentrafiek per spoor en om de modal shift van de weg naar het spoor te faciliteren.
Uiteraard zijn dit doelstellingen die we absoluut mee onderschrijven, dat zal u niet verrassen. Maar de keuze voor een bovengrondse uitvoering van dit complex, terwijl er toch alternatieven mogelijk zijn, is volgens ons wel problematisch. Niet alleen volgens ons, want die keuze stuitte ook op heel wat verzet bij buurtbewoners. Het nemen van milderende maatregelen zoals hoge geluidsmuren of een extra groene berm, is voor hen duidelijk onvoldoende.
Dit vertakkingscomplex van de Oude Landen vormt ook de aanzet tot de tweede spoorontsluiting, en beide projecten zijn echt onlosmakelijk met elkaar verbonden. De keuze voor de aanleg van de ongelijkgrondse vertakking Oude Landen zorgt er echter voor dat er voor het andere project maar één uitvoeringsvariant mogelijk is, namelijk de bovengrondse. Dat is dan voor de latere aanleg van de tweede spoorwegtoegang.
Maar ook tegen een bovengrondse uitvoering van de tweede spoorontsluiting in de oostrand van Antwerpen is er heel wat protest. Zowel milieuverenigingen als lokale besturen hebben zich al geregeld daartegen uitgesproken, en vóór ondergrondse oplossingen zoals geboorde tunnels.
De aanleg van de tweede spoortoegang is ondertussen ook opgenomen in het complex project ‘Oostelijke Verbinding’. Daarin komen verschillende beslissingsprocessen samen, zoals steeds bij complexe projecten. In dit geval is dat de aanleg van een autosnelweg A102 tussen Ekeren en Wommelgem, een leidingstraat, maar evengoed de tweede spoortoegang richting Lier. Door hier een aparte beslissing te nemen over de spoorvertakking aan De Oude Landen legt u eigenlijk een zware hypotheek op de besluitvorming rond dit complex project. U kiest hier voor een stuksgewijze aanpak, een ‘saucissonering’ van de besluitvorming, wat eigenlijk ook helemaal indruist tegen het opzet van een complex project, zoals in dit geval de ‘Oostelijke Verbinding’.
Daarom heb ik drie vragen voor u, minister.
Is er bij de besluitvorming over het spoorcomplex Oude Landen voldoende rekening gehouden met het feit dat dit dossier gekoppeld is aan de aanleg van de tweede spoortoegang naar de Antwerpse haven?
Betekent dit dat de Vlaamse Regering in de toekomst ook zal instemmen met een bovengrondse uitvoering van die tweede spoortoegang en zo voorbijgaat aan het protest van heel wat bewoners, milieuverenigingen en lokale besturen?
Waarom werd de beslissing over de spoorvertakking aan de Oude Landen niet geïntegreerd in het complex project ‘Oostelijke Verbinding’?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag, collega Aerts. Ik heb niet de neiging om op concrete vergunningsdossiers in te gaan, maar bon, we zullen dat dan maar doen.
Wat deze concrete vergunningsbeslissing voor de bouw van een ongelijkgrondse spoorvertakking ‘Oude Landen’ aan Infrabel betreft, verwijs ik naar de motivatie in mijn beslissing van 3 december 2021. Ik wil er ook op wijzen dat het project kadert binnen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) uit 2018. Alle argumenten waarmee rekening gehouden is, staan daarin opgesomd, zoals u weet.
Ik wil wel wat dieper ingaan op de link tussen de verschillende projecten en planprocessen zoals de tweede spoortoegang, het complex Oude Landen en de Oostelijke Verbinding. Ik denk dat u, mijnheer Aerts, als voormalig mobiliteitsadviseur bij de provincie Antwerpen en projectleider mobiliteit bij MINT, waarschijnlijk heel goed op de hoogte bent van dit project. Ik denk dat u het zelfs beter kent dan ik. Ik denk dat u het ook hebt geadviseerd.
Zowel met betrekking tot de Oude Landen als tot de tweede spoorontsluiting is er een hele lange voorgeschiedenis. De samenhang tussen de projecten en met de ruimere omgeving is daarbij steeds aan bod gekomen en toegelicht in de respectievelijke besluitvorming en planningsdocumenten. De verschillende actoren bewaken dit zeer zorgvuldig.
Er is dan ook absoluut geen sprake van saucissonering van de besluitvorming zoals wordt geïnsinueerd, noch van het ‘leggen van een hypotheek op’, integendeel. De huidige – maar ook de vorige – Vlaamse Regering heeft doorheen de jaren een transparant proces gevoerd en steeds de verschillende projecten in hun onderlinge samenhang bekeken en beslist.
Zo kwam de Oude Landen ook regelmatig aan bod in de werkbank voor het Haventracé van het Toekomstverbond.
Het is niet wenselijk om alles in en rond Antwerpen in één megagroot planproces te gieten. Maar het is natuurlijk wel essentieel dat de samenhang bewaakt wordt en dat er geen tegenstrijdige beslissingen worden genomen. Het is ook belangrijk dat deelprojecten al gerealiseerd kunnen worden, zodat de trein ook echt kan rijden en de haven van Antwerpen kan blijven functioneren. Ik denk dat u daar ook wel voor moet zijn.
Ook in de besluitvorming en in de antwoorden op diverse schriftelijke vragen worden de relaties steeds gelegd, zo blijkt bijvoorbeeld uit dit citaat van de beslissing van 21 december 2018 over het GRUP dat de basis vormt voor de vergunning over Oude Landen: “Vermits de Oude Landen tevens een belangrijke schakel zal zijn in relatie met de toekomstige Tweede spoortoegang zeehaven Antwerpen werden uiteraard de mogelijke interacties steeds nauwlettend in het oog gehouden. Vanuit deze toekomstsituatie zal een deel van het plan Oude Landen tevens kunnen worden verbonden met andere open ruimte in de omgeving (Laaglandpark). Een snelle realisatie van Oude Landen maakt een gefaseerde aanpak mogelijk van een reeks projecten. De afstemming hiermee was en is een belangrijke uitdaging, maar vormt op zich niet het voorwerp van deze besluitvorming. Hierover wordt een afzonderlijk planningsproces gevoerd en zal ook afzonderlijk worden beslist.”
Het project van Oude Landen betreft een bestaand vertakkingscomplex voor spoorweginfrastructuur en de uitbouw van een parkgebied te Ekeren. De Oude Landen is een cruciale en fundamentele schakel voor de optimalisatie van het goederenvervoer van en naar de haven van Antwerpen en vormt een essentiële bouwsteen in de modal shift. Er wordt met de Oude Landen ook meteen invulling gegeven aan de doelstellingen van het Toekomstverbond Antwerpen en de verschillende doelen in het actuele mobiliteitsplan. Oude Landen zal naar aanleiding van de uitvoering van het plan als een moderne spoorwegknoop kunnen worden uitgebouwd met respect voor de leefbaarheid van de omwonenden.
Het is met andere woorden een project dat ook los van een tweede spoorontsluiting prioritair moet worden gerealiseerd, ook conform de Vlaamse spoorstrategie en het samenwerkingsakkoord inzake spoorinvesteringen dat Vlaanderen met de federale overheid heeft afgesproken.
In het planproces van het GRUP Oude Landen werden alle mogelijke alternatieven onderzocht. Ook de ondergrondse varianten werden de afgelopen jaren zeer uitvoerig bestudeerd, zowel op technisch vlak als op het vlak van milieu en mobiliteit. Dit werd ook steeds besproken met de verschillende stakeholders. Voor elk van de alternatieven werd de relatie gelegd met een mogelijke tweede spoorontsluiting. Die werden ook voorgelegd in een openbaar onderzoek. Vanuit het gevoerde onderzoek, het geactualiseerde plan-MER (milieueffectrapport) en de conclusies uit het planningsproces heeft de Vlaamse Regering alle elementen samengelegd en op 21 december 2018 beslist voor het bovengrondse scenario als voorkeursscenario voor het vertakkingscomplex Oude Landen. De vergunning van 3 december is dan ook de volgende en logische stap.
Het voorkeursalternatief uit 2018 impliceert inderdaad ook dat de Vlaamse Regering heeft ingestemd met een bovengrondse aantakking van de tweede spoorontsluiting ter hoogte van de Oude Landen in de toekomst en dat ook de E19 bovengronds zal worden gekruist.
Het planningsproces voor de Oude Landen is reeds lang in voorbereiding en dateert van ruim voor de startbeslissing voor het complex project Oostelijke Verbinding, eind 2020. Zoals al verschillende keren werd onderstreept is er uiteraard ook afstemming tussen beide, zoals bijvoorbeeld bevestigd door de Vlaamse Regering op 18 december 2020 in het kader van het gebiedsprogramma Wommelgem-Ranst. Ook met andere processen zoals de Leidingstraat Antwerpen-Ruhrgebied wordt afgestemd. Daarmee is ook uw derde vraag beantwoord.
De heer Aerts heeft het woord.
Bedankt voor de toelichting. Nu, een afzonderlijke keuze voor het ene impliceert nog altijd een effect van die keuze op het andere. U verwijst naar de Oude Landen, waar het project al het langst loopt. Dat heeft wel degelijk zijn effect op de keuze voor een tweede spoorontsluiting. Zo neemt u toch wel een voorafname op de andere beslissing, waar net zoveel protest tegen is. Ik las in de media dat het buurtcomité van een van die projecten een gesprek met u gevraagd had, maar dat het geen gehoor gekregen had. Hebben zij ondertussen al met u contact kunnen opnemen?
Minister Demir heeft het woord.
Wat de buurtbewoners betreft: dat zal ik moeten navragen. U moet weten, mijnheer Aerts, dat wij tijdens de procedure proberen geen overleg te doen. Meestal is het overleg voordien. We hebben dat inderdaad niet gedaan tijdens de procedure.
De vraag om uitleg is afgehandeld.