Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Verheyden heeft het woord.
Om maar te zeggen: we zijn er niet alleen voor de autobestuurders maar ook voor sportievelingen die graag op de fiets zitten.
Collega’s, in Vlaanderen mag een elektrische fiets ondersteuning geven tot maximaal 25 kilometer per uur. De verkeersregels zijn dezelfde als voor een gewone fiets. Maar de ondersteuning van de elektromotor voor een speedpedelec is toegelaten tot een snelheid van 45 kilometer per uur. Die dient dan wel een nummerplaat te hebben, en bovendien is er de verplichting om een goedgekeurde helm te dragen. De verkeersregels zijn strenger of anders voor een speedpedelec.
Door de ontwikkeling van nieuwe modellen van elektrische fietsen, zoals de elektrische e-racefiets en e-mountainbike, is er een probleem ontstaan voor de gebruikers van die fietsen. Die e-sportfietsen mogen wettelijk maar tot 25 kilometer per uur ondersteuning geven. Er wordt echter vastgesteld dat er met traditionele sportfietsen vaak sneller kan worden gereden. En voor heel wat gebruikers van die e-sportfiets ontstaat er dan een fysiek probleem om op eigen kracht meer dan 25 kilometer per uur te rijden, door het hogere gewicht van de e-sportfiets, met een motor en batterij.
Om het de recreatieve fietser mogelijk te maken mee te kunnen met een groep zou het wenselijk zijn de ondersteuning bij een e-sportfiets op te trekken tot minstens 32 kilometer per uur. Aan de overkant van de oceaan, in de Verenigde Staten, is de wettelijke ondersteuningssnelheid voor alle e-fietsen trouwens 20 mijl per uur, wat overeenkomt met 32 kilometer per uur.
De huidige situatie leidt ertoe dat momenteel heel wat e-fietsers hun fiets illegaal laten tunen om toch mee te kunnen met een groep fietsers. De elektrische motoren van de fietsen kunnen ondersteuning tot 32 kilometer per uur perfect aan. En op technisch vlak zijn die fietsen meestal uitgerust met schijfremmen, wat de remafstand klein houdt.
Het zou evident zijn dat de wetgeving voor deze categorie van fietsen wordt aangepast. Bovendien dragen de gebruikers van deze fietsen bijna allemaal een helm. Dat laat dan weer toe om bij het gebruik van een e-sportfiets, die 32 kilometer per uur kan halen met ondersteuning, het dragen van een helm te verplichten. Verdere maatregelen zijn naar onze mening niet nodig omdat een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering nu reeds het gebruik van een speedpedelec dekt. Die elektrische fiets kan daar perfect in ingepast worden.
Minister, bent u bereid om te bekijken of de ondersteuning voor e-sportfietsen kan worden opgetrokken tot de snelheid van 32 kilometer per uur? Zo ja, wilt u dat voorstel dan op tafel leggen bij het overleg met uw federale collega? Zo neen, op welke gegevens baseert u zich dan om dit voorstel niet te onderzoeken?
Minister Peeters heeft het woord.
Conform de huidige bevoegdheidsregels ben ik niet bevoegd om de trapondersteuning voor bepaalde elektrische fietsen op te trekken tot 32 kilometer per uur. Dat is sowieso eerst een federale materie. Maar ten tweede is dat ook op Europees vlak geregeld; er is namelijk een Europese verordening. Die zou in principe gewijzigd kunnen worden, maar in die verordening was een maximum van 25 kilometer per uur voor trapondersteuning voorzien. En dat was het resultaat van een moeilijk bereikt compromis, waardoor de gewone elektrische fietsen dan niet onderworpen worden aan de strenge eisen die bijvoorbeeld wel gelden voor speedpedelecs. Daarom is die snelheid van 25 kilometer per uur in die verordening opgenomen, met een duidelijk verschil qua vereisten voor een speedpedelec.
Men heeft voor die snelheid van 25 kilometer per uur gekozen omdat dat goed aansluit bij de snelheid die de meest geoefende fietsers wel halen. Dat is alleszins de doorsneesnelheid die een geoefend fietser haalt. Daarom is toen voor die maximumsnelheid gekozen in de Europese verordening.
U vraagt of ik initiatieven wil nemen – u bedoelt wellicht op Europees vlak? Ik maak toch een zeker voorbehoud. Wij hebben vandaag een groeiend aandeel ongevallen met elektrische fietsen. Het is logisch dat als er meer van die fietsen zijn, er ook meer ongevallen mee gebeuren. Maar ik heb een studie over fietsongevallen opgezet. Ik wel eerst de resultaten ervan zien vooraleer ik zelf initiatief neem om een hogere maximale snelheid in te voeren, van 32 kilometer per uur, zoals u suggereert.
De regels voor speedpedelecs zijn inderdaad strenger, maar in België geldt voor deze groep in vergelijking met andere Europese landen nog een vrij tolerante wetgeving. Het zou nu nog te voorbarig zijn om aan de regels iets te wijzigen. Wie moedwillig een gewone elektrische fiets met een snelheidslimiet van 25 kilometer per uur wil omturnen tot een speedpedelec, zou er de consequenties bij moeten nemen van de regels van helm, nummerplaat enzovoort. Wie dat niet doet, overtreedt de wet. Dat is geen argument om de maximumsnelheid op te trekken naar 32 kilometer per uur. Maar het is federale materie, en het is onderwerp van een Europese verordening.
De heer Verheyden heeft het woord.
Ik ben ontgoocheld in uw antwoord, en ik denk samen met mij heel wat sportieve mensen die op zondagmorgen in groep de weg oprijden maar een elektrische fiets nodig hebben om mee te kunnen met de groep. Het gaat niet om elke elektrische fiets. Het gaat om die e-sportfietsen, om mee te kunnen rijden in groep op zondag. Met gewone fietsen halen sportievelingen vaak meer dan 32 kilometer per uur. Die hebben geen strengere regelgeving te verduren. Ik hoop dat u het toch eens wilt aankaarten bij uw federale collega en dat dit dan eventueel kan worden doorgesproken op het hogere niveau, Europa. Ik snap dat dit niet op een-twee-drie te realiseren is. Maar ik denk toch dat er gegronde redenen zijn om een bijkomende categorie te creëren: naast de gewone elektrische fietsen en de speedpedelecs ook een extra categorie voor deze, met een maximumsnelheid van 32 kilometer per uur. Dat kan geen onoverkomelijk probleem zijn. Ik hoop dat u daarvoor de nodige stappen zult ondernemen.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik heb wat bedenkingen. Over wie gaat het hier? Laat ons een kat een kat noemen. Het gaat over wielertoeristen. Ik ben zelf ook wielertoerist. Het gaat over een wielertoerist die er niet in slaagt de snelheid van zijn peloton te volgen. Het gaat over recreanten. Ik ben zelf wielertoerist, maar ik kan ook niet meerijden in een peloton dat 35 kilometer per uur haalt. Uw vraag, collega Verheyden, is er een naar ondersteuning zodat ook minder goede fietsers kunnen meerijden in het peloton. Maar moeten wij daarvoor dan een aparte categorie maken? Daar ben ik niet zo voor.
Wanneer die persoon met die elektrisch ondersteunde racefiets dan gaat trainen, zal hij die snelheid ook altijd halen. Wanneer bijvoorbeeld een jogger gaat lopen, zal hij misschien bepaalde pelotons van lopers die te snel lopen, niet kunnen volgen. Ik begrijp het ergens wel, maar we moeten gewoon constateren dat we niet voor elke categorie een aparte uitzondering kunnen maken. Als we dan doen, wordt de leesbaarheid voor de fietser of voor de gebruiker wel heel moeilijk. Bij een speedpedelec bijvoorbeeld moet de helm volledig gesloten zijn, bij een fietshelm is dat niet het geval. Dat schept toch allemaal problemen.
U verwijst naar de Verenigde Staten, maar in redelijk veel gebieden daar is de verkeersdensiteit ook helemaal anders dan bij ons. Je kunt dat niet vergelijken. Ik begrijp voor een stuk uw vraag, maar ik volg ook de minister dat we niet voor elke categorie een uitzondering kunnen maken. De leesbaarheid is toch wel belangrijk. Ik ervaar ook bij die e-steps, waar we mee bezig zijn, dat dat niet zo eenvoudig is. We moeten bekijken waar we die onderbrengen, en niet telkens aparte categorieën maken. Dat zou het wel heel moeilijk maken. Dit wordt ongetwijfeld vervolgd.
De heer Bex heeft het woord.
Collega Verheyden, tot aan uw volgende vraag zal ik helaas de beeldvorming hebben van u die zit te vloeken op uw fiets omdat u er niet in slaagt om het peloton te volgen. Maar ik neem aan dat u snel een andere vraag zult stellen.
Ik sluit me aan bij de opmerkingen van de minister en de heer Meremans. Ik wil nog een bijkomend element meegeven. Men kan natuurlijk geen regel maken voor mensen die in een peloton meerijden. Men creëert een extra categorie of niet, en dus zullen ook mensen die alleen gaan fietsen, gebruikmaken van die limietverhoging om aan 32 kilometer per uur te kunnen fietsen. Ik denk dus niet dat we een opening maken voor een uitzondering, maar dat we eigenlijk een volledig nieuwe categorie zouden creëren. En daar kunnen we om alle redenen die al zijn genoemd, beter voorzichtig mee zijn.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik denk niet echt dat er nog bijkomende vragen zijn. De standpunten van de heer Verheyden en de anderen verschillen wel wat, en ik ben op dit ogenblik ook niet geneigd om bijkomende categorieën te creëren. Ik denk dat we het, wat dit betreft, hierbij kunnen laten.
De parlementaire kilootjes die er de voorbije twee jaar bij zijn gekomen, zijn voor mij nog geen hinder om mee te kunnen met bepaalde groepen die aan sport doen. Ik bijt op mijn tanden en dat komt wel goed. Maar het gaat om andere mensen, om mensen die inderdaad misschien iets ouder zijn en iets meer moeite hebben om mee te kunnen met dergelijke groepen.
Ik vind het jammer dat het creëren van een aparte categorie toch niet wordt overwogen. We hebben het daarstraks gehad over mensen die we moeten leiden naar die fiets. Dit kan een middel zijn om bijkomend mensen te leiden naar die gewone elektrische fiets. Minister, ik hoop dat er voortschrijdend inzicht komt en dat u het toch eventueel zult bekijken. Ik denk dat het nooit kwaad kan om dergelijke voorstellen te onderzoeken. Ik hoop dan ook dat dit in de toekomst zal gebeuren.
En misschien bedenken de collega’s zich binnen een paar jaar wanneer ze het zelf wat moeilijker krijgen om mee te kunnen met bepaalde groepen. Dit wordt dus zeker vervolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.