Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik denk dat geluidsoverlast door te luide voertuigen een vaak onderschat probleem is, maar ook vaak een vrij groot probleem. Dat is mij toch ook al vaak gemeld vanuit een meer stedelijke context, ook in onze eigen regio. Het is vaak ook heel moeilijk te handhaven, vandaar ook deze vraag.
Geluidshinder staat volgens een rapport van het Europees Milieuagentschap na luchtvervuiling op de tweede plaats van bedreigingen voor de gezondheid van Europeanen. Uit data van Statistiek Vlaanderen blijkt dat bijna 30 procent van de Vlamingen tamelijke tot extreme geluidshinder ondervindt. Het aandeel van verkeer en vervoer daarin bedraagt 31 procent. Dat aandeel is sinds 2013 opnieuw toegenomen.
Het Agentschap Wegen en Verkeer tracht geluidshinder, veroorzaakt door het wegverkeer, stelselmatig te verminderen. Dat doen ze door vijfjaarlijks, zoals gestipuleerd in de Europese richtlijnen omtrent omgevingslawaai, geluidsbelastingskaarten op te stellen. Dat gebeurt afzonderlijk voor wegverkeer en spoorverkeer. De laatste geluidsbelastingskaart dateert van 2016 en dient als basis om verder geluidswerend of geluidsmilderend beleid op te enten. Zo kunnen bepaalde woonzones op de prioriteitenlijst geluid terechtkomen of deel uitmaken van een actieve knelpuntenlijst, waardoor zij prioritaire ondersteuning genieten om geluidsmilderende maatregelen te onderzoeken.
Soms zijn er echter ook auto’s die individueel enorm veel lawaai maken, bijvoorbeeld door aanpassingen aan de uitlaat, knalpotten, straatraces, het overdreven optrekken en de zogenaamde ‘boomcars’. In buurland Frankrijk loopt sinds 4 januari een groot testproject om akoestische flitsers in te zetten. Geluidspollutie is daar opgenomen in de wetgeving. Men heeft daar een wettelijk kader om dus ook te kunnen optreden. De nieuwe akoestische flitsers worden voornamelijk ingezet op wegen tot 50 kilometer per uur in de meer geürbaniseerde zones. Daarmee kunnen te luide bestuurders dus geflitst en beboet worden, een taak die momenteel voor agenten en lokale besturen niet mogelijk is. Dat zou hun ook moeten toelaten om actiever in te zetten op zowel klachten die burgers tot bij hen brengen met betrekking tot geluidsoverlast uit het verkeer, als het storende effect van luid verkeer op natuurgebieden. En wat mij betreft is dat ook veel ruimer, inzake verkeersveiligheid. Zo kunnen voertuigen die te luid zijn, bijvoorbeeld door middel van modificatie van de uitlaat, opgespoord en beboet worden.
Minister, ik heb daarbij de volgende vragen. Hoe ziet u de aanpak van geluidsoverlast door te luide weggebruikers? Wat is uw visie op het gebruik van akoestische flitsers om geluidsoverlast in het verkeer in te perken en veel effectiever te kunnen handhaven? Bent u bereid om een testproject uit te rollen, naar het voorbeeld in Frankrijk, om akoestische flitsers ook in Vlaanderen in te zetten?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, mijnheer Brouns.
Wat de aanpak van geluidsoverlast door te luide weggebruikers betreft, weet u dat er in onze wegcode bepalingen zijn opgenomen rond geluiden die mogen worden voortgebracht door het gemotoriseerde verkeer. Het is aan de politiediensten en eventueel ook aan de weginspecteurs om daaromtrent te handhaven. U weet ook dat elk voertuig zich sowieso te gepasten tijde moet aanmelden bij de keuringsinstanties. En ook daar worden de geluidsemissies van een voertuig gecontroleerd. Na die technische controle zijn er natuurlijk misschien een aantal die daar toch een aantal modificaties aan willen aanbrengen, maar dat kan uiteraard niet, want dan voldoet men niet meer aan datgene wat de keuringsinstanties hebben vastgesteld. Dat gaat enerzijds over tal van elementen die men aanbrengt om meer geluid voort te brengen, en anderzijds hebben we natuurlijk, zoals u zelf ook aangeeft, de straatracers en de ‘boomcars’ en dergelijke, hetgeen inderdaad alleen maar heel veel ergernissen met zich meebrengt voor de andere weggebruikers en voor de omwonenden.
Het blijft natuurlijk zaak om dat een halt toe te roepen. Ik weet dat heel wat lokale besturen dat onder andere ook via GAS-boetes doen, maar het is natuurlijk vooral een zaak om dat te kunnen handhaven. En wat dat betreft, kijken we uiteraard in eerste instantie naar de politiediensten en desgevallend ook naar de weginspecteurs.
Wat de akoestische flitsers betreft, geeft u zelf aan dat dat op dit ogenblik een soort testproject is dat lopende is. De bedoeling van die akoestische flitsers is niet om de bestuurder rechtstreeks te kunnen beboeten, maar wel om vast te stellen dat er een bepaald geluidsniveau overschreden is en zodoende, aan de hand van die flitsers, de weggebruiker die het geluidsniveau heeft overschreden, uit het verkeer te kunnen halen en vervolgens correcte metingen te kunnen gaan uitvoeren.
Op dit ogenblik zijn er in Vlaanderen geen concrete plannen voor de inzet van dergelijke akoestische flitsers. U weet dat wij inzake handhaving ten volle inzetten op de drie grote killers in het verkeer: snelheid, afleiding en alcohol en drugs. Dat is voor ons een topprioriteit.
Ik wil u wel nog even meegeven dat wij inzake de handhaving van de voertuigemissies op de Vlaamse ministerraad van 3 december laatstleden een conceptnota hebben voorgelegd aan de Vlaamse Regering, samen met collega Demir. En daarin hebben we heel duidelijk opgenomen dat we het Europese onderzoek naar de handhaving van geluidsemissies, dat op dit ogenblik lopende is, heel nauwlettend willen opvolgen, met het oog op een toekomstige implementatie in Vlaanderen, al dan niet in combinatie met teledetectie.
We blijven dat dus zeker opvolgen, maar vandaag de dag is het enerzijds vooral mensen sensibiliseren om zich te houden aan de voorgeschreven normen. En anderzijds kijken we inzake handhaving naar de lokale politiediensten, die op basis van de bepalingen in de wegcode kunnen handhaven. En daarnaast weten we ook dat een heel aantal lokale besturen in hun GAS-boetereglement bepalingen hebben opgenomen rond GAS-boetes voor straatracers, ‘boomcars’ en dergelijke meer.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Het is inderdaad zo dat we op basis van de GAS-reglementering verschillende politieverordeningen hebben inzake geluidsoverlast, veroorzaakt door wagens, muziek en andere. Maar u weet ook dat dat op heterdaad moet, en het is natuurlijk niet zo evident om dat allemaal vast te stellen. Zo was er in Genk vrij recent ook een soort testcase met micro’s en camera’s om geluidsmeting te kunnen doen.
Als u verwijst naar de wegcode, gaat het over de homologatie. Dan gaat het niet, zoals in Frankrijk, over de milieuwetgeving, die zegt dat in de bebouwde kom een wagen die decibels mag produceren. Dat is dan een beetje de vraag – echt een open vraag – of we in Vlaanderen eens zouden bekijken waar dat nu thuishoort. Is dat, naar analogie met de Franse wetgeving, in de milieuwetgeving? In het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) staat van alles rond geluidspollutie, maar niet specifiek voor het wegverkeer, en met name de auto die bepaalde decibels mag produceren.
De vraag is dus waar die regelgeving het best in past. Is dat een technische norm? U verwijst naar wegcode en homologatie. Of is het een algemene regel van politie, van de algemene verkeerswet? Of is het inderdaad de milieuwetgeving? Het lijkt mij toch de moeite om dat op Vlaams niveau eens grondig te bekijken, omdat ik denk dat het een onderschat probleem is. Als het over de zogenaamde ‘boomcars’ gaat, is het ook bijna een seizoensgebonden probleem. Wij merken ook dat die in de zomermaanden veel meer opduiken. Maar het is een veel ruimer fenomeen. Als we gaan kijken naar de straatraces, gaat dat in bepaalde gevallen tot pure criminaliteit. Ik denk zelfs dat, als we dat effectiever kunnen gaan handhaven op basis van geluid, we de bestuurlijke inbeslagname van voertuigen ook gemakkelijker kunnen doen dan vandaag het geval is, want dan gaat het toch over ernstige misdrijven waarbij het voertuig het voorwerp is, dat minstens tijdelijk in beslag kan worden genomen.
Ik denk dus dat wat betreft de totale handhaving, veiligheid en geluid, er nog wel een weg af te leggen is, waarbij dan de eerste vraag aan u is, als we naar de wetgeving moeten kijken, binnen welke context we dat op Vlaams niveau kunnen opnemen. Ik denk in de Vlaamse milieuwetgeving. De vraag is om dat eens nader te bekijken.
De heer Bex heeft het woord.
Ik sluit mij heel graag aan bij de vraag van collega Brouns. Ik ben wel even gaan opzoeken wat een ‘boomcar’ is. Dat heb ik ondertussen ook bijgeleerd.
Geluidsoverlast is inderdaad een enorm belangrijk probleem. De cijfers van het Europees Milieuagentschap, waar collega Brouns naar verwijst, tonen dat inderdaad aan.
Minister, ik heb u vorig jaar een schriftelijke vraag gesteld, specifiek over het probleem van uitlaten met een regelbaar geluidsniveau. U gaf toen aan dat het eigenlijk niet mogelijk is om dat in de autokeuring te detecteren, omdat de eigenaar op dat moment de geluidsversterking gewoon uit kan zetten. En als hij of zij buitenrijdt, kan die dat weer aanzetten. Dus de enige oplossing om daar iets aan te doen, zijn effectief controles langs de weg. En als dat alleen kan door op heterdaad te betrappen, is handhaving inderdaad moeilijk. Ik steun dus de oproep van collega Brouns om verder uit te zoeken wie daarvoor verantwoordelijk is, welk beleidsniveau, welke minister, en hoe we eventueel met een test, zoals dat akoestische controlesysteem zoals in Frankrijk, naar een oplossing kunnen zoeken.
Ik wil u ook een tweede vraag stellen. Vanaf dit jaar is het voor motorfietsen met een cilinderinhoud van meer dan 125 kubieke centimeter verplicht om periodiek technische keuring te ondergaan, vanwege EU-wetgeving. Het is algemeen bekend dat niet alleen auto's, maar ook van die bromfietsen en moto's soms heel veel lawaai kunnen maken. Ik vroeg mij af hoever Vlaanderen staat met het invoeren van die verplichte controle voor motorfietsen. Zal een controle op het respecteren van de geluidsnormen opgenomen worden in die technische keuring vanaf dit jaar? Hoe verloopt trouwens in dat verband het overleg met andere gewesten? Want ik denk dat het absoluut belangrijk is om dat op een gecoördineerde manier samen met de andere gewesten in te vullen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Ik wil me voor dat laatste toch aansluiten bij collega Bex. Met betrekking tot moto's is het zo dat men bijvoorbeeld in Duitsland effectief controleert op geluid. Dus wat in Duitsland mogelijk is, moet ook bij ons mogelijk zijn, denk ik.
Anderzijds denk ik ook wel dat we voorzichtig moeten zijn, als we opnieuw naar die handhaving gaan, dat we onze hand niet overspelen. Ik denk dat we beter het Europese project dat nu bezig is, afwachten en in functie daarvan dan al dan niet beslissen of dat hier in Vlaanderen ook kan worden ingevoerd. Daar volg ik dan veeleer de minister.
Maar nogmaals, in Duitsland is het mogelijk om dat geluid te controleren. Dan denk ik dat dat ook hier mogelijk moet zijn.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, ik heb een tijdje geleden in deze commissie al de problematiek rond geluidsoverlast door wegverkeer naar voren gebracht. Als schepen van Mobiliteit in Lummen word ik dikwijls bevraagd door de inwoners van de deelgemeente Geneiken, die heel veel last hebben van de geluidsoverlast van de snelweg. Sinds de aanpassingswerken in 2018 worden daar heel veel klachten over geuit. Enerzijds heeft men de natuurlijke buffer, de bomen, weggenomen. En anderzijds heeft men een nieuwe rijstrook aangelegd. Op zich is dat goed, maar door die twee ingrijpende maatregelen hebben de bewoners natuurlijk veel meer last van de voorbijrijdende voertuigen. Ik volg die situatie daar op de voet. Ik richt daarover ook geregeld schriftelijke vragen aan uw kabinet.
Collega Brouns haalde de geluidsbelastingskaart voor geluidswerend of geluidsmilderend beleid aan. Het meest bekende middel zijn de geluidsmuren. Men is daar vaak wat terughoudend tegenover, ik denk vanwege de grote infrastructurele ingreep en natuurlijk het kostenplaatje dat daaraan vasthangt. Ik denk dat we verder moeten durven te kijken, naar innovatieve en misschien minder ingrijpende en minder dure oplossingen. Next Generation Concrete Surface is zo een iets bekendere techniek. Dat zou een oplossing bieden op plaatsen waar geluidsschermen niet noodzakelijk lijken, maar waar er toch geluidsoverlast ervaren wordt bij omwonenden, zoals hier in de deelgemeente Geneiken.
Ik heb daarom de volgende vraag, minister. Weet u op hoeveel plaatsen in Vlaanderen er nu al gebruikgemaakt wordt en op termijn gebruikgemaakt zal worden van die nieuwe techniek? Hebt u weet van andere, soortgelijke technieken die op dit moment onderzocht worden of die onderzocht zullen worden?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de vele bijkomende vragen, die nogal uiteenlopend van aard zijn. Zo ging het bij de laatste vraag over reguliere last van voorbijrijdend verkeer, terwijl het bij collega Brouns eerder ging over voertuigen die aangepast zijn en over boomcars, wat – als ik de heer Bex mag geloven – vooral een Limburgs probleem is. De heer Brouns vroeg om een halt toe te roepen aan straatracers en boomcars die opzettelijk meer lawaai genereren, om welke reden dan ook, misschien om stoer te doen.
Ik wil nogmaals duidelijk stellen dat alle geluidsnormen voor gemotoriseerd verkeer vervat zitten in een Europese verordening, die nog omgezet moet worden naar onze regelgeving. Dat is een federale bevoegdheid. Die regelgeving geldt voor auto’s, vrachtwagens, motorfietsen enzovoort, voor alle gemotoriseerd verkeer. De eerste stap werd van toepassing in 2021, en de volgende stap zal vier jaar later, in 2025, van toepassing worden. Daarbij gaat het specifiek over de normen inzake de geluidsproductie van het wegverkeer, dat men op lange termijn drastisch wil verminderen.
Wat de aanpassingen aan de uitlaat en dergelijke betreft: in principe is het niet geoorloofd om na de keuring nog modificaties uit te voeren om meer geluid te genereren. Als het gaat om een vast element, is het de vraag of men de bestuurder kan betrappen om de regelgeving te handhaven. Als het gaat om eenmalige geluidsoverdracht, zoals bij boomcars, is het een kwestie van betrapping op heterdaad. Voor de handhaving daarvan worden de weginspecteurs van de lokale politie ingeschakeld.
Wat de GAS-boetes betreft, begrijp ik dat het vooral gaat om betrapping op heterdaad. Iedereen die zich niet aan de regels houdt, begaat in principe een inbreuk op artikel 9 of artikel 40 van de wegcode en kan dus een boete oplopen.
Mevrouw Moors, u had het over geluidsoverlast op snelwegen. Momenteel voeren we naar aanleiding van klachten over geluidsoverlast op de E314 een test uit met onder andere geluidsdempend asfalt. We gebruiken zeker ook innovatieve technieken, die hier eerder in de commissie al aan bod kwamen, ik denk naar aanleiding van een vraag van de heer Verheyden. Omdat uw vraag al wat verder afwijkt van de initiële vraag om uitleg, kan ik u vandaag niet in detail meegeven waar en wanneer we welke innovatieve technieken gebruiken. Maar ik weet alleszins dat men, als er veel klachten zijn rond geluidsoverlast van het gewone passerende verkeer, eerst een aantal metingen uitvoert. Als die metingen duiden op zware geluidsoverlast, kunnen er geluidsschermen geplaatst worden en wordt dat mee opgenomen, al dan niet in een samenwerkingsovereenkomst met de lokale besturen. Als de meting wijst op geluid van een lager niveau, dan wordt ook bekeken op welke manier men daaraan tegemoet kan komen, desgevallend bij onderhoudswerken, bijvoorbeeld met geluidsdempend asfalt. Ik kan u vandaag dus niet alle soorten technieken meegeven. Alleszins wordt daar zeker verder aan gewerkt.
De proefprojecten met Next Generation Concrete Surface zijn nog niet volledig afgerond. We hebben daar dus nog niet alle meetresultaten van. Die zullen er te gepasten tijde wel komen.
Wat die verordening betreft: we wachten nu op het advies van de Raad van State. Sommige collega’s hebben gevraagd naar het overleg met de andere gewesten en de federale overheid. Ik kan u verzekeren dat dat overleg goed verloopt. Wat de normen voor geluidsemissie van voertuigen betreft, heb ik geen signalen ontvangen over malcommunicatie. Integendeel: ik denk dat alle entiteiten daar op dezelfde golflengte zitten en die Europese regelgeving zo snel mogelijk willen omzetten.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het antwoord. Dank u wel, collega’s, voor de aansluitende opmerkingen. Ik denk dat we in deze commissie inderdaad veel aandacht hebben voor handhaving en verkeersveiligheid en dat we alle mogelijke middelen moeten bekijken omdat onze politiediensten vandaag, evenals heel veel overheidsdiensten, overbevraagd worden. Betrapping op heterdaad is dus vaak een toevalstreffer. Ik denk dan ook dat we alle technische mogelijkheden moeten durven onderzoeken en inzetten bij de handhaving van de verkeersveiligheid. Ik denk dat het goed is om dat initiatief in Frankrijk zeer nauw op te volgen en om dat na een positieve evaluatie ook hier in te voeren. In de tussentijd kunnen we het wettelijk kader daarvoor bekijken. De homologatie is duidelijk. Maar het moet natuurlijk ook duidelijk zijn welke bepalingen er gelden in de context van een bebouwde kom voor de geluidsproductie door verkeer. We blijven dat dan ook graag verder opvolgen, minister, zoals altijd in functie van de handhaving van de verkeersveiligheid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.