Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de rol van imec in de Europese chipstrategie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Gryffroy heeft het woord.
De uitdagingen voor het Interuniversitair Micro-elektronicacentrum (imec) zijn immens. Halfgeleiders en chips zijn onmisbaar binnen de digitalisering en de technologische ontwikkelingen. Europa is daarbij te sterk afhankelijk van de rest van de wereld. Om de onafhankelijkheid te verzekeren en de eigen positie te versterken moet de EU een inhaalbeweging voor een eigen chipindustrie maken. De Europese Commissie werkt daarom aan een nieuwe Europese chipstrategie, de zogenaamde Chips Act. Een centrale en prominente rol is daarbij weggelegd voor het Leuvense elektronica-onderzoekscentrum imec. Dat is niet alleen een mooie erkenning voor het baanbrekend werk dat er wordt geleverd, het zorgt eveneens voor bijkomende fondsen om verder te groeien. Maar imec blijft wel voorzichtig vanwege het mogelijke risico dat hun onafhankelijkheid zou kunnen worden uitgehold.
Imec werd in 1984 opgericht door professoren om alle academische kennis over chiptechnologie in Vlaanderen te bundelen en het groeide uit tot een begrip in de wereld. De vzw wordt mede gefinancierd door de Vlaamse Regering en ontplooit als vzw geen commerciële activiteiten. Dat draagt bij tot de unieke positie die het wereldwijd heeft verworven als een open expertisecentrum waar alle grote chipfabrikanten, als partnerbedrijven, samen de volgende generaties chips en sensoren ontwikkelen. Deze partnerbedrijven krijgen immers ook medetoegang tot onderzoek.
Er wordt in De Tijd van 12 januari 2022 aangegeven dat het model van imec goed heeft gewerkt, maar dat het aan verandering toe is gezien de nood aan hogere budgetten en de geopolitieke verschuivingen waarbij grootmachten steeds meer investeren in eigen onderzoek en productie. Een Europese strategie en schaalvergroting met een intensieve samenwerking met onderzoekscentra in Duitsland en Frankrijk kunnen een oplossing bieden voor bovenstaande uitdagingen. Met een dergelijke samenwerking komt de autonomie van imec mogelijk onder druk te staan. Het blijft belangrijk dat imec kan blijven samenwerken met partners van buiten Europa.
Vlaanderen investeert in 2022 130 miljoen euro in imec. U gaf aan dat een meer Europees model voor I-imec een logische zaak is als de EU wil investeren in een eigen vooruitstrevende chipindustrie. Daarover het ik volgende vragen.
Minister, kunt u meer duiding geven bij de plannen voor een Europese chipstrategie en de rol van imec daarbij? Wat is de timing die daarbij wordt vooropgesteld? Wat betekent dit voor de Vlaamse ondersteuning van imec? Op welke manier zal dit imec structureel veranderen? Op welke manier wordt Vlaanderen betrokken bij deze gesprekken? Hoe wordt daarbij overlegd met de federale overheid, aangezien zij de connectie met Europa is? Op welke manier kan het evenwicht tussen een grotere Europese rol en de autonomie van de werking worden gegarandeerd?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega’s, goeiemorgen, ik heb eigenlijk exact dezelfde analyse en vragen als mijn goede collega Gryffroy. Dat komt waarschijnlijk omdat wij dezelfde kranten lezen. Ik ga dus ook niet alles herhalen. Het komt er inderdaad op neer dat de productie van halfgeleiderchips in Europa in de context van wereldwijde geopolitieke spanningen en economische verschuivingen, en ook gezien het grondstoffentekort, dat zich bijvoorbeeld in de automobielsector al hevig laat voelen, in de toekomst enorm belangrijk wordt. Daarom heeft Europa inderdaad plannen om extra te investeren in de Europese productie. Als toonaangevende instelling ter zake zou imec daar een belangrijke rol in spelen.
Dan rijst er echter inderdaad een probleem van een soort aantasting van de autonomie. Imec is u allen wel bekend door het prachtige gebouw in Heverlee. Als u het nog niet hebt gezien, moet u zeker eens gaan kijken. Imec is altijd zo’n beetje een soort Zwitserland geweest: het werkt samen met China, met Rusland, met alle landen eigenlijk, om kennis te delen en aan de spits van die technologische ontwikkelingen te blijven. De bezorgdheid die waarnemers hebben, en die inderdaad ook werd geuit in dat krantenartikel van De Tijd, is dat die autonomie misschien wel in het gedrang kan komen.
Minister, mijn vragen daarbij zijn dus dezelfde. Hebt u misschien meer kennis dan wij over die eventuele rol die imec zou spelen in de uitbouw van een Europese chipindustrie? Wat is de status ter zake? Wat is de stand van zaken? Wat zou de rol van imec zijn in dat Europese verhaal? Hoe past dat ook binnen de plannen van de Vlaamse Regering, die inderdaad onlangs, ik geloof dat het midden december was, het nieuwe convenant heeft goedgekeurd en 130 miljoen euro steun heeft herbevestigd? In welke mate zou die Europese rol dan aanvullend zijn op hetgeen waarin wij in Vlaanderen voorzien? Hoe ziet u zelf die voorwaarden die moeten gelden in de Europese context? Denkt u dat het een goede zaak zou zijn dat die autonomie van imec wordt bevestigd? Het spreekt immers voor zich dat enige steun in onderzoek en ontwikkeling (O&O) goed is, maar als dat betekent dat we de grenzen symbolisch gaan sluiten voor de kennisoverdracht voor imec, dan kan dat misschien nefaste gevolgen hebben. Dat is natuurlijk iets dat we moeten vermijden.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. Ik zal misschien starten met het schetsen van het kader. In haar State of the European Union van september 2021 heeft Commissievoorzitter Ursula von der Leyen het voorstel van een Europese Chip Act gelanceerd. Ze zei: “We moeten onze onderzoeks-, ontwerp- en testcapaciteiten, die van wereldklasse zijn, samenbrengen. We moeten de investeringen van de EU en de lidstaten in de hele waardeketen coördineren. Het doel is gezamenlijk een geavanceerd Europees ecosysteem voor chips tot stand te brengen, dat ook de productie omvat. Dat moet onze voorzieningszekerheid waarborgen en nieuwe markten voor baanbrekende Europese technologie ontwikkelen.”
Op zich vind ik dat eigenlijk een zeer goed statement, en jullie hebben dat eigenlijk ook bevestigd in jullie vraagstelling. Ik ga er dus van uit dat er wat dat betreft geen probleem is.
Vlaanderen ondersteunt al sinds 1984 onafgebroken de uitbouw van het strategisch onderzoekscentrum imec. Daardoor is imec de afgelopen decennia uitgegroeid tot dé wereldspeler in O&O voor de halfgeleidertechnologie en digitale technologieën.
Imec is op vraag van de Europese administraties en de kabinetten van de Eurocommissarissen ook betrokken bij de inhoudelijke uitwerking van de Europese Chip Act. Men is aan het uittekenen hoe het Europese onderzoek in halfgeleiders en digitale technologie verder kan worden versterkt om Europa terug naar die leiderschapspositie inzake geavanceerde chiptechnologie te brengen. Imec is voor Europa een strategische partner, gezien zijn sleutelrol vandaag in het internationale ecosysteem voor halfgeleidertechnologie. Imec werkt als O&O-hub in dat ecosysteem samen met werkelijk alle belangrijke actoren in de internationale waardeketen: chipproducenten, materiaalleveranciers, toeleveranciers en systeembedrijven. TSMC, Samsung, ASML en Apple zijn allemaal kind aan huis bij imec. Veel mensen weten niet dat bijna alle technologie die in hun smartphone zit, ergens een link met imec heeft.
De timing, zoals op dit moment bekend, is dat er volop wordt gewerkt aan de eerste ‘draft’ van de Europese Chip Act, met de bedoeling om die in de eerste helft van 2022 voor bespreking op de Europese beleidsagenda te brengen. Die Chip Act is potentieel een verdere positieve hefboom op de Vlaamse ondersteuning van imec, in aanvulling op de huidige zeer sterke industriële inkomstenstromen en de al bestaande projectgebaseerde Europese financiering. U weet dat imec ook wordt gefinancierd via programma’s zoals Electronic Components & Systems for European Leadership (ECSEL) en Horizon 2020.
De Chip Act zal de inhoudelijke werking van imec zeker níet structureel veranderen. Integendeel, de ambities van de Commissie om de Europese waardeketen in de halfgeleiderindustrie verder te ondersteunen en de adoptie van geavanceerde halfgeleidertechnologie in de Europese industrie te versnellen, zijn eigenlijk perfect in lijn met de Vlaamse doelstellingen zoals vervat in het nieuwe convenant dat eind 2021 werd afgesloten.
Worden wij daarbij betrokken? Uiteraard. Mijn administratie, het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI), neemt zeer actief deel aan de voorbereidende werkzaamheden met de Europese Commissie. Zo vond er op 10 december 2021 een meeting plaats tussen de diensten van de Commissie en de bevoegde secretarissen-generaal van de administraties van de ‘semiconductorlanden’ Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland en Vlaanderen. Collega’s, er zijn immers ook wel kapers op de kust. Er is regelmatig overleg tussen imec, mijn kabinet en het Departement EWI om de jongste informatie en stand van zaken te delen uit diverse Europese fora waarin imec betrokken is. Er is ook informeel overleg met de federale kabinetten, en er is Vlaams-federale afstemming via de gebruikelijke fora. Er is een ontmoeting gepland tussen mevrouw von der Leyen, imec en mezelf, maar door corona heeft die nog niet kunnen plaatsvinden.
Collega’s, ik moet wel zeggen dat ik een beetje verbaasd was over de berichtgeving in de krant. Ik vond die wat prematuur. Dit is immers nog niet zeker. Het is een beetje sterk uitgedrukt dat ik er ongelukkig over was, maar men moet in zulke dossiers ook niet met de fanfare vooroplopen. Voor mij was het dus wat verbazend dat dat zo fors werd geboost. Jullie vragen of dit niet zal raken aan de autonomie. Integendeel, voor mij is het heel belangrijk dat, als daar massief in wordt geïnvesteerd, die investeringen in Vlaanderen en bij imec terechtkomen, en dat we niet gaan investeren in andere instituten die minder wereldfaam hebben. Voor mij is dat eigenlijk het belangrijkste aspect.
Ik kom tot de derde vraag. De rol van imec is net het verder vervullen van zijn brugfunctie tussen geavanceerd fundamenteel onderzoek inzake halfgeleiders en digitale technologie, en het versnellen van het adopteren van die technologie door de Europese industrie. Er is op dit ogenblik in de gesprekken over de Chip Act geen enkele indicatie dat de autonomie van imec, en de eigen onafhankelijke koers die wordt gevaren, zou moeten worden ingeperkt. Dat is dus een beetje in tegenstelling tot wat er in de krant werd geschreven. De samenwerking met Europese spelers en vestigingen in de EU zou wel worden versterkt, maar het is niet de bedoeling om in te breken op de autonomie.
Ik ben er persoonlijk ook echt van overtuigd dat de technologische sterkte en voorsprong van imec ligt aan het model van open innovatie dat het hanteert. In het belang van de innovatiekracht van de Europese chipsindustrie is het dus aangewezen dat men dat model kan blijven hanteren. Anders gaan we onszelf op achterstand zetten in plaats van naar verder succes.
De bijkomende Europese financiering, dan. Op dit ogenblik worden de inhoudelijk-strategische discussies volop gevoerd. Het is nog te vroeg voor een zicht op het budgettaire kader, aangezien de gesprekken nog voorbereidend zijn en op dit ogenblik net wat vertrouwelijkheid en discretie vragen. Daarom was ik verrast dat dat plots in de krant stond. Ik deel wel de door jullie gemaakte analyse dat de snelle uitbouw van imec als onderdeel van een overkoepelend Europese onderzoekscentrum met uitgebreide pilootinfrastructuur, de budgettaire mogelijkheden van de Vlaamse Regering overstijgt. Het gaat in dezen over een project met een bijzonder gezamenlijk Europees belang, waarbij de inzet van Europese middelen aan de orde is.
Het convenant berust op vier pijlers, die ook de strategie van imec weergeven. Ten eerste, imec zal op wereldschaal een van de drijvende krachten blijven die een verdere miniaturisatie van elektronica mogelijk maken. Ten tweede, imec pakt de uitdagingen voor de samenleving en de planeet aan door de ontwikkeling van slimme toepassingen inzake bijvoorbeeld gezondheidszorg, duurzame energie enzovoort. Ten derde, imec werkt aan doorbraken op het gebied van digitale systeeminnovatie. Ten vierde, imec zal zijn wereldwijde technologische leiderspositie gebruiken als hefboom om impact te creëren in Vlaanderen.
Kortom, die Europese Chip Act moet imec toelaten om het state-of-the-artonderzoek verder uit te diepen én het adopteren en verspreiden van de technologie naar de Vlaamse en de Europese industrie nog te versnellen.
Dat is zo’n beetje de stand vandaag. Nog eens, als ik zie waar imec vandaag staat, dan meen ik dat overheidsmiddelen voor O&O geen uitgaven zijn, maar investeringen die heel zwaar renderen op lange termijn. Dat heb ik echter ook al gezegd naar aanleiding van de vorige vraag, van collega De Roo.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, dank u. Terecht zegt u dat veel mensen dat niet weten van imec en hun iPhone of Samsung-smartphone. Alle grote merken werken eigenlijk samen met imec. Tot mei 2014 was ik ook regeringscommissaris in de raad van bestuur van imec. Wat ik daar ook heb gezien, is de jaloezie bij Frankrijk en Duitsland. Vandaag is er toch wel enige bezorgdheid bij mij. Wat doet imec eigenlijk? Het gaat over wafers. De kunst bestaat erin om binnen een zo klein mogelijk volume zo veel mogelijk te doen. Daarover gaat het. Dat gaat exponentieel vooruit. Imec staat inderdaad wereldwijd op nummer één wat dat betreft. Frankrijk kan gewoonweg niet tippen aan onze kleinste teen, en Duitsland ook niet. Die zijn daar eigenlijk razend jaloers op. Met Nederland werken we heel goed samen.
Mijn vrees is een klein beetje dat wat Europa wil uitwerken, niet zo onschuldig is. Het lijkt me een klein beetje een Europees nationalisme ten voordele van de twee grootmachten Frankrijk en Duitsland. Volgens mij mag men het dus niet zo zien dat imec een onderdeel is van de Europese chipstrategie. Imec moet daarin gewoon de lead nemen. Men is er immers toe in staat om heel veel geld naar de twee grootmachten te pompen zodat zij op een bepaald moment eventueel wél kunnen bijbenen, wat eigenlijk al decennia hun natte droom is geweest. Dat is eigenlijk een beetje mijn zorg.
Als imec inderdaad wordt ingebed in de Europese chipstrategie, dan zou het kunnen gebeuren dat Frankrijk en Duitsland daar meer garen bij spinnen en dat de rest van de wereld buiten Europa dan beslist zich op zichzelf terug te plooien. Ik kan die reflex begrijpen. Kijk bijvoorbeeld naar lithium, waarmee er momenteel een probleem is, ook qua bevoorrading, omdat er winterspelen zijn in China en men daar beslist even de lithiummijnen te sluiten om geen luchtvervuiling te hebben. Doordat er te weinig lithium is, ontstaan er bij ons dan problemen, waardoor er weer een leveringstermijnproblematiek is enzovoort.
Als wij daar niet echt de lead in nemen, dan zou dat voor imec op lange termijn wel eens een verkeerde strategie kunnen zijn, vrees ik. Mijn bijkomende vraag is eigenlijk de vraag die ik net stelde: hoe wordt in dezen overlegd met de federale overheid? Wat ik nu ga zeggen, zeg ik niet graag, maar het is nu eenmaal zo. Wij hebben Flanders Investment & Trade (FIT). Dat gaat over handelsrelaties, maar in dezen gaat het over veel meer dan over een handelsrelatie. Het gaat ook over diplomatieke betrekkingen binnen de Europese context, en daarvoor hebben we dan ook de federale overheid nodig. Die moet daarvan op de hoogte zijn, zodat imec niet een onderdeel is van die strategie, maar simpelweg de lead neemt om Frankrijk en Duitsland eigenlijk een klein beetje terug op hun plaats te zetten. Voor mij is het ook een discussie over pure geopolitiek.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik denk dat er een aantal heel interessante dingen zijn gezegd. Minister, ik treed u bij: we mogen vooral niet vergeten dat imec een heel positief verhaal is. Het is toonaangevend in zijn sector. Het feit dat de voorzitter van de Europese Commissie naar imec zou komen, toont het belang aan. Binnenkort is er dan waarschijnlijk een herkansing.
Ik begrijp de bezorgdheid van collega Gryffroy enigszins. We zitten in een wat dubbele situatie wat dit betreft. Enerzijds zijn we enorm trots op imec en willen we daar voor de Vlaamse economie de vruchten van plukken, en zijn we bezorgd dat enige Europese extra steun toch misschien enig verlies van autonomie zou betekenen, met een inbedding in een Europese strategie die inderdaad misschien niet altijd de maximale vruchten voor de Vlaamse zou inhouden.
Anderzijds, en dat heeft de minister ook heel terecht geschetst, zit imec in een internationale context, met een Vlaanderen dat dit niet alleen kan dragen. Dat is zo voor de Vlaamse overheid, maar ook imec zelf is met de contracten met bedrijven en andere kennisinstellingen et cetera puur economisch gewoon aangewezen op die internationalisering. Je kunt imec dus niet opsluiten in een context van beperkte samenwerking of waarbij geen Europese inmenging of steun wordt aanvaard. Ze hebben dat ook nodig om hun ‘frontrunner’-positie te behouden. Dat is dus zo’n beetje de catch 22 waar imec mee zit. Enfin, dat is een logische zaak, en ook niks om te negatief over te zijn. Dat vergt echter wel de nodige aandacht. Minister, u hebt ook gelijk als u zegt dat we niet op de feiten mogen vooruitlopen, maar hoe rijmen we een eventuele Europese strategie met ons Vlaams convenant dat we hebben afgesloten?
Een van de manieren om daar minder bevreesd voor te moeten zijn, is het creëren van nog meer vervolginvesteringen rond imec. Ik verklaar me nader. Als je naar andere landen kijkt – in Silicon Valley vind je daar natuurlijk de grote voorbeelden van –, dan zie je dat er rond een aantal systeembedrijven, bigtechbedrijven et cetera, hele clusters ontstaan, hele ecosystemen, waarbij die grotere bedrijven en kennisinstellingen weliswaar de spil zijn, maar het geheel veel groter is door die hele industrie die daarrond is ontstaan. Dat maakt het geheel natuurlijk sterker.
In Vlaanderen zijn die vervolginvesteringen, dus andere bedrijven die zich gaan nestelen in de periferie – dat hoeft niet noodzakelijk fysiek te zijn, maar vaak is dat ook fysiek – van die grotere kennisinstellingen en bedrijven, nog onderontwikkeld. Er stond trouwens ook in de evaluatie van imec dat er nog meer mogelijkheden zijn, onder meer via FIT, om andere bedrijven in dezelfde sector meer in Vlaanderen te verankeren. Veeleer dan bang te zijn voor een verlies van autonomie en de rol op het wereldtoneel moeten we dus eigenlijk actief en offensief nadenken: hoe gaan wij bedrijven uit andere landen naar ons kunnen aantrekken, rond die spil die imec is?
Mijn vraag, maar ik neem aan dat u daar vandaag nog geen antwoord op kunt geven, betreft die vervolgstrategie. Ik denk dat het een aandachtspunt is voor onze vervolgstrategie, of we de rol van imec moeten verankeren of bij ons nog versterken. We moeten uitkijken naar vervolginvesteringen en het actief aantrekken van andere kennis- en economische bedrijvigheden en we moeten echt clusters creëren rond imec zodat we dat nog versterken. Dat zal de belangrijkste factor zijn in de vraag of imec de Vlaamse verankering blijft behouden. Hiermee wil ik eindigen, collega Gryffroy zal het daar ongetwijfeld mee eens zijn. Je kunt nooit voorkomen dat de internationalisering gaat spelen. Als je dat wilt voorkomen ga je de corebusiness van imec afknotten en dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank, collega’s, voor de aanvullende opmerkingen.
Sowieso, collega Gryffroy, gaat het inderdaad over steeds kleinere chips. De smalle lijn waar jullie het beiden over hebben, collega Vande Reyde en collega Gryffroy, tussen Europees nationalisme en autonomie is een smalle lijn. Een Europees project zal altijd voor meerdere landen zijn. Maar voor mij kan het niet dat kostbare middelen gaan naar instellingen terwijl de infrastructuur al aanwezig is. Dat is een beetje mijn zorg. We zijn toonaangevend, wereldwijd top. Ik zou niet graag hebben dat u nu met iets komt dat de positie van imec net versterkt of beconcurreert. Want we zijn de beste. We zeggen het te weinig maar we zijn op dat vlak echt een grote autoriteit.
Imec neemt ook echt de lead in dit project, inhoudelijk dan, gecoördineerd met het Laboratory of Electronics and Information Technology (LETI) van Frankrijk en Fraunhofer voor Duitsland en Nederland. Dat is die machinebouwer ASML. Er wordt dus wel samengewerkt. Die Chips Act zal trouwens maar succesvol zijn, collega’s, als Europa er ook in slaagt om geavanceerde producenten aan te trekken. We hebben in Vlaanderen en in de EU geen echte topproducenten. Dat is een van de zorgen. Ik wil toch benadrukken dat imec dé spil is in dat Europese verhaal. Dat weet de Europese Commissie ook bijzonder goed. Dat is ook de reden waarom we wegen op die ontwikkelingen. Maar we moeten ons niet te krampachtig opstellen. De belangen van imec liggen ook mede in een sterke intra-Europese samenwerking. Maar ze moeten daar wel de lead in kunnen houden.
Collega Vander Reyde, u hebt een punt. Dat is ook het uiteindelijke doel van de EU. Imec stelt dat pilootinfrastructuur essentieel is om spelers aan te trekken. En dat is ook zo. Dat is een stuk de bedoeling. Ik vind het – afrondend – zeer goed dat de Europese Unie initiatief neemt en hiermee eigenlijk aansluit bij de Vlaamse strategie om via investeringen in onderzoek en ontwikkeling te zorgen voor industrieel leiderschap. Maar er zijn een aantal kanttekeningen bij te maken, zoals altijd. Voor mij is het zeer belangrijk dat de toonaangevende rol van imec versterkt wordt, ook in het model dat ze doorheen al die jaren ontwikkeld hebben.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dank voor de bijkomende antwoorden. Vooraleer we moeten nadenken over vormen van Europees nationalisme stel ik voor alle duidelijkheid het volgende. Uiteraard zijn wij voor het internationaliseren. En uiteraard kan het ecosysteem nog verbeterd en vergroot worden rond O&O-clusters. Imec werkt als O&O-instelling met een model dat samenwerkt met alle andere grote internationale spelers en het ecosysteem opbouwt rond spin-offs. Dat is hun taakstelling. Ik denk dat we daar een klein beetje meer chauvinistisch moeten over zijn. Ik ben blij dat de minister nu niet spreekt over dat we een onderdeel zijn van de Europese chipstrategie maar dat we daar wel degelijk de lead in nemen. Dat chauvinisme mag er zijn want we nemen daarin inderdaad de lead.
Frankrijk, met de beste bedoelingen, is ook niet van gisteren, maar staat op het vlak van O&O mijlenver achter, niet als het over productie gaat, want die hebben we ook nodig. En, zoals u zelf zegt, heeft Nederland zijn ASML. Dat is een machinebouwer. Dat is hun specialiteit. Wij bouwen niet de machines om de chips te ontwikkelen. Wij doen aan O&O en daarin zijn we de beste en moeten we de lead nemen en daar moeten we chauvinist in zijn enzovoort, enzovoort. Laat Frankrijk en Duitsland dan eventueel maar en masse produceren. Dat is ook een tekort dat we hebben. In Nederland zijn er machines genoeg. Maar ik zou straks niet willen – en dat was mijn bezorgdheid – dat we hier in een Europees verhaal meespelen dat dan achteraf nadelig zou zijn voor imec en vooral ook dat het concept van imec, waarbij ze werken met wereldwijde werkers en spin-offs, zou kunnen worden ondergraven door mee in een Frans-Duits verhaal te stappen. Zolang we attent zijn dat we hier de lead nemen en chauvinist mogen zijn over wat we in huis hebben, kan ik ermee leven, maar we blijven bezorgd.
Ik ben blij dat u er kunt mee leven. Collega Vande Reyde, ik hoop van u hetzelfde.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ja, ik kan met veel leven. Ik ben opgegroeid met zeven zussen. Dat helpt.
Ik treed mijn collega ergens wel bij. Wij zijn in Vlaanderen en België altijd een beetje kampioen geweest om onze flagships open te stellen aan internationalisering maar dat heeft er in veel gevallen toe geleid dat we heel wat organisaties verloren hebben laten gaan. Het is bekend dat men bijvoorbeeld in Nederland veel strategischer heeft nagedacht over het behoud van enkele belangrijke kennisinstellingen en bedrijven, alhoewel dat de laatste jaren ook voor onze noorderburen steeds complexer wordt. Die bezorgdheid inzake imec moeten we zeker meenemen, zonder – en dat zegt de minister terecht – daarin door te slaan en de internationale context volledig te verliezen. Ik denk dat we daar allemaal op dezelfde lijn zitten. We zullen dat in het kader van de verdere Europese plannen zeker opvolgen en wie weet, als de Europese Commissaris op bezoek komt, kunnen we misschien met zijn allen eens afzakken naar imec om alles nog eens door te nemen met de Europese mensen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.