Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, ik heb een vraag om uitleg ingediend over oudere kandidaten, omdat we op dat vlak met heel wat uitdagingen zitten, die ik in deze commissie wil aankaarten. De strijd tegen de discriminatie op de arbeidsmarkt blijft heel belangrijk. Er werd al heel veel geschreven over dit thema en ook in dit parlement werden er al heel wat debatten over gevoerd. Uit onderzoek blijkt dat oudere sollicitanten in Europa tot bijna de helft minder positieve reacties krijgen dan jongeren. Wereldwijd gaat het over 40 procent. Die leeftijdsdiscriminatie blijft op hetzelfde niveau en neemt niet af, alle mogelijke inspanningen en de arbeidskrapte ten spijt. Oudere kandidaten zouden, volgens een aantal academici, kunnen anticiperen op vooroordelen door bij de sollicitatie en in de motivatiebrief een aantal zaken mee te geven, zoals flexibiliteit, leergierigheid enzovoort, en door dit boven de verloning te plaatsen.
Ik denk dat dit een heel actueel punt is, want als we vele bedrijven mogen geloven – en dat doe ik – heerst er een serieuze krapte. Ik denk dat er heel veel mogelijkheden zitten bij mensen die al wat ouder zijn.
Ik heb hierover een aantal vragen, minister.
In welke mate zullen u en de Vlaamse Regering die onderzoeksresultaten meenemen om de discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan? Wordt dat ook meegenomen in de sectorconvenants?
Hoe kunnen oudere werkzoekenden beter worden gesensibiliseerd om aandacht te hebben voor de vooroordelen en daar bij de sollicitatie voldoende op te anticiperen? Voor sommige mensen is dat vreselijk: mensen die echt wel een mooi profiel hebben, bijvoorbeeld ingenieur zijn, en 120 sollicitatiebrieven versturen zonder antwoord te krijgen. Je hoort ook vaak dat ze als ‘overgekwalificeerd’ worden beschouwd, terwijl ze eigenlijk nog heel graag in operationele zaken willen duiken en op dat vlak water bij de wijn willen doen.
Op welke manier gaat VDAB aan de slag met die resultaten om het aanbod voor de oudere werkzoekenden beter af te stemmen en de vooroordelen bij werkgevers weg te werken?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, ik vind het heel positief dat er almaar meer onderzoek gebeurt naar discriminatie op de arbeidsmarkt. Wel vind ik de resultaten van het onderzoek van professor Baert bijzonder verbazingwekkend. Daaruit blijkt namelijk dat discriminatie ten gevolge van de oudere leeftijd er met kop en schouders boven uitsteekt. Mijn kabinet omschrijft mij als een ‘hippe oma’. Ik ken wel wat verhalen van leeftijdsgenoten. Ik vind het vreselijk om te zien hoe, met het verstrijken der jaren, kennis plots niet meer gevaloriseerd wordt. Ik ben dan ook blij dat er initiatieven genomen worden, zoals Sixie. Ik denk dat uw vraag ook kadert in dit initiatief. Het is sowieso van belang dat we dit zeer goed blijven monitoren.
Bij de nulmeting die we uitvoeren, samen met de sectoren, wordt ook de leeftijdsdiscriminatie gemeten, wat een goede zaak is. Er werd gestart met een begeleidingsgroep, waarmee sectoren hun ervaringen, vragen en bezorgdheden kunnen delen. Omgekeerd wordt er ook wetenschappelijk onderzoek gedeeld. Deze begeleidingsgroep wordt voorgezeten door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).
38 sectoren hebben een addendum ondertekend. Iedereen kan zelf beslissen welke methodiek ze gebruiken voor die nulmeting, maar die zal wel gebeuren, collega Ronse. Toen ik aan de kar trok om die nulmeting uit te voeren, wist ik nog niet dat, van alle vormen van discriminatie, leeftijdsdiscriminatie het meest voorkwam. Het is goed dat we in Vlaanderen beseffen dat dat een zeer groot probleem is.
U vroeg hoe wij en VDAB dat beeld kunnen bijstellen. Op de website van VDAB staan een aantal tips die werkzoekenden kunnen gebruiken bij het solliciteren, met daarbij heel specifieke tips voor 55-plussers. Bemiddelaars kunnen oudere werkzoekenden ook ondersteunen met tips om te leren anticiperen op vooroordelen bij werkgevers over hun leeftijd, waarmee werkzoekenden rekening kunnen houden.
Werkzoekenden die meer ondersteuning nodig hebben, kunnen worden toegeleid naar de tender IB+: integrale bemiddeling en begeleiding plus. Deze nieuwe tender is in eerste instantie bedoeld voor langdurig werkzoekenden maar er werd afgesproken dat 55-plussers geen twaalf maanden werkzoekend moeten zijn om deze begeleiding te krijgen. Specifiek aan deze tender is de jobhunting en de werkgeversbenadering. Jobhunting houdt in dat men met een werkzoekende naar een bedrijf gaat en zegt waarom hij daar goed ingezet kan worden. Dat is een andere manier van benadering, die de weerstand bij werkgevers ten aanzien van oudere werknemers zou moeten wegnemen.
Zoals u aangaf, is het een feit dat werkgevers soms weigerachtig staan tegenover oudere mensen. Wij moeten proberen om die vooroordelen om te buigen naar voordeel. Daarvoor kan een brede communicatiecampagne opgezet worden met good practices en aandacht voor de nieuwe tender IB+. We hebben ook de oproep ‘inclusieve ondernemingen’ waarmee we met een heel aantal partners de schouders willen zetten onder dat inclusieve arbeidsmarktbeleid, waarbij ook oudere mensen kansen moeten krijgen. Verder richt de organisatie 50 Pluz zich zeer specifiek op de integratie van 50-plussers op de arbeidsmarkt.
Collega Ronse, ik wil wel meegeven dat de situatie verbeterd is. Vorige vrijdag hebben we de leeftijdsgrens voor bepaalde kortingen in ons doelgroepenbeleid verlaagd. Vroeger zagen we moeilijkheden opduiken vanaf de leeftijd van 50, ondertussen al vanaf 48-49 jaar, al blijft arbeidsmarktparticipatie vooral bij 60-plussers een groot probleem vandaag in Vlaanderen. Daarom focussen we daar in het bijzonder op.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, als ik u was, zou ik toch even met uw kabinet gaan spreken. Ik heb namelijk net ‘hippe oma’ gegoogeld en op ‘afbeelding’ geklikt. Zo ziet u er toch niet uit.
Ik geef u gelijk, collega Ronse, maar ik zei enkel wat er in mijn notities stond.
U verwees zelf ook naar sectie. Om eerlijk te zijn, speelt dat niet mee. Ik ga zeggen waarom. Ik ervaar dat wanneer mensen gepensioneerd zijn de barrière om die mensen nog tijdelijke opdrachten te laten opnemen nog veel minder is. Ik denk dat de problematiek van discriminatie op leeftijd veeleer speelt bij mensen die hun pensioen nog niet hebben bereikt: mensen die 55, 56, 57, 58 zijn en nog een tijd willen meedraaien. Daar spelen een aantal problemen. Er is vooreerst een arbeidsrechtelijk probleem. Als een werkgever die mensen wil aanwerven, moet hij ze volgens de anciënniteitsregels van het paritair comité belonen. Daardoor alleen al is er een extra financiële drempel, die niet weggewerkt wordt door een doelgroepenkorting voor 58-plussers. Daar moet arbeidsrechtelijk iets veranderd worden. De anciënniteitsregels werken de jobkansen niet in de hand.
Ten tweede is er een groot vooroordeel bij veel werkgevers. Als zij bijvoorbeeld een jonge salesengineer kunnen binnenhalen, denken zij een vooruitzicht op een grotere return-on-investment te hebben dan bij de aanwerving van een 50-plusser. Maar ook dat is niet waar vandaag. Vroeger zou die jonge persoon inderdaad zeer lang bij dezelfde werkgever blijven. Maar nu is de mobiliteit op de arbeidsmarkt zodanig groot dat dit argument minder klopt. Ten derde is er de waanidee dat oudere werknemers mentaal minder flexibel zijn, minder kunnen leren. Dat is evenwel geen leeftijdskenmerk maar een persoonlijkheidskenmerk. Sommige mensen zijn gemakkelijker mee te krijgen dan anderen. Dat zijn echt vooroordelen die niet gebaseerd zijn op kwade wil maar toch onterecht zijn. Wij moeten slimmere manier, naast de arbeidsrechtelijke, vinden om die vooroordelen te doen verdwijnen. Als er één iets goed is aan de huidige arbeidsmarkt, dan is het dat die de werkgevers dwingt om af te stappen van die vooroordelen. Dat moet leiden tot extra jobkansen voor oudere werknemers. Ik vind het verschrikkelijk dat 50-plussers zich plots waardeloos voelen. Dat is een grote groep mensen die echt willen werken en die er vandaag niet voldoende kansen voor krijgen. Over de partijgrenzen heen willen wij zeker met u meewerken om die groep meer kansen te bieden.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik hoor niet echt extra vragen. Collega Ronse, ik krijg nu wel van mijn kabinet alle afbeeldingen doorgestuurd. We zullen werken aan de associaties.
De heer Ronse heeft het woord.
Alleen dit: u hebt het als voorzitter uitstekend gedaan.
Dank u wel, collega Ronse. Ik doe verder.
De vraag om uitleg is afgehandeld.