Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
De coronacrisis stelt ons voor een momentum om doorbraken te versnellen en Vlaanderen op verschillende domeinen verder naar een sterke concurrentiële positie te duwen. Het domein van het toponderzoek is daar één van binnen Vlaanderen als kennisregio. Dit onderzoek legt de basis voor innovatie en nieuwe toepassingen en garandeert het stimuleren van competitiviteit van ondernemingen. Eind 2021 heeft de Vlaamse Regering overeenkomsten met zes top-onderzoeksinstellingen afgesloten om hun kennis verder uit te breiden en hun internationale positie te versterken. Het gaat over imec (Interuniversitair Micro-elektronicacentrum), het VLIZ (Vlaams Instituut voor de Zee), VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie), de KMDA (Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen), het Orpheus Instituut en het ITG (Instituut voor Tropische Geneeskunde). Hiermee worden hun werkingsmiddelen, gekoppeld aan wetenschappelijke en valorisatiedoelstellingen, vastgelegd voor de komende vijf jaar. In 2022 gaat het over ruim 33 miljoen euro extra middelen. Bij de meeste instellingen liep hun vijfjarig convenant af en gaat het over een vervolgfinanciering.
Ik heb volgende vragen. Op welke manier sluiten de convenanten en deze extra investeringen aan bij de aanbevelingen van het economisch relancecomité om in te zetten op een beperkt aantal transversale en toekomstgerichte transities rond drie economische innovatieassen: digitale economie, duurzame economie en zorgeconomie? Wat zijn de belangrijkste punten uit de evaluatie van de vorige convenanten en wat is de reden om extra financiële middelen toe te kennen aan deze onderzoeksinstellingen?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik wil eerst aangeven dat die convenanten afgesloten worden met excellente onderzoeksinstellingen, die internationale naam en faam hebben veroverd door hun uitstekende onderzoek. Verscheidene van de doelstellingen in de vernieuwde convenanten sluiten dan ook goed aan bij de aanbevelingen van het economisch relancecomité rond drie economische innovatieassen digitale economie, duurzame economie en zorgeconomie. Ze zijn ook in lijn met de aanbeveling 5 “innovatie stimuleren door in te zetten op fundamenteel onderzoek” en aanbeveling 6 “bijdragen aan systeemdenken” van het relancecomité. Bovendien moeten de instellingen internationaal blijven samenwerken en zullen ze maximaal gebruik maken van Europese instrumenten om zo aan de top te blijven. In de convenanten wordt bijvoorbeeld over dit laatste punt een key performance indicator (KPI) opgenomen waarbij men een bepaalde hoeveelheid aan externe middelen moet genereren, onder andere uit Europese instrumenten, als hefboom voor de Vlaamse investeringen.
Ik zal dat aantonen met wat voorbeelden van de instellingen.
Het hoeft, denk ik, geen betoog dat imec een van de sterkste Vlaamse onderzoeksinstellingen is, met ook een grote internationale bekendheid. Imec speelt een rol in de doelstellingen rond digitalisering, maar ook in duurzame energie en zorg en gezondheid. Kijk maar naar de recente covidademtest die daar werd ontwikkeld. Imec speelt tevens een belangrijke rol in het kader van de European Chips Act. Daar kom ik straks nog op terug.
Ook VIB is een van onze sterke troeven met internationale naam en faam. VIB doet onderzoek in de biotechsector, zowel voor gezondheidstoepassingen – bijvoorbeeld het antiviraal middel tegen covid van spin-off ExeVir – als voor de voedingssector – zoals spin-off Biotalys die werkt aan duurzame en biologische gewasbescherming. VIB zal in het nieuwe convenant nog meer inzetten op artificiële intelligentie en big data approach in het biotechnologisch onderzoek om zo sneller doorbraken en impact te genereren.
Met het VLIZ zetten we nog meer in op de uitbouw van De Blauwe Cluster en de blauwe economie. Het VLIZ speelt een onmiskenbare rol om de expertise rond het mariene onderzoek, en dus zo Vlaanderen, op de internationale kaart te zetten. Hun expertise wordt ook gebruikt om de speerpuntcluster blauwe economie te versterken via duurzame samenwerkingen en toepassingen.
Bij het Orpheus Instituut zullen de extra middelen worden aangewend voor de verdere digitalisering en ontsluiting van de recent aangekochte Ton Koopman-collectie, een unieke topcollectie met studiemateriaal voor artistiek wetenschappelijk onderzoek in de muziek. De collectie omvat 20.000 volumes van stukken uit de barokperiode en is een van de grootste ter wereld.
Onder het nieuwe convenant met de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen wordt meer nadruk gelegd op de maatschappelijke impact van het onderzoek en de biodiversiteit.
Tot slot zal het Instituut voor Tropische Geneeskunde zijn expertise op het gebied van de voorbereiding op pandemieën sterk uitbreiden.
We zien dus dat elk van die instellingen duidelijke doelstellingen en KPI’s heeft gekregen.
Dan kom ik tot uw tweede vraag. Globaal gezien tonen de evaluaties aan dat het hier gaat over onderzoeksinstellingen die toponderzoek leveren, ook in de internationale context. Bij de evaluaties werd niet alleen naar het verleden gekeken maar werden ook specifieke aanbevelingen geformuleerd voor de toekomstige werking van de instellingen. Die vormen dan de basis voor de nieuwe convenanten.
De evaluatie van imec onderstreept nogmaals de sterke positie van imec op internationaal niveau en het strategisch belang voor Vlaanderen en Europa. Imec is er bovendien in geslaagd om zowel op het vlak van bedrijfsopbrengsten, tewerkstelling als economische impact stevige resultaten voor te leggen. Uit de evaluatie blijkt dat elke euro, geïnvesteerd door Vlaanderen, bijna 8 euro toegevoegde waarde creëert, wat dus een sterk hefboomeffect betekent.
Voor VIB gaf het evaluatieteam een uitzonderlijk positief rapport over de prestaties, zoals u hebt kunnen lezen. VIB staat ook sterk op het vlak van technologietransfer en ondernemerschap, wat de vele spin-offs en patenten bewijzen. BiGGAR Economics heeft bekendgemaakt dat de overheidsfinanciering van VIB Vlaanderen een spectaculair rendement oplevert, dat wordt geschat op 11 euro voor elke euro overheidsinbreng aan VIB.
Voor het VLIZ moeten we de infrastructuren nog meer valoriseren, de eigen onderzoeksagenda sterker focussen en ook de samenwerkingen met andere partners nog versterken.
Over het Orpheus Instituut was het eindoordeel superpositief en zullen de extra financiële middelen, zoals ik al zei, worden aangewend voor de Ton Koopman-collectie.
In het evaluatierapport van de KMDA was de vaststelling dat er een sterkere band was tussen het wetenschappelijk onderzoek en de praktische toepassing van de onderzoeksresultaten in de dierenparken van de KMDA. Het aantal publicaties is sterk toegenomen, net als het aantal internationale samenwerkingen.
De ITG-evaluatie toonde aan dat het ITG een internationaal erkend topinstituut is. Voor elke euro die hierin via het convenant wordt geïnvesteerd, wordt 8 à 9 euro externe financiering gevonden.
We geven dus een budgettaire booster om ervoor te zorgen dat onze instellingen verder kunnen excelleren. Ik hoop u ervan overtuigd te hebben dat dit zeer nuttige extra investeringen zijn.
De heer De Roo heeft het woord.
Dat is zeker en vast zo, minister. Dank u voor uw uitgebreid antwoord, waarmee u aangetoond hebt hoe divers wetenschappelijk toponderzoek kan zijn. Het gaat over heel wat domeinen. Ik denk dat het ook goed is dat we op die domeinen inzetten met een heel specifieke focus op de drie economische innovatieassen. Die boosterinjectie en het hefboomeffect dat daarbij hoort, zal ervoor zorgen dat er nog meer middelen naar die toponderzoeksinstellingen gaan en dat ze nog meer kennis kunnen opdoen, maar vooral ook dat ze hun internationale reputatie kunnen versterken. Het gaat echt over wereldleiders op hun domein. Ik denk dan ook dat het goed is dat we die blijven ondersteunen met de nodige middelen en dat we hen zeker ook stimuleren om te bekijken waar die Europese middelen zitten, zodat we met Vlaanderen in het ‘clubje van innovatieleiders’ mogen blijven. We investeren ondertussen 3,3 procent van ons bruto binnenlands product (bbp) in onderzoek en ontwikkeling.
Ik ben dus zeer tevreden met die ‘boosterinjectie’, zoals u het noemde. Ik heb geen bijkomende vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.