Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, collega’s, in navolging van de opvolgkamers bij de rechtbank van Antwerpen voor drugsfeiten en voor jongeren die een misdrijf hebben gepleegd, startte de familierechtbank in Antwerpen deze maand ook met een opvolgkamer voor ouders die scheiden. De bedoeling is te voorkomen dat zaken moeten worden beslecht in een vonnis, door eerst onder begeleiding van de rechter uit te zoeken welke mogelijkheden er allemaal zijn. Het gaat dan in het bijzonder om partners met kinderen die in minder goede verstandhouding uit elkaar gaan.
Het initiatief is in de eerste plaats ingegeven vanuit de bekommernis om de kinderen, zo konden we lezen. Vaak zijn zij immers de inzet van de strijd en zijn ze daardoor ook slachtoffers. Tijdens de ruzies die ouders met elkaar uitvechten, wordt het belang van kinderen weleens uit het oog verloren. Door binnen een opvolgkamer de nadruk te leggen op bemiddeling wil men vermijden dat er een scherpe juridische strijd wordt gevoerd en dat kinderen verwikkeld raken in een heel groot loyauteitsconflict ten aanzien van beide ouders.
Minister, uit verscheidene studies is al gebleken dat als ouders in een echtscheidingssituatie zware conflicten hebben, dat ook een zeer grote impact kan hebben op het welzijn, de ontwikkeling en de schoolresultaten van de betrokken kinderen. Het conflict tussen ouders in goede banen leiden, kan dan ook niet alleen voor henzelf, maar zeker ook voor de kinderen een grote meerwaarde betekenen.
Minister, kunt u meer duiding geven over de afspraken die werden gemaakt tussen de opvolgkamer voor scheidende ouders van de familierechtbank van Antwerpen, het parket, het justitiehuis en het centrum algemeen welzijnswerk (CAW)? Welke rol speelt het justitiehuis hierin? Op welke manier wordt de link met de hulpverlening gemaakt? Hoe en wanneer wordt dit project opgevolgd en geëvalueerd? Hoelang zal dit project bij de familierechtbank in Antwerpen lopen? Is het de bedoeling om het initiatief op termijn ook uit te rollen bij andere familierechtbanken over heel Vlaanderen? Is het de bedoeling om zulke opvolgkamers een structureel aanbod te laten worden? Welk budgetten staan daartegenover?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, dank u wel. De opvolgkamer is een initiatief van de Antwerpse familierechtbank en gaat dit jaar van start. Zoals u ook aangaf, zullen ouders binnen deze opvolgkamers worden gestimuleerd en geholpen om opnieuw de dialoog met elkaar aan te gaan. Op die manier wil men de automatische doorstroming naar de pleitkamer doorbreken. De denkoefening over wie welke rol daarin zal spelen wordt nog volop gemaakt. Het is alvast duidelijk dat de justitiehuizen hier geen rol in hebben. Bij de burgerrechtelijke opdrachten voeren de justitiehuizen enkel maatschappelijke onderzoeken uit op vraag van de familierechter, en staan ze niet in voor de verdere opvolging, zoals ze dat wel doen bij strafrechtelijke dossiers van bijvoorbeeld een werkstraf of een probatiemaatregel. Daarom heeft een justitieassistent wel een centrale rol bij de drug- of jongerenopvolgingskamer, waar het gaat om strafrechtelijke dossiers, maar niet bij deze burgerrechtelijke opvolgingskamer. Het zullen dus veeleer de diensten van minister Beke zijn die in dezen betrokken zullen zijn. Ik denk dus dat u de vraag het best ook aan de collega stelt.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw korte antwoord. Ik zal daar zeker ook opvolging aan geven, ook ten overstaan van minister Beke. Ik vind dit immers een heel belangrijk thema. Kinderen worden heel vaak geconfronteerd met de scheiding van ouders, en gelukkig maar kunnen heel wat ouders daar op een goede manier mee omgaan en kunnen ze goede afspraken maken, maar we weten allemaal dat er ook een heel aantal gevallen zijn waarin dat niet zo is, waarin echtscheidingen leiden tot echte vechtscheidingen en kinderen eigenlijk mee de speelbal worden van het conflict tussen beide ouders, soms gewild, soms zelfs zonder dat de ouders dat zelf beseffen. Dat kan ontzettend grote gevolgen hebben voor die kinderen. Dat weten we allemaal. Die dragen ze allemaal later ook mee, maar dit heeft ook een directe impact, die kan leiden tot psychologische problemen, tot leerachterstand en zo verder. Alle initiatieven waarmee men probeert om ouders op een goede manier afspraken te doen maken, zodat de kinderen niet het slachtoffer daarvan zijn, kan ik dus alleen maar toejuichen.
Ik was heel positief gestemd toen ik het bericht las over het initiatief van de familierechtbank in Antwerpen. Ik denk dan ook dat dit een nauwgezette opvolging verdient, en ook een evaluatie nadien, om te zien hoe we daaruit kunnen leren en dit eventueel verder kunnen uitrollen. Ik zal verdere vragen daarover echter richten aan minister Beke.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Beste wensen aan iedereen in de commissie.
Ik wou nog een bijvraag stellen. Er is namelijk een interessant experiment dat op dit moment wordt uitgevoerd in Nederland over vechtscheidingen. Daarbij krijgen ouders een relatietherapie aangeboden door de overheid om ervoor te zorgen dat conflicten, vechtscheidingen niet escaleren, dat kinderen daar niet het slachtoffer van zijn, en ook om ervoor te zorgen dat er minder kinderen met jeugdhulp of jeugddelinquentie te maken krijgen. De lokale overheid geeft aan te verwachten dat dit plan op termijn eigenlijk een besparing zal opleveren. Elke vechtscheiding kost haar immers rond 50.000 euro als gevolg van de jeugdhulp die erbij komt kijken. Als wordt vergeleken met het aantal kinderen die op dit moment in de jeugdhulp zitten en te maken hebben met een vechtscheiding, valt dat bedrag in het niets. Ik vraag me af of u oren hebt naar dat voorstel, of u dat kent, en of u daarop zou willen ingaan en ook in Vlaanderen een dergelijk proefproject zou willen uitrollen, samen met minister Beke.
De heer Parys heeft het woord.
Collega’s, als iedereen zo enthousiast is over die minnelijke schikking en die kamers die daarvoor worden gemaakt, dan lijkt het me wel belangrijk dat we ook voor ogen houden dat dat een heel grote investering vergt, in magistraten en in griffiers. Tijdens een gemiddelde pleitzitting behandelt een familierechter veertien zaken. In een kamer die met minnelijke schikkingen bezig is, worden binnen eenzelfde tijdspanne gemiddeld drie of vier zaken behandeld. Mijn vraag is dus: als we dit zouden uitrollen over heel Vlaanderen, beschikken we dan wel over voldoende personeel, bijvoorbeeld op het vlak van griffiers en magistraten? Ook al is dat een federale bevoegdheid, het lijkt me toch wel belangrijk om dat aspect ook onder ogen te zien.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. Mevrouw Groothedde, ik denk dat het voorstel dat u doet in verband met relatietherapie helaas niet tot mijn bevoegdheden behoort, maar ik zie daar wel wat in. Ik denk dus dat u dat het best ook nog eens aan collega Beke voorstelt en dat met hem bekijkt.
Wat extra personeel bij het parket betreft: dat is inderdaad een federale bevoegdheid, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik het geweldig vind hoe het parket van Antwerpen zeer inventief omgaat met zijn personeel en dat personeel inzet. Het project waarover we het vandaag hebben, is een proefproject. Ik wil ook verwijzen naar onze Family Justice Centers (FCJ’s). We hebben er nu een tweetal. We gaan dat ook uitbreiden naar andere provincies, zoals jullie weten. We zijn daar volop mee bezig. Ook daar proberen wij en onze mensen ter plekke in heel acute situaties kort op de bal te spelen en het belang van het kind altijd voorop te stellen. Er is ter zake dus voorzien in een uitrol over heel Vlaanderen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik vind het alleszins een positief initiatief. Vanzelfsprekend gaat het over een proefproject en zullen we dat nadien moeten evalueren om te bekijken hoe het eventueel verder kan worden uitgerold.
Collega Parys, vanzelfsprekend kosten dergelijke initiatieven wel geld, en kosten ze ook inspanningen. Men moet natuurlijk altijd goed aflijnen voor welke dossiers men dit doet. Ik denk echter dat we de winst nadien er toch ook wel moeten bijtellen. Als er sprake kan zijn van bemiddeling, betekent dat dat bij familierechters nadien veel minder wordt geappelleerd door dezelfde ouders. Ik wil ook nog de voordelen vermelden die dat toch heeft voor de kinderen in kwestie. Dat vind ik toch ook wel ontzettend belangrijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.