Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, uit een van mijn eerder gestelde schriftelijke vragen uit oktober 2021 blijkt dat er in 2020 een daling van 13 procent werd vastgesteld ten opzichte van 2019 en zelfs van 16 procent ten opzichte van 2018 voor wat betreft het aantal dierproeven.
Deze stap in de goede richting kan ik uiteraard alleen maar toejuichen. Uit de cijfers die u bezorgde bleek wel dat er in 2020 een sterke stijging was van proeven op hamsters. Het aantal proeven op deze knaagdieren steeg van 396 in 2019 naar 2381 in 2021. Uit een verdere analyse bleek dat dit te wijten zou zijn aan onderzoek met oog op de ontwikkeling van een vaccin tegen het coronavirus.
Waar wel alternatieven voor zijn, zijn natuurlijk de testen van cosmetische producten op dieren. Ik ben dan ook tevreden met uw reactie op die beslissing van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) om cosmeticabedrijven toch dierproeven op te leggen bij het testen van UV-filters die uitsluitend gebruikt worden in cosmetische producten. U hebt daarvoor een brief geschreven. Ik denk dat dat volkomen terecht is.
Het is in de Europese Unie al sinds 2009 verboden om dierproeven uit te voeren om cosmetische ingrediënten te testen. Europa was daarmee een voortrekker. Maar nu lijkt men dus toch op die beslissing terug te komen, en dat is toch wel eigenaardig. Want op 15 september 2021 keurde het Europees Parlement een zo goed als unaniem gedragen resolutie goed, waarin aan de Europese Commissie wordt opgedragen om een actieplan op te stellen om dierproeven geleidelijk uit te faseren. Dus dat lijkt toch niet met elkaar te stroken.
Het opnieuw toelaten van dierproeven bij het testen van cosmetische producten zou de klok terugdraaien zijn en druist in tegen die resolutie. Ik wil me daar uiteraard ook ten stelligste tegen verzetten. U schreef alvast een brief naar de Europese commissarissen voor Gezondheid, voor Interne Markt en voor Milieu en u maakte ook uw bezorgdheid kenbaar bij het ECHA. Ik weet dat u als minister sterk wilt inzetten op een vermindering van het aantal dierproeven. Ik wil u daar uiteraard bij steunen.
Door wie gebeurde de analyse van de sterke stijging van proeven op hamsters en is de stijging effectief te wijten aan het onderzoek van het vaccin tegen het coronavirus?
Zal het aantal proeven op hamsters opnieuw kunnen dalen, en wanneer ziet u die mogelijke daling?
Welke mogelijkheden ziet u nog om de dalende trend in het algemeen op het aantal dierproeven verder te zetten?
Hebt u reactie gekregen op uw schrijven naar de Europese commissarissen?
Ziet u verdere mogelijkheden om Europa te overtuigen om dierproeven voor cosmetische producten niet toe te laten?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is zo dat we een gestage daling hebben gezien de afgelopen jaren, in 2018, 2019 en 2020, van het gebruik van proefdieren in Vlaanderen. Het is dus voor de derde keer dat we melding hebben gekregen van minder dierproeven die werden uitgevoerd en gerapporteerd. Die statistische gegevens moeten jaarlijks worden ingediend bij de afdeling Dierenwelzijn. Nazicht en analyse gebeurt dan door de afdeling Dierenwelzijn. Dus daar zit wel wat vertraging op. Er is enerzijds de rapportering, en vervolgens ook nog de verwerking van de data.
Uit de analyse van de gegevens van 2020 bleek dat er een sterke procentuele stijging was van het aantal dierproeven waarin hamsters werden ingezet. Uit nadere analyse blijkt dat inderdaad te gaan om onderzoek dat verricht wordt naar de ontwikkeling van een vaccin en medicatie tegen coronavirusinfecties. Maar het gaat om een grote procentuele stijging. Het gebruik van hamsters in dierenproeven in Vlaanderen blijft in absolute aantallen laag. Als je kijkt naar het totaal aantal dierenproeven, dan bedraagt het aandeel hamsters daarin zelfs in 2020 amper iets meer dan 1 procent.
Wanneer verwacht ik opnieuw een daling te zien in het aantal proeven op hamsters? U weet natuurlijk dat we nog niet bepaald onmiddellijk verlost zijn van die covidepidemie. Het onderzoek naar COVID-19 blijft natuurlijk relevant en het is aannemelijk dat in dat kader ook verdere proeven op hamsters verricht zullen worden. Ik verwacht dus geen plotse daling, maar heb ook geen concrete harde indicatie dat de cijfers zeer sterk gestegen zouden zijn het afgelopen jaar. Ik krijg in de loop van de volgende maanden alle data van 2021.
De dalende trend die in zijn totaliteit moet worden vastgesteld in 2020 is eigenlijk ook te wijten aan COVID-19, moeten we erkennen. Want verschillende labo’s geven aan dat, vanwege die bijzondere omstandigheden, proeven later dan voorzien werden opgestart of uitgesteld naar 2021. Het kan dus best zijn dat we, door het uitstelgedrag in 2020, in 2021 een stijging zullen zien.
Maar ik wil natuurlijk dat de dalende trend aanhoudt, en dat onderzoek hoe langer hoe meer kan plaatsvinden zonder daarvoor dieren in te zetten. Ik heb vanuit dat oogpunt wel wat concrete acties ondernemen. Wat het recente verleden betreft kan ik meegeven dat ik in januari, naar aanleiding van de lancering van een verbeterde versie van onze RE-Placedatabank, een oproep doe naar de onderzoekswereld om maximaal bij te dragen aan het delen van expertise over alternatieve methoden via die databank.
Ik wil toch nog eens in herinnering brengen dat het echt de bedoeling is dat alle onderzoekers, vooraleer zij ook maar overwegen om dierproeven te organiseren, eerst gaan kijken naar de RE-Placedatabank. Daar proberen we zoveel mogelijk wetenschappelijk onderzoek en data te verzamelen. Zo kunnen onderzoekers zich daar enerzijds de vraag stellen of er alternatieve methoden zijn voor dierproeven. En anderzijds kan men nagaan of hetgeen ze onderzoeken mogelijk al eerder werd onderzocht. Dat zijn denk ik de twee hoofdsporen die we bewandelen.
Verder is het goed om te weten dat ik eind vorig jaar de concrete organisatie van de rondetafelgesprekken met de sector heb toevertrouwd aan een externe opdrachtnemer. Daarbij willen we samen komen tot een afname van het aantal dierproeven, in samenspraak met de sector. In de loop van dit jaar moet die opdrachtnemer komen tot een gedragen actieplan, gericht op een daling van het aantal dierproeven in Vlaanderen.
Tot slot verwijs ik naar het initiatief van het ECHA, maar ook, en dat was natuurlijk verontrustend, van enkele Europese commissarissen. Na een advies van de Vlaamse Proefdierencommissie vond ik het mijn plicht om als minister van Dierenwelzijn te reageren op enkele beslissingen van het ECHA, die toch indruisen tegen de keuze die we in het verleden in Europa hebben gemaakt om cosmetische producten niet te testen op dieren.
Het ECHA reageerde daar recent op door te stellen dat de cosmeticarichtlijn niet van toepassing is voor testen die vereist worden op basis van de REACH-wetgeving (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals), en dat dierproeven voor het testen van cosmetische producten voor wat betreft hun mogelijk effect op het milieu en voor de veiligheid van werknemers op de werkvloer, toegelaten is.
Maar er is natuurlijk wel een verschil tussen wat strikt genomen toegelaten is en de keuzes die het ECHA maakt in concrete dossiers. Het is dat laatste waar ik me zorgen over maak. Ik wil ervoor zorgen dat de koers weer in de juiste richting wordt bijgestuurd. De Europese resolutie die in september is aangenomen, en waarin geijverd wordt voor de actieve uitfasering van dierproeven, sterkt ons daarin natuurlijk. Je kunt moeilijk enerzijds in september een Europese resolutie aannemen met als doelstelling een daling van het aantal dierproeven, en vervolgens de deur openzetten voor dierproeven in het kader van het onderzoek naar cosmetische producten.
Als ik geen geruststellend of bevredigend antwoord ontvang van de Europese Commissie, zullen we ons wel samen moeten beraden over de verdere stappen die we ter zake moeten ondernemen vanuit de lidstaten, vanuit het Europees Parlement.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Bedankt voor uw uitgebreid antwoord. Die daling is natuurlijk goed nieuws, dat kunnen we alleen maar toejuichen. En het is ook voor de derde keer op rij een daling, dus dat is mooi. Het lijden van proefdieren moet zo minimaal mogelijk zijn en maximaal worden vermeden, maar de coronavaccins die we met open armen hebben ontvangen, kwamen natuurlijk ook niet uit de lucht gevallen. Zowat onze hele medische vooruitgang van de laatste eeuw is opgebouwd uit dierproeven, en dat is ook een realiteit. U bevestigt hier dat de stijging bij de hamsters inderdaad te wijten zou zijn aan dat onderzoek, en dan moeten we toch ook wel vaststellen dat verder onderzoek nog wel een tijdje zal duren.
Ik hoop natuurlijk wel dat die algemeen dalende trend zich inderdaad wel verderzet, en daarvoor moeten we kijken naar die alternatieven. U hebt onder andere verwezen naar het RE-Place-project, waar ik heel wat hoge verwachtingen van heb. Er gebeuren veel inspanningen, en ik ben uiteraard benieuwd naar het verdere verloop van die initiatieven. Want het is de bedoeling dat die uiteraard concrete beleidsresultaten zullen opleveren. Ook naar die rondetafelgesprekken kijken we erg uit. We hebben hier in de commissie ook al heel wat hoorzittingen gehouden en bedrijfsbezoeken georganiseerd. Dat wijst er toch op dat we in deze commissie dit thema ook ernstig nemen, en dat we daar samen aan willen werken.
Vlaanderen heeft niet alleen de plicht om werk te maken van het eigen beleid, maar ook internationaal denk ik dat het onze taak is om mee aan de kar te trekken, en om deze vorm van dierenleed te gaan vermijden. De dierproeven voor cosmetische doeleinden zijn vermijdbaar vandaag, en dan is het belangrijk dat we daar ook als Vlaanderen onze stem laten horen. Ik ben dan ook heel tevreden dat u de Europese commissaris hebt aangeschreven.
Voorlopig heb ik dus begrepen dat er nog geen officiële reactie is gekomen op uw brief, maar de signalen zijn alvast niet hoopvol. Strikt genomen kun je inderdaad gaten vinden om toch maar deuren open te zetten om die proeven toch te kunnen organiseren. Maar dat kan uiteraard niet de bedoeling zijn, en dan moeten we daartegen reageren.
Ik wil er ook nog even op wijzen dat de partijen die hier een vertegenwoordiging hebben in de commissie, uiteraard ook Europese parlementsleden hebben. Ik wil de collega's dan ook echt vragen om de vinger aan de pols te houden bij uw collega's, bij de Europese parlementsleden. Betrek die en houd die wakker, want dit is echt een te belangrijk thema om te laten schieten.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat mij betreft moeten we dit toch nauwgezet gadeslaan. Als er een deur wordt opgezet op het niveau van de Europese Commissie, dan denk ik dat we daar fors op moeten reageren. Want als we dierproeven gaan toelaten via welke achterdeur dan ook, voor cosmetische producten, dan is het hek absoluut van de dam. Zelfs voor zoiets, met producten die gericht zijn op luxe, en die niets te maken hebben met menselijke veiligheid of medische toepassingen, denk ik dat we ongelooflijk veel stappen achteruit zetten, terwijl het net het tegenovergestelde zou moeten zijn. Het is net onze ambitie om te proberen om op Europees niveau gestalte te geven aan een Europees dierenwelzijnsbeleid met een Europese commissaris die bevoegd is ter zake. Dat is misschien ook wat we nodig hebben binnen de Europese Commissie: iemand die waakt over het dierenwelzijn op Europees niveau.
De vraag om uitleg is afgehandeld.