Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Pieters heeft het woord.
Het Departement Omgeving stelde zopas zijn nieuwe ruimterapport (RURA) 2021 voor. Dat ruimterapport toont aan dat er in de periode 2013-2019 elke dag maar liefst ongeveer 270 gebouwen bij kwamen in Vlaanderen. Iets meer dan de helft daarvan is bedoeld voor wonen, een kwart is bestemd voor respectievelijk industrie en landbouw. Die extra gebouwen en panden resulteren in een verdere toename van de verstedelijking en een afname van de open ruimte. De open ruimte in Vlaanderen nam tussen 2013 en 2019 af met 12.500 hectare.
Wie de data van STATBEL, het Belgische statistiekbureau, inzake het netto migratiesaldo van voormelde periode naast die woningtoenamecijfers legt, kan onmogelijk nog langer ontkennen dat de massale immigratiestroom van asiel- en economische gelukzoekers voor een aanzienlijk deel verantwoordelijk is voor het steeds maar meer verdwijnen van open ruimte in Vlaanderen. Het laatste decennium nam de bevolking alleen al door die immigratiestroom jaarlijks toe met het equivalent van het inwonersaantal van een doorsnee Vlaamse provinciestad, nieuwe inwijkelingen die uiteraard ook allemaal een dak boven hun hoofd willen zien.
Zelfs een blinde zal stilaan zien dat een dergelijke ongebreidelde immigratiestroom uiteindelijk aan banden moet worden gelegd om Vlaanderen op ruimtelijk vlak nog langer leefbaar te houden, zowel voor wie er al woont, als voor wie er nieuw bij komt. Doet men dat niet, dan zijn alle mooi ogende ruimtelijke plannen, zoals de bouwshift via het Instrumentendecreet, die de Vlaamse Regering nog op stapel heeft staan om de resterende open ruimte in Vlaanderen te vrijwaren, niet meer dan schone schijn en bij voorbaat gedoemd om te mislukken.
Is het de Vlaamse minister van Omgeving stilaan duidelijk dat de ongebreidelde immigratiestroom naar Vlaanderen het laatste decennium wezenlijk bijdraagt aan de steeds maar toenemende vraag naar woningen en het daaruit voortvloeiende verdwijnen van open ruimte in Vlaanderen?
Beseft de Vlaamse minister van Omgeving dat louter en alleen de door haar geplande bouwshift en haar Instrumentendecreet geen einde zullen kunnen maken aan deze tsunami van nieuwbouwwoningen in Vlaanderen en het verder verdwijnen van de schaarse open ruimte?
Welke mogelijkheden ziet de Vlaamse minister van Omgeving samen met de andere leden van de Vlaamse Regering om de huidige ongebreidelde immigratiestroom naar Vlaanderen en de daaruit voortvloeiende negatieve effecten op het ruimtegebruik in Vlaanderen een halt toe te roepen?
Is de Vlaamse minister van Omgeving samen met haar collega’s bereid om bij de Federale Regering tussen te komen met de eis om uiteindelijk tot een beheersbaar immigratiemodel te komen, waarbij onder meer misbruik van de asielprocedures en gezinshereniging definitief aan banden wordt gelegd, zodat er op termijn voor onze bevolking nog voldoende leefbare ruimte en kwaliteitsvolle natuur overblijft in Vlaanderen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, volgens Statistiek Vlaanderen kent onze woningvoorraad een gemiddelde aangroei van 1 procent per jaar tussen 2001 en 2021. Die aangroei is nogal stabiel. In 2020 werden ongeveer 34.000 bijkomende woningen gecreëerd. Het jaar voordien waren dat er 40.000.
Sinds 2013 is er een langzame aangroei van het internationale migratiesaldo. Belangrijk om mee te geven, op basis van de cijfers, is dat dat voornamelijk EU-burgers zijn. Die aangroei lijkt niet gezorgd te hebben voor een significante verhoging van het ritme bijkomende woningen, dat al jaren stabiel is. U spreekt over een tsunami aan nieuwbouwwoningen ingevolge massamigratie. Ik zou dat toch zo niet noemen, op basis van de cijfers die ik hier heb. En ik denk dat het goed is om het debat ook altijd te voeren op basis van de juiste cijfers, en niet te vervallen in populistische praat.
Bovendien vinden de nieuwe inwoners meestal een plaats binnen de bestaande wijken in de stad, en dus niet in de nieuwbouwwoningen ‘op den buiten’. De vraag naar bijkomende woningen in Vlaanderen is grotendeels het gevolg van gezinsverdunning in de huidige bevolking en de toenemende vraag naar tweede verblijven. Die worden immers ook als woning gerekend. Het ritme van bijkomende woningen is dus al jarenlang relatief stabiel. Die zijn nu eenmaal nodig om onze gezinsverdunning op te vangen.
Er is vandaag inderdaad nog steeds een bijkomend ruimtebeslag van 5 hectare per dag, maar dat is geenszins het gevolg van nieuwbouwwoningen alleen. Het gaat ook om extra ruimtebeslag door industrie, recreatie en andere. Bovendien is van die 5 hectare per dag ook 2 hectare te wijten aan zonevreemde functiewijzigingen en dergelijke. Meer nog, uit analyses blijkt dat 80 procent van het aandeel bijkomende woonentiteiten zich situeert binnen bestaand ruimtebeslag, en dat door verdichting, bijvoorbeeld als er na de afbraak van een woning een appartement komt. Ik ga nog wat meer in detail: ongeveer twee derde van de vergunde nieuwbouweenheden bestaat uit meergezinswoningen. Bijna 90 procent van die meergezinswoningen komt terecht binnen het bestaande ruimtebeslag. En wat betreft de eengezinswoningen wordt ongeveer 30 procent gebouwd buiten het bestaande ruimtebeslag.
De heer Pieters heeft het woord.
Dank u voor het antwoord, minister, alleen hebben wij daar toch een iets ander beeld over. Als mensen ergens in een bestaande wijk gaan wonen, zoals u zegt, wijken degenen die daar anders kunnen gaan wonen, uiteraard uit. U kunt toch niet langs het feit dat hoe meer mensen er zijn in Vlaanderen, hoe meer die mensen ook een degelijke woning wensen, wat heel normaal is? Die mensen willen ook werken, wat meer industrie met zich meebrengt. Die willen allemaal een auto, wat weer het fileprobleem aanzwengelt.
Er zijn dus tal van redenen waarbij de aangroei van de bevolking, waar die ook vandaan komt, zorgt voor verharding en voor minder open ruimte. In die zin ben ik toch niet heel tevreden met uw antwoord. Ik verzoek u om eens te gaan kijken wat het resultaat is van de aangroei van inwijkelingen, waar die ook vandaan komen, en – ik durf het woord bijna niet te gebruiken – waar mensen weggedrukt worden uit hun kern of hun wijk door nieuwbouwwoningen – iedereen wil zo’n woning – voor het extra ruimtegebruik.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Voorzitter, ook van mijn kant aan iedereen de beste wensen, aan de commissieleden, de minister, maar ook aan onze commissiesecretaris.
Collega Pieters, ik wou toch even tussenkomen op uw vraag. Ik ben echt onthutst. Uw vraag lijkt mij samen te vatten als een vraag naar gewoon minder migratie. Ik stel voor dat u die vragen laat stellen door uw collega's in het federale parlement aan de bevoegde staatssecretaris, want migratie is uiteraard een federale bevoegdheid.
Ik had enkele bijkomende vragen voor de minister over het ruimterapport, namelijk wat voor haar de belangrijkste bevindingen hieromtrent zijn, maar eigenlijk heeft ze in haar antwoord al een goede samenvatting gegeven van wat daar voor haar belangrijk is. Ik noteer toch een aantal heel opmerkelijke dingen over de locatie van nieuwbouwwoningen en dergelijke meer, verdichting in kernen enzovoort. Ik denk dat het thema van het ruimterapport op zich hier ongetwijfeld nog aan bod zal komen.
De heer Tobback heeft het woord.
Uiteraard op mijn beurt aan iedereen de beste wensen. We kunnen er niet aan voorbij.
Ik moet zeggen dat ik begrijp dat collega Pieters als Limburger zeer bezorgd is over de massale toestroom van zeer welstellende Nederlanders die geweldig beslag leggen op gronden in Limburg en daar in gigantische verkavelingen mensen inderdaad verdrukken. Dus als hij het daarover heeft, deel ik zijn bezorgdheid en wil ik daar zelfs samen met hem tegen gaan betogen.
Alleen denk ik dat hij dan ook uit de Europese Unie moet stappen, en daar ben ik iets minder enthousiast over. Indien hij het probleem breder wil zien, nodig ik hem uit. Want het is puur een vraag uit diepgaande interesse. Ik zou zeer graag van de minister of van de heer Pieters horen of er cijfers beschikbaar zijn over de massale aantallen vluchtelingen, migranten en dergelijke meer die in Vlaanderen nieuwbouwwoningen aan het neerzetten zijn en daardoor de prijzen van de grond aan het opdrijven zijn, in de mate dat mensen het zich lokaal niet meer kunnen permitteren. Als dat zo is, dan moeten we dat bekijken. Maar ik zou toch graag, in plaats van wat loze prietpraat, daar concrete cijfers over zien.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Tobback, ik denk dat ik daarstraks echt wel geprobeerd heb om, mij baserend op de cijfers die we hebben vanuit de administratie, de uitleg van collega Pieters in een juiste context te brengen. Want het is belangrijk dat we ook de juiste informatie meegeven. Gewoon al om mee te geven: in 2020 zijn er 34.000 bijkomende woningen gecreëerd. Het jaar voordien was dat veel meer, namelijk 40.000. En zoals gezegd, lijkt de aangroei van de bevolking die we zien, er niet voor te zorgen dat er een gigantische verhoging is van het ritme van bijkomende woningen. Dat is al jaren vrij stabiel. Dus dat er een tsunami van nieuwbouwwoningen is door die massamigratie, klopt gewoon niet, aan de hand van de cijfers die we hebben. We weten ook dat degenen die naar hier komen, helaas vaak niet in een nieuwbouwwoning gaan zitten. Meestal zitten die mensen in moeilijke wijken in steden enzovoort.
Ik wil dus wat nuance brengen in dit debat. Mijnheer Pieters, u bent parlementslid, dus ik denk dat u mij ook wel moet zeggen op basis van welke cijfers u zulke zaken zegt. Dan kunnen we dat ook gaan onderzoeken en kan ik dat voorleggen aan de mensen die daar al jaren mee bezig zijn. Dat zou wel heel handig zijn.
Er zijn inderdaad meer mensen. Er zijn ook meer gezinnen. Ik denk niet dat u ervoor pleit om een eenkindbeleid te gaan voeren. Dan moet u dat ook zeggen. Het betekent ook dat er vraag is naar ruimte, maar het is ook de vraag hoe je die ruimte inneemt. Daarom heb ik ook gezegd dat uit analyses blijkt dat 80 procent van het aandeel bijkomende woonentiteiten zich situeert binnen het bestaande ruimtebeslag. Zoals eerder gezegd, zitten we vandaag aan een ruimtebeslag van 5 hectare per dag, waarvan 2 hectare te wijten is aan zonevreemde functiewijzigingen, en ook aan industrie, recreatie enzovoort. Maar als we kijken naar woonentiteiten alleen, blijkt aan de hand van cijfers en analyses dat 80 procent van het aandeel van die bijkomende woonentiteiten zich situeert binnen het bestaande ruimtebeslag en dat dat gebeurt door verdichting, dus afbraak van oude woningen en het zetten van nieuwe appartementen.
Ik zou dat als minister wel graag willen weten, want met zulke uitspraken maakt u heel veel mensen ongerust. Ik kan dat dan voorleggen aan de mensen die dat al jaar en dag volgen binnen de administratie, zodat ook blijkt dat het niet klopt wat u zegt.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, u zegt dat u enige nuance aanbrengt. En dat mag. U mag enige nuance aanbrengen. En collega Tobback, u hebt volledig gelijk. Er zijn mensen die met kapitaal naar hier komen en er zijn mensen die zonder kapitaal naar hier komen.
Degenen die met kapitaal naar hier komen, kopen zich dikwijls wel zo’n vergunning. Daar kan ik van meespreken. Maar mensen zonder kapitaal gunnen we toch evenzeer dat als ze naar hier komen, ze dan in een degelijke woning kunnen wonen. Het kan toch niet waar zijn dat we mensen die naar hier komen, ergens in een kleine woning steken, om ze maar weg te stoppen? Dat wil zeggen, als we 270 woningen bijmaken per dag, dat er toch beslag gelegd wordt op de open ruimte? Als er 80 procent inbreiding is, zoals u zegt, dan is dat een goede maatregel. Inbreiding is goed. Maar dan is er nog altijd 20 procent die de open ruimte inneemt. Als we blijven mensen naar Vlaanderen halen en van de welvaart hier in Vlaanderen laten genieten, dan moeten we toch ook degelijke woningen aanbieden, die voldoen aan de normen die we opleggen, qua isolatie, qua energieverbruik, en dergelijke meer. Ook de nieuwe woningen in bestaande wijken moeten gerenoveerd worden. Het kan toch niet zijn dat we mensen die naar hier komen, in woningen steken die niet voldoen aan de normen?
Met andere woorden, die 270 bijkomende gebouwen en de extra hectares die ingenomen worden, die zijn toch een probleem voor uw bouwshift? Dat is toch de logica zelve? Een betere uitleg kan ik er niet aan geven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.