Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Economische migratie is meer dan ooit noodzakelijk voor onze Vlaamse bedrijven en onze economie. De in te vullen knelpuntvacatures vergen ook buitenlands talent. De regering deed daartoe al een aantal belangrijke hervormingen, in samenwerking met de federale instanties. Het digitale unieke loket is in die zin een belangrijke stap vooruit. De Vlaamse sociale partners vragen in een advies dat Vlaanderen nu nog verder gaat.
Een structurele betrokkenheid van VDAB en het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) bij economische missies van Flanders Investment & Trade (FIT) zal volgens de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) een meerwaarde zijn, zowel om mogelijke investeerders en ondernemers een completer informatiepakket te bieden als op het gebied van actieve rekrutering van derdelanders voor knelpuntberoepen.
Ook het onthaal van economische migranten in Vlaanderen kan volgens de SERV beter. Een warm welkom is van groot belang en dat begint meestal aan een gemeenteloket. Daarom zijn de Vlaamse sociale partners verheugd dat de Vlaamse overheid lokale initiatieven zal ondersteunen om hun dienstverlening te verbeteren. De lokale initiatieven moeten zich niet beperken tot informatieverstrekking, maar ook begeleiding bieden, onder andere voor huisvesting, en een plaats op de arbeidsmarkt. Dat zal het internationaal talent ongetwijfeld helpen om een goede start in Vlaanderen te maken.
In ruil voor deze uitbreiding van de dienstverlening vragen de Vlaamse sociale partners om de lokale initiatieven niet enkel met informatie, maar ook financieel te ondersteunen. De soms niet zo rooskleurige financiën van lokale besturen mogen geen belemmering vormen om een warm welkom te verzekeren, aldus de SERV. Voor financiering kijkt men dan in eerste instantie naar middelen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF).
Verder vragen de SERV-partners om het welkomstbeleid niet enkel te richten op internationaal talent. Ook talent uit Wallonië en Brussel kan op die manier welkom geheten worden en toegeleid worden naar de arbeidsmarkt, evenals nieuwkomers zoals erkende vluchtelingen.
Tot slot dringen de sociale partners aan op een gerichte en structurele investering in de ontwikkeling van de Dienst Economische Migratie om naast een warm ook een vlot en snel welkom te kunnen garanderen. Ik denk dat we dat allemaal kunnen bijtreden.
Ik heb daarom een aantal vragen, minister.
Hoe evalueert u het hervormde economische migratiebeleid in Vlaanderen, de werking van het uniek loket, de doorlooptijden, het aantal aanvragen en de goedkeuringen? Wat zult u eventueel bijsturen?
Hoe wilt u de Dienst Economische Migratie verder uitbouwen conform het SERV-advies daarover?
Hoe staat u tegenover een structurele betrokkenheid van VDAB en VLAIO bij FIT-missies?
Welke initiatieven zult u nemen om het onthaal van economische migranten in Vlaanderen te verbeteren?
Neemt u ook nieuwe initiatieven om het onthaal van Walen en Brusselaars op onze arbeidsmarkt te verbeteren?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel.
Zo’n uitbundige vraag verdient een minstens even uitbundig antwoord. Het Vlaams economisch migratiebeleid voor werknemers is in werking sinds 1 januari 2019. Voor zelfstandigen trad het nieuwe beleid zeer recent, op 1 januari van dit jaar, in werking. Dit gebeurde in uitvoering van de zesde staatshervorming, waardoor we in staat zijn om eigen accenten te leggen in ons economisch migratiebeleid.
De economie leeft sinds halfweg 2021 weer op en dat is duidelijk te merken aan het groeiende aantal aanvragen voor buitenlandse arbeidskrachten. Op jaarbasis zien we een forse stijging bij de arbeidskaarten, de single permit en een iets minder sterke stijging bij de beroepskaarten. De verklaring is onder meer dat mensen opnieuw vlotter kunnen reizen. In 2020 was er toch heel wat onzekerheid met gesloten grenzen binnen en buiten Europa.
In 2021 werden in totaal 8600 arbeidskaarten en single permits uitgereikt, waarvan ongeveer 3000 voor hooggeschoolden, 1600 voor knelpuntberoepen en 1900 voor seizoenarbeiders. Voor zelfstandige ondernemers werden 600 beroepskaarten uitgereikt.
Voor hooggeschoolden worden de single permits uitgereikt voor 3 jaar, voor knelpuntberoepers voor 1 jaar. Die laatste single permits zijn wel verlengbaar. Hooggeschoolden maken een kleine 75 procent van het aantal economische migranten in Vlaanderen uit. Op dit moment zijn er 13.714 economische migranten in Vlaanderen aan de slag. 9808 van hen zijn hooggeschoold. 13 procent zijn knelpuntberoepers.
Sinds juni vorig jaar is het uniek loket ‘Working in Belgium’ in werking en sinds december worden gegevens in dit platform automatisch uitgewisseld tussen verschillende overheden. In een volgende fase zullen deze gegevens ook verrijkt worden met authentieke brongegevens, bijvoorbeeld van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Aanvragen voor beroepskaarten kunnen binnenkort via een Vlaams digitaal loket gebeuren, wat de procedure zou moeten versnellen.
Een pijnpunt in het verhaal zijn de doorlooptijden voor de gecombineerde vergunningen. Gezien de forse stijging van het aantal aanvragen en de recente implementatie van het uniek loket, is de doorlooptijd in het najaar opgelopen tot twaalf weken. Dat is niet goed voor onze competitiviteit. Ik ben daar heel bezorgd over. Samen met de Dienst Economische Migratie heb ik al een aantal acties ondernomen om de doorlooptijden terug te dringen. Ik mik op een doorlooptermijn van vier weken voor de behandeling in Vlaanderen. Er is bijkomend personeel ingezet op de dienst, waardoor we erin geslaagd zijn om hernieuwingsaanvragen binnen vier weken te behandelen. Het is de bedoeling dat eerste aanvragen zo snel mogelijk volgen inzake die korte behandelingstermijn.
Prioritair zijn en blijven de aanvragen voor hooggeschoolden, maar ook voor knelpuntberoepers. We mogen daarbij evenwel niet te snel te werk gaan, om misbruiken te vermijden. Zogenaamde risicodossiers worden door de Vlaamse Sociale Inspectie extra grondig bekeken vooraleer een single permit uit te reiken. Dat blijft een belangrijk principe.
Hoe wil ik die dienst uitbouwen? Ik wil niet stoppen bij het inkorten van de doorlooptijden. Ik wil meer vertrouwen geven aan betrouwbare aanvragers en op die manier sneller toelatingen kunnen uitreiken. Via ex-postcontroles zullen toelatingen achteraf gecheckt worden, en waar nodig bijgestuurd of ingetrokken worden. Ik neem zeker de positieve elementen van de Nederlandse ervaring met erkende referenten daarin mee, zonder het Nederlandse systeem volledig te kopiëren. Daar hebben we het in deze commissie al uitgebreid over gehad. We voorzien ook extra middelen.
Wat de betrokkenheid bij FIT-missies betreft: in de conceptnota ‘Economische migratie – een postcoronavisie’ heb ik het belang van een structurele betrokkenheid van VDAB en VLAIO benadrukt. Het warm welkombeleid zal stapsgewijs uitgerold worden en op termijn hoop ik dat dit zal resulteren in een structurele betrokkenheid van VDAB en VLAIO bij FIT-missies. Het is belangrijk om, wanneer een bedrijf interesse toont om in Vlaanderen te investeren, het al in een prille eerste fase informatie te geven over het gunstige ondernemingsklimaat in Vlaanderen door de aanwezigheid van kennis- en innovatiestructuur, aantrekkelijke loopbanen en leefomgeving. Zeker om start- en scale-ups aan te trekken, is dat extreem belangrijk.
We zijn momenteel de conceptnota aan het concretiseren. Maar, zoals ik al zei, is de topprioriteit het terugdringen van de doorlooptijden.
Uw vierde en vijfde vraag zal ik samen beantwoorden. Het is duidelijk dat Vlaanderen nood heeft aan internationaal toptalent ter verrijking van onze arbeidsmarkt. We vergeten soms te benadrukken dat Vlaanderen ook heel wat te bieden heeft aan economische migranten. We hebben heel kwaliteitsvol onderwijs dat studenten van over de hele wereld aantrekt, we hebben een uitmuntende gezondheidszorg, een heel goed sociaal zekerheidssysteem, een gunstig ondernemingsklimaat enzovoort. Maar dit aanbod is tot op vandaag niet transparant genoeg voor de economische migranten. Als wij economische migranten willen verwelkomen in Vlaanderen, dan is het ook onze verantwoordelijkheid om alles eenvoudig aan hen voor te stellen.
Dat brengt mij tot het eerste initiatief dat ik zal nemen om het onthaalbeleid te verbeteren. Via de website van ons departement willen we de economische migrant op een eenvoudige manier wegwijs maken in Vlaanderen, omdat de zoektocht voor hem of haar daar al start. Naast het aanvragen van de werkvergunning als werknemer of als zelfstandige, moet hij ook informatie krijgen over het onderwijssysteem, de administratieve formaliteiten die men in orde moet brengen bij de gemeente, de verzekering voor de woning, fiscale en sociaalrechtelijke verplichtingen, enzovoort.
Al die informatie wordt gebundeld onder de noemer ‘Vlaanderen voor talent’. Deze informatie is in eerste instantie bedoeld voor economische migranten die naar Vlaanderen willen komen, maar de info is zeker ook bruikbaar voor migranten die hier reeds wonen en die willen toetreden tot de arbeidsmarkt als werknemer of als zelfstandige. Om dat te realiseren ben ik intussen ook in contact met de lokale besturen en andere stakeholders die dagdagelijks betrokken zijn bij het onthaal van economische migranten.
Werknemers uit Brussel en Wallonië zullen die website uiteraard ook kunnen consulteren. Belangrijk hierbij te vermelden is natuurlijk dat zij vaak vanuit Wallonië of Brussel dagelijks naar Vlaanderen pendelen, waardoor die informatie over huisvesting iets minder relevant is.
Het kan niet de bedoeling zijn om in Brussel en Wallonië knelpunten te creëren door de realisatie van ons Vlaams arbeidsmarktbeleid. Dankzij de samenwerking tussen Forem, Actiris en VDAB worden gezamenlijke arbeidsmarktanalyses gemaakt om te bekijken voor welke knelpuntvacatures er een toeleiding kan gebeuren vanuit Wallonië en Brussel naar onze Vlaamse vacatures.
Voilà, tot hier een eerste antwoord op uw vragen.
Dank u wel voor het enthousiaste antwoord op de enthousiaste vraag, minister. We hebben ook redenen om enthousiast te zijn. Ik denk dat er nog maar weinig zulke fundamentele hervormingen zijn gebeurd aan het economisch migratiebeleid als in de voorbije maanden en jaren. Het is een goede zaak dat een aantal zaken vereenvoudigd worden en dat een aantal zaken gedigitaliseerd worden. We mogen daarbij niet het slachtoffer worden van ons eigen succes. Ik ben blij dat u het pijnpunt van die doorlooptijden ook meteen aangepakt hebt en die terug naar vier weken wilt brengen, wat een korte termijn is, om ervoor te zorgen dat we geen talent verliezen en onze bedrijven snel kunnen beschikken over mensen die noodzakelijk zijn hier om het verschil te maken voor hun activiteiten. Dat is alvast positief.
Ik heb misschien nog een aantal bijkomende vragen over het onthaalbeleid. Die nieuwe website is belangrijk. Het is ook belangrijk dat die in diverse talen wordt aangeboden, zodat die ook een breed bereik heeft. Wat is daar de scope van? Op welke manier wordt die vormgegeven?
Het onthaalbeleid voor Brusselaars en Walen is wel degelijk belangrijk, zelfs met het oog op huisvesting of herhuisvesting van Brusselaars en Walen. Er zijn heel wat knelpuntberoepen in Vlaanderen die geen knelpuntberoep zijn in Wallonië, maar waarbij de afstand die gevraagd wordt om te pendelen voor de betrokkenen te groot is. Ik denk dat een beleid waarbij we ook Walen en Brusselaars gaan begeleiden om zich eventueel te vestigen in Vlaanderen en hier aan de slag te gaan, op die manier wel degelijk zinvol kan zijn. Eigenlijk komt het erop neer dat we elke kans moeten benutten om talent naar Vlaanderen te halen. Maar we weten dat we de komende tien à vijftien jaar tekorten zullen hebben, waarbij de huidige krapte nog klein bier zal zijn bij wat ons nog te wachten staat. Op zich is dat goed nieuws: de werkloosheid wordt meer teruggedrongen. Maar de economische groei staat of valt ook met voldoende handen en hoofden op onze arbeidsmarkt. Daarom is het economisch migratiebeleid bijzonder belangrijk.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
We mogen inderdaad terecht tevreden zijn dat er heel wat wijzigingen gebeurd zijn, zowel voor werknemers als voor zelfstandigen, maar om het met de beeldspraak van collega Vera Jans te zeggen: ik verslikte mij bijna in mijn koffie toen ik zag hoelang de doorlooptijden gestegen waren voor het aanvragen van die arbeidsvergunningen. De krapte op onze arbeidsmarkt laat het niet toe om kostbare tijd verloren te laten gaan. Minister, het is zeker en vast een zeer goede topprioriteit voor u om die doorlooptijden te verkorten naar één maand.
En ik zou zelfs zeggen: laat ons samen met de federale overheid, met uw collega van dezelfde partij, Sammy Mahdi, werken naar een volledige doorlooptijd, om alles samen naar één maand te brengen. Op het federale niveau zitten ze nu al aan twee tot drie weken. De veiligheidstoets die er is, is een toets in verschillende databanken. Die zouden we toch moeten kunnen herleiden tot één week, zodat we alles samen op één maand doorlooptijd zitten. Verschillende ondernemers trokken inderdaad bij mij aan de oren om te zeggen dat die doorlooptijd heel wat verlengd is. Daarom was er ook mijn schriftelijke vraag aan u om te vragen hoe het nu op dit moment precies zit met die doorlooptijden. Ik denk dat de Vlaamse Regering daar de lat hoog mag leggen en zeer ambitieus moet zijn, omdat we nu eenmaal zien dat dat ook onze economie ten goede zal komen.
Die economische migratie mag inderdaad geen gemakkelijkheidsoplossing zijn omdat er op andere niveaus geen maatregelen genomen worden. Daar ben ik het volledig mee eens. We hebben een concentrisch model, ook heel mooi ingeschreven in het Vlaams regeerakkoord. Laten we inderdaad ook kijken naar Wallonië en Brussel. Wat zal de Federale Regering doen om de mensen die daar voorhanden zijn, ook effectief te gaan inzetten in Vlaanderen, zodat de Vlaamse economie volledig op kracht komt? Er is dus veel werk aan de winkel. Ik heb er ook alle vertrouwen in, minister, dat u alles op alles zult zetten om daar een topprioriteit van te maken.
Ik heb nog een bijkomende vraag. U wilt die termijn weer doen dalen naar één maand in Vlaanderen. Ik vraag u dus om dat samen te doen met uw collega Sammy Mahdi, om dat naar één maand te brengen. Maar wat is voor u de timing om die termijn te gaan reduceren?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel voor de aanvullende interesse en de aanvullende vragen.
Voorzitter, we moeten Vlaanderen inderdaad ook ten aanzien van onze Waalse en onze Brusselse vrienden positief ‘in the picture’ zetten. Ik kan mensen niet manu militari verplichten om te verhuizen. Maar sowieso is het van belang om dat op een positieve wijze te doen en zo veel mogelijk belemmeringen weg te werken. Dat is het allerbelangrijkste dat we moeten doen, denk ik.
Wat de doorlooptijden betreft, collega Bothuyne, collega De Vreese: ik lig echt ook wakker van het verkorten van die doorlooptermijnen. Hoe korter, hoe liever. Maar dat mag uiteraard niet ten koste gaan van de kwaliteit, zoals ik ook in mijn antwoord gezegd heb. We zien ook een aantal gevallen van fraude in dossiers. Maar in de overgrote meerderheid van de dossiers zijn er geen problemen. Daarom zou het voor mij wel nuttig zijn om partnerschappen met grote bedrijven af te sluiten die bijvoorbeeld jaarlijks tientallen of honderden migranten aantrekken om vlot die aanvragen te verwerken. Als je weet dat bedrijven heel betrouwbare partners zijn, kun je daar ook iets speciaals voor doen. Uiteraard moet dat samen met collega Sammy Mahdi.
De termijn voor verlengingsaanvragen hebben we al een stukje kunnen terugdringen, van twaalf naar drie weken doorlooptijd. Ik ben er ook trots op dat onze mensen erin geslaagd zijn om dat te doen. Ik hoop week na week een versnelling te zien. Maar dat hangt natuurlijk ook af van het aantal dossiers dat binnenkomt. In januari hebben we 700 dossiers behandeld, maar, collega’s, in december waren dat er 1300. En dat is met dezelfde mensen. De instroom fluctueert, maar het aantal mensen die de instroom telkens behandelen, fluctueert niet. Ik verwacht voor dit jaar enorm veel aanvragen. De economie trekt ook heel hard aan. Vandaar ook die zoektocht om die partnerschappen af te sluiten met grote bedrijven. Ik ben ook in zeer intens overleg daarover met collega Sammy Mahdi.
Dank u wel voor de bijkomende antwoorden en vooral voor de inspanningen die u doet om die procedures zo efficiënt mogelijk te organiseren. Economische migratie wordt een bijzonder belangrijk onderdeel van ons arbeidsmarktbeleid de komende maanden en jaren. De hervormingen die u op touw hebt gezet, helpen heel veel bedrijven om talent te vinden waar ze het in eigen land niet kunnen vinden. Dat we daarbij snel en efficiënt moeten werken, is natuurlijk evident. Ik ben dus blij met de doelstellingen die u vooropstelt op dat vlak. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.