Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over vaccinatie van lagereschoolkinderen tegen het coronavirus in scholen
Vraag om uitleg over de maatregelen in het onderwijs ten aanzien van de omikronvariant van het coronavirus
Vraag om uitleg over de gewijzigde test- en quarantainestrategie in het onderwijs in het licht van de coronapandemie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Ik start graag met het item over de mondmaskerverplichting voor alle leerlingen vanaf 6 jaar. We horen dat die regel goed werd opgevolgd, maar een kleine groep ouders baart toch nog wat zorgen. Die ouders weigeren hun kinderen met mondmasker naar school te sturen en verwijzen daarbij naar de wankele juridische omkadering van de coronamaatregelen.
Sommige juridische experten beamen dat er iets schort aan de juridische basis van die verplichtingen. In een opiniestuk in Knack werd gesteld dat er in het koninklijk besluit (KB) nergens een verplichting voor mondmaskers op school terug te vinden was. Het KB schrijft wel voor dat de ministers van Onderwijs de organisatie van lessen en scholen vaststellen. Tot nu toe werden er geen juridische stappen gezet. Minister, u stelde dat het voor iedereen duidelijk was en verwees daarvoor naar de persconferentie van het Overlegcomité en naar de richtlijnen en draaiboeken. Ondertussen is er ook een uitspraak geweest naar aanleiding van een vraag van ouders, waarbij die werd weggezet alsof ze niet ter zake is.
Jammer genoeg zijn er nog wat vragen. Mochten er in de toekomst nog noden zijn, moeten er misschien nog stappen worden gezet.
Ouders menen dat het recht op onderwijs van hun kinderen in het gedrang komt als er een verplichting van die mondmaskerplicht komt. Moeten er nog stappen worden gezet om de nodige rechtsbasis te geven?
Verder is er de pertinente vraag hoe u de scholen zult ondersteunen in juridische kwesties over het verplichten van toekomstige coronamaatregelen.
Aansluitend heb ik ook een vraag over de vaccinatie van lagereschoolkinderen tegen het coronavirus. Op 25 november 2021 besliste het Europees Geneesmiddelenbureau dat kinderen van 5 tot en met 11 jaar gevaccineerd mogen worden met een aangepaste dosis van het Pfizervaccin.
Na een positief advies van de Hoge Gezondheidsraad zette ook de politiek eind vorig jaar het licht op groen om kinderen van 5 tot en met 11 jaar te vaccineren.
Ondertussen is er een campagne van start gegaan. Kinderen met een verminderd immuunsysteem komen het eerst aan bod, daarna krijgen de anderen een uitnodiging. Ondertussen loopt dat goed, heb ik uit eigen ervaring ondervonden.
Half december 2021 gaf het Departement Onderwijs en Vorming op vraag van de minister van Welzijn nog aan dat de vaccinnaties niet in de scholen zouden worden georganiseerd omdat veel scholen dat niet zouden willen. Ondertussen beslisten een aantal scholen in overleg met hun eerstelijnszones om toch op school te vaccineren. Er zijn er ondertussen nog gevolgd, maar een eerste was bijvoorbeeld Houthalen-Helchteren, waar de school in gereedheid werd gebracht om kinderen vanaf half januari op een aparte locatie in de school te laten vaccineren door een mobiel team. Toen klonken zowel de directie van de school als het gemeentebestuur daar heel positief over.
Minister, hoe staat u tegenover de beslissing om de vaccinatie toch op school te organiseren?
Welke aanbeveling geeft u aan scholen rond de organisatie van vaccinatie in de scholen? Wat volgt er nog?
Welke rol ziet u weggelegd voor het schoolpersoneel en voor de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s)?
Wat zijn daaromtrent de afspraken met uw collega van Welzijn, minister Beke?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, de scholen basisonderwijs werden één week voor de kerstvakantie gesloten, waardoor ze drie weken dicht zijn geweest. Toen werd dit door het Overlegcomité beslist om vooral de deltavariant van het COVID-19-virus te bedwingen. Na de kerstvakantie is het onderwijs weer opgestart. De omikronvariant is nu dominant en ondanks het feit dat de scholen drie weken dicht zijn geweest, piekten de besmettingen tijdens de derde week van die sluiting. Mijn vraag dateert van 5 januari. Ondanks het feit dat de scholen toen al meer dan tweeënhalve week gesloten waren, piekten de besmettingen.
Het mondmasker is een belangrijk hulpmiddel om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Naast het dragen van een mondmasker in het hoger en het secundair onderwijs en in de laatste jaren van het basisonderwijs, werd het door het Overlegcomité ook ingevoerd vanaf de leeftijd van 6 jaar. In het basisonderwijs was er heel wat discussie over die mondmaskerplicht. Sommige ouders vonden het normaal en kinderen maakten er niets van, andere ouders stelden zich wel vragen bij die mondmaskerplicht en ook hun kinderen stelden zich daar dan vragen bij. Het is immers niet onlogisch dat kinderen van die leeftijd meenemen wat er thuis over wordt gezegd. Uiteindelijk werd de beslissing genomen om ook in het basisonderwijs een verplichting op te leggen. Die beslissing werd dan door enkele ouders aangevochten bij De Raad van State. De Raad van State oordeelde dat men geen enkele regel kon schorsen, omdat er ook geen regel was. Ondertussen werd de mondmaskerplicht wel reeds opgenomen in artikel 22 van het koninklijk besluit, dat tussen het moment van indiening van de vraag en vandaag opnieuw heeft voorgelegen bij de Raad van State, maar niet geschorst is en overeind is gebleven.
Collega’s, de quarantaine- en testregels zorgden in scholen voor het snel thuis zetten van leerlingen die besmet waren – ik heb het over de regels van quarantaine na twee besmettingen – of in contact waren gekomen met een hoogrisicocontact dan wel leerkrachten die wegens besmetting of contact met een hoogrisicocontact in quarantaine zaten. Op die manier zijn er voor de kerstvakantie nog heel wat leerkrachten uitgevallen.
Door de opkomst van de omikronvariant rijst de vraag of de maatregelen die toen werden genomen ten aanzien van de deltavariant, al dan niet van kracht blijven.
Minister, een groot aantal van mijn vragen zijn ondertussen al beantwoord door nieuwe stappen die werden gezet.
Minister, zullen scholen leerlingen die geen masker dragen toch kunnen verplichten om een masker te dragen, aangezien het is opgenomen in het koninklijk besluit? Met andere woorden, is dat een voldoende basis?
Dringt zich een aanpassing van de test- en quarantaineregels op ten aanzien van leerlingen en leerkrachten? Want in plaats van twee besmette mensen zitten we nu op vier.
Op welke manier zal er verder worden ingezet op sensibilisering en uitvoering van de taken in het kader van ventilatie en desgevallend van luchtreiniging?
De heer Laeremans heeft het woord.
Voorzitter, net zoals de actualiteit de vraag om uitleg van collega Daniëls heeft ingehaald, heeft ze ook de mijne ingehaald, ondanks het feit dat die één dag later werd ingediend. Ik zal een aantal zaken moeten wijzigen aan mijn vraag. We zullen ook de strategie die wij zelf vooropstelden, moeten aanpassen.
Recent werden in het licht van de sterk uitdijende omikronvariant de regels en aanbevelingen inzake de test- en quarantainestrategie in het onderwijs opnieuw bijgewerkt. Dat werd gecommuniceerd via Schooldirect van 5 januari. Daarin lazen we inzake testing dat de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid, aangevuld met de ministers van Onderwijs, de ouders opriep om hun kind sowieso, ook als het geen symptomen vertoont, zo dicht mogelijk vóór maandag 10 januari te testen met een zelftest én om dat preventief elke week opnieuw te doen tot aan de krokusvakantie.
De facto willen de ministers een preventieve teststrategie voor leerlingen invoeren door middel van die zelftesten. Tot hiertoe was dat anders en werd alleen het personeel aanbevolen om zelftesten reactief te gebruiken wanneer er al een vermoeden was van besmetting vanwege een hoogrisicocontact of bij een clusterbesmetting.
Minister, u hebt daar de dagen nadien best wel wat reactie op gekregen, vooral dan op de kostprijs, maar ook op het vermoeden dat slechts een klein deel van de ouders daartoe bereid zou zijn. De meeste reacties die ik las op de website van kranten, maar ook op sociale media, waren zeer negatief: ‘Je denkt toch niet dat ik met een stok in de neus van mijn kind ga peuteren als er niets aan de hand is.’ Ik vat het een beetje kort door de bocht samen.
Minister, de Vlaams Belangfractie was het afgelopen jaar nog wel voorstander van preventieve testing op school, naar het voorbeeld van Oostenrijk, dat al een jaar werkt met zelftesten die enkel vooraan, niet diep in de neus moesten worden rondgedraaid, zodat ze het dus echt zelf konden doen, of van Zwitserland, dat met gegroepeerde speekseltesten werkt.
Maar intussen zorgt die omikronvariant voor een toch wel serieuze spelverandering. Die variant is erg besmettelijk. Heel snel worden heel wat mensen besmet. Maar het leidt amper tot ziekenhuisopnames. De afdelingen intensieve zorgen lopen bij wijze van spreken leeg. Heel wat dokters en specialisten zeggen dat dit nu eigenlijk aan het verworden is tot een gewone griep.
Dat betekent dat preventief testen eigenlijk veel minder nuttig is geworden en dat men de zelftesten beter reserveert voor leerlingen met ernstige symptomen. Als ze koorts hebben of een zware hoest, zou men die zelftesten kunnen inzetten. We vinden het geen goede zaak om die kosten door te schuiven naar de leerlingen of hun ouders, want zij hebben momenteel toch wel al moeite genoeg om de verdubbelde of verdrievoudigde energierekeningen te betalen. Die tientallen euro's extra zijn er momenteel voor zeer velen te veel aan. Daarom vinden wij dat de scholen die zelftests nu ook voor leerlingen moeten kunnen voorzien. Dat werd soms al gedaan, maar meestal werden die enkel voor de leerkrachten gebruikt. We denken dat die nu ook voor leerlingen moeten kunnen worden ingezet.
Een tweede element is de quarantaine. Vanaf 10 januari tot aan de krokusvakantie gelden de volgende regels. Leerlingen die dubbel gevaccineerd zijn, moeten na een hoogrisicocontact niet meer in quarantaine en moeten ook geen PCR-test afleggen. Wie slechts één prik kreeg, moet zeven dagen in quarantaine gaan. Vanaf dag 4 kan men die verlaten door dagelijks negatieve zelftesten af te leggen. Jongeren die niet gevaccineerd zijn, moeten tien dagen in quarantaine gaan. Vanaf dag zeven kan de quarantaine verlaten worden na dagelijkse negatieve zelftesten.
Volgens ons betekent dit de facto de invoering van een duidelijke discriminatie tussen de niet-gevaccineerde en de wel gevaccineerde scholieren in het secundair onderwijs. In de lagere school wordt dat onderscheid vooralsnog niet gemaakt, omdat de vaccinatiecampagne daar nog moet beginnen.
Daarom heb ik de volgende vragen. Wilt u niet overwegen om die aanbeveling om de leerlingen thuis te laten testen op basis van vrijwilligheid, te vervangen door de regel dat scholen van kinderen met symptomen een zelftest laten afnemen? Op die manier neemt u ten eerste de kosten voor de ouders weg en ten tweede zult u meer resultaat boeken dan de verwachte 10 procent vrijwillige zelftesten thuis. De scholen hebben daar helemaal geen zicht op en ik denk dat dat meer resultaat zal opleveren.
In hoeverre is bij de nieuwe quarantainestrategie de discriminatie tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde leerlingen in het secundair onderwijs gerechtvaardigd? Is dat geen beknotting van enerzijds het gelijkheidsbeginsel en anderzijds het leerrecht van leerplichtige leerlingen?
Ik herinner u eraan dat u in de commissievergadering van eind september hebt verklaard: “Ik ben geen voorstander van een onderscheiden behandeling van gevaccineerde en niet-gevaccineerde leerlingen omdat in dezen ook gewoonweg ouderlijke toestemming geldt. De facto laat je leerlingen het slachtoffer worden van de beslissing van de ouders.”
Geldt in deze kwestie dan niet dezelfde redenering? Intussen is ook duidelijk geworden dat ook gevaccineerden besmet kunnen worden en de vaccins zijn gemaakt op de oudere varianten, waar de omikronvariant los doorheen gaat.
In hoeverre is het handhaven van dat onderscheid effectief mogelijk op school gezien het medisch geheim? Tijdens de genoemde commissie verklaarde de minister immers ook nog: “Of een leerling of personeelslid al dan niet gevaccineerd is, is medische informatie, en zulke informatie op individueel niveau kan niet ter beschikking van de scholen worden gesteld. Scholen kunnen daar ook niet zelf naar vragen. Via de website wijzen we scholen daarop.”
De corona-FAQ op de website Onderwijs Vlaanderen vermeldt ook nog altijd: “Een schoolbestuur of directie zal nooit een vaccinatiestatus kunnen opvragen.” Hoe moeten scholen dan weten wie hoelang in quarantaine zou moeten blijven? Of vertrouwt men daar gewoon op de eerlijkheid van de ouders.
Zal dat scherpe onderscheid tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde leerlingen in een tweede fase ook voor de lagereschoolkinderen ingevoerd worden? Dat zou ik nog een stuk erger vinden.
Minister Weyts heeft het woord.
Het zijn veel vragen. Ik zal die naar godsvrucht en vermogen en zoals altijd met een open vizier proberen te beantwoorden.
Wat betreft de mondmaskerplicht en de juridische procedure krijg ik net nog binnen dat de Raad van State nog twee vorderingen tot schorsing van de mondmaskerplicht heeft afgewezen. De mondmaskerplicht is een verregaande maatregel. Ik heb die altijd zo lang mogelijk tegengehouden. Ik krijg de kritiek waarom ik die niet maanden geleden ook voor de 6-jarigen heb ingevoerd. ‘A chaque jour suffit sa peine.’ Hoe langer ik dat kan tegenhouden in het belang van het welzijn en comfort van kinderen, hoe langer ik dat zal doen. Hetzelfde geldt ten aanzien van de andere maatregelen. Hoe langer ik scholen kan openhouden, hoe beter. Elke week is gewonnen. Dat is mijn lijn.
De mondmaskerplicht is op dit moment duidelijk ingeschreven in een federaal KB. Let wel: die discussie bestond niet alleen voor het onderwijs, maar ook voor onder meer de kinderopvang. Ook daarvoor was dat juridisch niet geregeld. Dat was gewoon op grond van beslissingen die werden genomen in het Overlegcomité en waaraan er geen juridisch verlengstuk werd gebreid. Het onderwijsveld nam ofwel zelf een beslissing of bekrachtigde de beslissing van het Overlegcomité. Ik erken dat. Dat is een beetje een juridische ‘twilight zone’ en dat is nu geregeld met het KB. Ik heb dat ook gevraagd gelet op de procedures die er werden gevoerd. Er zijn verschillende procedures geweest. Wanneer scholen in het gedrang kwamen, hebben we ook juridische bijstand gegeven. We zijn ook tussengekomen in die procedures en we hebben op juridisch niveau ook overlegd met de koepels en de scholen in kwestie.
Enkele scholen ontvingen recent nog een ingebrekestelling van ouders. Het betrof een procedure die vanuit een bepaalde hoek is gestart met standaardbrieven. Die scholen namen contact op met mijn administratie. We hebben die scholen gerust kunnen stellen door te verwijzen naar de rechtspraak van vrij recente datum.
Wat betreft het test- en quarantainebeleid hebben we in de schoot van de IMC Volksgezondheid, waarbij de ministers van Onderwijs mogen aanschuiven, geprobeerd om die test- en quarantainestrategie te versoepelen. Daags voordien was er een versoepeling doorgevoerd inzake de test- en quarantainestrategie in de brede samenleving. Ik vond het maar de logica zelve dat we het test- en quarantainebeleid ook zouden versoepelen in het onderwijs. Voordien bestond nog altijd de regel dat een klas in het lager onderwijs in quarantaine ging vanaf de vaststelling van twee besmettingen. Dat zou zeker met de omikronvariant tot een heel snelle sluiting van de klassen en ongetwijfeld ook van scholen leiden. Dat is ook een discussie met experten. Daarbij bekijken virologische experten de zaken met een virologische bril. Onze taak is om een en ander te bekijken met een pedagogische bril en aandacht te hebben voor het welzijn van kinderen en van jongeren. Het gaat om het recht op leren, maar ook om het recht op lesgeven. Leerkrachten staan te popelen om weer als vanouds te kunnen lesgeven, met een zo maximaal mogelijk contact met hun leerlingen.
We hebben die nieuwe maatregelen binnen het onderwijs maximaal proberen af te stemmen op wat geldt in de brede samenleving. Op een bepaald moment werd in de discussie opgeworpen dat we soepel zijn geweest in de brede samenleving en dat we wat strenger zouden moeten zijn in het onderwijs. Ik heb die redenering volledig van tafel geveegd. Ik vond het de omgekeerde wereld dat we strenger zouden moeten zijn voor het onderwijs omdat men soepeler is in de rest van de samenleving. Dat is een verkeerde prioritering.
Wat betreft het secundair onderwijs hebben we de redenering gevolgd zoals in de brede samenleving, namelijk dat er verregaand versoepeld wordt. We beschouwen leerlingen van het secundair onderwijs als volwassenen zoals in de rest van de samenleving, namelijk: in het geval van een hoogrisicocontact en gevaccineerd, kunnen ze gewoon terug naar school. Dat is een belangrijke versoepeling. Als we dat onderscheid tussen gevaccineerden en niet-gevaccineerden niet hadden gemaakt, was er van een versoepeling helemaal geen sprake voor leerlingen in het secundair onderwijs.
Leerlingen van het secundair onderwijs zijn meer handelingsbekwaam en bepalen zelf in grote mate of ze al dan niet worden gevaccineerd. Dat is anders voor min 12-jarigen. Die hebben enerzijds veelal nog niet de mogelijkheid gehad om zich te laten vaccineren omdat ze nog geen uitnodiging hebben ontvangen en anderzijds berust de keuze niet bij de kinderen zelf maar bij hun ouders. Daarom heb ik ook altijd gezegd dat we in het lager onderwijs geen onderscheid kunnen maken tussen kinderen naargelang hun vaccinatiestatus. Dat is dus ook gehandhaafd.
Naast de gewijzigde quarantainestrategie blijf ik ook nog inzetten op andere veiligheidsmaatregelen, zoals de zelftesten en de ventilatie.
Wat betreft de zelftesten, wil ik benadrukken dat de oproep tot zelftesten op het niveau van het Overlegcomité al een tijdje geleden werd gemaakt, overigens op instigatie van de Federale Regering. Zo nieuw is dat dus niet. Maar ik heb daartoe ook opgeroepen in het kader van onderwijs, omdat dat natuurlijk een bijkomend verdedigingselement is. Dat is relatief, tot mijn spijt zijn er geen alleenzaligmakende oplossingen. Er zijn geen ‘silver bullets’, het gaat allemaal over en-en-en-en: én die maatregel, én die maatregel én die maatregel. Maar het is wel een maatregel die ertoe bijdraagt dat je het veiliger kunt maken voor je kinderen, voor je gezin. En bovenal is het een solidaire maatregel, waarbij je verhindert dat jouw kind ook de rest van de klas aansteekt en dat via die weg de klas moet sluiten en desgevallend ook de school. Dat is gewoon de ratio. Maar goed, het is een vraag, je doet een beroep op de vrijwilligheid. Want je kunt dat niet verplichten en je kunt het ook niet controleren.
Want, mijnheer Laeremans, let op: als je ervoor pleit om zelftesten te gaan organiseren in de scholen, dan zit je met een probleem inzake privacy, met problemen inzake ouderlijke toestemming. Een school kan dat niet doen. Importeer die discussie dan ook niet. Want in het verlengde daarvan – ik maak een sprongetje, want ik ben open mijn visies aan het delen –, ook in het kader van de vaccinatiecampagne heb ik gezegd dat we die vaccinaties niet zullen organiseren op de klasvloer of op de schoolvloer. Ik wil die discussie niet importeren. Ook dat gaat over het recht op privacy, maar ook over importeren van discussies die we echt als kiespijn kunnen missen op de klasvloer. Ik wil geen discussie over en tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde kinderen. Want hoe je het ook draait of keert, die krijg je. Die krijg je onherroepelijk. Als je in de scholen gaat vaccineren, dan zal het voor iedereen duidelijk zijn wie zich laat vaccineren en wie niet. ‘Diegenen die zich niet laten vaccineren, mogen nu even naar de studie.’ En zo worden zij gebrandmerkt. En alles verloopt al zo gepolariseerd in de samenleving. Laten we die discussies in godsnaam niet gaan importeren in onze scholen!
En die ratio geldt zowel voor die zelftests – toegegeven, in mindere mate –, maar eigenlijk loopt ze een beetje gelijk met de discussie over de vaccinaties. En ik weet dat verschillende acties en initiatieven rond die vaccinaties absoluut goedbedoeld zijn ten aanzien van kinderen. Maar ik zou ertoe willen oproepen om daar voorzichtig mee te zijn, omdat ze soms contraproductief werken en ze mensen in een bepaald kampje duwen. Dus duw geen mensen in een bepaalde richting, let daarmee op, omdat je weleens het tegenovergestelde effect zou kunnen bewerkstelligen en sommige mensen misschien zelfs alle vaccinaties in vraag gaan stellen, bijvoorbeeld ook de reguliere vaccinaties van de CLB’s. En Vlaanderen behoort op dat vlak tot de wereldtop. Op het vlak van mazelen bijvoorbeeld hebben wij de hoogste dekkingsgraad ter wereld. Een maximaal percentage van kinderen en ouders stappen daarin mee. In Nederland is er intussen discussie ontstaan over, in afgeleide orde, de vaccinatie tegen mazelen, zó levensgevaarlijk voor kinderen.
Daarom vraag ik om daar toch wat mee op te letten, omdat het soms contraproductief kan werken, hoe goedbedoeld ook. Duw bepaalde ouders dus niet in een bepaalde richting, want ik vrees dat je daar een tegenovergestelde reactie krijgt. Ik geef u een heel concreet voorbeeld vanuit mijn persoonlijke leefwereld. Min 12-jarigen krijgen in mijn eigen vaccinatiecentra een badge waarop staat: ‘Op naar een coronavrije wereld? Ik ben gevaccineerd.’
Maak dat onderscheid niet. Kinderen de facto tegen elkaar opzetten op grond van hun vaccinatiestatus, doe dat ook niet. Laten we proberen daarvan weg te blijven.
En daarom heb ik er inderdaad voor gepleit om die vaccinaties buiten de schoolvloer, buiten de klasvloer te houden. Ik teken daarvoor verantwoordelijk, maar ik heb dat ook wel samen met de CLB’s gedaan, die ter zake geen vragende partij waren. Ik denk ook dat de scholen daar niet echt om zouden staan te springen. Dat lijkt prima facie soms misschien een goed idee, maar als je verder stilstaat bij de consequenties dan zou ik dat niet doen.
Ik weet dat men in een beperkt aantal gemeenten wel die keuze heeft gemaakt. Ik heb dat ook gezien in mijn mailbox, waarmee ik bedoel dat er reacties zijn gekomen van sommige ouders van die betrokken lokaliteiten.
Inzake ventilatie heb ik een akkoord gemaakt met de koepels. Ik heb daarvoor de nodige financiële ondersteuning gegeven, ik heb namelijk een extra bedrag uitgetrokken van 200.000 euro voor dat aanklampend beleid dat we al een tijdje geleden hadden beslist. Ik heb die financiering trouwens ook al een tijdje geleden beslist. Zo wil ik ervoor zorgen dat zij effectief de druk hoog houden op de scholen. Maar ik heb absoluut vertrouwen in de scholen. Ik merk trouwens dat ze allemaal aan de slag zijn met CO2-metingen. Maar voor de scholen die nog wat recalcitrant zijn, zullen we een aanklampend beleid voeren, ook vanuit de koepels, want wij kunnen vanuit de onderwijsinspectie, met onze 120, 128 of 130 inspecteurs, niet overal tegelijk zijn in die 4000 scholen. Daarom werken we samen en nemen ook zij hun verantwoordelijkheid om een aanklampend beleid te voeren.
Tot slot hebben we ook niet stilgezeten wat de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) betreft. We hebben enkele keren samengezeten met zowel professor Blocken als professor Van Ranst, samen met VITO. Er zijn wat verschillende inzichten, een en ander wordt dan ook benadrukt vanuit een verschillende invalshoek. Maar de projecten starten nu. Het is niet volledig gelijklopend, maar we zijn sowieso betrokken bij de projecten van professor Van Ranst en professor Blocken. Het zijn niet volledig dezelfde projecten, maar we proberen wel maximaal te bewerkstelligen dat er informatie-uitwisseling is en dat we op de hoogte zijn van elkaars initiatieven. Ik wil benadrukken dat het wat betreft VITO de verantwoordelijkheid is van minister Crevits en dat er een goede samenwerking is. Die VITO-projecten op het vlak van luchtzuivering zullen trouwens niet alleen plaatsvinden in het onderwijs, zoals uw resolutie trouwens vooropstelde, maar ook in andere sectoren, zoals de kinderopvang. Het is maar evident ook dat je dat gaat uittesten, dat je gaat zien wat werkt, in welke omstandigheden, met welke kosten, met welk gebruiksgemak of niet, maar ook in welke sectoren, want ook dat is natuurlijk verschillend.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Ik volg u volledig in uw stelling dat we er alles aan moeten doen om die mondmaskers in het onderwijs zo veel mogelijk te weren. Maar als het niet anders kan, als dat een mogelijkheid is om het leerrecht van elk kind – want daarover gaat het eigenlijk – te kunnen garanderen, dan is dat een noodzakelijk kwaad.
Ik volg u ook in het feit dat er al voldoende polarisatie is in de volwassen wereld en dat we dat absoluut niet moeten binnentrekken in de wereld van onze kinderen, dat we dit moeten proberen te vermijden. Anderzijds denk ik dat er echt wel nood is aan een logistieke onderbouwing, ook en zeker in het onderwijs. Want ik heb de vraag vooral gesteld voor de scholen, die nu al heel vaak het water aan de lippen hebben staan en met allerlei uitdagingen te kampen hebben. Dan denk ik dat de uitdaging van allerlei rechtsonzekerheid ook als kiespijn kan worden gemist.
Collega’s, minister, het is inderdaad zo dat er wordt gezegd dat men er alles aan doet om de scholen open te houden, maar laten we eerlijk zijn: het is niet de politiek die de scholen openhoudt, maar wel de directeurs, de leerkrachten, het personeel. Zij proberen zich dagelijks op ongelooflijke wijze in allerlei bochten te wringen om toch maar dat leerrecht van elk kind te kunnen garanderen. Ik denk dan toch dat wij als politici het maximale moeten doen opdat men dat op een veilige manier zou kunnen doen. Ik vind het heel belangrijk dat we dan inzetten op die luchtventilatie. Minister, er kunnen immers inderdaad wel CO2-meters zijn, en men kan de ramen openzetten, maar toch geloof ik – en ik denk dat ik daar al heel lang op hamer – dat we moeten inzetten op die systemen die ervoor zorgen dat de lucht echt wel veilig is en dat we op een veilige manier onderwijs kunnen organiseren. Ik ben blij te horen dat er inderdaad middelen worden ingezet.
De grootste nood die ik nu momenteel hoor, is dat de kennis die er tot nu toe is, maximaal zou worden gedeeld. Het voordeel van een crisis is dat we op korte tijd ongelooflijk veel kennis opdoen, bijvoorbeeld over luchtbehandelings- en luchtverversingssystemen. Ik merk dat de onderwijsverstrekkers inderdaad ondertussen ook volop bezig zijn met het verzamelen van informatie, maar ik doe toch nog een oproep om zo veel mogelijk het delen van die informatie mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat, als er in de toekomst beslissingen worden genomen, die ook altijd legistiek onderbouwd zijn, zodat schoolbesturen en schoolhoofden absoluut niet hoeven in te zitten met rechtsonzekerheid.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. We hebben het er ook al even over gehad in de plenaire vergadering gisteren. Scholen moeten inderdaad maximaal open kunnen blijven en kunnen blijven werken. Ik zie ook vandaag opnieuw een heel sterke inzet van personeel van scholen, maar ik stel ook vast dat toen de scholen op 10 januari opengingen, er heel wat kinderen en personeel afwezig waren. Dat gaat dan niet over besmettingen die op school zijn gebeurd, want de basisscholen waren drie weken dicht. Ik denk dat ook dat moet worden gezegd. Uiteraard gaat omikron rond in de maatschappij.
Minister, ik treed u volledig bij over wat u zei over het vaccineren op school. Ik wil er niet aan denken dat kinderen beginnen te zeggen dat ze niet naast die of die willen zitten omdat ze weten dat die niet gevaccineerd is, aangezien die niet op de bus zat toen ze naar het vaccinatiecentrum reden of er niet bij was toen ze naar het vaccinatielokaal op school gingen, maar in de refter zat. Collega’s, ik neem aan dat niemand van ons een dergelijke tweedeling en die debatten op school wil, laat staan dat discussies die er zijn in gezinnen of bij ouders die gescheiden zijn, over wat er al dan niet moet gebeuren, zouden worden verdergezet in het kantoor van de directeur. Daar kunnen we toch geen voorstander van zijn. De gemeenten die dat uit praktische overwegingen doen – want het is toch gemakkelijk als men dat op school doet –, moeten daar alsjeblieft toch twee keer over nadenken. We mogen niet eindigen met een streep op de speelplaats die de leerlingen denkbeeldig zelf afspreken, tussen de kant van de gevaccineerde en de kant van de niet-gevaccineerde kinderen. Ik denk dat dat geen goede zaak zou zijn.
Afsluitend, wat de klassen en de scholen betreft: mondmaskers zijn inderdaad niet aangenaam om te dragen. Ik denk dat niemand van ons het aangenaam vindt om het te dragen. Als het tijdelijk nodig is, dan moeten we het doen, maar laten we het vanaf het moment dat het weg kan, dan ook wegnemen. Laten we ook rationeel en wetenschappelijk omgaan met een aantal toestellen. Ik stel immers vast dat vertegenwoordigers van bepaalde toestellen op dit moment zeer gericht te werk gaan, maar er dan wel niet bij zeggen dat de filters die erin horen, gepatenteerd zijn, dat men de volgende vijf jaar die filter nergens anders kan vinden, en dat zij dus zullen bepalen wat er zal worden betaald. Dat is natuurlijk een handige verkooptechniek.
Er is een bepaald printermerk dat ik niet bij naam ga noemen. Dat is een heel goedkope printer die je kunt kopen, maar dan moet je al die jaren nadien heel dure patronen kopen omdat er een patent op is en je op websites geen vervang- en witte producten kunt vinden. Dat is natuurlijk ook iets dat zich voordoet op de markt.
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Er zijn natuurlijk een aantal zaken waar ik het zeker mee eens ben. Dat er een versoepeling is qua quarantaine, dat kan niemand ontkennen, en dat is al een stap in de goede richting. Ik ga daar dadelijk echter nog een bijvraag over stellen. Die vaccinaties buiten de scholen houden, daar steunen we u volledig in. Ik heb trouwens ook begrepen dat men bij de CLB’s heel duidelijk aangaf die spuiten niet te willen zetten.
Wat die min 12-jarigen en plus 12-jarigen betreft, die 12- tot 15-jarigen mochten zelf toch ook niet beslissen over al dan niet laten vaccineren. Dat is ook een kwestie van de ouders. Ik begrijp natuurlijk dat men dat onderscheid oplegt in de rest van de maatschappij, maar ik vind het jammer dat men daar dat onderscheid maakt tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde kinderen voor de quarantaines.
Wat die testen op school betreft: in Zwitserland en Oostenrijk moesten de ouders wel degelijk toestemming geven om deel te nemen aan dat wekelijkse testen. Dat was niet verplicht, en wie dat niet deed, werd voor de rest niet uitgesloten, maar wanneer er quarantaines moesten zijn, dan waren de anderen wel vrijgesteld. Op dat vlak was er daar dus wel een mouw aan gepast. Misschien kan men dat ook wel wettelijk regelen. U wilt die sneltesten echt niet op school doen, ook niet voor kinderen met symptomen, die dus plots in de klas zwaar beginnen te hoesten enzovoort. Zo heb ik het toch begrepen. U wilt dat enkel thuis laten doen. Anders moet u mij maar tegenspreken. Dan denk ik toch dat de scholen gerust zo’n zelftest kunnen meegeven aan die kinderen. Ze hebben koorts, of ze hebben keelpijn, of ze zijn zwaar aan het hoesten en zo verder. Ik denk dat er genoeg zelftesten moeten zijn, en ik denk dat dat in de praktijk ook al wel gebeurt. Ik denk dat dat voor een aantal ouders toch een oplossing kan zijn, maar natuurlijk niet om het even hoeveel testen: dat gaat een te dure zaak zijn.
Deze week las ik nog dat kinderarts Tyl Jonckheer het voorstel heeft gedaan om besmette kinderen zonder symptomen niet meer in quarantaine te plaatsen. Hij zou hen ook niet meer testen, want hij zegt dat omikron tegenhouden toch haast ondoenbaar is en de scholen open moeten kunnen blijven. Ik weet niet wat u daarvan vindt, want dat zou natuurlijk een hele oplossing kunnen zijn. Dan zouden we van die quarantaines af zijn. Ik geef maar een voorbeeld, bij mijn eigen zoon en kleinzonen. Die quarantaines zijn daar dus al drie weken bezig, omdat eerst de moeder prijs had, dan de jongste zoon, dan de vader, en nu de tweede zoon. Bijvoorbeeld een gezin met drie kinderen die elk om de beurt corona krijgen, kan dus bijna een maand huisarrest oplopen en van onderwijs gespeend blijven. Ik vraag me af of we daar echt niks aan moeten doen, want op die manier blijft het toch voor zeer veel mensen een probleem.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, minister, we hebben het er gisteren natuurlijk ook al over gehad. Ik kan maar herhalen dat we allemaal erg blij zijn dat de scholen na het kerstreces gewoon hebben kunnen heropenen. Omikron raast ondertussen echter door onze maatschappij. Ik denk dat het wellicht een kwestie is van ervoor te zorgen dat kinderen en leerkrachten zo veilig mogelijk naar school kunnen en elkaar ook zo weinig mogelijk besmetten op school. Dat is niet alleen cruciaal om ervoor te zorgen dat kinderen of leerkrachten het virus niet mee naar huis nemen en de viruscirculatie op die manier opnieuw zouden gaan versnellen.
Maar ook dat kinderen naar school kunnen blijven gaan. We willen voor zover mogelijk niet opnieuw naar de situatie waarbij scholen moeten sluiten omdat er geen leerkrachten zijn of waarbij kinderen in de studie moeten zitten. We kennen het verhaal.
U kunt geen wonderen verrichten, minister Weyts. Dat is duidelijk, maar ik vind wel dat het uw verantwoordelijkheid is als minister van Onderwijs om een concreet beleid te voeren om het aantal besmettingen op school zo veel mogelijk te helpen beperken en om voorzorgsmaatregelen te nemen. We hebben het er al vaak over gehad. Zo zouden de CO2-meters in elke klas moeten hangen. Er is een luchtventilatie- en filtratiebeleid. We raden ouders ook aan om hun kinderen het liefst systematisch te testen op eigen kosten. Ik heb het gisteren al gezegd: dat is volledig vrijblijvend en we vrezen dat het veel te weinig verschil zal maken.
We hebben ook gelezen wat er in de krant staat: enerzijds zijn er veel ouders die blijkbaar niet van plan zijn om hun kinderen te testen en anderzijds is er een groep die de testen niet kunnen betalen, zelfs als ze dat zouden willen. Dat vind ik toch belangrijk. Daarom moeten we kijken hoe we daar een mouw aan kunnen passen. We blijven aandringen om te bekijken of er geen aanbod van gratis zelftesten kan worden verdeeld via de scholen zodat ouders die dat willen, hun kinderen toch kunnen testen, zeker als ze symptomen vertonen. Anders vaart het onderwijs volledig blind en vrees ik echt dat het gevaar bestaat dat besmettingen en klasquarantaines opnieuw heel snel zullen escaleren. U verwees er zelf naar, maar mijn collega Philippe De Coene in Kortrijk heeft zo’n initiatief genomen. Hij ontwikkelt een beleid waarbij gratis zelftesten beschikbaar worden gemaakt via de scholen, maar ook via een aantal sociale wijkorganisaties. Dat is een heel goede aanpak om mensen die dat willen, toch de kans te geven om hun kinderen te testen.
Ik heb nog een aantal heel concrete vragen, eerst en vooral over de CO2-meters want de signalen die ik blijf krijgen, is dat ze nog altijd niet in alle klassen hangen. Ik weet dat u daarvoor een budget hebt uitgetrokken, namelijk 18 miljoen euro. Kunt u een stand van zaken geven? Hoeveel van dat budget is al toegewezen voor CO2-meters en aan hoeveel scholen?
Verder spreekt u over het beloofde rapport van VITO over luchtventilatie en -filtratie. Voor het kerstreces beloofde u dat het onverwijld zou worden afgewerkt. Is dat ondertussen gebeurd? Kunnen we dat ook bekijken? Wat zal daar verder mee gebeuren?
Wat de zelftesten betreft, mogen we niet vergeten dat u in het verleden al aangekondigd hebt dat de 18 miljoen euro ook bedoeld was voor zelftesten. Kunt u een idee geven hoeveel van die 18 miljoen euro ondertussen al is uitgegeven aan zelftesten en aan hoeveel scholen? Op welke manier kunnen ze een beroep doen op dat budget? Is het niet denkbaar dat u samenzit met uw collega Somers of met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) om te bekijken hoe die middelen samen met de gemeenten kunnen worden vrijgemaakt om een beleid van gratis zelftesten te ontwikkelen via scholen en eventueel andere organisaties in de gemeente zodat ouders die hun kinderen willen testen, dat inderdaad kunnen laten doen en toegang hebben tot die testen? Dat is ook een van de dammen in het en-enverhaal waarover u spreekt.
De heer Danen heeft het woord.
Ik ben het eens met u dat we moeten oppassen voor een verregaande polarisatie. We moeten gaan voor een depolarisatie en de-escalatie. Ik en mijn fractie zijn het ook met u eens dat het geen goed idee is om kinderen armbanden of badges te geven waarop staat dat ze gevaccineerd zijn. Dat zou tot heel wat ongewenste neveneffecten en pijnlijke ruzies aanleiding kunnen geven waar niemand beter van zou worden. Ik geloof echt niet dat iemand zich zou laten vaccineren vanwege een armband of een badge van een ander. Dat geeft alleen maar ongewenste neveneffecten. Ik deel uw mening op dat vlak. U bent er altijd een voorstander van geweest om scholen open te houden. We zijn dat ook, maar we zeggen ook dat scholen veilig open moeten kunnen blijven. Dat is natuurlijk uw verantwoordelijkheid. Als een school niet veilig open kan, dan is de beste garantie om die snel te sluiten. Dat moet natuurlijk worden vermeden.
Mevrouw Goeman haalde een aantal elementen aan waar we ook heel erg voorstander van zijn. Over de zelftesten wil ik het volgende inbrengen. Uit een enquête bleek dat maar 6 of 8 procent van de mensen bereid was om een zelftest te doen bij de kinderen, los van de redenen. Ik denk niet dat het allemaal financiële redenen waren, maar dat veel ouders dat gewoon niet willen omdat ze de zin er niet van inzien, omdat ze vinden dat het hun verantwoordelijkheid niet is en dergelijke meer. Als blijkt dat maar zo’n klein aantal bereid is om te doen wat u suggereert, is het zinvol om het beleid wat bij te stellen. Ik bedoel daarmee: om ervoor te zorgen dat mensen gemakkelijker toegang hebben tot de testen door ze te verdelen in de scholen of om te kijken wat mensen verhindert om die zelftesten te doen. Als maar 6 tot 8 procent dat doet – en elk procentje meer is belangrijk –, dan zal de maatregel zijn doel voorbijschieten.
Mijn vraag is dus waarom u op dat vlak niet bijkomend hebt geremedieerd en nagaat wat u kunt doen om dat aandeel op te drijven.
We leren natuurlijk ook heel veel uit de pandemie, jammer genoeg – of moet ik zeggen dat we daar gelukkig ook een beetje uit kunnen leren? Ik denk dat het ook interessant is om nationale en internationale data samen te brengen. Ik neem aan dat Sciensano dat al doet, maar als dat niet gebeurt, stel ik voor een soort kenniscentrum binnen het onderwijs op te richten: wat werkt er inzake mondmaskerplicht, luchtreinigers, CO2-meters, ventilatie?
Verder moet daar ook de vraag worden gesteld op welk moment het zinvol kan zijn een klas te sluiten om te vermijden dat er nadien afstandsonderwijs nodig is. De heer Boeve zei net voor de vakantie dat scholen allemaal graag willen openblijven maar niet goed weten op welk moment ze nu precies moeten sluiten, als het dan toch moet. Wanneer ze een week te lang wachten, kan intussen iedereen uitgevallen zijn zodat zelfs afstandsonderwijs niet meer mogelijk is. Ik denk dat we op dat vlak heel wat kunnen bijleren en dat scholen momenteel heel wat aan het experimenteren zijn omdat er op dat vlak te weinig data zijn. Het is dan ook goed om die data en gegevens samen te brengen. Mijn vraag is of u bereid bent om dat te doen en een soort kenniscentrum of een ander gremium op te richten om die data samen te brengen en daarvan te leren.
Tot slot heb ik nog een specifieke vraag voor u. Ik ben natuurlijk op de hoogte van de nieuwe quarantaineregels. Het is nu zo dat na vier besmettingen in een klas die klas een week sluit. Dat wordt als een versoepeling beschouwd. Voor 10 januari was het zo dat kinderen die een herstelcertificaat hadden, niet in quarantaine moesten. Blijkbaar is die regel om een of andere reden verdwenen. Waarom is dat zo? Ik krijg daar vragen over van kinderen die een herstelcertificaat hebben maar toch mee in quarantaine moeten met de rest van de klas.
Ons pleidooi voor CO2-meters, luchtreiniging, ventilatie kent u intussen. Ik wil het wel nog eens herhalen en benoemen. Het is van belang dat we daar de volgende weken een voorsprong in nemen, het goede voorbeeld geven, leren van goede praktijken zodat we bij een volgende golf helemaal klaar zijn en scholen nooit meer hoeven te worden gesloten.
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Ik heb gisteren een vraag gesteld aan minister Beke over de kindervaccinatie en ik heb nadien gemerkt dat dit onderwerp bijzonder gevoelig ligt in onze maatschappij. Onze maatschappij is bijzonder hard gepolariseerd, en daarom ben ik het volledig met u eens, minister, dat we dit zo veel mogelijk uit onze scholen moeten houden en erover moeten waken dat die vaccinaties niet op school gebeuren. Dat moet volledig en strikt gescheiden worden. Ik wil uw pleidooi ter zake dan ook ondersteunen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil de discussie natuurlijk niet hervatten die we gisteren hebben gevoerd in de plenaire vergadering, die duidelijk ook niet door alle aanwezigen in deze commissie nauwgezet is gevolgd. Op vraag van de dienstdoende voorzitter heb ik het gehad over de noodplanning die we hebben uitgewerkt met alle maatregelen en middelen die we voor de school hebben uitgetrokken om extra mensen te kunnen inzetten, op voorwaarde dat we die vinden. Niet de middelen zijn het probleem, maar de mensen. Het gaat dan ook over niet-pedagogisch geschoolde profielen, dus mensen die geen pedagogisch bekwaamheidsbewijs hebben. Ook die mensen kunnen worden ingeschakeld.
Daarnaast hebben we het ook gehad over de versoepelde mogelijkheden waarin we voorzien. Maar finaal, en dat weten we, zullen er altijd gevallen zijn waarbij een school zal moeten beslissen tot het sluiten van een klas of desnoods zelfs van de hele school. Dat zal gebeuren op grond van een afweging: komt de veiligheid in het gedrang, komt de onderwijskwaliteit in het gedrang? Het heeft geen zin om gewoon wat aan te modderen wanneer er geen degelijk onderwijs kan worden verschaft. Het is in dat geval misschien beter te schakelen naar afstandsonderwijs omdat dat dan beter kan worden georganiseerd. Via die weg kan men dan het recht op leren beter garanderen, op voorwaarde natuurlijk dat iedereen kan worden bereikt. En daarom is het goed dat we die ongelooflijke Digisprong zijn gestart.
De Digisprong wordt gespreid over twee schooljaren ingevoerd, dit schooljaar en het volgende schooljaar. We maken daarmee een sprong ter waarde van 400 miljoen euro. Ik stel vast dat heel wat scholen op die trein zijn gesprongen, maar nog niet allemaal. Sommige scholen wachten nog een schooljaar, dat is ook niet erg. Ik heb liever dat ze dat gedegen doen en op grond van een ICT-beleidsplan. Dus eerst het paard, en dan de kar: niet nu in het wilde weg ICT-toestellen aankopen en zich vervolgens afvragen hoe die in te zetten in het kader van de leerplannen. Het moet andersom: eerst een ICT-beleidsplan en dan de rest.
Mijnheer Laeremans, u zegt dat u het spijtig vindt dat in het kader van het secundair onderwijs wel een onderscheid wordt gemaakt tussen gevaccineerden en niet-gevaccineerden. Dat is juist, maar daar volgen we gewoon de rest van de samenleving in. Net dat maakt een versoepeling in het secundair onderwijs mogelijk en zorgt ervoor dat ook leerlingen in het secundair onderwijs, ondanks het feit dat ze een hoogrisicocontact hebben opgelopen, naar school kunnen blijven gaan. Anders was dat niet mogelijk geweest. Maar het is juist dat niet iedereen ouder dan 12 jaar juridisch autonoom beslist. In de praktijk natuurlijk is dat wel iets anders dan onder de 12 jaar. Ik denk dat daar een cesuur zit op het vlak van handelingsbekwaamheid. Naar de letter hebt u gelijk, maar dat onderscheid heeft er wel voor gezorgd dat we een versoepeling hebben kunnen doorvoeren waardoor een klas minder snel moet worden gesloten.
Wat ventilatie en luchtzuivering betreft, heb ik net geprobeerd om het project van VITO, van professor Van Ranst en van professor Blocken op elkaar af te stemmen. Dat is niet volledig geslaagd. Zij staan natuurlijk, en ik begrijp dat ook, op hun wetenschappelijke en academische autonomie, dat spreekt voor zich. Maar het is wel belangrijk dat we data en bevindingen uitwisselen zodat we duidelijk kunnen zijn in onze communicatie over wat werkt in welke omstandigheden. Want, sorry hoor, ook luchtzuivering is, voor alle duidelijkheid, geen ‘silver bullet’-maatregel, het is geen alleenzaligmakende oplossing. Men moet stoppen met altijd te doen alsof men de oplossing heeft gevonden. Sorry, mijnheer Laeremans, maar u hebt een aantal keer gezegd dat die lollipops de oplossing zijn. Denkt u dat we dat niet allemaal bestuderen? Guy Hans, de expert van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA), heeft al die verschillende varianten, al die lollipops, bestudeerd en kwam tot een effectiviteit van 12 procent. Dus, ‘who are you kidding’? En ‘kidding’ is in dezen nog vriendelijk geformuleerd. Dat is echt mensen wijsmaken dat het gaat over snelle, aangename, gebruiksvriendelijke sneltesten, maar ze zijn totaal niet efficiënt. We moeten ons daar echt voor hoeden. Men maakt zich echt niet populair door vragen te stellen bij deze of een andere techniek.
In een ander voorbeeld wijst professor Blocken erop dat de Federale Regering in een ministerieel besluit een lijst van luchtzuiveringstoestellen heeft goedgekeurd, terwijl daar ook rommel op staat, zaken die niet werken. Hij waarschuwt dan ook op te letten met dit te propageren. We moeten ervoor zorgen dat we toestellen en technieken kunnen aanbieden die werken en we moeten onmiddellijk weten wat we in huis halen, meer bepaald wat de gebruikskosten zijn, wat de onderhoudskosten zijn, wat de geluidsproductie is. We hebben toestellen die 65 decibel produceren. En dat staat ook nog altijd los van de CO2. Dat is iets totaal anders, dat heeft niets te maken met CO2. Ook het pleidooi dat leerlingen zich beter zouden kunnen concentreren, heeft daar dus niets mee te maken. Die halen gewoon partikels uit de lucht maar doen niets aan het CO2-gehalte. Die CO2-meter zal dus piepen, ondanks de luchtzuivering.
Om maar te zeggen dat het allemaal niet zo simpel is, dat er geen eenduidige oplossingen zijn. En dat verwijt ik expliciet aan de media, die wel dat pad bewandelen en altijd zeggen dat we dit moeten of hadden moeten doen, hoeveel we hadden moeten investeren, ondanks het feit dat de experten adviseerden om dat niet te doen. En vervolgens verwijten diezelfde media je dat er belastinggeld is uitgegeven aan zaken die niet werken. ‘So be it’, ik stel maar vast.
De extra middelen die we hadden uitgetrokken voor zelftesten en CO2-meters voor de scholen, zijn eind vorig jaar toegekend. Dat is gebeurd a rato van het aantal leerlingen. We hebben echt wel nagedacht over hoe we die financiering zouden doen. We hebben per groep van leerlingen 125 euro toegekend, wat toch eigenlijk voor CO2-meting voldoende zou moeten zijn, zeker wanneer men dit op grote schaal kan kopen. Daarvoor heeft men afdoende kwalitatief materiaal. We hebben dan gezien dat men dit niet in elke onderwijsvorm gelijk kan trekken, aangezien een groep leerlingen, een klas, niet altijd even groot is. Daarom hebben we beslist dat voor het gewoon basis- en secundair onderwijs per twintig kinderen te doen, voor het buitengewoon basis- en secundair onderwijs per tien leerlingen, voor internaten per vijftien interne leerlingen, voor de internaten met permanente openstelling (IPO’s) en de Beheerders Internaten GO! (BIGO) met een specifieke welzijnsproblematiek per zeven leerlingen, omdat het in de realiteit gaat over kleine groepen, voor het volwassenenonderwijs per twintig cursisten en voor het deeltijds kunstonderwijs per twintig leerlingen. Men kan over elk arbitrair getal discussiëren, maar daar zit wel degelijk een onderbouwde ratio achter.
Mijnheer Laeremans, er zijn twee elementen waarbij u zichzelf een beetje tegenspreekt. U hebt het over zelftesten voor kinderen met symptomen, maar daar is onze boodschap heel duidelijk: in geval van symptomen moet men thuisblijven. Het is niet de bedoeling dat kinderen met symptomen naar school komen om ze daar te testen. Herinner u de gevleugelde woorden van Maggie De Block: ‘Blijf in uw kot.’
U pleit voor zelftesten op school. Ik heb u gezegd dat we dat om privacyredenen niet kunnen maken, want ook daar geldt het medisch geheim. Een school mag zich niet vergewissen van de resultaten. Maar bovendien zijn er ook praktische bezwaren. U en anderen zeggen dat heel wat ouders die zelftesten afwijzen omdat men de kinderen niet op wekelijkse basis een stok in de neus wil steken. Diezelfde ouders zullen dan toch niet zeggen dat de leerkracht dat wel mag doen bij die kinderen. Ouders die het zelf niet willen doen bij hun kinderen, zullen toch niet toelaten dat de leerkracht het wel doet. Dat denk ik niet. Dat staat nog los van de vraag of we leerkrachten daarmee moeten belasten, met alle complicaties en discussies van dien. Ook daar pleit ik ervoor die discussie niet naar de klas te brengen. Wijs niemand met de vinger maar wijs er gewoon op dat we ook zelf een duit in het zakje kunnen doen. En dat is soms ook letterlijk een duit in het zakje. Voor wie recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming, is dat 1 euro. Ik zou dat niet gratis geven.
Nog los van de ideologische discussie, dat gratis altijd betaald wordt door iemand, in dit geval door de Vlaamse belastingbetaler, weet je niet eens of die tests dan gebruikt worden. Je kunt ze meegeven met de kinderen, maar wat dan? Dan weet je toch niet wat ermee gebeurt. We gaan dat toch niet controleren? We gaan toch niet vragen om de resultaten op te sturen? Ik herhaal dat het allemaal niet zo eenvoudig is als soms wordt voorgesteld. Ik weet dat het niet populair is om enerzijds te zeggen dat ik vind dat we daarin zelf ook een stuk verantwoordelijkheid kunnen nemen, zeker als je ziet welke inspanningen gedaan worden door de directies, de leerkrachten in de scholen en door de CLB’s, om te zeggen dat we zelf misschien ook iets kunnen en moeten bijdragen. Maar goed, ‘j’assume’. Als men zegt ‘ik doe dat niet’, dan is dat ook zo. Het is een vriendelijke vraag. Als je dan vervolgens beslist om dat niet te financieren, maak je daarmee jezelf niet populair. Maar het is wel consequent, vind ik.
Dank u wel, minister. Ik denk dat de discussie ondertussen de vorm heeft gekregen van een gedachtewisseling. Iedereen heeft al het woord gekregen. Ik denk dat ondertussen bijna alle fracties aan het woord geweest zijn. Ik heb iedereen daar ook de tijd voor gegeven.
Zelf wil ik hieraan nog toevoegen dat het belangrijk is dat we alle kennis die opgedaan is over corona in het verleden, met gelijk welke middelen, moeten proberen te bundelen. U hebt gelijk als u zegt dat er geen silverbulletoplossing is, dat er niet één oplossing is, maar dat we er wel alles aan moeten doen vanuit dit Vlaams Parlement om het de scholen mogelijk te maken om school te maken, om les te geven, om het leerrecht te garanderen. Ik wil nog een grote pluim op de hoed steken van de leerkrachten, de directies en het personeel, die echt wel alles uit de kast halen om dat mogelijk te maken. Wat voor mij belangrijk is, is dat de kennis die bestaat over luchtventilatie en luchtbehandeling, maximaal wordt gedeeld, zodat we onze scholen veilig kunnen houden.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, we moeten het debat van gisteren inderdaad niet overdoen. Laten we ervoor zorgen dat er op school lesgegeven kan worden en les wordt gegeven. Ik denk dat dat de eerste stap is. Dat kinderen maximaal naar school kunnen gaan, is stap twee. De derde stap is het ondersteunen en versterken van het gezond verstand dat gebruikt wordt in scholen en de bij momenten pragmatische aanpak die gebruikt wordt in scholen. We moeten daarbij ook nadenken over wat we doen. Ik geef een heel concreet voorbeeld. Als je vaststelt dat, in een school met een centraal ventilatiesysteem en een goede luchtcirculatie, de kinderen in de klas zitten met dikke truien, handschoenen en een dekentje over zich heen, terwijl de CO2-meter niet boven de 300 parts per million (ppm) gaat, dan moet je je natuurlijk afvragen waarom je daar een luchtreiniger zou zetten. Sommigen zeggen dat in klassen met een luchtreiniger de ramen en deuren dicht kunnen en het mondmasker af, maar dat is natuurlijk niet juist. Je krijgt dan namelijk geen toevoer van verse lucht, je doet enkel iets met de aerosolen en niet met de droplets. Dat blijft dus ook van toepassing. Ik heb daarover foute info gelezen in de media en ook in een aantal commerciële folders: ‘Wilt u dat kinderen veilig, zonder mondmasker, in een warme klas zitten, koop dan ons toestel!’ Daar moeten we toch mee opletten. Ik kijk dus wel uit, minister, naar de wetenschappelijke resultaten van VITO. VITO werkt met een controlegroep en bekijkt wat er werkelijk gebeurt, rekening houdend met geluid, comfort en kosten van luchtreiniging.
Ik herhaal mijn oproep aan scholen die beslissen om toch in de scholen te vaccineren, om op geen enkele manier de privacy van de kinderen te grabbel te gooien. Dat vind ik heel belangrijk.
De heer Laeremans heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Ik blijf in elk geval pleiten voor het meegeven van zelftests aan kinderen met symptomen. U zegt dat ze thuis moeten blijven als ze symptomen vertonen. Het probleem is dat je op dit ogenblik vaak het verschil niet meer ziet tussen een verkoudheid en een besmetting met omikron. Ik denk dat het dus nog altijd aangewezen is om ook die kinderen een zelftest te laten uitvoeren, want u weet dat ze, als ze een gewone test moeten laten afnemen, even moeten wachten op de resultaten. Leerkrachten doen dat waarschijnlijk al vaak. Ik hoop dat dat zeker nog meer kan gebeuren.
Ten tweede hoop ik dat u op termijn geen onderscheid zult maken op basis van de vaccinatie in de basisscholen. Zodra de resultaten bekend zijn, hoop ik dat men niet nog verder wil gaan en kinderen gaat verplichten tot het tonen van een CST en dergelijke.
De heer Daniëls spreekt over klassen met een CO2-meter, waarbij er maar 300 ppm wordt gemeten. Ik hoor evenwel soms andere zaken. Zo werd er in een bepaalde klas van de school van mijn vrouw – waar men nu gelukkig die CO2-meters heeft kunnen installeren – al vertrokken van een niveau van 1200 ppm na verluchting door het openzetten van een klein raampje. Dat lijkt me heel hoog. Ik denk dat we daar misschien toch moeten bekijken of de oplossing eventueel ligt in het uitrusten van die klassen met zulke toestellen, die hopelijk uit het onderzoek uitgefilterd kunnen worden.
Minister, ik heb vandaag niets gezegd over lollipops en ik heb daar gisteren in de plenaire vergadering ook niets over gezegd. Misschien heb ik dat vorig jaar ooit eens aangeraakt. Maar ik heb inderdaad ook gelezen dat die niet zo effectief zijn. Dan moeten we dat spoor dus maar verlaten. Ik heb het wel gehad over speekseltesten in Zwitserland, maar dat is toch nog iets anders.
Verder hoop ik dat deze omikronvariant zal leiden tot een evolutie zoals op dit ogenblik in Spanje, waar men dit beschouwt als een soort griep. Denemarken wil ook die koers varen. Het is belangrijk dat we op Europees vlak een klein beetje naar elkaar kijken en dat we dus hopelijk zullen evolueren naar een veel minder gevaarlijke toestand. Dan kunnen we uiteraard ook nog verder versoepelen. Vooral die quarantaines zitten me nog een beetje dwars. Kinderen zitten nog altijd veel te lang in quarantaine, zeker ook in familieverband. Dat gaat ten nadele van het onderwijs. Ik hoop dus dat we daar toch nog iets aan kunnen doen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.