Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen wordt deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, we hadden het vorige keer al in de zijlijn over deze thematiek. Maar op woensdag 8 december 2021 was er een opiniestuk over deze materie in De Standaard. Het betrof een oproep om eigenaars, kopers en huurders beter te informeren over de potentiële aanwezigheid van poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) en andere gevaarlijke stoffen in de bodem van hun perceel. De milieu-informatieplicht van de overheid die voortkomt uit het Verdrag van Aarhus schrijft voor dat wanneer de gezondheid van mens en milieu bedreigd zijn, de overheid proactief de nodige informatie moet verlenen aan de burgers die mogelijk getroffen kunnen zijn door effectieve of potentiële vervuiling.
Die informatieplicht wordt volgens de auteurs van het opiniestuk onvoldoende gehandhaafd in het dossier over de PFAS-verontreiniging rond de 3M-site in Zwijndrecht en bij uitbreiding in heel Vlaanderen. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) zou enkel eigenaars of huurders contacteren voor zover die door de OVAM gekend zijn. Eigenaars, huurders of potentiële kopers worden zo niet altijd op de hoogte gebracht van een verontreiniging van het perceel en de potentiële gezondheidsrisico’s die daarmee gepaard gaan. De informatiedoorstroming tussen verschillende databanken zou onvoldoende zijn waardoor de OVAM haar informatieplicht niet zorgvuldig zou kunnen uitvoeren. Hieromtrent heb ik de volgende vragen, minister.
Op welke manier kunnen eigenaars, verhuurders of potentiële kopers toekomstgericht beter op de hoogte worden gebracht van een verontreinigde bodem of potentieel verontreinigde bodem op hun perceel?
Hoe staat u tegenover de informatieplicht rond PFAS en andere gevaarlijke stoffen?
Hoe kan de informatieplicht gelinkt worden aan bestaande instrumenten zoals het grondeninformatieregister, de verschillende geoloketten en het bodemattest?
Op welke manier gebeurt de informatiedoorstroming van bodemgegevens momenteel tot aan de aflevering van het bodemattest en hoe kan dit toekomstgericht mogelijks verbeterd worden?
Minister Demir heeft het woord.
In eerste instantie is het bodemattest hierbij natuurlijk een belangrijk instrument. Op het bodemattest worden gegevens vermeld uit bodemonderzoeken en saneringen die op de grond werden uitgevoerd. Eveneens geeft het bodemattest uitsluitsel of de grond al dan niet een risicogrond is, en dus of men de grond moet onderzoeken.
In die zin is het bodemattest wanneer het geen risicogrond betreft een nuttig document om vrijstelling van de saneringsplicht te kunnen verkrijgen. Voor informatie over de aanpak van PFAS-verontreiniging, de stand van het onderzoek en de bijhorende no-regretmaatregelen, wordt in bepaalde regio’s verwezen naar de centrale website die daarvoor werd opgericht. In de toekomst willen we deze regionale informatieverstrekking verruimen, bijvoorbeeld met verwijzingen naar informatie door ligging van de grond in een milieugezondheidskundig aandachtsgebied.
Bodeminformatie wordt eveneens gedeeld via andere kanalen en platformen, waaronder de Woningpas, het publieke OVAM-loket en de OVAM-website, en via de campagne Grote Grondvraag. In het kader van het PFAS-dossier wordt eraan gewerkt om de analyseresultaten op een geïntegreerde manier aan te bieden via het portaal van Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV). Op lange termijn wordt onderzocht of eveneens de gegevens uit de grondverzetsregeling kunnen worden geïntegreerd in dit portaal.
Door middel van de verkennende onderzoeken die momenteel volop lopen, gaan we in de toekomst over steeds meer percelen een uitspraak kunnen doen rond PFAS op het bodemattest. De meest risicovolle percelen komen als eerste aan bod.
Bodemrapporten behandeld door de OVAM zijn publiek raadpleegbaar. De dossiers worden vermeld in het OVAM-loket en opgelijst op het bodemattest. Belangrijk hierbij is dat de bodemsaneringsdeskundige in het rapport context meegeeft bij het bespreken van analyseresultaten. Bodemverontreiniging en de risico’s hieraan verbonden, is een complexe materie waarbij een goede duiding noodzakelijk is.
Het bodemattest is decretaal verankerd en biedt bij overdracht van een grond een belangrijke juridische bescherming voor de koper. Voor brede informatieverspreiding zijn het loket zoals momenteel in gebruik bij de OVAM en het DOV-portaal belangrijke instrumenten. Deze digitale loketten kunnen in de toekomst verder worden uitgebouwd om informatie beschikbaar te houden.
Een koppeling met verklarende webpagina’s, niet-technische samenvattingen bij dossiers door bodemsaneringsdeskundigen en dergelijke kunnen hiertoe bijdragen. Deze mogelijkheden worden verder onderzocht binnen de werkzaamheden van de PFAS-opdrachthouder.
Op het bodemattest worden enkel bodemrapporten vermeld die behandeld zijn door de OVAM. Tussen de opstart van een onderzoek, de verwerking van de resultaten in een rapport door de bodemsaneringsdeskundige en de behandeling door de OVAM van het rapport, zit logischerwijze een bepaalde tijd. De OVAM hanteert decretale termijnen om rapporten te beoordelen. We gaan na in hoeverre we bepaalde tussentijdse onderzoeksresultaten al in een vroeger of tussentijds stadium bij uitgebreid onderzoek ter beschikking kunnen stellen. Ook hier stelt zich echter het aandachtspunt naar duiding van de onderzoeksgegevens. Specifiek voor PFAS-bodemgegevens wordt de centrale PFAS-website constant verder uitgebouwd.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, de meeste particulieren kennen het bodemattest enkel als ze een woning aankopen, want dan levert de notaris of de vastgoedmakelaar het attest af. In de meeste gevallen staat daar dan ‘blanco’ op, waarbij de meeste mensen ervan uitgaan dat die grond perfect gezond is. Maar dat is dan niet het geval, want uiteindelijk wil dat zeggen dat er over die grond geen beschikbare gegevens zijn. Door velen wordt dat echter wel op die manier geïnterpreteerd. Wat dat betreft, is er zeker een taak op het vlak van sensibilisering. Maar het is vooral belangrijk dat er met het amalgaam aan registers, databanken, bodemgegevens en verschillende mensen binnen de OVAM een goede informatie-uitwisseling gebeurt. Wat dat betreft, is er nog heel wat verbetering nodig. Dat was eigenlijk ook de reden van mijn vraagstelling. Het is goed om te bekijken hoe we die informatie vanuit het bestaande bodemattest nog beter kunnen doorgeven, zodat mensen bij het opvragen van een bodemattest een accurater antwoord kunnen verwachten dan men nu mag verwachten.
Ik heb verder geen extra vragen meer. Ik volg het uiteraard heel kort op, minister.
De heer Pieters heeft het woord.
In eerste instantie wil ik even reclameren. Eind november werd mijn vraag over het nulattest van de OVAM onontvankelijk verklaard. Ik heb er geen opiniestuk voor nodig om dat aan te kaarten. Laatst kwam ik tussen op een vraag van een collega over grondvervuiling. Het betrof de site van De Naeyer. Minister, u antwoordde toen dat er niet wordt onderzocht op privépercelen, dat zij automatisch een nulattest krijgen. U voegde er ook toen terecht aan toe, op de vraag wat we daar dan mee moeten doen, dat we dat moeten afschaffen. Dat wil zeggen dat het bodemattest zoals het nu wordt gebruikt, het nulattest voor privégronden, op dit moment totaal geen nut heeft, omdat er evengoed verontreiniging kan zijn.
Een voorbeeld van zo’n historische vervuiling is het treinstation in mijn gemeente. Toen dat werd verkaveld, hebben wij dat in vraag gesteld. Zij zeiden dat ze een nulattest van de OVAM hadden. Uiteindelijk hebben ze er 145.000 euro aan moeten besteden om het te saneren. Dat was zelfs een verontreinigd terrein, alleen had de gemeente het niet als dusdanig aangegeven.
Minister, ik heb een voorstel voor u. U bent momenteel niets met die nulattesten voor privé-eigendommen. Ze kosten alleen maar geld en ze zijn een belasting voor de OVAM, omdat zij op elke aanvraag moet reageren. Zelfs de notaris gaat ervan uit dat het in orde is wanneer er een nulattest is. Je moet maar een jong gezin zijn, met kinderen, dat een tuintje aanlegt of de kinderen laat graven in de grond ... Je moet er maar mee worden geconfronteerd ... Minister, kunt u bekijken in welke mate er ofwel heel dringend een bodemattest kan worden geleverd dat effectief wordt gecontroleerd, ofwel het nulattest voor privé-eigendommen kan worden afgeschaft?
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, het sensibiliserende aspect is al meegenomen in de Grote Grondvraag om duidelijk aan te geven aan de burger wat een blanco attest precies wil zeggen. Onder leiding van de opdrachthouder wordt er gewerkt aan een betere informatiedoorstroming. Vanuit PFAS kan dit verder worden veralgemeend.
Het blanco bodemattest betekent inderdaad dat er over die grond geen gegevens beschikbaar zijn. Indien men meer specifieke informatie wenst, kan men altijd een bodemonderzoek laten uitvoeren en aan de OVAM bezorgen. Dan krijgt men meer specifieke informatie. Daarover is ook al veel informatie uitgewisseld met de notarissen, zodat zij de particulieren daarover goed kunnen informeren. Op alle bodemattesten wordt er sowieso algemeen geadviseerd om contact op te nemen met lokale besturen voor eventuele maatregelen die door deze besturen werden genomen naast het Bodemdecreet. De resultaten van de verkennende bodemonderzoeken worden ook genoteerd op het bodemattest. Zodra de informatie gekend en conform is, wordt daarmee het nodige gedaan.
Ik begrijp wel dat, als je een blanco bodemattest krijgt en achteraf hoort dat er PFAS of PFOS of iets anders is, dat verwarrend kan overkomen. Ik heb daarover al verschillende ideeën uitgewisseld met de OVAM, maar ze blijven bij hun standpunt dat ik net heb meegegeven. Ik zal volgend jaar bekijken of dat toch niet op een andere manier moet worden georganiseerd. Want ik begrijp de frustratie: als je een blanco bodemattest krijgt, denk je dat het volledig in orde is. Daarom moeten we met de OVAM bekijken of er toch geen verandering kan komen in hun beleid.
Maar dat wil ook zeggen, collega's, dat een bodemattest meer zal kosten. Als je vergaande onderzoeken moet doen, dan kost dat ook veel meer. We zullen dan ook een kosten-batenanalyse moeten laten uitvoeren.
We zullen volgend jaar nauwkeurig bekijken of de bodemattesten die vandaag worden uitgereikt nog up-to-date zijn en of we niet eerder naar een wijziging moeten gaan. Daarbij moeten we in het achterhoofd houden welke kosten dat met zich kan meebrengen, wat er allemaal moet worden onderzocht enzovoort. Maar dat is iets voor volgend jaar.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik heb nog een korte slotreactie. Ik ben er uiteraard geen voorstander van om het bodemattest duurder te maken. In eerste instantie moet er grondig worden geëvalueerd waarom de bestaande databanken, registers en bodemgegevens momenteel nog niet worden gecommuniceerd en hoe dat op korte termijn kan worden verbeterd.
Minister, ik kijk uit naar de evaluatie, om daar al op korte termijn verbetering in te brengen. Ik zal u daar uiteraard binnenkort opnieuw over ondervragen, om te zien welke verbeterpunten er wat dat betreft op korte termijn zullen gebeuren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.