Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de vergunning voor een goudsmelterij in Antwerpen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, collega’s, ik denk dat mensen die in een stad wonen, weten dat daar een zekere bedrijvigheid bijhoort van bedrijven, fabrieken enzovoort met het lawaai en de levendigheid in al haar vormen. Maar wanneer mensen in de stad wonen, willen ze er ook op kunnen rekenen dat ze daar gezond wonen. We hebben het daarnet gehad over Umicore, er zijn ook een aantal bedrijven in de haven die zorgen voor geuroverlast maar waarvan we nog altijd niet weten wat het precies is, er is ook het PFOS-dossier waarover nu wordt gesproken. Mijn vraag vandaag gaat over een goudsmelterij in Antwerpen waar bewoners zich wel wat zorgen over maken. Minister, u zult het ongetwijfeld met mij eens zijn dat dit een beetje van het goede te veel is.
Die goudsmelterij ligt in hartje Antwerpen, in de joodse wijk, en heeft een verlenging van haar vergunning aangevraagd. Het gaat hier over een administratieve lus. In de maand augustus liep er een eerste maal een openbaar onderzoek in verband met die hervergunning. Er werden toen 1900 bezwaren opgetekend, dus tijdens de vakantiemaanden. In die wijk bestaat heel grote ongerustheid over dit bedrijf. Volgens de huidige indelingscriteria is dit een bedrijf klasse 1 geworden. Het gaat hier dus om een milieubelastend bedrijf midden in een woonwijk. Binnen een straal van vijftig meter rond de fabriek zijn er een zestal synagoges en minstens evenveel scholen voor kinderen. Dat is toch redelijk hallucinant.
Er worden door de joodse gemeenschap uitzonderlijk veel kankergevallen vastgesteld. De buurtbewoners zijn ongerust hoewel niet een-op-een een verband kan worden gelegd tussen wat daar gebeurt en het aantal ziektegevallen in de buurt. Dat weten we vandaag niet en het is ook moeilijk om dat te bewijzen. We zien dat ook in andere dossiers en moeten daar dus voorzichtig mee zijn. Er bestaat echter veel ongerustheid en de buurtbewoners worden daarin bijgetreden door enkele kankerspecialisten van het UZ Leuven die aangeven dat er echt wel extra onderzoek nodig is om daar een beter zicht op te krijgen. Ook wij delen die bezorgdheden. We zijn afgelopen weekend met de buurtbewoners gaan praten en hebben aandacht gevraagd voor de problematiek. Veel mensen hebben nood aan duidelijkheid en vinden dat een goudsmelterij die edele metalen smelt waarbij schadelijke stoffen vrijkomen, eigenlijk geen plaats heeft in een woonwijk, midden in de stad. Dat lijkt me om eerlijk te zijn een evidentie.
Zowel de vergunning als het toezicht op dit bedrijf zit bij de deputatie van Antwerpen. Maar de problematiek is van dien aard dat ook op Vlaams niveau ongerustheid op zijn plaats zou zijn. Toch leverden zowel de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) als het agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) een voorwaardelijk gunstig advies af. We hebben dat advies net ontvangen en ik heb het gelezen, met dank aan de diensten om ons dat te bezorgen.
Minister, de VMM adviseert om een meetcampagne te organiseren binnen het jaar omdat het meetpunt voor zware metalen in Antwerpen te ver van de fabriek ligt voor een gefundeerde uitspraak. Waarom werden er geen bijkomende metingen gedaan voor een advies werd afgeleverd?
Voor zoutzuur is geen gezondheidskundige advieswaarde beschikbaar. Zijn er concrete plannen om deze waarde vast te leggen?
De schadelijke stof nitrosylchloride heeft een goudgele kleur wat overeenkomt met de waarnemingen van de buurtbewoners. Klopt het dat deze parameter niet wordt gemonitord door de VMM? Zijn er plannen om dit wel te doen in de toekomst?
Aan mijn laatste vraag om ons een kopie te bezorgen van het advies van de VMM hebt u al voldaan. In dat advies wordt gezegd dat de schadelijke gassen voor een deel verwaarloosbaar zijn aangezien er maar een beperkte hoeveelheid wordt gesmolten. Vandaar mijn vraag of de goudgele stof die wordt uitgestoten al dan niet wordt gemeten. Maar mijn bijkomende vraag is hoe u staat tegenover het advies waarin de VMM zich in de nota die u ons net hebt doorgestuurd, aansluit bij andere instanties die ervoor pleiten om deze smelterij te herlokaliseren naar een plaats waar minder mensen wonen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, collega’s, in de joodse wijk in Antwerpen protesteren inwoners tegen een nieuwe vergunning voor een goudsmelterij, die ze verantwoordelijk achten voor kankers.
Het bedrijf spreekt tegen dat de dampen uit de schoorsteen ook maar enigszins giftig zouden zijn. Een uitstootmeting moet bewijzen dat aan alle normen ruim voldaan wordt. Op basis van die meting stelt het agentschap Zorg en Gezondheid dat er geen verband kan zijn tussen de uitstoot van het bedrijf en eventuele ziektes in de buurt. Ik heb eveneens een vraag ingediend aan minister Beke om te weten hoe hij daar tegenover staat. Uit het kankerregister blijkt bovendien dat er niet meer kankers zijn in het gebied dan elders in Vlaanderen.
De Vlaamse Milieumaatschappij geeft ook een positief advies af, maar is naar verluidt voorzichtiger. De VMM geeft toe dat het meetpunt voor zware metalen in Antwerpen te ver van de fabriek ligt voor een gefundeerde uitspraak over de uitstoot. Net als de stad Antwerpen raadt de VMM daarom een verhuizing aan, met binnen het jaar een meetcampagne in samenspraak met de VMM.
Benoit Nemery, die verbonden is aan het UZ Leuven en gespecialiseerd is in toxicologie en beroeps- of milieugebonden aandoeningen, is verwonderd dat de VMM een advies aflevert op basis van een enkele meting die aangeleverd werd door het bedrijf.
Voor alle duidelijkheid, minister, zal ik u hier niet vragen om het bedrijf te verplaatsen want volgens mij is dat een zaak van vergunningverlening en ik weet dan ook niet of u daarop kunt antwoorden. Ik ben ook wel voorzichtig met zaken die in het parlement worden gevraagd op basis van individuele vergunningsprocedures. Ik zou de lijn daar graag zuiver houden. Maar er zijn toch een aantal zaken die vragen oproepen en waarbij wij ons, uit bezorgdheid voor de volksgezondheid, moeten afvragen hoe met bepaalde zaken moet worden omgaan. Dat is ook de reden waarom ik deze vraag stel. Hoe moeten we met dergelijke zaken omgaan en hoe moeten we ons beleidskader aanpassen om daar accuraat op te kunnen reageren?
Minister, het bedrijf zuivert goud met behulp van koningswater, een mengsel van zoutzuur en salpeterzuur. Hierbij wordt het zeer reactieve nitrosylchloride gevormd. Moet deze verbinding volgens het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (VLAREL) gekwantificeerd worden bij vergunningsaanvragen? Valt deze verbinding onder pakket L5.1 van bijlage 3 van VLAREL? Met andere woorden, is dit genormeerd?
Hoe staat u ertegenover dat de VMM een positief advies zou afleveren, maar tegelijkertijd toegeeft dat het meetpunt voor zware metalen te ver van de site ligt? In het advies worden diverse signalen gegeven terwijl – en ik heb dat al meermaals gezegd – van een advies zou mogen worden verwacht dat mensen en vergunningverlenende overheden zich daarop moeten kunnen baseren.
Hoe hoog is de densiteit van het meetnet van de VMM? Acht u het opportuun om dit uit te breiden, waarom wel of waarom niet? Wanneer u het meetnet wenst aan te passen, op welke wijze en welke termijn ziet u dit dan gerealiseerd worden?
Welke emissies en lozingen zijn verbonden aan de desbetreffende bedrijfsactiviteiten? Op welke wijze worden welke emissies en lozingen en hun impact op de omgeving opgevolgd door het bedrijf zelf enerzijds en door de overheid anderzijds? Wanneer die opvolging er effectief is, zijn daarin dan zaken vastgesteld die een impact hebben op mens en omgeving?
Wanneer en welke acties hebt u enerzijds en uw administraties anderzijds ondernomen naar aanleiding van bezorgde berichtgevingen vanuit de omgeving van het desbetreffende bedrijf?
Minister Demir heeft het woord.
De VMM heeft op 20 juli een vraag tot advisering binnen de vijftig dagen ontvangen. Deze periode is natuurlijk veel te kort om zelf metingen op te starten of te laten opstarten. Ten eerste neemt het opstarten van een meetstation voor zware metalen tijd in beslag. Ten tweede moet de meetcampagne minstens drie maanden uitgevoerd worden om gefundeerde uitspraken mogelijk te maken.
Het AZG geeft aan dat zoutzuur een corrosieve stof is die vooral op de luchtwegen kan werken. Het is niet kankerverwekkend en heeft geen invloed op de voortplantingsorganen, zegt men mij. Voor zoutzuur is inderdaad geen gezondheidskundige advieswaarde beschikbaar. Het bepalen van gezondheidskundige advieswaarden en het toetsen van deze waarden aan de omgeving valt onder de bevoegdheid van AZG en is dus een bevoegdheid van minister Beke.
Nitrosylchloride is een heel specifieke parameter die niet breed aanwezig is in emissies. De meetnetten van de VMM focussen op de parameters die een brede relevantie hebben en de parameters die relevant zijn voor specifieke hotspotgebieden die opgevolgd worden.
Mijn kabinet heeft het advies van de VMM bezorgd aan de commissiesecretaris voor verdere verspreiding aan de commissieleden.
VLAREL bevat geen verplichtingen met betrekking tot vergunningsaanvragen. De aanvraag van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit moet onder addendum E4 de nodige gegevens bevatten inzake luchtemissies en emissiebeperkende maatregelen. Correcte kwantitatieve emissiegegevens kunnen worden verkregen door metingen te laten uitvoeren door een laboratorium lucht dat erkend is voor de betrokken parameter. De parameter nitrosylchloride is inderdaad inbegrepen onder erkenningspakket L5.1 van bijlage 3 van VLAREL, namelijk gasvormige anorganische chloorverbindingen. De voorgeschreven methode leidt tot een somtotaal voor deze verbindingen. Ook de toepasselijke algemene emissiegrenswaarde geldt voor de som van gasvormige chloorverbindingen.
Het advies van de VMM is voorwaardelijk gunstig. Er is een immissiemeetcampagne gevraagd om de situatie te objectiveren, mede omdat de meetplaats zware metalen van de VMM te ver is verwijderd van het bedrijf om een gegronde uitspraak te kunnen doen. Het bedrijf moet na afloop van de campagne ook een rapport ter evaluatie aan de VMM bezorgen. Wanneer de resultaten van dit rapport niet gunstig worden beoordeeld, kunnen er bijkomende voorwaarden worden opgelegd om de impact op de omgeving te beperken.
De VMM heeft verschillende meetnetten lucht om de omgevingsconcentratie van een aantal belangrijke polluenten in Vlaanderen in kaart te brengen. Het huidige VMM-meetnet zware metalen telt twaalf meetpunten, verspreid over Vlaanderen, om de impact van metaalverwerkende bedrijven op de omgeving op te volgen. Het meetnet voldoet om de voornaamste hotspotgebieden op te volgen.
Value Trading is niet gelegen in een van deze hotspotzones. Daarom vraagt de VMM een immissiemeetcampagne via de bijzondere voorwaarden. Wanneer uit deze meetcampagne blijkt dat verdere opvolging noodzakelijk is, kan worden overwogen om langer te blijven meten op deze plaats. Van belang is uiteraard dat in dergelijk geval aan de bron wordt ingegrepen en bijkomende voorwaarden worden opgelegd.
Het smelten van edele metalen kan emissies van zware metalen met zich meebrengen. Doordat de edele metalen ook opgelost worden in zuren, kan er ook onder andere zoutzuur en nitrosylchloride vrijkomen. Het bedrijf heeft gaswassers op elk relevant emissiepunt om de emissies van zware metalen en anorganische gassen te verminderen.
De VMM heeft in haar advies op 8 september 2021 een extra bijzondere voorwaarde gevraagd. Deze voorwaarde heeft betrekking op het uitvoeren van een immissiemeetcampagne om de impact van de emissies van de site op de omgeving te objectiveren. De VMM is momenteel in contact met het labo dat de metingen zal uitvoeren.
Dit dossier zal verder worden besproken met de andere adviesverlenende instanties op de Provinciale Omgevingsvergunningscommissie van 21 december.
Het bedrijf in kwestie is een klasse 2-inrichting. De handhaving hierop werd tot nu toe uitgevoerd door de stad Antwerpen. Toch heeft de afdeling Handhaving van de Vlaamse overheid stappen ondernomen, met name een controle van de luchtemissies op 23 juni 2020 in ondersteuning van de dienst Milieu-interventie van de stad Antwerpen. Ook nadien heeft de afdeling Handhaving nog bijstand gegeven over de evaluatie van de uitgevoerde emissiemetingen.
In augustus 2021 heeft de dienst milieu-interventie van de stad Antwerpen aan de afdeling Handhaving laten weten dat er een aanvraag is ingediend voor de hervergunning waarbij ook een rubriek voor een klasse 1-inrichting is opgenomen. Zodra er een uitspraak is over deze aanvraag zal de afdeling Handhaving ter plaatse gaan. Als blijkt dat het bedrijf in kwestie inderdaad klasse 1-activiteiten uitvoert, zal de afdeling Handhaving het toezicht overnemen. De afdeling Handhaving heeft over dit bedrijf nog geen klachten ontvangen.
De heer Annouri heeft het woord.
Mijn eerste vaststelling is dat het altijd heel moeilijk is dat wanneer bedrijven iets produceren of een bepaald verwerkingsproces doen waarin al dan niet schadelijke gassen uit voortkomen die een impact hebben op mensen, om daar een rechtstreeks een-op-eenvervolg aan te verbinden. Dat zagen we ook al in het verleden. Er is altijd een nietes-wellesspel. Denk aan de tabakslobbyindustrie, denk nu voor een stuk aan de situatie met 3M en PFOS en ga maar verder. Er ontstaat altijd een heel vervelende situatie als je kijkt vanuit de gezondheid van buurtbewoners.
Vaststelling twee is dat de mensen in de wijk zeer ongerust zijn. Ze geven zelf aan dat er heel wat mensen in hun ogen ziek zijn geworden en overleden zijn die heel dicht bij de fabriek woonden. Volgens hen kwam dat door de fabriek. Ik ben geen dokter en ook geen expert maar er is ook vaststelling drie. Dokters verbonden aan de UZ Leuven zijn blijkbaar wel van mening dat er reden genoeg is voor ongerustheid en pleiten voor extra en verder onderzoek. Dat medische aspect kunnen we, denk ik, niet zomaar naast ons neerleggen.
Vaststelling vier is dat het blijft gaan over het smelten van goud en zilver. Daarbij kunnen schadelijke stoffen naar buiten komen, pal in een woonwijk. Zowel de stad Antwerpen als u hebben aangehaald dat het daar eigenlijk niet zou thuishoren en dat we dat op termijn moeten verplaatsen. VMM zegt hetzelfde. Ze sluiten zich aan bij andere instanties die stellen dat er geherlokaliseerd moet worden. Mensen die daar in de buurt wonen zijn boos want ze zeggen ‘ja iedereen is het erover eens dat het er niet per se thuishoort maar nu zijn we toch vertrokken voor de komende jaren en worden bepaalde stoffen al dan niet gemeten, we hebben daar geen zicht op.’
Mijn bijkomende vraag aan u is niet of u de fabriek gaat verplaatsen. Dat is helemaal niet aan u om dat te beslissen. Maar of u als minister van Leefmilieu het ermee eens bent dat zo’n goudsmelterij niet thuishoort in een woonwijk en dat het eigenlijk nefast is voor een stad met zo’n dichtbevolkte wijken waar mensen wonen, waar scholen, gebedshuizen, winkels zijn en waar mensen elke dag gewoon voorbijfietsen of voorbijrijden, voorbijwandelen, voorbijlopen. Het is een gekende buurt in de stad, pal in het centrum. Bent u het met me eens als minister van Leefmilieu dat het daar niet thuishoort? Moet deze goudsmelterij zich op een andere plek bevinden in plaats van in het hart van de grootste stad van Vlaanderen?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat, zoals collega Annouri aangeeft, burgers die bezorgd zijn en signalen krijgen van bepaalde experten dat er waarschijnlijk of mogelijk een link zou zijn, goed geïnformeerd moeten worden. Ze moeten klaarheid krijgen. We kunnen ons allemaal indenken dat het verschrikkelijk is om met die gedachte en dat gevoel te leven. Ik vind het verschrikkelijk dat het enerzijds bevestigd wordt en anderzijds weer door anderen ontkend en dat er rond zo’n zaken zoveel mist kan gespuid worden. Ik hoop dat we daar een duidelijk signaal en een duidelijk antwoord op kunnen bieden en dat er op een goede manier over gecommuniceerd kan worden naar de omgeving. Er moeten uiteraard ook de nodige maatregelen genomen worden. Het dossier zal de nodige weg doorlopen.
Ik heb de volgende bijkomende vragen. Begrijp ik uit uw antwoord dat er momenteel van het bedrijf verwacht wordt dat zij zelf de zware metalen aanwezig in het bedrijf in emissiepunten via water of lucht in kaart moeten brengen? U rekent daarop. Heb ik dat correct begrepen? Daarbij aansluitend en met de kennis vanuit andere dossiers is mijn vraag hoe u daar controle zult op uitoefenen zodat u met zekerheid kunt zeggen dat alle emissies en metalen goed in kaart zijn gebracht. Alleen zo kunnen we het effect op de omgeving op een goede manier inschatten.
Als tweede punt wil ik het over de meetpunten hebben, minister. Ik meen begrepen te hebben dat er een twaalftal meetpunten zijn in Vlaanderen rond zware metalen. U gaf aan dat deze site eigenlijk niet in de scope van dat meetnet ligt. Kunt u ons meegeven en/of hebt u de oefening gemaakt hoeveel sites of bedrijven die met zware metalen werken niet gevat zouden worden in het meetnetwerk van die twaalf? Kunt u daar een antwoord op geven en/of een opdracht geven om dat in beeld te brengen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Annouri, uw vragen zijn heel terecht. Naar mogelijke impact op de gezondheid ben ik geïnformeerd op basis van rapporten die ik van het agentschap Zorg en Gezondheid heb gekregen maar ik denk dat ik u helaas zal moeten verwijzen naar collega Beke. Dat valt onder zijn bevoegdheid.
Metingen in de omgeving moeten klaarheid brengen. Ook de mogelijke blootstellingen moeten aandacht krijgen. Ik vind het heel belangrijk dat ook dat accuraat en goed gebeurt. Ik ga nu geen uitspraken doen over de wenselijkheid van het bedrijf op die locatie, terwijl de vergunningsaanvraag nog hangende is. Dat is voorwerp van de beslissing van de vergunningverlenende overheid. Sta me toe om nog te wachten op die beslissing.
Het meetnet zware metalen volstaat om de problematiek metallurgie op te volgen. Daarnaast is er de verplichting bij de bedrijven om zelf te monitoren en er is ook de opvolging door Handhaving. Zoals ik eerder heb gezegd is die ook gebeurd samen met de dienst milieu-interventie van de stad Antwerpen. Het laatste woord over dit dossier is nog niet gesproken, collega’s. Op dit moment kan ik geen uitspraken doen want het dossier is hangende bij de vergunningverlenende overheid en ik wil daar nog even op wachten.
De heer Annouri heeft het woord.
Ik heb net zoals collega Rombouts de vraag opgedeeld en ik zal ook minister Beke ondervragen over gezondheid. Dat is een heel belangrijk aspect.
Ik herhaal mijn punt van daarnet. Een bruisende, levendige en gezonde stad kan hand in hand met elkaar samengaan, voor al haar burgers. We zijn die omslag ook langzamerhand aan het maken. Bij de ene stad gaat het wat sneller dan bij de andere. Ik heb het daarnet bij wijze van boutade gezegd, maar het is eigenlijk geen boutade. Als je in Antwerpen door vier districten rijdt, kom je vier dossiers tegen die effectief impact hebben op de gezondheid van de bewoners. En dat kan eigenlijk niet in een gezonde, moderne stad anno 2022. Wat mij betreft is dit een dossier dat, zoals u zelf ook terecht aanhaalt, nog even zal doorgaan maar dat zo goed en zo snel mogelijk aangepakt moet worden om de gezondheid van de mensen maximaal te kunnen vrijwaren en om ervoor te zorgen dat die stad vooral ook gezond en leefbaar blijft. Ik hoop dat als er u signalen bereiken van de buurtbewoners, er communicatie opgezet zal worden om hen zo goed mogelijk te informeren. Op dit moment, ik herhaal het, is er heel veel ongerustheid, boosheid en kwaadheid om wat er gaande is.
Ik denk dat het geen slechte zaak zou zijn om ook vanop Vlaams niveau de deur te openen en contacten te leggen met de mensen en de buurtbewoners om hen zo goed mogelijk te informeren zodat ze weten waaraan en waaraf. Deze kwestie is ongetwijfeld ‘to be continued’, zoals u ook aanhaalde.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, u wees er zelf op dat de meetcampagne en de handhaving heel belangrijk zijn. Wat het meetnet betreft, geeft u aan dat de belangrijkste punten wel in beeld zijn en dat bedrijven zelf meten. Maar als ik verneem dat er een site is die er niet in is opgenomen, denk ik dat het toch belangrijk is om die oefening te laten maken zodat niemand tussen de mazen van het net valt. Bij een vergunningsaanvraag is het niet aangenaam om onvoldoende gegevens te hebben. Dit dossier zal zeker verder zijn vervolg krijgen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.