Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de vernietiging van de vergunning voor de ruilverkaveling in Gooik door de Raad van State
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, vrijdag 3 december 2021 vernietigde de Raad van State de ruilverkaveling in Gooik omdat die een te grote stikstofimpact heeft op twee natuurgebieden in de buurt van Gooik, namelijk Kesterheide en Hallerbos. De Raad van State vernietigt het besluit van voormalig minister van Omgeving Koen Van den Heuvel die de ruilverkaveling in juli 2017 nuttig had verklaard. De Raad van State verwijst in zijn motivatie expliciet naar het arrest van 25 februari 2021 van de Raad voor Vergunningsbetwistingen over kippenstallen in Kortessem.
De ruilverkaveling in Gooik zou de grootste ooit in Vlaanderen worden. Het gaat over 7500 percelen, goed voor 3000 hectare grond. Een ruilverkaveling herverdeelt gronden om grotere aaneengesloten landbouwpercelen te kunnen creëren. Het project was begroot op 16,9 miljoen euro, waarvan 12,7 miljoen euro aan Vlaamse subsidies.
Er zijn heel wat stikstofarresten, maar dit is het tweede heel belangrijke stikstofarrest met een heel grote impact, niet alleen op de industriële inrichtingen en stallen, maar nu ook op de ruimtelijke inrichtingsprojecten. Het verhoogt de druk om snel tot een definitief stikstofkader te komen.
Die vraag stelde zich al naar aanleiding van de ministeriële instructie. Intussen werden er nog vergunningen verleend en zagen we opnieuw verschillende interpretaties van de commissie en de minister van die ministeriële instructie. Een ministeriële instructie is sowieso al geen definitieve wetgeving. Ze is een richtlijn en in die zin is ze juridisch minder krachtig. Want ze wordt gebruikt als kadervormend voor vergunningverlening, maar als de administratie en de minister deze instructie anders interpreteren, wordt ze nog minder rechtszeker.
Er was een voorstel van definitieve regeling beloofd tegen de zomer, dat dan in openbaar onderzoek zou gaan. Deze regeling is er nog altijd niet. Een PAS-regeling (Programmatische Aanpak Stikstof) kan dus ten vroegste in het voorjaar van kracht zijn, als alles nu vlot verloopt en er een regeling uit de bus komt die binnenkort in openbaar onderzoek kan gaan.
Minister, we hebben daar al heel wat vragen over gesteld, maar ik heb een aantal andere vragen.
Eerst heb ik een aantal vragen over het arrest van de Raad van State. Wat is het gevolg van deze uitspraak op het projectgebied? Welke stappen zal de Vlaamse overheid nu nemen? Zal een nieuw ruilverkavelingsproject worden opgestart of een ander inrichtingsproject?
Wat is het gevolg van deze uitspraak op andere lopende inrichtingsprojecten van de Vlaamse overheid en de andere overheden?
Voor hoeveel inrichtingsprojecten – het gaat dan over ruil-, land- en natuurinrichting en complexe projecten – van de Vlaamse overheid onder uw bevoegdheid zijn er juridische procedures aan de gang? Bestaat daar een overzicht van?
Verder heb ik vragen over de ministeriële instructie. Werden er intussen nieuwe of bijkomende instructies gegeven aan de administratie over de interpretatie van de instructie? Zullen die duidelijk worden gecommuniceerd zodat initiatiefnemers weten hoe hun aanvragen zullen worden beoordeeld?
Ook in vergunningsdossiers die niet in beroep bij de minister terechtkomen, beslissen deputaties op basis van het advies van de administratie. Op het moment dat een administratie daar een andere interpretatie aan geeft dan de minister ontstaat een ongelijk speelveld. Hoe garandeert u een level playing field?
Ten slotte, sommige industriële installaties kunnen hun vergunde, hoge NOx-uitstoot (stikstofoxiden) sterk verlagen met deNOx-maatregelen, die dan evenwel ammoniak uitstoten. Zult u initiatieven nemen ten aanzien van bestaande, vergunde installaties met hoge NOx-uitstoot?
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Voorzitter, collega Schauvliege was zeer volledig en bondig met haar inleiding over de ruilverkaveling in Gooik en een van de stikstofarresten. Ik ga dan ook meteen over tot het stellen van mijn vragen.
Minister, hoe kijkt u naar dit nieuwe stikstofarrest? Is dat een bevestiging van wat we kenden of zitten hier onverwachts nieuwe elementen in waarmee we ook in het verdere traject rekening moeten houden?
Is dit arrest een reden om conclusies te trekken over het instrument van de ruilverkaveling in het algemeen? Of houden we het toch zeer specifiek op dit gebied?
Wat is de impact van dit arrest op andere lopende procedures voor ruilverkavelingen? Deze vraag sluit aan bij de vraag van collega Schauvliege.
Wat is de impact van dit arrest op de tijdelijke instructie, de ministeriële instructie die enkele maanden geleden werd ingevoerd?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik heb samen met jullie kennisgenomen van het arrest. De Raad van State oordeelde dat de ruilverkaveling in Gooik bij ministerieel besluit van 17 juli 2019 kan leiden tot een toename van het landbouwareaal, wat de stikstofimpact van landbouwactiviteiten mogelijk kan doen stijgen. Volgens het arrest moeten ook de stikstofeffecten op speciale beschermingszone – Habitatrichtlijn (SBZ-H) van een ruilverkaveling worden beoordeeld.
Volgens de Raad van State kon voor deze beoordeling niet worden gesteund op het vorige significantiekader van de voorlopige PAS. De Raad sluit zich aan bij de beoordeling van het stikstofarrest van februari van dit jaar dat het oude significantiekader onvoldoende wetenschappelijk was onderbouwd en dat die cumulatieve effecten niet werden berekend.
Naar aanleiding van het arrest heb ik een juridisch advies gevraagd dat de impact op de ruilverkaveling in Gooik en andere ruilverkavelingen duidelijk moet analyseren. Op basis hiervan zal ik de volgende stappen bepalen. Het is hoe dan ook duidelijk dat de stikstofimpact van de bijkomende landbouwactiviteiten goed in kaart moet worden gebracht. Dat heb ik ook altijd eerder gezegd.
Het is duidelijk dat we rekening zullen moeten houden met dit arrest in andere ruilverkavelingsprojecten, maar algemene conclusies over het instrument zelf ga ik nog niet trekken.
Er is op dit moment nog één juridische procedure lopende. Bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen werd een schorsings- en vernietigingsverzoek ingediend tegen de omgevingsvergunning voor de uitvoering van het natuurinrichtingsproject Vallei van de Zwarte Beek in Beringen. Misschien weten jullie dat.
De ministeriële instructie moet de periode overbruggen tot de definitieve PAS. Dit kader is streng, maar noodzakelijk. De huidige ministeriële instructie vraagt om omzichtig om te gaan met de vergunningverlening wanneer er bijkomende impact kan zijn. Zoals ook in de instructie staat, kunnen deze richtlijnen niet steeds mechanisch worden toegepast. Het is aan de aanvrager om in zijn aanvraagdossier op een voldoende manier aan te tonen dat de impact op de habitats aanvaardbaar blijft.
De deskundige die de individuele passende beoordeling opmaakt, moet op een concrete en individuele wijze, aan de hand van de specifieke kenmerken en effecten van het project en de specifieke milieukenmerken en -omstandigheden van de speciale beschermingszone (SBZ), motiveren waarom betekenisvolle effecten voor de natuurlijke kenmerken van de SBZ uitgesloten zijn. De werkwijze in de instructie is conform aan de regeling in het Natuurdecreet.
De ministeriële instructie kwam er na het stikstofarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen waarin het kader uit de voorlopige PAS werd onderuitgehaald. Dat zal geen verrassing zijn voor jullie. De Raad van State bevestigt dit, zodat dit geen directe impact heeft op de ministeriële instructie.
De instructie is gericht naar de administraties die adviezen geven aan de deputaties. De deputaties zijn verantwoordelijk voor het afleveren van rechtszekere vergunningen, waarbij de stikstofimpact op een afdoende manier dient te worden beoordeeld. Ik ga mij als beroepsinstantie niet uitspreken over individuele dossiers die worden afgeleverd door de deputaties. Dat zou ook niet mogen.
Binnen het kader van de besprekingen omtrent de definitieve PAS werden binnen de regering concrete voorstellen op tafel gelegd. Ik kan op dit ogenblik niet vooruitlopen op alles wat er in de schoot van de regering al weken wordt besproken.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat u niet wilt vooruitlopen op wat er al weken in de schoot van de regering wordt besproken. Maar ik begrijp ook wel dat heel wat ondernemers, ook landbouwers, zeer ongerust zijn en aandringen op een duidelijke timing.
Minister, acht u het mogelijk dat u in openbaar onderzoek gaat met een dossier dat níét is goedgekeurd door de Vlaamse Regering, net zoals u dat met de ministeriële instructie hebt gedaan, om dan finaal na het openbaar onderzoek tot een compromis te komen? Is dat een manier van werken die u overweegt?
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Ik wil even tussenkomen op deze vraag. Dit is opnieuw een stikstofarrest. Ik heb het dossier eens grondig bekeken. Het dossier is goed gekend in de regio.
Als je het dossier bekijkt, kun je je wel vragen stellen bij de bedoeling van deze ruilverkaveling. Het is duidelijk dat er geen draagvlak was voor dit project. Een groot deel van de oorspronkelijke aanvragers heeft zich ondertussen zelfs verzet tegen dit project.
Collega’s, dit was een gigaproject. Daar is zelden draagvlak voor binnen onze materie van Omgeving. Het is een gigaproject op het vlak van inhoud, maar ook op het vlak van kostprijs. De vraag naar het project ging slechts uit van een minderheid. Ik denk dat de vraag die zij stelden achterhaald was. Het echte doel bestond uit doelen die we niet meer ondersteunen, zijnde schaalvergroting, monocultuur, industriële landbouw. Dat zou tot gevolg hebben dat die kleine percelen, die waardevolle randbegroeiing en dergelijke, zouden verdwijnen.
We merken tegenwoordig dat landbouwers zelf inzetten op erosiebestrijding, op natuurinrichtingsprojecten enzovoort. Dat is een goede zaak, iets wat totaal tegen de geest van deze ruilverkaveling ingaat. Nu is er dan ook dit arrest gekomen, minister. Eerst had u al een arrest in februari, nu is er dit arrest. Dat toont nogmaals aan dat een goed gemotiveerd stikstofkader zeer belangrijk is. Het is goed dat u ondertussen die instructie hebt gegeven. Ik wens u alle succes om dit dossier, letterlijk een shitdossier, op te lossen.
Minister, ik heb een andere concrete vraag bij dit dossier. Als je het dossier en de parlementaire vragen die er tijdens de vorige legislatuur over werden gesteld, doorneemt, kun je toch wel stellen dat de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) in dit dossier wat onzorgvuldig te werk is gegaan. Dat stond letterlijk in een antwoord op dit dossier. Minister, hoe zult u garanderen dat dat in de toekomst wel zorgvuldig wordt aangepakt?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik denk dat u in dezen een duiding hebt gegeven. Het feit dat er hier opnieuw een uitspraak is gedaan, door de Raad van State, om op basis van stikstof een project momenteel niet goed te keuren, wijst er nog maar eens op dat we er inderdaad belang bij hebben om een duidelijk kader te geven. U bent daarover aan het overleggen. We kijken dus allemaal uit naar een positief kader waarbinnen we rechtszekerheid en een toekomstperspectief aan iedereen kunnen geven, maar waarbij anderzijds ook iedereen zijn inspanningen doet. Ik meen immers dat deze uitspraak vooral ook aangeeft dat alle sectoren inspanningen moeten leveren, want dat het gaat over de gehele impact op speciale beschermingszones, niet alleen vanuit de landbouw. Dat is net hetgeen dit arrest ook heel duidelijk maakt. Dat lijkt me ook belangrijk om mee te onderstrepen.
Ik ben anderzijds toch wel verrast door de tussenkomst van collega De Coninck over dit project, duidelijk vanuit lokale belangen, met een andere insteek. Ik heb de indruk dat er sprake is van een politieke invalshoek als ze het heeft over een gebrek aan draagvlak. Ik meen dat ruilverkavelingsprojecten wel zeer belangrijk zijn als inrichtingsproject om te bekijken op welke manier men ook in de toekomst bijvoorbeeld openruimtegebieden kan vormgeven. Het lijkt me helemaal niet zo eenzijdig als het beeld dat collega De Coninck hier heeft opgehangen. Ik vind het dus een beetje spijtig dat hier in het parlement zo wordt gebruikgemaakt van een project in een bepaalde regio. Ik kan dat alleen maar betreuren.
Minister, wij kijken dus ook uit naar de verdere discussie rond het stikstofkader.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, zoals ik eerder heb gezegd, we zijn de uitspraak in dezen aan het analyseren. Ook de diensten doen dat. Ik zal er op basis daarvan dus nog op terugkomen en de volgende stappen bepalen. Het gaat niet alleen over het nieuwe significantiekader, maar ook over hoe je stikstofruimte gaat maken, over hoe je tussen nu en 2030 gaat zorgen voor een stikstofreductie met 50 procent. Ik denk dat iedereen het een en ander ook wel beseft wat het dossier inzake stikstof en het volledige definitieve kader betreft. Dat zijn we inderdaad aan het bekijken in diverse sectoren. Ik hoop en stel vast dat het de bedoeling is om toch tot een definitief kader te komen, met alle aspecten: ook het flankerend beleid, ook het natuurherstelplan enzovoort. Er wordt hard gewerkt in de schoot van de regering om tot een oplossing te komen, hoe moeilijk en complex dat dossier ook is. Iedereen wil daar vooruit mee. Ik denk dat eenieder natuurlijk ook belang heeft bij een rechtszekere oplossing voor heel Vlaanderen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik kan nog maar eens herhalen wat we al meerdere keren hebben gezegd. Ik denk dat het zeer belangrijk is om zo snel mogelijk tot dat kader te komen. Wij hopen natuurlijk dat u eerstdaags met een aankondiging kunt komen, zodat er volgende stappen kunnen worden gezet in dit dossier.
Collega Coenegrachts gaf ook te kennen verder uit te kijken naar het vervolg van het dossier. Hij moest zich echter eventjes verontschuldigen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.