Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
‘Nike versnippert splinternieuwe sneakers in Vlaamse fabriek’, stond te lezen in De Standaard op 16 november. Duitse onderzoeksjournalisten brachten aan het licht dat tienduizenden nieuwe schoenen worden vernietigd in het Vlaamse Meerhout, in opdracht van Nike Duitsland. Onder het mom van duurzaamheid en recyclage wordt met behulp van industriële shredders grind gemaakt van zowel oude als nieuwe schoenen. Dat wordt gebruikt voor de aanleg van pakweg tennisbanen en speelpleintjes.
Schandalen zoals dit zijn het topje van de ijsberg. Jaarlijks verdwijnen – ook bij ons – vele honderden tonnen aan goederen in de shredder of verbrandingsoven. De rode draad door die schandalen is een economische logica die uit is op winstmaximalisatie.
De letterlijke definitie van downcycling is: iets op zo’n manier recyclen dat het resulterende product een lagere waarde heeft dan het oorspronkelijke item; een object van mindere waarde maken van een weggegooid object van hogere waarde. Downcycling zorgt ervoor dat je nieuwe, verse grondstoffen nodig blijft hebben voor nieuwe producten, en draagt bij aan een lineair consumptiesysteem.
In het relanceplan Vlaamse Veerkracht staat dat de Vlaamse Regering inzet op de versnelde omslag naar een maximale circulaire economie. Dat gebeurt onder meer via de uitbouw van Vlaanderen als recyclagehub, met onder andere inzamelen van kostbare materialen, steun aan bedrijven voor onderzoeksprojecten met het oog op ‘design to recycle’ enzovoort. Voor die uitbouw van Vlaanderen als recyclagehub loopt nu een projectoproep bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM).
Minister, bent u akkoord dat dit een vorm van downcycling is? Is het maken van grind van zowel oude als nieuwe schoenen voor u een wenselijke vorm van recyclage? Bent u van plan om Nike aan te zetten tot de stopzetting van dit proces en in te zetten op hogere vormen van recyclage, of liever: hergebruik? Zo ja, op welke manier bent u dat van plan?
Minister Demir heeft het woord.
De techniek die door Nike wordt toegepast, is op dit moment blijkbaar de enige mogelijke recyclagetechniek voor een versleten schoen. Uiteraard ben ik van mening dat een schoen die nog in perfecte staat is, niet op zo’n wijze moet worden verwerkt, maar als schoen gebruikt moet worden. Hergebruik van een product wordt juridisch niet beschouwd als een vorm van recyclage. Bij hergebruik ga je de schoen zelf opnieuw als schoen gebruiken en bij recyclage ga je de grondstoffen waaruit de schoen gemaakt is, opnieuw gebruiken in een ander product.
Het is op dit moment de enige mogelijke vorm van recyclage voor een versleten schoen. De schoenen worden vershredderd en vervolgens gescheiden in drie fracties: 30 procent rubber, 20 procent polyurethaan en 50 procent andere lichte materialen en vezels. Deze drie fracties worden nadien opnieuw ingezet bij het maken van sportvloeren en matten en ook in automobiel- en meubeltoepassingen.
Ik ben het met u eens dat dit uiteraard niet de ideale vorm van recyclage is. Het bedrijf zet momenteel daarom ook in op het opnieuw inzetten van dit materiaal in nieuwe schoenen. Een recent model bevat 15 procent gerecycleerd materiaal uit oude Nikeschoenen in de zool. Die richting moeten we verder uit. Het inzetten van gerecycleerde grondstoffen is een belangrijke hefboom in de transitie naar een circulaire economie.
Momenteel heb ik geen enkele wettelijke basis om deze vorm van recyclage te verbieden, aangezien het de beste recyclagetechniek is die vandaag technisch mogelijk is. Nike geeft aan dat ze schoenen die nog in perfecte staat zijn, wel degelijk opnieuw op de markt brengen, en dat enkel schoenen die niet voldoen aan hun kwaliteitseisen, worden gerecycleerd.
Maar laat het duidelijk zijn: het vershredderen van een perfect bruikbare schoen past natuurlijk niet in een circulaire economie. Daarom is in de onderzoeksplanning van de OVAM voor 2022 reeds een onderzoek opgenomen naar de mogelijkheid om het vernietigen van bepaalde perfect bruikbare kledij of schoenen te verbieden.
Hierrond lopen contacten met de buurlanden om hier samen op in te zetten. Een dergelijke aanpak moet op Europees niveau geregeld worden. Vlaanderen wil mee koploper zijn.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, minister, dat u onze mening deelt, want het is wel wraakroepend dat nieuwe schoenen zouden worden vershredderd om nieuwe modellen te maken. Dat men dat met versleten schoenen doet die niet meer bruikbaar zijn, is een ander verhaal. Maar het blijkt te gaan over nieuwe schoenen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Ik begrijp uit uw antwoord dat u eigenlijk weinig tools hebt om Nike op andere gedachten te brengen. Misschien is er toch nog iets. In juli van dit jaar kreeg Nike op voorstel van Vlaams minister Crevits een subsidie van 2 miljoen euro. Tegen het merk loopt echter een onderzoek naar de wettelijkheid van belastingconstructies nadat ze in 2017 in opspraak zijn gekomen in de Paradise Papers. Nike kon na die onthullingen nog subsidies blijven vragen en krijgen. Naar aanleiding van het schandaal rond 3M besliste minister Crevits in oktober 2021 dat bedrijven die geen plan hebben om minder CO2 uit te stoten, niet langer in aanmerking kwamen voor Vlaamse subsidies. Ze zou de voorwaarden strikter gaan toepassen. Zult u, minister, aangezien u zelf weinig tools hebt om Nike bij te sturen, bij uw collega-minister erop aandringen om de steun aan Nike stop te zetten of ten minste te koppelen aan strenge milieu- en klimaatvoorwaarden? Zijn er al stappen in die richting gezet vanuit uw administratie?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, Nike gaf zelf aan dat de schoenen die tijdens het journalistiek onderzoek naar de fabriek gebracht werden, naar de versnipperaar werden gebracht omdat ze opengesneden waren om die trackers in te plaatsen. Het is een welles-nietesverhaal waar je moeilijk zicht op krijgt. Ik begrijp dat het weinig zoden aan de dijk zal brengen om hier inspecties aan te kondigen. Men gaat zich daar dan natuurlijk op voorbereiden. Ik vroeg me af of in het kader van de kwaliteit van onze recyclage en in het kader van het voorkomen van downcycling dergelijke inspecties interessant zijn en wel vaker voorkomen. Op welke manier gebeurt dit soort recyclagecontroles in Vlaanderen?
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, de afvalsector is natuurlijk notoir fraudegevoelig. Het is er bijna even erg, of misschien zelfs erger, dan de sector van de mestverwerking. Het is een oud zeer dat dit een sector is waar heel wat stromen van goederen rondgaan die te weinig gecontroleerd worden, heel moeilijk op te volgen zijn en waar bijzonder vaak gefraudeerd wordt met voornamelijk zeer negatieve gevolgen op het milieu. Ik heb al eerder gezegd dat we moeten opletten met het verhaal rond de Vlaamse recyclagehub. We mogen niet in een positie terechtkomen waarbij we ons specialiseren in het aantrekken van allerlei afvalstromen waar men in andere landen en buurlanden geen zin in heeft en waar men, zoals we in Vlaanderen al eens te vaak doen, de lat laag leggen om toch maar alles naar hier te krijgen.
Als u zegt dat u geen wettelijke basis hebt om hiertegen op te treden, dan zou ik een oproep willen doen om niet alleen op Europees niveau maar ook in Vlaanderen die wettelijke basis te maken en de lat hoog genoeg te leggen. Het zou erg zijn mochten we met de ruimte en de mogelijkheden die we hebben, opnieuw diegenen zijn die zich specialiseren in het aantrekken van de brol die men ergens anders niet wil, en die dan de hoogtechnologische toepassingen naar elders zien gaan. Dat is een bed waarin men in Vlaanderen al te vaak ziek is. Ik hoop dat we dat dit keer met alle middelen gaan vermijden.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Het mag duidelijk zijn, collega’s, dat we moeten proberen om bij afval en/of productengrondstoffen te allen tijde een zo hoog mogelijk recyclagehalte na te streven. Naar hergebruik toe is het eender of het hoogtechnologische of niet-technologische producten zijn, er moet bij elke stroom naar maximale circulariteit en recyclage gestreefd worden.
Dit doet mij, minister, en iedereen, denk ik, de wenkbrauwen fronsen, maar het lijkt me belangrijk om toch in overleg met sectoren te gaan om te zien wat de mogelijkheden zijn en waarom de ene of de andere praktijk gebeurt. Ik weet niet in welke mate u of iemand van uw diensten al specifiek contact hebt gehad met het bedrijf om na te gaan wat hiervan precies de achtergrond is.
Ten tweede is het zeer interessant dat u inzet op proefprojecten om daar te zien wat de resultaten zijn. Hoe ziet u de opvolging en/of analyse van de resultaten en/of bijsturing waar mogelijk om de aanpak te kunnen uitrollen naar andersoortige stromen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Tobback, in de recyclagehub moeten we de lat hoog genoeg leggen. We moeten inzetten op hoogwaardige recyclage. De projecten zullen ook op die basis beoordeeld worden. Stromen waar we niets mee kunnen doen, moeten we ook niet invoeren. Een jury die de projecten beoordeelt zal hier ook over waken. Na twee jaar op dit departement weet ik dat wat met afval te maken heeft heel gevoelig ligt. We moeten alles goed in de gaten houden. De afdeling Handhaving inspecteert klasse 1-bedrijven. Specifiek voor deze kwestie lijkt het mij ook goed om de OVAM te laten langsgaan bij het bedrijf om na te gaan hoe men het onderscheid maakt tussen nieuw en te veel beschadigd en op die manier te bekijken wat we daar beleidsmatig mee moeten doen. Dit kan ook dienen als aanvulling op het onderzoek dat we sowieso in 2022 doen. De opdracht is aan de OVAM gegeven. Op basis van het onderzoek dat in de krant kwam, weten we niet in hoeverre het bedrijf daadwerkelijk nieuwe schoenen vershredderd zou hebben. De schoenen met een tracker werden beschadigd om ze te kunnen volgen. Zoals ik heb gezegd moeten we daar iemand van de OVAM laten gaan kijken.
De vraag van collega Schauvliege valt buiten mijn bevoegdheden. U weet dat we alles onderzoeken wat met afvalperspectief te maken heeft en we zullen de collega die bevoegd is wijzen op wat u hebt gezegd.
Mieke Schauvliege heeft het woord.
We willen in Vlaanderen allemaal naar hoogwaardige recyclage gaan. We moeten er te allen prijze op toezien dat dat ook gebeurt en dat het goed gecontroleerd wordt. Anderzijds is er de problematiek van het geven van subsidies. Er zijn al een aantal voorbeelden de revue gepasseerd waarbij de ene minister een subsidie geeft in tegenstrijd met het beleid van de andere minister. Voor de geloofwaardigheid van de politiek en van de Vlaamse Regering moeten we dat voorkomen. Het is goed om uw collega daarop te wijzen en er samen mee aan de slag te gaan. Als we van Vlaanderen echt een recyclagehub willen maken, dan zal het vallen of staan met goede voorbeelden. Zulke voorbeelden zorgen ervoor dat de ideeën die er nu leven, met de grond gelijk gemaakt worden. Dat is niet wat we willen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.