Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) heeft als doel promotie te voeren voor een brede waaier aan producten en diensten uit de landbouw, tuinbouw, visserij en agrovoeding. Voor elke productgroep is er een aparte werking en een apart budget voorzien.
Helaas kregen we de voorbije weken verontrustende signalen vanuit de sector over het functioneren van VLAM. Het zou zijn kerntaak, de promotie van producten en diensten uit de sector, meer en meer uit het oog verliezen.
Aangezien VLAM toch een aanzienlijk bedrag aan subsidies ontvangt, moeten we er zeker van zijn dat het geld van de burger goed besteed wordt. Tijdens de begrotingstoelichting op 24 november gaf u aan dat VLAM zich verder zal toeleggen op marktonderzoek. We moeten als doel vooropstellen dat de gebruikte onderzoeksinstrumenten en resultaten voldoende kwalitatief zijn. VLAM zal ook zelf zijn onderzoeksinstrumenten evalueren in het kader van enkele contractvernieuwingen in 2023. Het is belangrijk dat ook daar de juiste keuzes worden gemaakt.
Minister, ik heb voor u dan ook de volgende vragen:
Bent u bereid om een audit van VLAM te laten doorvoeren om alles te evalueren? Indien ja, op welke termijn ziet u dat?
Hebt u zelf vanuit de sector eerder al signalen opgevangen over het ongenoegen?
Zijn er de afgelopen jaren grote wijzigingen doorgevoerd of gepland in de budgetten per productgroep? Indien ja, zijn daar specifieke redenen voor?
Welke onderzoeksinstrumenten zullen in het kader van het marktonderzoek worden geëvalueerd?
Hoe zullen de evaluaties gerapporteerd worden en zullen zij een invloed hebben op de vernieuwing van de contracten in 2023?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega. Het is vanzelfsprekend dat de middelen van de burger en de bijdragen van de sector goed besteed moeten worden. We moeten daar nauwlettend op toezien. Vandaar dat er binnen VLAM een aantal instrumenten zijn voorzien die het toezicht op de werking en op de besteding van de middelen moeten verzekeren.
Binnen VLAM is het voor alle sectoren zo dat elke sectorgroep een eigen strategie en jaarwerking opstelt, inclusief begroting. In die sectorgroepen zetelen de vertegenwoordigers van de boeren, de verwerkende sectoren en de handel. Het volledige programma wordt daarna ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur en wordt dan aan mij bezorgd. De acties in dat programma worden doorlopend geëvalueerd via de sectorgroepen en uiteindelijk in een jaarverslag samengebracht. Dat jaarverslag is publiek beschikbaar. Zo werkt dus de keten binnen de sectoren.
Als VLAM campagnes opzet, dan vloeien die voort uit een weloverwogen strategie, die onderbouwd is met marktonderzoek. Ook ter evaluatie wordt regelmatig marktonderzoek ingezet. Pre- en posttesten helpen VLAM om campagnes performanter te maken. Elk jaar stelt VLAM zijn programma ook in detail voor aan jullie, leden van de commissie.
Omdat VLAM als extern verzelfstandigd agentschap (EVA) van de Vlaamse overheid de privaatrechtelijke vorm heeft van een vzw, is VLAM daarenboven onderworpen aan de 'good governance'-principes van zowel publieke instellingen als van die van vennootschappen.
Intern heeft VLAM ook een interne auditor die toeziet op de naleving van de wetgeving op de overheidsopdrachten en de overeenstemming van de besteding van de middelen met de engagementen of overeenkomsten.
Sorry voor deze technische uitleg, collega Joosen, maar ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om het hele systeem eens uit te leggen. Zeswekelijks rapporteert de algemeen directeur aan de raad van bestuur over de werkzaamheden van VLAM, zowel inhoudelijk als financieel. In de raad van bestuur zetelt de hele sector, aangevuld met een waarnemer van het kabinet en een van het departement.
VLAM is, zoals ik al zei, onderworpen aan de vennootschapswetgeving en is ook wettelijk verplicht om een onafhankelijke commissaris-revisor aan te stellen, die belast is met de audit van de jaarrekening. De interne auditor en de financiële afdeling van VLAM worden op hun beurt eveneens geaudit door de commissaris-revisor. Deze rapporteert onafhankelijk over alle werkzaamheden aan de raad van bestuur en de algemene vergadering. De audit over de interne werking gaat naar de raad van bestuur en de cijfermatige audit gaat naar de raad van bestuur en de algemene vergadering. De jaarrekening wordt dus, zoals bij alle vennootschappen, jaarlijks geattesteerd door de commissaris-revisor en neergelegd bij de Nationale Bank van België.
VLAM is trouwens, in het kader van de Vlaamse Brede Heroverweging – en daar ben ik heel blij om – de afgelopen maanden ook geaudit door Stanwick. Dat zijn externe consultants. Dat rapport is voor jullie beschikbaar. Ik weet niet of jullie dat al bekeken hebben, maar het is wel nuttig om daar ook eens naar te kijken.
Subsidies buiten de algemene werking worden altijd afzonderlijk gerapporteerd bij de uitreikende overheid en regelmatig vinden er in dat kader audits plaats door de Europese Commissie, het Rekenhof en het departement.
Tot slot, in het kader van de hervormingen willen het management en het bestuur een auditcomité oprichten. Als de raad van bestuur dit goedkeurt, zullen vanaf 2022 naast financieel ervaren bestuurders ook onafhankelijke experten zetelen in dit auditcomité.
Om mijn antwoord op uw eerste vraag af te ronden, collega Joosen: VLAM engageert zich ook om volgend jaar een kwalitatief onderzoek te voeren naar zijn diensten en naar de noodzaak van een gemeenschappelijk promotie- en communicatiebeleid en naar de verwachtingen daarover, ook bij de landbouwers zelf.
Ik ben er wel van overtuigd dat er een permanente evaluatie moet zijn, maar ik heb ook het gevoel dat aan die nood voldaan wordt, zeker met de recente externe brede audit en de nieuwe initiatieven die in de schoot van de raad van bestuur ontwikkeld worden. Mocht u vinden dat dit niet het geval is, dan laten we dat voorleggen aan de raad van bestuur. Ik vind het trouwens belangrijk. Als er aanwijzingen zouden zijn dat het nog meer moet zijn, dan ben ik zeker de eerste om daarnaar te luisteren.
Het is natuurlijk een feit, collega’s, dat het de sector zelf is die aan het stuur zit. Die zit in de sectorgroep en in het bestuur. Als zodanig zitten de boeren mee aan het stuur, en dat zijn vaak nog heel actieve landbouwers. De hele landbouwsector heeft het vandaag moeilijk, dat is al een paar keer gezegd, en drukt soms ook zijn ongenoegen uit. Vorige week was er nog een tractoractie. VLAM zet in op het duidelijk communiceren over haar activiteiten naar de achterban, en dat blijft een aandachtpunt. VLAM communiceert zeer gericht naar doelgroepen. Dat zorgt ervoor dat promotieactiviteiten vaak onzichtbaar zijn voor die achterban die niet tot de campagnedoelgroep behoort. Denk bijvoorbeeld maar aan de online campagnes voor jongere consumenten, buitenlandse activiteiten of acties naar horeca-onderwijs.
Boeren kunnen steeds terecht bij de directie van VLAM, rechtstreeks of via hun collega’s of vertegenwoordigers, want er wordt bij VLAM een erezaak van gemaakt om altijd het gesprek aan te gaan met de boeren. We krijgen ook heel wat positieve feedback. Het is eigen aan als je iets doet in het leven dat er negatieve en positieve feedback komt.
Ik kom tot uw derde vraag. De budgetten per productgroep van VLAM worden opgebouwd vanuit zogenaamde promotiefondsen die de bijdragebetalers per sector bij elkaar brengen. Alle afspraken daarover worden door vertegenwoordigers van de sector vastgelegd. Zij bepalen zelf welke schakels in de keten moeten bijdragen. Zij bepalen ook de hoogte van de bijdrage en de manier waarop er geïnd wordt. Die promotiefondsen kennen geen grote wijzigingen en vormen dus een stabiele basis. De meest opvallende evolutie sinds 2020 situeert zich binnen de sierteeltsector. Hier vertonen de promotiefondsen een duidelijke groei, die volledig toe te schrijven is aan het stijgende aantal actieve tuinaannemers.
Naast die sectormiddelen zoekt VLAM continu naar bijkomende budgetten. Een belangrijke hefboom daarbij zijn de Europese programma’s, waarbij al eerder is aangetoond dat VLAM een bovengemiddeld resultaat haalt ten opzichte van buitenlandse collega-organisaties. Die Europese promotiefondsen komen boven op de eigen sectormiddelen en zijn afhankelijk van de Europese projecten die worden goedgekeurd.
De grootste recente evoluties zijn er binnen de promotie van verse en verwerkte aardappelen, waar VLAM volgend jaar nieuwe dossiers opstart. Die zouden een flinke groei in inkomsten moeten betekenen. Bij de zuivelsector lopen enkele programma’s af en liggen de EU-inkomsten volgend jaar wat lager.
Ik kom tot uw vierde vraag. Alle onderzoeksinstrumenten van VLAM worden onder de loep genomen. De belangrijkste hiervan zijn: de meting van het thuisverbruik via GfK, kwantitatief onderzoek via een raamcontract met iVOX, kwalitatief onderzoek via een raamcontract met InSites Consulting en de exportinformatie.
Marktonderzoek is essentieel in de VLAM-werking. Doorheen de hele campagnecyclus wordt zo’n marktonderzoek ingezet. Daarnaast wordt die informatie ten dienste gesteld van organisaties en bedrijven zodat zij hun eigen bedrijfsvoering kunnen optimaliseren. De evaluatie van dat marktonderzoek loopt momenteel bij VLAM en start vanuit twee doelen: ten eerste, een peiling naar de behoeften aan marktonderzoek, en ten tweede, de tevredenheid over het huidige onderzoek via diepte-interviews bij dertig organisaties en ook via een interne bevraging bij de gebruikers.
Ten slotte antwoord ik op de vraag over de rapportering van de evaluaties. De resultaten van die evaluatie en de bevragingen worden gerapporteerd binnen de beleidsorganen van VLAM en worden gebruikt om de dienstverlening en het marktonderzoek te verbeteren.
De evaluatie levert inzichten over welke onderzoeksinstrumenten VLAM in de toekomst nodig heeft om zijn werking goed te kunnen uitvoeren en de agrovoedings- en sierteeltsectoren te ondersteunen. De gekozen instrumenten worden aanbesteed volgens de richtlijnen in de wet op de overheidsopdrachten, waardoor alle marktspelers de mogelijkheid hebben om voorstellen in te dienen. Die worden dan beoordeeld via opgegeven selectie- en gunningscriteria, waardoor de kwaliteit van de partners gewaarborgd is. Al die contracten, collega’s, lopen volgend jaar ten einde. Het is de bedoeling om vanaf begin 2023 met de nieuwe onderzoeksinstrumenten te werken.
Het is niet mijn gewoonte om zo uitgebreid te zijn. Maar de vragen waren nogal technisch en uitgebreid, collega Joosen, en daarom heb ik u een uitgebreid overzicht gegeven van alles wat er op dit ogenblik loopt.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord en voor de tijd die u daarvoor neemt. Dat is belangrijk voor deze vraag. Ik wil meegeven dat de klachten die ons hebben bereikt, zich situeren in de verschillende sectoren binnen de land- en tuinbouw en heel breed gaan. Zo was er sprake van hinder van innovatie, bedreigingen met controles, vragen die onbeantwoord blijven en onduidelijke facturen. Dat waren voor mij toch verontrustende signalen. Helaas kan ik ook nog een tijdje doorgaan.
Of die klachten terecht zijn, kan natuurlijk alleen een onafhankelijk onderzoek uitwijzen. Het is net daarom dat ik aandring op zo'n externe audit van de werking. U hebt verwezen naar de onderzoeksmechanismen binnen VLAM. Dat zijn er inderdaad heel wat. Maar ik ben dan toch tevreden dat de raad van bestuur de vraag zal beantwoorden om ook onafhankelijke experten toe te voegen aan dat auditcomité. Ik hoop van harte dat zij daarop zullen ingaan, want dat lijkt mij een goede zaak. Het is nooit goed dat er klachten zijn, in de zin dat, als ze onterecht zijn, dat ook moet kunnen worden geantwoord en aangetoond. Ik vind het heel belangrijk dat er daarvoor de tijd wordt genomen.
Ook lokale besturen doen trouwens regelmatig audits. Dat is niet om een zondebok te zoeken, maar om de dienstverlening te verbeteren op lange termijn. Een audit hoeft niet per se negatief te zijn. Die kun je inzetten als een instrument om jezelf te verbeteren en naar een hoger niveau te tillen.
Ik wil er nog even specifiek de varkenssector uit pikken, aangezien heel wat van de ongerustheden zich daar situeren. De Vlaamse Regering heeft 750.000 euro extra middelen toegekend aan VLAM voor bijkomende promotie. Het is altijd belangrijk dat centen goed worden besteed, maar in dit geval is het voor de varkenssector zelfs van levensbelang dat de centen goed worden besteed. Op welke manier zal de evaluatie van dat extra pakket van 750.000 euro gebeuren? Zal dat op dezelfde manier verlopen als dat nu gebeurt? Of is er een specifiek opvolgingsmechanisme?
De sector levert momenteel nog een bijdrage aan VLAM. Ik krijg signalen dat er bezorgdheid is over de transparantie richting de individuele bijdrager. De mensen leveren een bijdrage, maar vragen zich af wat er met die centen gebeurt. Dat bereikt de individuele bijdragers niet. Misschien zijn er nog mogelijkheden op dat vlak?
Collega's, ik wil aanvullen dat wij normaal gezien in deze commissie een jaarlijks terugkommoment hebben waar VLAM zijn jaarprogramma voorstelt. Voorlopig is dit ingepland op 12 januari.
Collega Joosen, de vragen die u hier stelt, kunnen dan ook expliciet aan de vertegenwoordigers van VLAM worden overgemaakt. We nemen aan dat dit reeds via de minister zal zijn doorgegeven. Maar het is een terechte bekommernis, want we moeten de vinger aan de pols houden. Dat is expliciet de opdracht van het parlement. Bij dezen hebben we de mogelijkheid om dat extra gesprek met de vertegenwoordigers van VLAM te voeren.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Joosen, u zegt dat er meerdere klachten zijn. Het is voor mij heel moeilijk om te reageren op zaken die ik zelf niet heb. Ik stel voor dat u, als u dat ziet zitten, de klachten doorgeeft. Als u dat niet aan mij wilt doen, dan aan het departement. Wij hebben immers in andere dossiers al een externe auditor aangesteld in geval van klachten. Het is perfect mogelijk om dat te doen. Maar daartoe moeten we zicht krijgen op die klachten, zodat we weten waar we moeten beginnen. Want er zijn heel wat controlemechanismen, maar ik ben wel nogal gevoelig voor uw laatste opmerking dat de problematiek breed is en overal zit. U zou mij een stuk op weg helpen indien u mij die stukken zou kunnen bezorgen, of aan het departement, en dan zegt u op het kabinet maar dat u ze aan het departement hebt bezorgd. Dan kunnen zij kijken of het nuttig is om een externe auditor aan te stellen. Dat staat volledig los van de VLAM-werking; het is het departement dat dat dan doet. Of niet, maar dan zullen we motiveren waarom het niet gebeurt.
Uit de dossiers van het verleden heb ik geleerd dat het beter is om kort op de bal te spelen, ook al is er niets aan de hand. Als er klachten zijn, moeten we die behandelen. Ik hoop dat u het op die manier kunt aanpakken. Ik dank u.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Ik ben alvast tevreden dat u de problematiek ernstig neemt. Ik had natuurlijk gehoopt dat u mijn ongerustheid vandaag volledig zou kunnen wegnemen voor onze land- en tuinbouwers. Dat is voorlopig natuurlijk niet zo. Ik onthoud ook dat VLAM naar onze commissie komt en dat wij hun als parlement de nodige vragen kunnen stellen. Ik hoop dat zij in januari de transparantie kunnen bieden die onze land- en tuinbouwers verdienen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.