Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, het gaat opnieuw over de taxshift van gas naar elektriciteit. We hadden het daarnet over de kleinere maatregelen die puntsgewijs worden genomen, maar voor de grote shift moet u in overleg gaan met de federale overheid. Daarvoor ontbreekt evengoed een plan van aanpak. Over welke termijnen en welke bedragen ziet u dat verlopen?
U had het daarnet over het schrappen van de forfaitaire aansluitingskosten, maar er is toch ook nog gewoon de shift van taksen op elektriciteit naar taksen op gas.
En ik vroeg mij af hoe u daar ook nog op zult inzetten.
Meer specifiek over warmtepompen wordt in het klimaatplan verwezen naar het voordelige distributietarief dat aan de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) gevraagd wordt. De VREG heeft daar zonet nog op gereageerd dat zij in principe steeds technologieneutraal zijn, wat betekent, als ik het kort samenvat, dat het antwoord dan ‘neen’ is. Gaan we dat dan blijven vragen of bestaan er andere mogelijkheden, die er vandaag nog niet zijn, om de warmtepompen te bevoordelen? De meeste zitten natuurlijk in het naar beneden krijgen van de elektriciteitsfactuur.
Minister Demir heeft het woord.
Ik denk dat ik grotendeels al geantwoord heb op de vragen.
De taxshift met betrekking tot de fossiele brandstoffen en meer bepaald aardgas zal worden verwezenlijkt door een reeks van maatregelen, die in sommige gevallen parallel en in andere gevallen opeenvolgend zullen plaatsvinden. Daarnaast stellen we inderdaad ook de invoering van een aardgasheffing bij niet-residentiële afnemers voor op de aansluiting van het lage-, midden- of hogedrukaardgasnet. Het Vlaamse Gewest kan daarbij in overeenstemming met artikel 170, §2, van de Grondwet zowel aansluitingen op een Fluviusnet als op een Fluxysnet – dat is wel federaal – belasten. Het tarief zal net zoals bij elektriciteit op maandbasis worden gegeven en de heffing zal voor de energieleveranciers voor rekening van de Vlaamse overheid worden geïnd en aan haar worden doorgestort. En die inkomsten uit deze nieuwe heffingen zullen vooral worden gebruikt voor de financiering van de taxshift.
Ondertussen, zoals ik eerder heb gezegd, zijn we ook heel wat subsidies, wkk’s, aardgasaansluitingen enzovoort aan het schrappen. De taxshift zal verder ook gebeuren door enerzijds bepaalde kosten die nu in elektriciteits- en distributietarieven zijn opgenomen, rechtstreeks vanuit de begroting te vergoeden, waardoor de al vermelde financieringswijze zal worden gebruikt. Dit heeft als effect dat voor elke euro die op die manier uit de tarieven wordt gehaald, de burger een netto-effect ondervindt van 1,21 euro, aangezien daardoor immers ook het heffen van 21 procent btw wordt vermeden. Anderzijds is het ook de bedoeling om bepaalde openbaredienstverplichtingen die nu opgelegd zijn aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder te herbekijken en een aantal in de toekomst te verschuiven en aan de aardgasdistributienetbeheerder op te leggen. Dit laatste houdt op zich ook een verschuiving in van de elektriciteitsfactuur richting de gasfactuur.
En zoals ik eerder heb gezegd: ik denk dat de weg ook ingeslagen is met de maatregelen die we nu aan het nemen zijn. Natuurlijk is het werk niet af, maar we zullen daar de komende maanden en jaren nog verder naar kijken. In verband met een aantal zaken kan ik vanuit Vlaanderen nog niets doen. Vandaar dat ik binnenkort samenzit met mijn collega Van Peteghem om te kijken hoe we daar nog een aantal zaken alsnog kunnen doen richting de taxshift.
Om de businesscase van de warmtepompen te verbeteren, heb ik aan de VREG gevraagd om, zoals momenteel al in enkele Europese lidstaten het geval is, een voordelig distributienettarief voor warmtepompen in te voeren, bijvoorbeeld via een afzonderlijke teller, dat rekening houdt met de positieve rol die warmtepompen qua flexibiliteit kunnen bieden aan het distributienet. Directe tarifaire instructies kunnen inderdaad niet aan de regulator worden gegeven, maar algemene beleidsrichtsnoeren zijn wel toegelaten. Artikel 4.1.32 van het Energiedecreet bevat momenteel al 22 richtsnoeren, en we bekijken dan ook momenteel hoe we dit, los van het overleg met de VREG, juridisch als een algemene beleidsrichtlijn kunnen formuleren, zonder dat we ons daarmee op hun terrein begeven. De reden waarom er vandaag in 80 procent van de gevallen bij nieuwbouw nog een aardgasaansluiting is, is dat die warmtepompen natuurlijk nog te duur zijn.
Ergens is het ook wel logisch: als mensen een beslissing moeten nemen, dan kijken ze natuurlijk ook vooral naar de kostprijs. Dat is ook de reden waarom we hebben gezegd dat we daar een voordelig tarief willen, omdat we geloven in de technologie van de warmtepompen. Die zal ons helpen bij de klimaattransitie. Als we willen dat mensen er ook gebruik van maken, dan moet er natuurlijk ook een voordelig tarief komen. We hebben die vraag gesteld aan de VREG. We gaan ook kijken of we dat, zonder op hun terrein te komen, juridisch via richtsnoeren kunnen meenemen.
De heer Aerts heeft het woord.
Dank u wel voor de toelichting. De verschillende maatregelen op zich lijken redelijk fragmentarisch te zijn. Het is alleszins een goed begin, maar er is nog onvoldoende duidelijkheid en zekerheid naar de toekomst toe. Dat zie je ook in het SERV-advies (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) dat deze week naar buiten kwam, over het hele klimaatplan, maar ook specifiek over de taxshift: het is namelijk ‘wachten op een kus’. Er zitten goede initiatieven in, maar het echte plan moet nog worden wakker gekust, zoals vroeger in de verhaaltjes ook met Sneeuwwitje moest gebeuren. Dat voel je hier eigenlijk ook. Dat zijn niet mijn woorden, het zijn de woorden van de SERV. Ik denk dat net daarom het langetermijnpad met structurele maatregelen belangrijk is. Collega Tobback verwees daar ook al naar, denk ik. Het is belangrijk om goed te kunnen inschatten: wat komt wanneer, en wanneer kunnen we daar werk van maken?
Als ik nog een laatste punt mag meegeven naar uw gesprekken met de Federale Regering: het advies van de SERV is ook om daar snel werk van te maken, liever sneller dan vandaag voorzien is. Vandaag wordt er gezegd dat we aardgasaansluitingen pas in 2026 verbieden in nieuwbouw, en dat is omdat warmtepompen pas dan echt concurrentieel worden. Als we dat tempo kunnen opdrijven, dan kunnen we ook sneller van dat gas af, net zoals bij de campagne in Nederland.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Aerts, ik kan alleen maar meegeven dat we daaraan hard aan het werken zijn. Dat is ook de reden waarom we een aantal fossiele subsidies al hebben afgeschaft. Dat toont ook wel duidelijk dat we echt die richting uit willen gaan. Bij de federale collega’s zie ik dat zij over miljarden euro’s subsidies beschikken. Zij moeten nog beginnen aan die oefening om te gaan schrappen.
De eerste stap is dus duidelijk gezet. Ik deel ook de mening van collega Tobback dat we alles nog eens goed in kaart moeten brengen. We gaan verder met die oefening. Ik begrijp dat u, net als de SERV, vindt dat het misschien wat te traag gaat. Maar we zijn begonnen met de oefening en het werk is nog helemaal niet af. Dit is nog maar een eerste stap. Ik denk dat we daarmee toch wel heel duidelijk aangeven welke richting we moeten uitgaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.