Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Het provinciebestuur van Limburg gaat via het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALKturbo) de volgende vier jaar 1,7 miljoen euro investeren in enerzijds de begeleiding van kwetsbare werkzoekenden en anderzijds doorstroomkansen. Het is de bedoeling om op die manier tegemoet te komen aan de krapte op de arbeidsmarkt en de werkzaamheidsgraad in de provincie op te krikken.
Het bedrag dient om in te zetten op arbeidszorg. Mensen die om persoonlijke of maatschappelijke redenen niet in het reguliere circuit of in de sociale economie terechtkunnen, kunnen via begeleide tewerkstelling kennismaken met de werkvloer. Ze behouden hun uitkering, zonder bijkomende vergoeding. Op die manier kunnen ze wennen aan de arbeidsmarkt, en in het ideale geval is dit een opstap naar een klassieke job, namelijk betaalde arbeid.
Een kwalitatieve begeleiding van dergelijk arbeidszorgtraject kost 3300 euro per traject. Limburg heeft als doelstelling vooropgesteld om 440 trajecten te financieren de volgende 4 jaar. Vanuit Vlaanderen komt er een deeltje van de ondersteuning, maar de provincie voorziet daarbovenop nog een subsidie om te voorkomen dat het aantal begeleidingen zal verminderen. Op die manier neemt Limburg het voortouw op gebied van arbeidszorg.
Dat brengt me tot de volgende vragen, minister. Hoe evalueert u het initiatief van de provincie Limburg? Op welke manier biedt het een oplossing voor de financiering? Zijn er andere provincies in Vlaanderen die een dergelijke ondersteuning voorzien?
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag over de arbeidsmatige activiteiten (AMA), die nog altijd bekend zijn onder de oudere benaming ‘arbeidszorg’. De financiering van de begeleiding van arbeidsmatige activiteiten in de sociale economie is vanaf 1 april 2021 in een nieuw regelgevend kader gegoten. Het nieuwe besluit is operationeel vanaf de start van het tweede kwartaal van dit jaar.
Het Departement Werk en Sociale Economie (WSE) heeft de financiering voor de begeleiding van de AMA-trajecten aangepast. De Vlaamse overheid voorziet in 2650 euro per begeleiding en per traject van een AMA-medewerker in werk en sociale economie op jaarbasis, in plaats van op basis van het werkelijk aantal uren aanwezigheid zoals dat vroeger het geval was. De kostprijs werd berekend rekening houdend met de financiering van de drie vroegere vormen van arbeidszorg en met de kostprijs van de begeleiding in andere tewerkstellingsmaatregelen zoals collectief maatwerk. De financiering werd ook vormgegeven binnen de Algemene Groepsvrijstellingsverordening om in orde te zijn met de Europese staatssteunregels.
Alle beleidsinitiatieven die genomen worden om kwetsbare personen te begeleiden en mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen in het traject naar werk, juich ik uiteraard toe. Maar het is wel belangrijk dat initiatieven vanuit bijvoorbeeld de provincies complementair zijn op wat we op Vlaams niveau ondernemen ten voordele van de sociale-economiesector.
Het beleidsinitiatief van gedeputeerde Tom Vandeput van de provincie Limburg is complementair aan het Vlaamse kader en is dan ook een meerwaarde. Ik ben blij dat men vanuit de provincie Limburg ook de integratie van kwetsbare doelgroepen stevig ondersteunt.
Ik weet dat diverse provinciebesturen, vaak in overleg en goede afstemming met de Vlaamse overheid én met de lokale besturen, aanvullende ondersteuning bieden aan de sociale economie in hun provincie. Die ondersteuning is inderdaad niet dezelfde in alle provincies. Iedereen legt eigen regionale accenten. Ik heb daar eigenlijk geen probleem mee. Het kan bijvoorbeeld gaan om het ondernemen van acties ter professionalisering van de sociale economie en het maatschappelijk verantwoord ondernemen, het stimuleren van de samenwerking tussen sociale economie en reguliere economie, de ondersteuning van de gemeentelijke regierol op het vlak van lokale sociale economie – netwerkavonden bijvoorbeeld –, het stimuleren van proeftuinen en experimenten, of individuele ondersteuning van sociale-economiebedrijven in specifieke gevallen. Er is dus van alles mogelijk. Ook in andere provincies, zoals Vlaams-Brabant en uiteraard West-Vlaanderen, worden extra maatregelen genomen.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, ik heb u horen zeggen dat er vanuit Vlaanderen 2650 euro per traject wordt besteed. Een traject kost 3300 euro. Het is dus goed dat Limburg dat kleine verschil bijpast.
Anderzijds moeten wij uit de cijfers vaststellen dat in 2020 in Limburg de aanvragen voor een traject daalden met 10,4 procent. Hebt u daar een verklaring voor?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Er zijn twee redenen waarom ik zeker wou aansluiten bij deze vraag, al was het maar omdat ik heel veel waardering heb voor de arbeidsmarktactiviteiten die worden opgezet in de sociale economie. Dat zijn voor ons de meest kwetsbare inwoners van Vlaanderen.
Maar daarnaast is er ook de koppeling met de provincies. Collega’s, in elke provincie is er immers een aanspreekpunt rond AMA. Voor West-Vlaanderen is dat het Steunpunt Activering op Maat vzw (STAM). In de andere provincies zit dat bij de provincies zelf. Het Steunpunt Arbeidszorg West-Vlaanderen (SAZ) is een ledenorganisatie die de verschillende West-Vlaamse arbeidszorginitiatieven overkoepelt, ondersteunt en begeleidt. Bij ons in West-Vlaanderen is er dus een organisatie die zich hierin specialiseert en begeleiding biedt.
Nu die nieuwe hervorming van start gegaan is, minister, zal het belangrijk zijn dat alle kennis en knowhow over het werken met deze specifieke groep en de werkwijze gedeeld worden. Bent u bereid om een coördinerende rol op te nemen zodat de kennis en knowhow doorheen de provincies gedeeld kan worden? Dat lijkt mij een zeer relevante vraag.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Ik houd van vraagstellers die hun eigen vragen kwalificeren als zeer relevant. Ik vraag mij dan af of er ook irrelevante vragen van vraagstellers bestaan, maar in elk geval zou ik u daar niet van durven te verdenken, collega Vandromme.
Wat de dalende AMA-trajecten betreft: er worden niet altijd genoeg kandidaten gevonden of toegeleid of er zijn niet voldoende activiteiten voorhanden. Dat was eigenlijk het probleem in Limburg. Men moet voldoende AMA-kandidaten en AMA-activiteiten vinden. Daar wringt dus soms het schoentje. Dat is ook de verklaring waarom er minder trajecten waren. We hebben dat gezien en we werken daar ook aan. Als u dat vraagt, wil ik zeker ook contact opnemen met de mensen in Limburg om te kijken op welke manier we kunnen zorgen voor extra’s.
Collega Vandromme, het is uiteraard mijn bedoeling om goede praktijken uit te wisselen. Er komt onder andere een interprovinciale studiedag met de vijf provincies over de sociale economie en arbeidszorg. Voilà, dit is dus een zeer relevant antwoord op uw zeer relevante vraag. Die was al voorzien op 30 november van dit jaar, maar is uitgesteld wegens corona. Maar uitstel is in dezen zeker geen afstel.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, ik hoor uw aanbod om contact op te nemen met de betrokken krachten in Limburg om dat probleem aan te kaarten. Ik ga daar graag op in, zeker. Ik denk dat het arbeidszorgtraject een zeer waardevol traject is dat we zeker moeten blijven ondersteunen en waar mogelijk moeten verbeteren. Dus uw aanbod om uw oor eens te luister te leggen in Limburg hoe we dat kunnen verbeteren, neem ik met alle plezier aan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.