Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over het bezoek van de minister-president aan Dubai en de Vlaamse Week op de Expo 2020
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, van 23 tot 28 oktober hebt u deelgenomen aan de Vlaamse Week op de Expo 2020 in Dubai. De Expo werd wegens de coronacrisis een jaar uitgesteld. Het doel van de missie was het promoten van Vlaanderen op de wereldexpo. In uw kielzog trokken een tiental Vlaamse ondernemers mee. De Verenigde Arabische Emiraten zijn een belangrijke handelspartner voor Vlaanderen. Er wordt jaarlijks immers voor 2,5 miljard euro geëxporteerd naar het Arabische land.
Dit jaar kon men, zoals bij de andere edities van de wereldexpo, een ‘Belgisch’ – moet ik zeggen – paviljoen bezichtigen. Op de gevel stonden weliswaar Vlaanderen, Wallonië en Brussel vermeld als de regio’s bevoegd voor buitenlandse handel. De minister-president verklaarde voor de camera’s van de VRT dat hij droomt van een Vlaams paviljoen op de wereldexpo, waarvan akte.
De Verenigde Arabische Emiraten worden, zoals het grootste deel van de islamitische wereld, gekenmerkt door een gebrek aan respect voor de fundamentele mensenrechten. Shariarechtbanken kunnen geseling en steniging opleggen, er is geen vrijheid van meningsuiting en persvrijheid en vrouwen en holebi’s hebben duidelijk te vrezen voor hun fysieke integriteit of hun leven wanneer ze niet in de pas lopen. Het VRT-programma Terzake bracht op 25 oktober een reportage waarin beschreven werd hoe Vlaamse ondernemers de facto ‘gegijzeld’ worden in Dubai in afwachting van een gerechtelijk onderzoek dat vaak enkel gebaseerd is op een mondelinge klacht. Hun paspoort wordt hun dan ontnomen en het wordt hun verboden het land te verlaten. Peter Claes, de Belgische ambassadeur in de Verenigde Arabische Emiraten, liet weten dat er eigenlijk weinig kon worden gedaan aan deze situatie.
Minister-president, hoe werd Vlaanderen concreet in de verf gezet op de wereldexpo? Werd dit door u positief geëvalueerd?
Ontving u reacties vanuit de ondernemerswereld na het bezoek? Zo ja, welke?
Zijn er volgens u wat het in de kijker zetten van Vlaanderen betreft werkpunten voor een volgende wereldexpo? Zo ja, welke? Dat is een belangrijke vraag, gezien eerdere uitlatingen van u deze week.
Bent u bereid stappen te ondernemen om de droom van een Vlaams paviljoen tegen de volgende universele wereldexpo in 2025 te verwezenlijken? Indien ja, wat zult u doen? Indien nee, waarom zou u dat niet doen?
Werden er in Dubai overeenkomsten afgesloten door u? Indien ja, dewelke?
Ten slotte heb ik een gelaagde vraag. Op de agenda stond naast het bezoeken van de Expo-site ook een bezoek aan het stadsbestuur van Dubai en enkele ‘high-level’ politieke contacten op de agenda. Welke ‘high level’ politieke contacten had u in Dubai? Wat werd er precies besproken? Werd de problematiek die ik daarnet heb geschetst van de ‘gegijzelde’ Vlamingen ook door u aangekaart? Zo ja, wat was de reactie? Zo niet, waarom niet en plant u dit nog te doen?
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Minister-president, ik zal niet alles herhalen, maar ik zal mij beperken tot de specifieke vragen die ik heb. Dinsdag tijdens de begrotingsbesprekingen had u het er ook al over. U deed daar een opmerkelijke uitspraak. Ik heb dus een aantal vragen over uw bezoek aan die Wereldexpo.
Minister-president, kunt u meer duiding geven bij dat bezoek? Welke contacten hebt u gehad en wat werd er precies besproken?
Hoe evalueert u de Vlaamse Week op de wereldexpo in Dubai? Welke opvolging voorziet Flanders Investment & Trade (FIT) nog na afloop van de Vlaamse Week?
Hebt u uiteindelijk al meer zicht op de kostprijs van de wereldexpo in Dubai voor Vlaanderen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, voorzitter, ik zal eerst de vraag beantwoorden welke contacten ik heb gehad en wat ik heb gedaan in Dubai. Ik heb een zeer druk en afwisselend programma afgewerkt, met onder meer een bezoek aan de Expo en enkele paviljoenen, om meer precies te zien het paviljoen van het organiserende land, de Emiraten en het paviljoen van Nederland.
Ik was op de opening van de Global Sustainable Technology & Innovation Community-conferentie (G-STIC) – dat is een organisatie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) in samenwerking met Flanders Investment & Trade (FIT). Ik heb deelgenomen aan een aantal sessies waar onze knowhow werd gepromoot in het kader van de blauwe economie, van gezondheidszorg en van voeding. Ik heb een 'high-level' netwerklunch met potentiële investeerders uit de regio bijgewoond. Ik heb een aantal plaatsbezoeken gedaan bij Vlaamse bedrijven die actief en succesvol zijn in de Verenigde Arabische Emiraten, onder andere het project LaMer van DEME, de plant Waste2Energy van Besix en Soudal dat een joint venture met het lokaal bedrijf Al Muqarram is aangegaan. Er was ook een event om onze paardensector te promoten. Ik heb een bezoek gebracht aan het Louvre in Abu Dhabi met focus op onze Vlaamse kunst. Ik had contact met de algemeen directeur van dat museum om te kijken of we daar Vlaamse werken kunnen exposeren. Ik heb ook een officiële ontmoeting gehad met de lokale overheid van de gemeente Dubai waar ik inzage kreeg in de strategie van het emiraat met betrekking tot toekomstige stadsontwikkeling Dubai 2040 Urban Masterplan. Daarnaast nam ik deel aan diverse netwerkactiviteiten met zowel Vlaamse als lokale bedrijven, ook de Haven van Antwerpen en VOKA Antwerpen waren aanwezig. Ik heb geen politieke contacten gehad met de bewindvoerders in de Emiraten, wel met wat we bij ons de algemeen directeur van de gemeente Dubai zouden kunnen noemen, over hun urbanisatieplannen.
Dan kom ik tot de vragen over het paviljoen zelf en hoe Vlaanderen er concreet in de verf werd gezet en of dat door mij positief werd geëvalueerd.
Wij promoten Vlaanderen als een innovatieve door technologie gedreven toekomstgerichte regio. Ik vind dat we als Vlaanderen doorheen de Expo al bij al goed uit de verf komen. Binnen het paviljoen is er een expliciete Vlaamse aanwezigheid onder meer via demo’s aangeleverd door imec en Flanders Bike Valley. Op de gevel van het paviljoen wordt behalve België voor de eerste keer ooit de deelstaat expliciet vermeld. Maar het zou natuurlijk nog beter zijn indien we in de toekomst over een eigen Vlaams paviljoen zouden beschikken. Een eerste stap hierbij zal zijn om meer inspraak te krijgen bij de invulling van het paviljoen. Daarover straks meer.
Daarnaast hebben we ingezet op de events zoals een grootschalige G-STIC-conferentie dat als hybride event Vlaanderen wereldwijd op de kaart heeft gezet. Hieraan was ook een grootschalig netwerkevenement gekoppeld. Tijdens de Vlaamse Week hebben we ook een creative life-event opgezet. Met Vlaamse technologie hebben we een virutal realitytoepassing ontwikkeld waarbij men kon fietsen op Vlaamse wegen. Mensen werden aangemoedigd via een grote stand net voor het paviljoen om op een fiets op rollen te springen en de toepassing uit te proberen. Ik heb dat zelf ook gedaan en het was een speciale ervaring.
Voorts waren er ook ruim vijftig Vlaamse sprekers, organisaties en bedrijven betrokken bij de invulling van de activiteitenkalender en specifiek bij de Vlaamse Week. Ook online hebben we de Vlaamse deelname in de verf gezet onder meer via een campagne van FIT op sociale media en via de website www.flandersexpodubai.be. Er is ten slotte ook veel marketingmateriaal opgemaakt in de huisstijl van Vlaanderen en FIT, wat zorgt voor een duidelijke herkenbaarheid en zichtbaarheid voor Vlaanderen over alle activiteiten heen: banners, uitnodigingen voor de verschillende events, videomateriaal, labels, visuals voor sociale media en ga zo maar door.
Hoe evalueer ik de Vlaamse Week op de wereldexpo in Dubai en welke opvolging voorziet het FIT?
Tijdens de Vlaamse Week zijn we er, naar mijn mening, in geslaagd om te tonen dat Vlaanderen hotspot is van innovatie en knowhow, van cleantech en hightech. Tijdens het gevarieerde programma werd aangetoond dat Vlaanderen meespeelt op wereldvlak op tal van domeinen: nanodrones, baanbrekend onderzoek in de strijd tegen het coronavirus, de pioniersrol van onze Vlaamse havens in de energietransitie enzomeer. De komende maanden zullen tal van ondernemersmissies, gecoördineerd door FIT, nog de revue passeren in Dubai met onder meer focus op voeding, cycling, meubel en design en nog wel weer. Topsprekers uit Vlaanderen staan op de agenda van thematische businessforums die Dubai Chamber op deze Expo organiseert en ook de vele vakbeurzen die in Dubai plaatsvinden bieden traditioneel een uitstekend forum aan Vlaamse ondernemers om hun innovatieve kracht op het internationale toneel te tonen.
Er is gevraagd of ik uit de ondernemerswereld reacties ontving. Uit de eerste reacties van de Vlaamse bedrijven maak ik op dat de Expo in Dubai en de Vlaamse Week in het bijzonder voor velen een relancemoment was om na een lange periode van digitaal ondernemen opnieuw live te kunnen netwerken, zowel onderling als met internationale prospecten.
Voor Vlaanderen zelf was de Vlaamse Week een ideale gelegenheid om onze kennis en innovatie internationaal in de kijker te zetten. Ruim vijftig Vlaamse bedrijven werkten mee aan de bouw en werking van het Belgisch paviljoen en nog eens vijftig andere spelers leverden een concrete bijdrage aan het programma van de Vlaamse Week. Er waren heel wat kritische noten vanuit het bedrijfsleven, die ik straks nog zal toelichten.
Wat zijn de werkpunten voor een volgende expo en ben ik bereid stappen te ondernemen om een Vlaams paviljoen tegen de volgende wereldexpo te verwezenlijken? Vlaanderen stond correct vermeld naast de andere entiteiten op de gevel van het architecturaal knappe Belgische paviljoen. Over architectuur kan altijd gediscussieerd worden, maar ik vond het wel geslaagd.
Maar wat er in het paviljoen wordt getoond, is ondermaats, oubollig en beantwoordt geenszins aan waar Vlaanderen vandaag voor staat en voor wil staan. In mijn vorige antwoorden heb ik gerefereerd aan de activiteiten die wij hebben ontwikkeld tijdens de Vlaamse Week. Dat zijn eigen initiatieven, eigen sprekers, eigen weet ik veel wat. Daar zijn we er goed in geslaagd om Vlaanderen als een technologie-innovatieve regio te plaatsen. Maar als wij weg zijn, blijft natuurlijk enkel het paviljoen over en hoe Vlaanderen daar gepromoot of voorgesteld wordt. Daar heb ik het nu over. Er moet een goed onderscheid zijn tussen de activiteiten die wij daar hebben georganiseerd tijdens de Vlaamse Week en het paviljoen dat er permanent staat.
Dus, wat in het paviljoen wordt getoond, is ondermaats, oubollig en beantwoordt geenszins aan waar Vlaanderen vandaag voor staat en voor wil staan. Dat zeg ik niet alleen, dat zeggen ook de ondernemers en werkgeversorganisaties die mee waren. En zelfs bedrijven die gesponsord hebben, waren er ook niet over te spreken. In vergelijking met andere landen van gelijke grootte viel de Belgische invulling dus zwaar tegen. En dan hebben we het niet over het restaurant of het dakterras, want dat was wel in orde, maar dat is ‘nice tot have’ maar zeker niet de essentie. Dit moet, wat mij betreft, bij een volgende editie totaal anders. We zullen daarom nagaan of Vlaanderen zich op de volgende wereldexpo beter, meer toekomstgericht en autonomer kan presenteren. We zullen onderzoeken hoe dat kan en tegen welke voorwaarden.
Het voorbeeld van de Duitse deelstaat Baden-Württemberg, die daar met een eigen paviljoen staat, kan inspirerend werken. Ik heb ondertussen begrepen dat dat wel kan voor ‘Länder’ van Duitsland en deelstaten van België, maar dat de federale overheid daar dan mee akkoord moet gaan. Dat is het reglement in het kader van wereldexpo's. Ik heb deze week opdracht gegeven aan onze administratie om deze sporen te verkennen en voorstellen te doen. Ik zal dit verder laten opnemen binnen de schoot van het beheerscomité. Zelfs als we niet anders kunnen dan in een Belgisch paviljoen… Ik ben deze week ook naar Barcelona gegaan naar de Smart City Expo en dat was wel een goed voorbeeld van hoe je onder een Belgische chapeau Vlaamse bedrijven en kennisinstellingen kunt positioneren. Het is dus zeker mogelijk.
Tijdens de Vlaamse Week werden geen concrete overeenkomsten afgesloten, maar ik ben ervan overtuigd dat we er de basis hebben gelegd voor heel wat toekomstige overeenkomsten. De Vlaamse Week vormde nog maar het begin van onze Vlaamse aanwezigheid op de Expo in Dubai.
Het enige politieke contact dat ik heb gehad, was een ontmoeting met de CEO van Dubai Municipality, zoals ik daarstraks al vermeldde. Ik kreeg meer duiding over het strategisch plan Dubai 2040. Dit plan behelst diverse aspecten gelinkt aan de uitbouw van Dubai in de komende decennia. Het werd duidelijk dat ook hier Vlaamse bedrijven zeker een rol kunnen spelen. Om u een idee te geven: ze plannen ongeveer een verdubbeling van het aantal inwoners tussen nu en 2040. Wat betreft de inwoners daar, weet u dat er maar 10 procent ‘Emirati’ wonen. De rest komt van over de hele wereld. U komt er Indiërs tegen, Pakistani, Chinezen, maar ze plannen dus een nog quasi verdubbeling tegen 2040, idem voor hotelinfrastructuur, idem voor bedrijven. Er is dus zeker veel werk.
Dan kom ik tot de problematiek van de gegijzelde Vlamingen. De insteek van en de contacten tijdens mijn bezoek aan de wereldtentoonstelling waren eigenlijk allemaal economisch. De problematiek waarnaar u verwijst, kwam dan ook niet rechtstreeks aan bod. Ik heb dat wel besproken met de ambassadeur, Peter Claes.
Ook had ik reeds voor mijn vertrek de problematiek aangekaart bij bevoegd minister Sophie Wilmès en de minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Arabische Emiraten. Het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken (DKBUZA) stond daarover in contact met de ambassade in Brussel. Ik heb ginds dus geen contacten gehad met de overheid van de Emiraten.
Wat de uiteindelijke kostprijs betreft, werd tot op heden nog geen concreet voorstel van de Federale Regering ontvangen in verband met de potentiële meerkosten. Het aandeel van Vlaanderen in de kostprijs van de deelname aan de wereldtentoonstelling Expo Dubai 2020 blijft bijgevolg 2.310.000 euro.
Ik denk dat dit gewoonweg veel beter moet, want dit was echt niet goed genoeg. De Vlaamse Week was wel goed. Ik denk dat FIT en onze mensen ginds echt wel goed werk geleverd hebben om dat allemaal te organiseren en dat de doelstelling bereikt werd. Maar wat het paviljoen zelf en de Vlaamse aanwezigheid daar betreft, denk ik dat we heel wat beters aan de wereld te bieden hebben dan wat daar te zien was. Ik zal er een punt van maken om dat zelf op te volgen voor Osaka 2025. De expo zelf zal tijdens de volgende legislatuur plaatsvinden, maar die moet natuurlijk nu voorbereid worden. We gaan dat dus een heel pak beter moeten doen, want anders is het absoluut zijn geld niet waard.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Dank voor het uitgebreide antwoord, minister-president. Ik wil beginnen met het punt van die gegijzelde zakenmensen. Ik begrijp dat u geen contacten gehad hebt in de Verenigde Arabische Emiraten met de politiek verantwoordelijken, dat u enkel economische contacten had. Ik ben wel al tevreden dat u ondertussen stappen hebt gezet, onder andere via minister Wilmès, om die problematiek aan te kaarten. Ik hoor dat dit in de toekomst verder opgevolgd zal worden. Het is namelijk niet omdat de wereldexpo nu gedaan is, dat we dat achter ons moeten laten. Ik heb er vertrouwen in dat u dit verder zult opvolgen. Wij zullen u hierover in de toekomst verder bevragen om te zien of er hiervoor oplossingen werden verkregen.
Wat uw ontevredenheid betreft over de presentatie van Vlaanderen: u hebt dat inderdaad tijdens de budgetbesprekingen al naar voren gebracht. Dat was mij opgevallen, maar mijn vraag was toen al ingediend en ik wilde het toch wel aankaarten. Wat ik niet goed begrijp, is het volgende. U stelt – wellicht terecht, want ik heb het natuurlijk niet gezien – dat het ondermaats was, oubollig en dat het geenszins beantwoordde aan datgene waar Vlaanderen voor staat. Dat is toch wel ernstig, om zulke zaken te laten optekenen. Niet alleen u doet dat. U verwijst naar heel veel mensen die hetzelfde naar voren hebben gebracht. Dan vraag ik me toch af hoe dit kan. Wordt Vlaanderen dan helemaal niet betrokken bij het opzetten van die stand? Ik zou er toch van uitgaan dat, als Vlaanderen naar zo’n wereldexpo gaat, het op zijn minst gecontacteerd wordt bij het opzetten van die stand, bij de presentatie van Vlaanderen. Zijn er contacten geweest met uw administratie? Zijn er contacten geweest met FIT? Dat lijken me toch voor de hand liggende zaken wanneer men naar een wereldexpo trekt. Als dan achteraf moeten worden vastgesteld dat het ondermaats en oubollig is en geenszins presenteert waar Vlaanderen voor staat, dan stel ik me toch serieuze vragen bij de voorbereiding. Dus als het beter moet, dan moet die voorbereiding zeker ook beter. Ik ben alvast blij dat u op tafel klopt. Maar ik kan helemaal niet begrijpen dat dit kunnen gebeuren is.
Wat het opzetten betreft van een aparte Vlaamse stand op de wereldexpo van Osaka 2025, ben ik blij dat u zich daartoe wilt engageren.
U haalt terecht ook het voorbeeld aan van Baden-Württemberg dat daar met een aparte stand stond. Maar wij moeten het akkoord van de federale overheid hebben om daar met een aparte stand te staan. Daar zit de angel. Zo’n akkoord verkrijgen zal allesbehalve gemakkelijk zijn. Een deelstaat als Vlaanderen die verantwoordelijk is voor meer dan 80 en zelfs 85 procent van de export, is het aan zichzelf verplicht om stevig op de tafel te kloppen en niet aan de federale overheid om toestemming te vragen, maar te eisen om een aparte stand te hebben.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
(Slechte geluidskwaliteit)
Inderdaad, minister-president, u spreekt zich zeer fel uit over de Expo: 'ondermaats, oubollig' en het voldeed niet aan de verwachtingen, het viel zwaar tegen, en nu tijdens de begrotingsbespreking opnieuw. Het lijkt me vrij duidelijk dat er serieuze bezorgdheden zijn over de manier waarop we die expo’s aanpakken. Ik heb het over het huidige samenwerkingsmodel voor de deelname van ons land aan zulke expo’s via Belexpo.
Het heeft een beetje een trieste geschiedenis. Die teleurstelling werd al vroeger uitgesproken. Het ging toen over gebrek aan transparantie en aan financiële opvolging. In Milaan 2017 waren er ook problemen en bezorgdheden vanuit Vlaanderen.
Collega Deckmyn verwees er al naar, Vlaanderen is goed voor 81 procent van de in- en export van dit land, dat zijn cijfers van 2020. Als de hoofdaandeelhouder van een privébedrijf 81 procent van de aandelen in handen heeft, en zeer ontevreden is, is het logisch dat er verandering in moet komen. Belexpo moet dringend aan zelfreflectie doen. Vlaanderen moet goed nadenken over hoe het dit in de toekomst ziet.
U verwijst naar het denkspoor om het zelf te doen. Dat lijkt me een goede piste. Ik ben tevreden dat u in die richting denkt.
Ik heb een bijkomende vraag. U verwees naar de stemmen van de ondernemers. Hebt u zicht op de evaluatie van FIT van de Expo? Er is de Vlaamse Week en het paviljoen. Het lijkt me interessant om te weten hoe zij kijken naar die federale samenwerking. Het lijkt me geen slecht idee om FIT eens uit te nodigen in de commissie om daar een antwoord op te krijgen. Is hun aanvoelen hetzelfde? Sluiten ze zich aan bij u en de ondernemers? Dat is belangrijk om te weten.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister-president, uw bewoordingen over de aanpak van de Expo voor Vlaanderen prikkelen de nieuwsgierigheid. U hebt het zelf kunnen vaststellen.
Ik heb vooraf vragen gesteld over de situatie van de arbeids- en mensenrechten in Dubai. U hebt niet met politieke vertegenwoordigers gesproken. Dat hebt u daar dan uiteraard niet kunnen aankaarten. Is dat in de gesprekken met bedrijfsleiders aan bod gekomen? Hoe staan zij tegenover de evolutie van arbeidsrechten en faire arbeidsvoorwaarden in Dubai? U gaf aan in uw antwoord vooraf dat de Expo de blik van de wereld op Dubai zou richten, en dat dit positieve evoluties zou kunnen bevorderen. Is de discussie met de ondernemers ook daarover gegaan? Hebt u daar informatie of inzichten van de ondernemers over gekregen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Op de eerste vraag: ja, wij zijn daarbij betrokken, FIT is daarbij betrokken. Inzake dat Belexpo-gedoe: zoals in veel van die dingen,moet een vergelijk worden gevonden tussen alle delen van dit land. Uiteindelijk is het de federale overheid die daarin de knopen doorhakt. We kunnen niet zeggen dat we er niet bij betrokken waren.
Ik moet eerlijk zeggen: voor ik het zelf gezien had wist ik ook niet dat het maar dat was. Dat is dus zeker ook een verbeterpunt, dat ik dat van dichterbij moet volgen. Nu, de grond daarvoor is natuurlijk al veel eerder gelegd, die is niet deze legislatuur gelegd.
Er was de vraag om dat zelf te doen. Ik ga daar ook heel eerlijk in zijn. Het zou beter zijn als we dat zelf doen, maar gezien de huidige structuur – en die zal voor 2024 niet wijzigen – is de kans heel klein dat we dat daar zelf kunnen gaan doen. Dit in tegenstelling tot Duitsland, dat die toestemming wel aan Baden-Württemberg gegeven heeft. Maar in de huidige constellatie denk ik dat de kans inderdaad klein is dat de federale overheid dat toelaat.
Maar – en dat is wat ik in mijn antwoord daarnet ook gezegd heb – zelfs onder zo'n ‘federale paraplu’ is er toch veel beter werk mogelijk dan wat we nu gedaan hebben. Ik herhaal het, ik verwijs naar de stand die we gehad hebben in Barcelona op de Smart City Expo. Dat was zeker en vast aanvaardbaar, dat was eigenlijk goed. Maar daar moet aan gewerkt worden.
Het is geen enkel probleem om FIT ook eens die evaluatie in de commissie te laten maken. U weet dat ik daar zeer open in ben.
Mijnheer Aerts, ik heb veel gesprekken gehad met de Vlaamse bedrijfsleiders daar, die zelf ook vestigingen in Dubai hebben. En die zeggen wel dat het contrast groot is tussen lokale werkgevers en de Vlaamse ondernemers. De Vlaamse ondernemers houden zich allemaal aan de afspraken van de International Labour Organization (ILO). Ik heb met Aertssen gesproken, met Besix, met Deme. Dat zijn allemaal bedrijven die daar heel grote zaken doen, en die houden zich natuurlijk allemaal aan de afspraken van ILO, wat dus maakt dat zij in hun aanbestedingen ook vaak duurder zijn naar de overheid dan de lokale spelers. Maar wat interessant is om vast te stellen – dat hebben zowel Besix als Deme mij toch gezegd – is dat zij vaak in eerste instantie de zaak verliezen vanwege de kostprijs. Maar zodra de werken gestart zijn blijkt vaak dat de lokale aannemer het niet aankan, vanwege de techniciteit van de werken, en dan worden zij erbij geroepen om de zaak op te lossen, bij wijze van spreken. En dan is de kostprijs van minder tel dan in de initiële aanbesteding. Maar onze Vlaamse ondernemers houden zich daar aan de ILO-afspraken, en proberen daar ook om een voorbeeldfunctie te hebben. Ze tonen dat dat wel lukt, ook met respect voor de arbeidsvoorwaarden voor de werknemers.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, u stelt dat Vlaanderen en FIT betrokken zijn bij de voorbereidingen van de Wereldexpo. Maar toch loopt het mis. De reden? Er moet een vergelijk gevonden worden tussen de diverse Belgische componenten binnen die Belgische structuren. En dus botsen we nog maar eens tegen de Belgische muur. Hier wordt helaas nog maar eens bewezen dat de Belgische constructie rot is tot op het bot.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Ik denk dat de collega mijn conclusie net gemaakt heeft. Maar ik sluit me daar helaas bij aan. Ik heb een virtueel bezoek gebracht aan het paviljoen van Baden-Württemberg – ik kon uiteraard niet fysiek lansgaan – en dat was echt om jaloers op te zijn. Ik denk dat er ook maar één conclusie is: ofwel laten we hier als Vlaanderen ons gewicht gelden in de voorbereiding op de volgende expo van 2025, ofwel moeten we het inderdaad gewoon zelf doen. Bedankt.
De suggestie om FIT uit te nodigen nemen we mee naar de regeling der werkzaamheden. U weet dat FIT sowieso één keer per jaar ook zijn jaarrekening komt toelichten. Ofwel combineren we dat, maar als jullie verkiezen om dat vroeger te doen, dan kan dat uiteraard ook. We gaan daar later verder op in.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.