Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over een algemeen verbod op plastic verpakkingen voor groenten en fruit
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, we kennen allemaal de appels in de supermarkten die verpakt zijn in een kartonnen of kunststoffen schaaltje, met dan ook nog eens een plastic folie erover. Hoewel winkels al verschillende alternatieven aanbieden, zoals herbruikbare netjes voor groenten en fruit, plasticvrije verpakkingen of verpakkingen die bioafbreekbaar of composteerbaar zijn, gebruiken we in Vlaanderen nog al te vaak plastic voor eenmalige verpakkingen. In het verpakkingsplan 2.0 hebben we dan ook afgesproken dat tegen 2025 alle verpakkingen die op de markt worden gebracht, herbruikbaar, recycleerbaar, composteerbaar of biodegradeerbaar moeten zijn. We moeten echter ambitieuzer durven te zijn en onze afvalberg verder verkleinen, zoals ook werd afgesproken in het regeerakkoord. De Franse regering kondigde aan dat vanaf begin volgend jaar diverse groenten en fruit niet meer in plastic verpakkingen mogen worden verkocht. Het gaat dan onder meer over groenten zoals aardappelen, komkommers en bloemkolen, en over fruit zoals appelen, peren en sinaasappelen. Met dit verbod wil de Franse regering de hoeveelheid plastic drastisch verminderen. Dat zou meer dan een miljard verpakkingen op jaarbasis opleveren, wat toch wel immens is. Verder zal men het verbod geleidelijk uitbreiden, met als doel tegen 2026 geen enkele groente of fruit meer in plastic verpakkingen te laten verkopen.
Minister, daarom heb ik toch wel wat vragen, in de hoop het beleid toch nog ambitieuzer te maken. In welke mate wordt er in Vlaanderen onderzocht welke verpakkingen essentieel zijn op basis van hun gebruik? In welke mate onderzoekt u hoe door hun functie onnodige plastic verpakkingen door alternatieven kunnen worden vervangen? Welke alternatieven zijn dat? Zijn er plastic verpakkingen nodig? In welke mate onderhoudt u contacten met de verpakkingsindustrie over het terugdringen van het gebruik van onnodige eenmalige plastic verpakkingen? Hoe kijkt u zelf naar dat verbod op plastic verpakkingen in Frankrijk voor zowat dertig groente- en fruitsoorten, en welke opties zijn er volgens u om het gebruik van dergelijke plastics voor bijvoorbeeld groenten en fruit in Vlaanderen terug te dringen?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, de aanleiding voor mijn vraag is gelijkaardig. Dit gaat over plastic verpakkingen en de vraag hoe we daar zo duurzaam en ecologisch mogelijk mee moeten omgaan. We hebben inderdaad kunnen vaststellen dat Frankrijk vanaf 1 januari 2022 plastic verpakkingen bij de verkoop van dertig soorten groenten en fruit verbiedt. Zo zullen aardappelen, aubergines, bloemkool, wortels en zo meer niet meer in plastic mogen worden aangeboden. Voor voorgesneden of zacht fruit zoals aardbeien, frambozen of bessen geldt nog een overgangstermijn. De bedoeling is dat in 2026 in Frankrijk geen groenten en fruit meer in plastic zouden worden verkocht. In ons land verdwenen in 2018 de plastic zakjes aan de kassa. In 2019 volgden de plastic zakjes voor het meenemen van groenten en fruit in bulk. Door een Europees verbod zullen binnenkort ook plastic bestek, bordjes, rietjes en roerstokjes verdwijnen. Van een algemeen verbod op plastic verpakkingen is echter tot dusver nog geen sprake. Diverse supermarkten namen wel zelf vrijwillig al heel wat initiatieven of maatregelen, onder andere door papieren zakken of herbruikbare stoffen zakjes aan te bieden.
Onderzoekers van de Universiteit Gent en de Universiteit Maastricht zijn koele minnaars van een algemeen verbod op plastic, omdat dat ook zijn voordelen heeft. Alle plastic verpakkingen vervangen door hout of karton zou in se niet per se ecologischer zijn, zeggen ze. Daarnaast zijn er studies in opdracht van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) die zouden aantonen dat voor veel producten de milieu-impact van plasticproductie niet opweegt tegen het voedselverlies dat ermee kan worden vermeden.
De onderzoekers vragen dat alternatieven worden bekeken en dat per product wordt onderzocht wat de beste oplossing is. Ook de handelsfederatie Comeos sluit zich daarbij aan en vraagt dat er voldoende onderzoek gebeurt naar alternatieven.
Tot slot brengen plastic verpakkingen ons ook bij het inzamelen en recycleren van die verpakkingen. De uitbreiding van de pmd-zak zorgt ervoor dat er meer plastic wordt ingezameld, maar daardoor nog niet dat er meer wordt gerecycleerd. De uitbreiding van de blauwe zak is gerealiseerd, maar de bedoeling is om zo veel mogelijk van het ingezamelde afval uit de blauwe zak ook daadwerkelijk te recycleren. Twee sorteercentra zijn daarvoor operationeel en kunnen de inhoud van de blauwe zak in veertien verschillende fracties uitsorteren. Fost Plus heeft de ambitie om de recyclagecapaciteit voor plastic verpakkingen te vergroten. Daarvoor werden projectoproepen georganiseerd en moet het aandeel aan plastic verpakkingen dat wordt gerecycleerd, worden opgetrokken van 9 procent tot 50 procent.
Minister, wordt er in Vlaanderen gedacht aan een algemeen verbod op plastic verpakkingen voor groenten en fruit? Zijn daarover eventueel studies gaande en wanneer mogen we daar eventuele resultaten van verwachten? Is er een toename merkbaar van het aandeel plastic verpakkingen uit de blauwe zak dat daadwerkelijk kan worden gerecycleerd? Hoe evalueert u de evolutie? Welke materialen in de blauwe zak zijn eventueel problematisch op het vlak van recyclage?
Minister, bent u ook geïnspireerd door Franse voorbeelden?
Minister Demir heeft het woord.
Ik was daar inderdaad ook al even mee bezig, want ik wil ook af van die plastic verpakkingen, maar je hebt natuurlijk altijd mensen, adviseurs die me zeggen dat ik daar toch eens goed over moet nadenken. Daarom zei ik net tegen de adviseur dat ik daarvan af wil. Ik wil dat de OVAM dat bekijkt. In 2015 onderzocht de OVAM al in welke mate goed ontworpen verpakkingen voedselverlies kunnen voorkomen zonder de globale klimaatimpact te vergroten. Nu heb ik om een vervolgonderzoek gevraagd, om te bekijken voor welke specifieke voedingsmiddelen het gunstig kan zijn om die verpakking te verbieden. Men zegt mij dan dat bijvoorbeeld broccoli heel gevoelig is, zodat je daarvoor wel een verpakking nodig hebt, terwijl dat voor komkommers niet zo is. Dat is blijkbaar de hele discussie. Mijn intuïtie is: het liefst van al, weg met al die plastic verpakkingen. De raadgevers zeggen dan echter: ‘Rustig, wij moeten dat toch eens allemaal goed bekijken.’ Daarom is de OVAM een bijkomend onderzoek aan het doen. Waar we dat kunnen verminderen, zullen we dat ook doen, maar laat de OVAM nu even goed bekijken, groentesoort per groentesoort, fruitsoort per fruitsoort, waar we dat kunnen beperken.
Eind 2019 lanceerde Pack4Food samen met een aantal speerpuntclusters de roadmap ‘Voedselverpakkingen van de toekomst’. De betrokken speerpuntclusters focussen daarbij op drie domeinen: circulaire verpakkingen, intelligente verpakkingen en logistieke processen. In deze studie wordt er voor sommige verpakkingen ook bekeken of ze wel degelijk essentieel zijn voor het gebruik. Binnen de roadmap wordt ook een gezamenlijke visie en strategie geformuleerd over voedselverpakkingen van de toekomst, met 2030 als horizon.
De OVAM bereidt ook de Green Deal Anders Verpakt voor, die klaar is voor ondertekening. Met deze Green Deal willen we de focus verleggen van meer inzameling en recyclage naar meer aandacht voor andere distributie- en consumptiemodellen. Meer bepaald zal er worden ingezet op het vermijden van verpakkingen en het gaan naar meer hergebruik van verpakkingen, met een reductie van eenmalige verpakkingen en een globale reductie van de milieu-impact van het verpakte product als gevolg. De sectoren dragen hieraan bij, met input, maar ook financieel.
Een verbod op één type verpakking lijkt me niet de juiste maatregel. Dat kan een shift creëren naar andere types verpakkingen die niet per se beter zijn voor het milieu. Ik denk dus dat we dat goed integraal moeten bekijken, met de voor- en nadelen goed voor ogen. Binnen alle erkenningen van beheerorganismen en interregionale samenwerkingsakkoorden kijken we nu ook expliciet naar de doelstellingen rond preventie, in plaats van, zoals voorheen, enkel maar te focussen op recyclagepercentages.
Er is inderdaad een grote toename van de recyclage van plastic verpakkingsafval. Het Belgische recyclagecijfer is stelselmatig gestegen, van 39,1 procent in 2015 naar 46,17 procent in 2019.
De cijfers voor 2020 moeten nog gevalideerd worden, maar ze stijgen duidelijk verder. Zo rapporteerde Fost Plus in zijn activiteitenverslag voor 2020 51,1 procent. Ook voor 2021 en 2022 verwachten we een stijging die nog sterker zal zijn, ten eerste omdat de nieuwe, uitgebreide sorteerboodschap voor de pmd-inzameling overal in Vlaanderen is ingevoerd. En ten tweede zal ook het recyclagerendement toenemen.
Om al het ingezamelde afval te sorteren, moesten vijf nieuwe sorteerinstallaties gebouwd worden, waarvan ook twee in Vlaanderen. De twee Vlaamse sorteerinstallaties waren begin 2021 volledig operationeel. Dat maakt dat het Vlaamse pmd-afval nu in veertien fracties uitgesorteerd wordt. Een van de meest significante stromen waarvoor nog verder naar oplossingen wordt gezocht, is de ondoorzichtige petfles. Ook daarvoor denken we echter eind dit jaar richting hoogwaardige recyclage te kunnen gaan. Dat zou dan de vijftiende uit te sorteren fractie worden.
Tot slot wil ik nog even iets rechtzetten uit de vraagstelling. De geciteerde cijfers van 9 procent en 50 procent zijn geen recyclagepercentages, maar duiden waarschijnlijk op het deel van de recyclage dat in België plaatsvindt. De recyclagepercentages heb ik in het begin van dit antwoord vermeld. De recyclage in België zal in de cijfers van 2021 en de komende jaren enorm toenemen door de vijf nieuwe installaties die gebouwd zijn.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik ben tevreden dat u qua ideologie wel een beetje op mijn lijn zit, wat dit betreft.
In mijn gemeente is er een afvalvrije winkel. Dat is zeer vooruitstrevend. Die zijn een aantal jaren geleden gestart. Ondertussen zijn er al zeven afhaallocaties. Daar is dus zeker wel een cliënteel voor. Ik kan het alleen maar aanraden. Ik weet niet ik reclame kan maken, maar u kunt zeker eens op de website gaan kijken. Mi'ssion Nature heet de zaak. Daar kan misschien uit geleerd worden en misschien kan de OVAM eens contact met hen opnemen om te zien hoe dat loopt, in het kader van het lopende onderzoek. Dat zou wel fijn zijn. Maar allicht zijn er nog zulke initiatieven in Vlaanderen. Ik denk dat men zeker niet alleen met de verpakkingsindustrie en de grote supermarkten moet spreken in het kader van het onderzoek, maar ook met die kleinschalige, opborrelende initiatieven, waar toch heel wat vraag naar is.
Ik begrijp wel dat men bij de grote supermarkten altijd kijkt naar voedselverspilling en naar hoelang bepaalde groenten met een verpakking goed blijven. Maar het is vooral belangrijk dat men ook daar naar een gedragswijziging gaat. Waar er geen verpakking nodig is, laten we ze weg en passen we ons gedrag aan. En waar het wel nodig is, dat zien we dan wel.
Ik ben benieuwd naar het lopende onderzoek. Ik hoop dat mijn tip zal worden meegenomen, en ook mijn punt over de recyclagegraad en dat het belangrijk is dat we die koploperspositie hebben. Ook de evaluatie van de pmd-zak moet worden meegenomen, ook in het kader van de totale afvalproductie, en de doelstellingen die u wilt halen. Maar ik denk dat naar minder verpakkingen gaan, een aanpak aan de bron is waar heel wat verbeteringsmogelijkheden zijn. Ik hoop oprecht dat we daar naar een ambitieuzer beleid gaan. Ik zal u daar dus nog over bevragen, minister.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil de minister van harte danken voor haar antwoord.
Als we spreken over het buikgevoel, minister, denk ik dat eenieder, zelfs in deze commissie, inderdaad het liefst zou hebben dat we naar zo weinig mogelijk gebruik van plastic zouden evolueren. Ik denk dat dat ieders wil in dezen is. De vraag is op welke manier dat kan gebeuren.
Anderzijds zijn de signalen die gegeven worden – en daarom wilde ik ze hier ook heel duidelijk meegeven – ook pertinente elementen die we mee in overweging willen nemen. Want of het nu plastic is of niet, het gaat over zo ecologisch mogelijk leven. En in dezen heeft plastic wel een impact. Maar de vraag is, als we naar iets anders moeten gaan, of dat dan ecologisch meer verantwoord is.
Daarom wilde ik de bedenkingen van de onderzoekers van de universiteiten van Gent en Maastricht toch even onder de aandacht brengen. Maar ik ben blij dat u heel duidelijk stelt dat dat zaken zijn die terecht naar boven komen en elementen die we nader moeten bekijken. Als ik het goed begrepen heb, hebt u de OVAM de opdracht gegeven om verder te onderzoeken wat daar de eventuele knelpunten zijn of wat daar eventuele alternatieven zijn. Kunt u mij in dezen meegeven welke opdracht de OVAM precies gekregen heeft om nader te onderzoeken?
Een van de elementen die naar voren komen, is voedselverspilling. Er wordt verwezen naar kleine superettes en grote supermarkten, maar ik denk dat het zelfs ruimer en groter is. We hebben een uitdaging. De Vlaamse Regering heeft ook heel duidelijk gezegd dat ze voedselverspilling wil terugdringen. Ik denk dat dat in een ruimer kader bekeken moet worden, dus niet enkel onze winkels, maar de verpakking van onze producten in totaliteit, om ze zo goed en zo vers mogelijk te houden. Ook voedselveiligheid moet in rekening genomen worden. Dat zijn verschillende elementen die mee overwogen moeten worden.
Een laatste vraag is in welke mate u contact hebt gehad met Frankrijk. Ik ga ervan uit dat ook zij toch wel bezorgd zijn over de elementen die ik net heb aangegeven en dat zij ook naar een kleinere ecologische voetafdruk willen gaan. Hebt u daar contact mee gehad? Welke belangrijke elementen kunt u daaruit meegeven?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Deze vraag sluit perfect aan bij de vorige vraagstelling over statiegeld. Ook hier hebben we een en-enverhaal. Eigenlijk hangt het allemaal aan elkaar vast in deze problematiek. Ik wil verwijzen naar ons voorstel van resolutie betreffende de bescherming van de Noordzee tegen verontreiniging door marien zwerfvuil, ons voorstel van resolutie betreffende een verbod op plastic zakjes en tal van vragen om uitleg.
Ik volg collega De Vroe, die zegt dat de problematiek bij de bron moet worden aangepakt. Dat is waar, maar lokale besturen, minister, kunnen daar inderdaad ook een belangrijke rol in spelen. En we doen dat. De lokale besturen doen dat met veel mooie initiatieven. Collega De Vroe heeft een aantal van die initiatieven aangehaald. Wij doen dat ook in onze gemeente. Wij ondernemen acties met lokale handelaars. We doen ook sensibiliserende acties om minder plastic te voorzien en op een andere manier te gaan shoppen en voedselproducten te gaan ophalen. Er worden dus heel veel lokale acties gedaan.
Maar lokale besturen kunnen niet alles oplossen. We moeten dat uiteraard aan de bron gaan aanpakken, vandaar dat wij met onze fractie aan u vragen om daar nog een tandje bij te steken om die problematiek verder aan te pakken. We kunnen dat samen doen. We moeten dat samen doen. En nogmaals, deze problematiek kan en moet gekoppeld worden aan de vorige vragen die wij hadden, over statiegeld. Want het vermijden of het verminderen van plastic afval en zwerfafval kan alleen maar gebeuren als we en-en-enacties ondernemen. Laat het ene niet afhangen van het andere. Laat ons allen samen in gang schieten, om ervoor te zorgen dat we met enkel structurele maatregelen aan de bron de problematiek aanpakken. En dan zullen de lokale besturen verder, meer dan ooit, volgen.
De heer Pieters heeft het woord.
Ik wil het helemaal niet in het belachelijke trekken, maar even ‘out of the box’ denken: wie zou het niet willen dat goederen rechtstreeks van de producent met een elektrische drone boven de pan of boven de ketel gedropt worden? Maar er zijn nu eenmaal maatregelen, ook op het vlak van voedselveiligheid en de duur en het type van de opslag. We moeten dus bekijken of het mogelijk is. Er zijn ook bewaartechnieken. Soms wordt in producten een bepaald gas of product gespoten om ze langer houdbaar te houden. We moeten dus met heel veel zaken rekening houden. Ik denk dat de minister gelijk heeft dat we stap voor stap moeten gaan, maar we moeten wel de analyse maken. En op het moment dat het kan en nodig is, moeten we ook tot actie overgaan.
Maar we moeten eerst kijken of alles mogelijk is, want er komen producten van heinde en verre naar Vlaanderen. We kunnen moeilijk aan hen zaken opleggen, alleen voor Vlaanderen. We zijn geen grote voorstander van al die Europese maatregelen, maar we moeten wel zien dat de producten voor iedereen op eenzelfde manier verpakt kunnen worden en dat dat ook mogelijk én betaalbaar blijftvoor iedereen.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
De collega’s hebben het uitgebreid gehad over het evenwicht tussen de levensduur van de producten en de verpakking waarin die aangeboden worden, dus dat ga ik verder niet meer aanhalen.
Het ging ook over de recyclagegraad. Succesvolle recyclage start uiteraard bij de productontwikkeling. We vinden nog steeds die mengvormen in de winkel: kartonnetjes of eender welk ander materiaal, waar dan een plasticfolie over getrokken wordt. Je moet dat dan uit elkaar gaan halen. Ik vroeg mij af, minister, of daar nog concreet werk van wordt gemaakt om daarvan weg te sturen of om mensen in dat kader verder te sensibiliseren. Ik merkte deze week dat een grootwarenhuis op de verpakkingen zelf al aangaf welk deel bij welke afvalstroom terecht moest komen. Dat leek me iets interessants. Hebben zij dat helemaal zelf bedacht? Of is dat iets dat doorgetrokken wordt voor de verschillende producenten en grootwarenhuizen?
Als we het hebben over groenten en fruit, hebben we het natuurlijk ook over die vreselijke kleine stickertjes die op ons fruit kleven. Daar was op Europees vlak wel wat beweging rond. Weet u of we daar binnenkort van af zijn, minister?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik wil graag inpikken op de laatste opmerking van collega Perdaens. Ik was onlangs op bedrijfsbezoek bij Veolia. Zij meldden mij daar dat in het verwerkingsproduct van hun biogasinstallatie de stickertjes van de kiwi's als enige restafval overbleven. Er werd ook gemeld dat die stickertjes van de kiwi’s – en niet van de bananen – er in de haven in Zeebrugge op worden gekleefd. Ze komen dus niet bestickerd aan. Die stickers worden er daar op gekleefd. Ik was daar enigszins verbaasd over, aangezien er toch wel een beleid gevoerd is om dat te vermijden en dat ook is opgenomen in VLAREMA 7 (Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen). Er is een overgangsregeling van twee jaar om die stickers van het fruit of de groenten weg te halen. Dat zou nu dus toch het geval moeten zijn. Ik was dus verbaasd dat dat gebeurt en dat er eigenlijk nog altijd geen andere aanpak is.
Minister, worden bedrijven daarop gecontroleerd en worden ze gestimuleerd om naar alternatieven te zoeken? Want die zijn er blijkbaar wel. En het lijkt toch wel zeer belangrijk te zijn.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Rombouts, het klopt dat we hier voorzichtig mee moeten omgaan. Waar de verpakkingen niet nuttig zijn, moeten verpakkingen maximaal weg. Ik denk dat ik daar heel duidelijk over was. Concreet zal de OVAM voor verschillende voedingsmiddelen verder onderzoeken waar het weglaten van de verpakking niet veel zal doen, bijvoorbeeld op het vlak van voedselverlies, maar het wel een ecologische impact zal hebben. De OVAM heeft ook stelselmatig contacten met andere landen. Het gaat daar echter om een marktverbod, waarvoor wij in Vlaanderen niet bevoegd zijn. Dus we zouden er eens over moeten nadenken hoe we daarmee omgaan.
Collega Vandenberghe, u zegt terecht dat afvalpreventie ook impact kan hebben op het zwerfvuil. Vanuit die optiek voorzien we in het nieuwe uitvoeringsplan nieuwe gebruiksverboden. Die voorstellen liggen momenteel op tafel.
Collega Perdaens, binnen Fost Plus is er momenteel een ontradend tarief ingevoerd om af te raken van die mengvormen. Die verpakkingen betalen veel meer aan Fost Plus om op de markt te kunnen komen. Die verpakkingen moeten er dus sowieso stelselmatig uit.
Ik moet navragen wat de stand van zaken met betrekking tot de fruitstickers is. Ik kom daar sowieso nog op terug, ook op de vraag van collega Schauvliege.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik heb daarstraks al gezegd dat ik tevreden ben met de reactie van de minister en dat ik het verder ga opvolgen. Ik ga het daarbij laten.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het bijkomend antwoord. Dat is iets wat inderdaad verder op te volgen is.
Wat betreft de tip van de etikettering – het dekseltje bij de ene afvalhoop en het potje bij de andere afvalhoop: ik denk dat dat zeker ook een interessante piste is. Ik meen te begrijpen dat dat in Nederland al courant wordt toegepast. Dus het is misschien interessant om te bekijken of dat daar vanuit bedrijfsoverweging is of vanuit de overheid is opgelegd. Dat ben ik niet helemaal zeker.
Ik denk dat we ons allemaal inderdaad ergeren aan die stickertjes. Daar ben ik ook benieuwd naar de verdere opvolging.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.