Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de invoering van statiegeld
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, collega’s, dat de vraag over statiegeld opnieuw op de agenda staat, komt niet uit de lucht gevallen, gezien de toenemende steun voor het systeem. Ik kom straks nog eens terug op hoe vaak wij hierrond met onze fractie al zijn tussengekomen. Dat zal voor mijn repliek zijn.
De aanleiding voor mijn vraag is een nieuwe bevraging van consumentenorganisatie Test Aankoop, waaruit blijkt dat drie Belgen op de vier voorstander zijn van een statiegeldsysteem op blikjes en plastic flesjes. Het draagvlak is de afgelopen jaren duidelijk gestegen – ik denk dat dat duidelijk is, ik heb de evolutie mee gevolgd –, want in een enquête van vijf jaar geleden toonden veel minder Belgen zich enthousiast. Bovendien blijkt uit het onderzoek van Test Aankoop dat maar liefst negen op de tien Belgen hun verpakkingen naar een inzamelpunt zouden brengen, mocht er een systeem van statiegeld bestaan.
Ondertussen is het draagvlak voor statiegeld niet alleen bij de burger, maar ook bij lokale besturen én bedrijven stelselmatig aan het toenemen. Al meer dan de helft van de Belgische gemeenten heeft zich al aangesloten bij de Statiegeldalliantie en ondersteunt zo mee de vraag om statiegeld op blikjes en plastic flessen in te voeren. En vorige week nog – ook zeer belangrijk – hebben de Europese federaties van frisdrank- en waterproducenten zich samen met Zero Waste Europe (ZWE) uitgesproken voor een Europees wettelijk kader voor statiegeld.
In Nederland is sinds 1 juli 2021 een statiegeldsysteem op plastic flessen van toepassing. De eerste resultaten daar tonen dat het systeem al meteen zijn vruchten afwerpt: het aandeel plastic flesjes in het zwerfafval is in twee maanden tijd met 37 procent afgenomen. Vanaf 31 december 2022 wordt in Nederland daarom ook statiegeld op blikjes ingevoerd.
Ondanks de brede steun voor statiegeld uit verschillende hoeken van de samenleving, en de ondertussen talrijke succesvolle voorbeelden uit het buitenland, blijft de Vlaamse Regering de invoering van statiegeld tegenhouden of voor zich uitschuiven. Nochtans beweerde CD&V al meermaals een grote voorstander te zijn van statiegeld, en stelde CD&V-voorzitter Joachim Coens vorige week zelfs onomwonden dat men op de steun van CD&V voor statiegeld kan rekenen. Eindelijk, zou ik zeggen.
Minister, zijn u en de Vlaamse Regering bereid om uw visie te herzien en statiegeld versneld in te voeren, gelet op de steeds toenemende steun daarvoor vanuit burgers, lokale besturen en bedrijven?
Zult u, gezien de uitdrukkelijke steun voor statiegeld die werd geuit door uw coalitiepartner CD&V, het invoeren van statiegeld opnieuw ter discussie voorleggen op de regeringstafel?
Hoe reageert u op de oproep van de Europese federaties van frisdrank- en waterproducenten en Zero Waste Europe (ZWE) om een duidelijk Europees wettelijk kader voor statiegeld te voorzien? Zult u als Vlaams minister deze oproep ondersteunen op Europees niveau?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik heb ook een vraag over statiegeld. We hebben daarover al verschillende debatten gevoerd. Ook binnen Europa leeft het debat heel fel. In oktober 2020 zei men dat het misschien interessant zou zijn om een Europees systeem te hebben omdat de recyclage van drankflessen een sleutel zou kunnen zijn om de doelstellingen te bereiken.
Minister, naar aanleiding van het debat dat we hier hebben gehad en naar aanleiding van de cijfers die vorig jaar nog altijd de verkeerde kant uitgingen, hebt u zich geëngageerd om snel een evaluatie te doen om eventueel een statiegeldsysteem of een positief beloningssysteem uit te werken. U weet dat ik daarover bezorgd ben omdat het uitwerken van systemen wel wat tijd vraagt. Wij hebben altijd gezegd dat we in een statiegeldsysteem wel graten zien, maar ik ben ook benieuwd naar de onderzoeken en de gesprekken die u voert. Ik zou graag een stand van zaken hebben, vandaar deze vraag.
De cijfers van sz Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) spraken boekdelen, ze zijn niet wat we ervan verwacht hadden. Het verpakkingsplan zou aan een evaluatie worden onderworpen, maar omdat de invoering van een statiegeldsysteem een grote impact zou hebben op Fostplus en de investeringen die zijn gebeurd voor het sorteren van plastic flessen, metaalverpakkingen, drankkartons (pmd), moet de invoering van zo’n systeem degelijk worden voorbereid.
Als de cijfers niet snel genoeg de juiste kant op zouden gaan, dan engageerde u zich om niet nodeloos te wachten. De tijd lijkt er ook meer en mee rijp voor om keuzes te maken. Volgens een bevraging van consumentenorganisaties Test Aankoop zijn drie op de vier Belgen, of 74 procent, voorstander van een statiegeldsysteem op blikjes en plastic flesjes. Vijf jaar geleden was dat nog 66 procent. Er is dus duidelijk een evolutie in het draagvlak en de gedachten.
Als we de doelstellingen niet bereiken, dan moeten we het anders aanpakken. U treft daar naar eigen zeggen de nodige voorbereidingen toe. De invoering van een statiegeldsysteem of een ander beloningsysteem vraagt al snel een jaar voorbereiding, dus willen we daar het liefst in 2022 mee aan de slag. U wilt sterk inzetten op handhaving, maar er moet ook nagedacht worden over andere systemen.
Minister, u gaf enkele weken geleden aan dat de studie rond de referentiekost in een finale fase zit. Is deze ondertussen definitief en welke zijn de voornaamste conclusies? Welke gevolgen zult u daaraan koppelen?
In juni 2021 zei u in de commissie dat u bezig was met de actualisatie van een studie omtrent statiegeld van 2015. Welke conclusies kunnen we trekken uit die actualisering?
U gaf aan dat u naast het statiegeldsysteem ook andere beloningssystemen wilde onderzoeken. Welke maatregelen of systemen werkt u momenteel concreet uit en waarom specifiek de keuze voor deze maatregelen? Welke concrete stappen zijn reeds gezet om de garantie te hebben dat een snelle invoering mogelijk is en operationeel is in 2023?
In antwoord op mijn schriftelijke vraag over het statiegeldsysteem in Nederland zei u dat hierover in juni nog contacten zouden zijn met de Nederlandse overheid. Zijn die er geweest en wat waren de belangrijkste conclusies voor u uit dat contact?
Zijn er nog contacten geweest met de gewesten? Heeft er nog overleg plaatsgevonden en welke afspraken zijn daaruit voortgekomen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, als jullie het niet erg vinden, ga ik kort en bondig antwoorden. Het Verpakkingsplan van de Vlaamse Regering wordt eind 2023 geëvalueerd. Ik heb heel duidelijk gezegd dat ik het een jaar ga vervroegen naar 2022.
Uit de cijfers van 2019 blijkt dat de hoeveelheid zwerfvuil was gestegen in plaats van gedaald. Ik wacht nu op de volgende cijfers rond zwerfvuil. Als die ook gestegen zijn, is het duidelijk dat we niet langer moeten wachten. Collega's, u weet dat ik voortvarend ben in vele zaken. Ik zal in dit dossier dus ook niet afwachten.
We zijn al verschillende systemen aan het bekijken, maar ik ga er nog niet op vooruitlopen. Dat zou ook niet slim zijn. Ik ga wel wachten op de volgende cijfers van zwerfvuil. Van zodra we die hebben, zal ik naar de regering gaan met een gepast systeem waarvan wij denken dat het het beste is om het probleem aan te pakken.
Voor sigarettenpeuken, kauwgom, snoepwikkels enzovoort moet ook een oplossing komen want statiegeld zal dat niet oplossen. Ik bekijk dus de gehele problematiek.
Misschien is het goed om te weten dat wij ook contact hebben met de Nederlandse overheid over de concrete aanpak die ze daar hanteren. In Nederland is het statiegeldsysteem eerst ingevoerd voor grote eenmalige plastic flessen. Sinds juli is deze regeling uitgebreid naar kleine eenmalige plastic flessen. Vanaf 2023 wordt dit uitgebreid naar blikjes. We kijken ook naar de Scandinavische landen.
We zijn dus in volle voorbereiding en ik zal ook niet nalaten om, als de volgende cijfers over zwerfvuil niet goed zijn, met de juiste keuze naar de regering te gaan. Uiteraard houden we ook contact met de andere gewesten. De gesprekken focussen zich nu op het uitwerken van een goede interregionale regeling.
Er was ook nog een vraag over het project de Click. De evaluatie is voor eind dit jaar of begin volgend jaar. Ik zal ook De Haan en Antwerpen bekijken, maar ik hou mijn horizon breder dan dat systeem. Als we een systeem invoeren, moet het een systeem zijn dat effectief de problematiek aanpakt. Op dit moment hebben we contact met verschillende landen om ons goed voor te bereiden.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, ik wil de pret niet bederven maar ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken dat de cijfers slechter zullen zijn. U moet eigenlijk niet wachten, de cijfers zullen slechter zijn. Ik denk dat u dat eigenlijk ook wel weet.
Vandaar dat het belangrijk is om proactief aan de slag te gaan en geen afwachtende houding meer aan te nemen. Ik heb het eens opgezocht: deze legislatuur hebben we al acht vragen om uitleg over statiegeld gesteld. Samen met de vragen uit de vorige legislatuur, zijn er al zeventien vragen gesteld. Telkens kregen we hetzelfde antwoord: ‘We gaan afwachten. We gaan de cijfers afwachten. We bekijken of de zwerfvuilcijfers slechter zijn. We kijken naar wat de buitenlandse regeringen doen. We gaan afwachten. We kijken naar een systeem.’ Ik herhaal: acht vragen in deze legislatuur, zeventien in het totaal van onze fractie. Dat is niet niks.
We hebben ook een viertal resoluties ingediend om de problematiek onder de aandacht te brengen. Ik heb toch het gevoel dat we telkens het antwoord krijgen van ‘we kijken de kat uit de boom’. Als je naar het buitenland kijkt – en ik geloof dat u dat hebt gedaan –, dan zie je dat het werkt, overal waar men statiegeld heeft ingevoerd. De resultaten van het zwerfvuil zijn er beter. We weten dat, meten is weten. Het is niet zomaar uit de lucht gegrepen. Het zijn zaken die wij, u, wij allemaal al hebben kunnen vaststellen. Ik heb het in mijn vraag geponeerd, ik kan het met concrete cijfers aantonen en u weet dat ook. Het is een beetje raar dat u zegt dat u in contact bent met andere landen en dat we moeten zorgen voor een systeem dat werkt, maar het is bewezen dat een statiegeldsysteem werkt.
U hebt wel gelijk dat dat alleen niet voldoende is. Het is absoluut een en-enverhaal. Als kustburgemeester word je er elke dag mee geconfronteerd. Maar als we nooit een structurele maatregel zullen nemen, dan zitten we hier over twee of drie jaar opnieuw. We zullen dan met onze fractie, in plaats van 17 vragen en 4 resoluties, al 34 vragen om uitleg hebben gesteld en 11 resoluties hebben ingediend. En dan nog zal men zeggen dat men kijkt naar wat er in het buitenland gebeurt en dat men afwacht hoe de cijfers zullen zijn.
Minister, de cijfers voor zwerfvuil zijn niet goed. U weet dat, ik weet dat. Wij moeten het licht van de zon niet ontkennen en we moeten elkaar niet overtuigen. Ik ben echt wel een beetje ontgoocheld in uw antwoord. Ik weet dat u graag de koe bij de horens vat, maar in dezen gaat u nog eens afwachten. Neen, de cijfers zijn niet goed en zullen niet verbeteren. We weten dat er in het buitenland met statiegeld goede resultaten worden geboekt en we weten dat het een en-enverhaal is.
Minister, ga ervoor. Onze steun hebt u en ik denk dat u ook de steun hebt van heel veel mensen in de commissie om statiegeld in te voeren en om te bekijken wat daarnaast het en-enverhaal nog kan zijn. Maar nu opnieuw wachten op cijfers, dat vind ik een beetje de processie van Echternach.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Sta me toe dat ik ook op mijn honger blijft zitten, vooral omdat ik een aantal punctuele en zeer pertinente vragen heb gesteld waar ik geen antwoord op krijg.
Minister, u hebt het zelf gezegd: de cijfers voor zwerfvuil waren slecht, zijn slecht en de verwachting is dat ze slecht zullen zijn. Ik kan er enigszins inkomen – collega Vandenberghe heeft het er moeilijker mee – dat u de resultaten nog wilt afwachten, maar ik verwacht niet dat ze spectaculair beter zouden zijn. Als dat wel zo zou zijn, moeten we ons ook de vraag stellen wat er gebeurd is, want we moeten fair en correct zijn met onszelf. Ik wil gerust die cijfers erbij nemen, ik heb daar geen problemen mee.
Wat ik wel sterk betreur, is dat we in het parlement een denkoefening en een debat willen voeren op basis van zaken die u zelf hebt aangereikt: we maken een studie rond referentiekosten, we maken een actualisering van de statiegeldstudie. Ik vraag naar de conclusies daarvan en of u die conclusie met ons kunt delen zodat we het debat en de voorbereidingen samen kunnen trekken.
We zijn allemaal zeer nauw bij het statiegeldsysteem betrokken omdat we dat systeem voldoende kennen, maar u denkt mogelijk ook aan andere beloningssystemen. Het zou fijn zijn om duidelijkheid te krijgen over aan welke potentiële systemen u effectief denkt. Misschien kennen we ze niet en in die zin is het belangrijk dat ook wij geen tijd verliezen in het parlement en dat we weten over welke systemen het zou gaan. Ik stel voor dat u in uw tweede antwoord hierover toch wat meer duiding geeft: Welke concrete systemen zijn er momenteel in onderzoek en kunnen eventueel een antwoord bieden en welke zijn de resultaten van de studie referentiekosten en de actualisering van statiegeld?
Minister, u zegt dat u effectief een oplossing wilt bieden aan zwerfvuil en dat zwerfvuil niet stopt bij een drankverpakking. Daar hebt u volkomen gelijk in. We hebben ook altijd gezegd dat het een fractie is van de zwerfvuilproblematiek, maar wel de grootste fractie waardoor ze het meeste opvalt en dus de meeste irritatie opwekt bij de burgers. Drankverpakking vormt ook wel het meeste risico om extra zwerfvuil aan te trekken want we weten dat zwerfvuil zwerfvuil aantrekt. Mensen krijgen een ‘foert-gevoel’ want er ligt toch al van alles op de grond. Het is dus wel een heel belangrijke fractie. De andere fracties mogen we natuurlijk ook niet uit het oog verliezen.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag. In welke mate acht u het mogelijk om in één systeem de hele problematiek van zwerfvuil te kunnen aanpakken? Met welk systeem zou u dat dan zien gebeuren? Ik ben er wel van overtuigd dat we effectief op de verschillende fracties van zwerfvuil moeten inzetten, maar ik denk dat voor sigarettenpeuken, kauwgom enerzijds en drankverpakkingen anderzijds wel specifieke gespecialiseerde systemen nodig zijn. Ik zie niet in dat dat in één systeem kan, tenzij u zegt dat de Click zo positief wordt beoordeeld dat u alles daarop wilt zetten. Daarover kreeg ik graag meer duidelijkheid.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik deel uiteraard de frustratie van collega Vandenberghe over het feit dat we hier al zoveel keer over tussengekomen zijn en al zoveel vragen over gesteld hebben, en dat de problematiek voortdurend wordt vooruitgeschoven. We kijken naar het noorden, maar in dit geval precies toch niet te veel. We zien bijvoorbeeld dat er in Nederland een halfjaarlijkse rapportage is van de zwerfvuilcijfers. Wij doen dat tweejaarlijks. Het zou goed zijn om dat op te drijven.
Minister, we zijn blij dat u het engagement neemt om versneld te evalueren, en versneld te onderzoeken om statiegeld in te voeren. Wij hopen dat u dat ook zult doen, dat u de moed daarvoor zult hebben. Tot nu toe is dat eigenlijk niet het geval geweest.
Aanvullend, we spreken in het geval van statiegeld over het verminderen van zwerfvuil. Dat is één heel belangrijk aspect, maar daar zit nog een tweede element in. Statiegeld is ook een belangrijke maatregel om de recyclagegraad op te drijven. Ikzelf en vele collega’s vragen jaarlijks cijfers op over de recyclagegraad van kunststoffen, en telkens krijgen wij het antwoord dat u die cijfers niet hebt. Wij vragen dan ook of u dat niet problematisch vindt? Overweegt u niet om harder op te treden tegenover de sector, opdat ze deze cijfers transparant aanleveren en publiek delen?
Mevrouw Perdaens heeft het woord
Het verbaast mij een beetje dat ik de eerste zal zijn, binnen deze vragen, om dit aan te halen. Dat is ongetwijfeld alleen maar omdat het slechts een heel klein digitaal artikeltje was dat online stond, maar vorige week kwam een onderzoek ter sprake in het parlement in Wallonië over een proefproject dat daar al sinds 2018 loopt. Men heeft daar 791.000 euro geïnvesteerd om een proefproject van statiegeld uit te rollen, en daarvan zijn nu de eerste resultaten bekendgemaakt. Onder andere: geen mentaliteitswijziging in scholen, bushaltes, treinstations, dorpskernen en recreatiedomeinen, weinig verschil in mentaliteit in winkelstraten, parkings en tankstations, en 60 procent van de binnengebrachte blikjes was afkomstig van 10 procent van de inzamelaars. U hoor mij natuurlijk als laatste – werkelijk allerlaatste – pleiten voor het feit dat Wallonië en Vlaanderen een en hetzelfde zijn. Dat is natuurlijk niet zo. Maar als we kijken naar het buitenland, dan moeten we misschien ook kijken naar het binnenland, en meten is weten, collega Vandenberghe, dat is helemaal waar.
Nu, ik schiet met dit onderzoek uiteraard enige vorderingen in Vlaanderen niet af, maar ik denk wel dat we op basis van dit onderzoek, en op basis van dit proefproject, moeten proberen te leren. Als het daar misliep – wat volgens deze resultaten misschien wel enigszins het geval is – dan kunnen wij daar misschien wel iets uit leren, vooraleer wij dergelijke investeringen doen.
Daarom, minister, heb ik de volgende drie vragen voor u:
Kon u het onderzoek, en de resultaten daarvan, al inkijken?
Zijn er overeenstemmingen, voor wat betreft het gebied, en de omstandigheden, tussen het proefproject en Vlaanderen?
Neemt u, uit dit proefproject dat in Wallonië gelopen heeft, bevindingen mee richting de mogelijke uitrol van statiegeld in Vlaanderen?
Ik zou ook graag ons standpunt willen verkondigen, minister.
Het regeerakkoord is heel duidelijk, denk ik, wat betreft deze materie. Er staat specifiek gestipuleerd dat statiegeld of een beloningssysteem eigenlijk de stok achter de deur is, om het met mijn eigen woorden te zeggen. De producenten dienen hun verantwoordelijkheid te nemen. Zij weten dat. Zij proberen er alles aan te doen, met de campagnes van Mooimakers en dergelijke, om te voldoen aan de doelstellingen die wij vooropgesteld hebben. Bij de laatste resultaten die we gezien hebben, was dat helemaal niet bevredigend. Ik denk dat uw standpunt het juiste is, om enerzijds de evaluatie naar voren te schuiven – daar kijken we met onze fractie heel hard naar uit – en anderzijds is het ook een goed standpunt om de zwerfvuiltellingen af te wachten.
Ik denk dat het belangrijk is om te weten hoe de tellingen precies zijn per fractie, zodanig dat op het moment dat we die stok vanachter de deur moeten halen, we gefundeerd en gegrond de juiste beslissingen nemen. We zijn koploper in Europa op het vlak van recyclage. We moeten zorgen dat we die positie kunnen aanhouden en daarvoor is de recyclagegraad – waar collega Schauvliege naar verwees – toch wel cruciaal. We hebben ook de uitrol gehad van de pmd-zak, die wij gevraagd hebben. Ik denk dat het ook belangrijk is om dat mee te nemen in die evaluatie. Dat is echt mijn vraag, dat die puzzel volledig gemaakt wordt, zodanig dat we de koploperspositie kunnen aanhouden. Ik denk ook dat het belangrijk is om een goede dialoog met de producenten aan te houden. Dat zijn toch wel belangrijke suggesties, en vragen die ik hierbij stel.
Minister Demir heeft het woord
Ik kom nog even terug, collega Rombouts, want ik heb eigenlijk nog niet geantwoord op de vraag betreffende de actualisatie van de studie omtrent statiegeld van 2015, en wat de conclusies daarvan waren. Dat moet ik dus even rechtzetten.
De OVAM heeft inderdaad bijkomende informatie verzameld over de invoering van statiegeld en de impact daarvan op zwerfvuil. Daarmee is de informatie geactualiseerd die was vervat in de impactanalyse die de OVAM in 2015 heeft laten uitvoeren.
Er is beperkte bijkomende informatie beschikbaar over de impact van statiegeld op de aanwezigheid van drankverpakkingen in het zwerfvuil. De impact van statiegeld op zwerfvuil kan het best worden nagegaan door de hoeveelheid zwerfvuil te meten voor en na de invoering ervan. Helaas zijn daar nog steeds weinig of geen recente studies van terug te vinden.
Daarnaast heeft de OVAM bijkomende cijfers gevonden van zwerfvuilmetingen in landen waar statiegeld is ingevoerd en die vergeleken met Vlaamse zwerfvuilmetingen. Zwerfvuilmetingen uit Duitsland, Zweden, Denemarken en Noorwegen geven aan dat in die landen het aandeel drankverpakkingen in het zwerfvuil in verhouding tot de andere stromen lager ligt dan in Vlaanderen.
We hebben sinds 2015 ook meer inzicht in de hoogte van de zwerfvuilkosten. In 2015 werden die nog ingeschat op 60 miljoen euro. Vandaag weten we dat die hoger liggen dan 160 miljoen euro. Ondertussen is beslist dat de producenten van producten die vaak in het zwerfvuil terechtkomen, vanaf 2023 hun aandeel betalen in de zwerfvuilkost. Dit zal onder meer ook het geval zijn voor de producenten van drankverpakkingen. Dit maakt dat de kosten-batenanalyse van de invoering van statiegeld verandert. De gemeenten zullen een groot deel van de zwerfvuilkost vergoed krijgen van de producenten.
Het zal dus uiteindelijk een kosten-batenoverweging worden. De OVAM voorspelt een daling van de drankverpakkingen in het zwerfvuil bij de invoering van statiegeld, maar weet niet of die voldoende substantieel zal zijn om de totale hoeveelheid zwerfvuil significant te laten dalen. Dat is een inschatting van de OVAM. Vandaar dat we eind 2022, met alle gegevens, met alle puzzels en alle cijfers die we ter beschikking hebben, dan het nodige moeten doen. Uiteraard staan wij niet stil. Collega Rombouts, u bent natuurlijk ook nog altijd gebonden door het regeerakkoord. Het is altijd heel plezant om andere dingen te komen zeggen, maar ik verwijs ook gewoon naar het regeerakkoord, in dit verband. Ik denk dat het al goed is dat ik het een jaar vervroeg, en dat ik verschillende systemen aan het bekijken ben. Ik denk dat het ook niet slecht is dat verschillende mensen hier eens een uitleg komen doen, misschien ook vanuit Nederland. Maar er is natuurlijk ook de bezorgdheid van de kleinere buurtwinkels, hoe zij dat dan moeten doen als er statiegeld zou komen. Ik denk dat het misschien niet slecht is, voorzitter, als we daar wat breder op ingaan.
Wat de cijfers voor het komende jaar betreft: het kan inderdaad zijn dat die niet goed zullen zijn. De netheidsindex is wel gestegen. Het is dus afwachten. Maar nogmaals, we mogen niet vergeten dat er in zwerfvuil nog andere zaken zitten, en dat het dus niet alleen gaat over drankverpakkingen. Heel wat mensen ergeren zich ook terecht blauw aan zakdoekjes, mondmaskers, omhulsels van snoep en koekjes, sigarettenpeuken – verschrikkelijk! We zullen dus toch naar een algemeen systeem moeten gaan.
Ik zal in ieder geval niet nalaten om mijn verantwoordelijkheid te nemen, collega’s. Ik snap ook niet waarom men denkt dat ik dat niet zou doen. Dat is voor mij geen optie. Ik denk wel dat er iets stevigs uit de bus zal moeten komen, en ik denk ook dat de samenleving daar helemaal klaar voor is. Het is nu gewoon de kwestie om alle puzzels goed bij elkaar te leggen, en toch ook nog even te wachten op die laatste cijfers.
Collega Rombouts, de studie rond referentiekosten wordt nu nog besproken met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), want die wordt gebruikt om de verdeling van de zwerfvuilkosten over de gemeenten te doen. Als die is afgestemd met alle stakeholders, dan kunnen we die uiteraard ook bezorgen.
De integrale aanpak van zwerfvuil: daarover zijn we het wel eens, denk ik. Ook de lokale besturen hebben hier natuurlijk een belangrijke taak, denk maar aan handhaving en preventie. Het handhaven van zwerfvuil blijft natuurlijk een lokale aangelegenheid, en ik wil collega Vandenberghe toch ook wel op zijn verantwoordelijkheid wijzen: uw gemeente heeft vorig jaar niet deelgenomen aan de week van de handhaving. U hebt toen aangegeven: we gaan dat bekijken. Ik stel vast dat er ook dit jaar vanuit Bredene weer geen actie is geregistreerd bij Mooimakers. Ik vind dat wel jammer, voor iemand die heel fel gaat voor statiegeld, en die zwerfvuil een groot probleem noemt. Ik erken dat. Ik zit nog twee jaar op deze stoel, dus ik zal sowieso mijn verantwoordelijkheid nemen om naar een systeem te gaan. Maar iedereen moet natuurlijk ook een beetje voor zijn eigen deur vegen. Als u dat belangrijk vindt, dan zou ik het ook heel fijn vinden als u ook de lokale bevoegdheid die u hebt, voor handhaving, uitoefent. Dat is ook wel belangrijk, dat lokale besturen blijven inzetten op die handhaving. Dat blijft belangrijk, ook als we naar een soort van statiegeld of zo zouden gaan. Dat ontslaat de lokale besturen natuurlijk niet van de handhaving. Dat blijft dus. Dat is mijn vraag naar u. U vraagt aan mij heel veel, ik vraag u nu ook om uw verantwoordelijkheid in Bredene mee op te nemen, want dit is de tweede keer op rij dat dit niet gebeurt. Het is jammer voor de geloofwaardigheid. U vindt statiegeld belangrijk, terecht denk ik, maar dan moet u zelf ook uw verantwoordelijkheid nemen.
Collega Perdaens, we hebben dat onderzoek opgevraagd via de OVAM. Dat moet nog binnenlopen. Ik hou voor ogen dat het geen impact zal hebben op andere fracties in zwerfvuil, zoals peuken en afval van verpakkingen van voeding. We moeten er dus ook voor zorgen dat dit deel uitmaakt van een breder beleid, gericht op een vermindering van zwerfvuil. Dat bredere beleid bestaat ook uit de doorrekening van zwerfvuilkosten voor alle fracties die een belangrijke impact hebben in het zwerfvuil, een verderzetting van de inspanningen van Mooimakers, handhaving, en natuurlijk ook preventie.
Collega De Vroe, we nemen alle zaken die u hebt opgenoemd ook zeker mee. De uitrol van de uitgebreide pmd-zak heeft zeker een positief effect op de inzamelings- en recyclagegraad. Tegelijk bereiden wij binnen de OVAM voor wat we al kunnen doen, om dan snel te kunnen schakelen, want ik ben niet van plan om het deze legislatuur te laten liggen. Er zal dus sowieso wel schot in de zaak komen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ja, ik wil toch wel reageren, eerst naar collega Perdaens. Welk punt zij wil maken is mij compleet niet duidelijk. U mag het mij niet kwalijk nemen, het kan aan mij liggen, maar het is mij echt niet duidelijk waar u met uw tussenkomst naar toe wilt. Ik wil toch nog eens onderstrepen hoe belangrijk de invoering van het statiegeld is. Er is vandaag geen beter systeem. Ik heb dat hier vandaag ook niet gehoord. Er wordt altijd maar gezegd dat men gaat kijken naar andere en betere systemen, maar ik heb in al die jaren nog geen voorstellen gehoord van betere systemen. Ik heb ze niet gehoord. Zeg het mij, welk systeem is beter dan statiegeld om zwerfvuil gedeeltelijk aan te pakken. Ik krijg geen antwoord! Vorige legislatuur niet, deze legislatuur niet. Wat is een beter alternatief? Mevrouw Perdaens, het buitenland toont aan – ga eens over de grenzen kijken, weg van de kerktorens – dat het invoeren van statiegeld echt wel goede resultaten oplevert. De cijfers zijn er. We moeten toch het zonlicht niet gaan loochenen?
Minister, wij hebben in Bredene een heel goed uitgewerkt systeem wat handhaving betreft. Wij doen heel veel aan handhaving. Wij sensibiliseren enorm veel, zowel bij onze inwoners als bij toeristen. Ik wil u dat gerust tonen als u eens naar Bredene komt. Wij zijn daar heel vooruitstrevend in: we straffen niet alleen, maar sensibiliseren ook mensen. Dat is heel belangrijk. Qua handhaving hebben we mensen die dagelijks de baan opgaan om dat te doen. Er moeten echter structurele oplossingen komen, en statiegeld is zo’n structurele oplossing. Statiegeld is een goed alternatief. Dat is nu zo, maar dat zal ook zo zijn op het moment waarop u de nieuwe cijfers van de OVAM krijgt. Is dat het enige alternatief? Neen. U zegt dat het niet alleen gaat over plastic en zo, dat we met mondmaskers en nog heel wat andere zaken worden geconfronteerd, dat we het in zijn totaliteit moeten bekijken, maar het ene sluit het andere toch niet uit. Ik wil dus nog eens een duidelijke oproep doen aan u. Ik versta dat u over allerhande zaken probeert te fulmineren om het achteruit te duwen, maar voer statiegeld in. Dan zult u al een groot stuk van de zwerfvuilproblematiek oplossen, en dan zullen wij als burgemeesters, die al heel veel taken hebben, die al heel veel kerntaken hebben die ook door hogere overheden worden opgelegd al een stuk minder werk hebben qua handhaving. Het is natuurlijk ook makkelijk om heel veel taken door te schuiven van de bovenlokale naar de lokale besturen, om te zeggen dat de burgemeesters het wel zullen oplossen. Wij moeten al zo veel oplossen als burgemeester, zo veel taken die al worden doorgestuurd. Wij doen dat en wij willen dat doen, maar als u statiegeld invoert, dan zullen wij al een klein beetje minder werk hebben qua handhaving, dan zullen we dat misschien niet meer moeten doen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik denk dat het duidelijk mag zijn dat er eensgezindheid is over het feit dat er een groot probleem met zwerfvuil is. U verwijst in dezen naar het regeerakkoord. Ik ken het regeerakkoord ook zeer goed. Ik ken de passage ook zeer goed. Ik denk dat ik in dezen geen andere insteek heb gebruikt dan enkel het regeerakkoord. U hebt zelf wel het engagement geleverd om een jaar sneller te evalueren omdat het hiermee inderdaad de verkeerde kant uitgaat. We moeten vaststellen dat dat een legitieme keuze van u is, maar dan is de vraag ook wel hoe we dit daadwerkelijk zullen kunnen realiseren. Ook vanuit die bezorgdheid zijn de vragen gesteld. Ik begrijp nog enigszins dat men de cijfers voor dit jaar wil kennen, maar als we daadwerkelijk naar de invoering van een systeem in 2023 willen gaan, dan wil dat ook wel zeggen dat we nu de keuze moeten maken inzake systemen, om dat effectief te kunnen voorbereiden en dat klaar te kunnen hebben, zodat het systeem op 1 januari 2023 van start kan gaan.
De OVAM levert de zwerfvuilcijfers van het jaar 2021. Dat is het jaar waarin we een nieuwe evaluatie doen. We weten dat die traditioneel vaak pas in november of december van volgend jaar, dus eind volgend jaar, kunnen worden geleverd. Het lijkt me niet nodig dat de cijfers van nu, van dit jaar zo laattijdig worden geleverd. Ik wil dus de suggestie doen dat u er bij de OVAM op zou aandringen om die cijfers zo spoedig mogelijk over te maken, zodat we daar verder mee aan de slag kunnen gaan.
De vraag waar ik dus mee blijf zitten, is welke systemen u voor ogen hebt, zodat we daarover hier samen verder het debat kunnen aangaan. Als we tot de conclusie zullen komen dat de cijfers inderdaad niet oké zijn, en alles wijst momenteel in die richting, dan hebben we dat jaar immers nodig om op 1 januari 2023 op een goede manier een nieuw systeem van start te kunnen laten gaan. U hebt gelijk: voor statiegeld gaan is een hele uitdaging, en we moeten inderdaad bekijken met de sector hoe we dat kunnen doen, hoe we ook de kleine buurtwinkels een rol kunnen laten spelen, hoe we hen kunnen ondersteunen om dit op een goede manier te kunnen realiseren. Daarom net dring ik erop aan om klaarheid te brengen met betrekking tot de mogelijke systemen die u voor ogen hebt, met pro’s en contra’s, zodat die keuze spoedig kan worden gemaakt.
Ik denk dat we het debat zeker nog zullen voorzetten, maar ik hoop ook dat we versneld een zicht kunnen krijgen op de cijfers.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.