Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Een VTM-programma, ‘Ze Zeggen Dat’, heeft de gevolgen van veertien dagen lang ziekenhuiskost eten onderzocht. Volgens de onderzoekers veroorzaakte dat heel wat negatieve effecten. Tien proefpersonen aten drie keer per dag en dat veertien dagen lang een ziekenhuismaaltijd. Een andere groep at gewone, gezonde maaltijden. Het resultaat was dat de eerste groep op die korte tijd 1,5 kilo vermagerd was, spierweefsel verloren was en dat de ijzerwaarden in het bloed drastisch gedaald waren.
Volgens voedingsdeskundige Bart Geurden zijn deze resultaten toch wel choquerend. De voedingsdeskundige doet ook onderzoek naar ziekenhuisvoeding aan de Universiteit Antwerpen. Volgens hem ligt de oorzaak van de mindere kwaliteit van de voeding in het feit dat sommige ziekenhuizen voor de maaltijden een beroep doen op externe cateringbedrijven. Er zijn natuurlijk wel heel wat ziekenhuizen die heel wat inspanningen doen om kwaliteitsvolle maaltijden aan te bieden.
De hoofddiëtist in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Michael Sels, geeft aan dat de overheid wel goed controleert of ziekenhuizen ingrepen correct laten verlopen, of ze de medicatie correct toedienen of ze de hygiëneregels goed toepassen, maar volgens hem is er geen opvolging van de besteding van voeding. Hij verwijst ook naar Nederland, waar voeding mee opgenomen wordt in de kwaliteitsevaluatie van de ziekenhuizen. Op die manier worden die ziekenhuizen gestimuleerd om lekkere en gezonde maaltijden aan te bieden.
Vlaanderen is bevoegd voor de kwaliteitsnormen en de opvolging van de ziekenhuizen. De kwaliteit van de voeding maakt vandaag geen deel uit van de kwaliteitsindicatoren in de algemene ziekenhuizen, waar mensen rekening mee kunnen houden wanneer ze voor een ziekenhuis kiezen. Vandaar mijn vragen, minister.
Op welke manier wordt er vandaag aan kwaliteitsmonitoring gedaan in de ziekenhuizen rond het aspect voeding? Op welke manier hebben we vandaag een zicht over hoe ziekenhuizen hun maaltijden bereiden en aanbieden? Wat vindt u van het voorbeeld van Nederland, waarbij het aspect voeding mee wordt opgenomen in de kwaliteitsevaluatie van de ziekenhuizen? Bent u van plan om voeding in de toekomst bij ons te laten opnemen als een van de kwaliteitsindicatoren?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, de focus van de controle bij de ziekenhuizen ligt bij de federale overheid. De controle op voedselveiligheid gebeurt door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Ook de externe accreditatie besteedt aandacht aan de veiligheid van voeding binnen de muren van het ziekenhuis, onder andere in het kader van voedselallergieën.
De specifieke controle vanuit de overheid rond de nutritionele samenstelling van de maaltijden gebeurt niet. Elk ziekenhuis heeft hiertoe wel diëtisten in dienst. De diëtist is verantwoordelijk voor de aanwezigheid van nutritioneel verantwoorde maaltijden in het ziekenhuis. De rol van de diëtist bestaat er daarnaast in om de voedingstoestand van de patiënt te verbeteren of te behouden, onder meer door counseling en educatie.
De Vlaamse overheid heeft geen inventarisatie van de wijze waarop de Vlaamse ziekenhuizen hun maaltijden bereiden en aanbieden. Het Nederlandse voorbeeld kan ons inspireren. Ik onthoud er vooral uit dat het belangrijk is om samen met de sector een doelstelling te formuleren die vervolgens tot een positieve dynamiek binnen de sector kan leiden en waarbij het uitwisselen van kennis en goede praktijken een belangrijke rol speelt.
Wat de ziekenhuizen betreft, moeten de kwaliteitsindicatoren vooral gericht zijn op de outcome van de medische zorg.
Daarin kan ook voeding een plaats hebben, bijvoorbeeld voor wat betreft het voedingsbeleid bij ondervoede patiënten.
Los van die indicatoren lijkt het me niet wenselijk om specifieke kwaliteitsindicatoren inzake voeding te introduceren. Dat verhindert niet dat we de ziekenhuizen aanmoedigen om kritisch te kijken naar hun voedingsaanbod en meer initiatieven te nemen voor een gezond voedingsaanbod voor patiënten, medewerkers en bezoekers. De tendens naar gezondere en ecologisch verantwoorde voeding is ook een maatschappelijke evolutie, waarin de ziekenhuizen zeker ook uitgedaagd worden.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. U zegt het inderdaad heel goed dat heel wat ziekenhuizen daar vandaag op een creatieve manier mee omgaan. Ik sta ook achter uw voorstel om samen met de sector enerzijds die doelstelling te formuleren, maar anderzijds ook de good practices die er vandaag in een aantal ziekenhuizen zijn met elkaar uit te wisselen. Dat is een heel goede suggestie om ziekenhuizen op een positieve manier te benaderen. Het is niet de bedoeling om kritiek te geven op de ziekenhuizen, maar in een aantal ziekenhuizen ligt er nog een aantal uitdagingen om met die gezonde voeding aan de slag te kunnen gaan.
Het is heel goed dat ziekenhuizen ook diëtisten hebben. Die gaan dagelijks op de kamer en vragen aan elke patiënt wat die wil eten, rekening houdend met zijn of haar ziekte en het feit of hij bijvoorbeeld wit of grof brood moet eten. Dergelijke zaken worden vandaag heel goed meegenomen in de ziekenhuizen, maar mijn bezorgdheid was vooral dat er nog een grotere campagne moet komen om ziekenhuizen aan te moedigen om gezonde voeding aan te bieden. Ik heb geen bijkomende vraag, voorzitter, maar alleen een oproep om er werk van te maken om die doelstelling samen met de sector te formuleren en daarop verder in te zetten.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik sluit graag aan want het is een belangrijk onderwerp. Voeding in een ziekenhuis voor gehospitaliseerde patiënten is niet altijd even gemakkelijk. Daarom is er de suggestie om het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg ook mee in te schakelen. Handhygiëne is een aandachtspunt en een indicator. Misschien kan voedingszorg dat ook worden. Je mag het aantal oudere patiënten op de dienst Geriatrie die aan ondervoeding lijden tijdens een hospitalisatie, niet onderschatten. Anderzijds investeert het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) ongeveer 990.000 euro aan het FoodCare-project waarbij het wil inspelen op specifieke voedingsnoden van de consument in ziekenhuizen, in de zorg en in de thuismaaltijden. Dat project is begin dit jaar gestart en wil praktijkkennis ontwikkelen en partners bij elkaar brengen om een haalbare en een opschaalbare methodiek uit te werken. Mijn vraag is of u op de hoogte bent van dat project, minister. Kunt u de resultaten daarvan alstublieft in uw beleid integreren?
Ik herinner me nog dat het eten ook lekker moet zijn. Als je ziek bent, is lekker eten belangrijk om aan te sterken. We moeten niet alleen zorgen dat het eten voedzaam is, maar ook lekker. Dat is misschien een iets minder wetenschappelijk argument, maar niet onbelangrijk.
Minister Beke heeft het woord.
Ik hoor in uw betoog dat u niet alleen De Bourgondiërs hebt gelezen, maar dat u dat ook elke dag probeert toe te passen, voorzitter. U hebt absoluut gelijk dat lekker eten voor iedereen belangrijk is, maar zeker ook voor mensen die al uitgedaagd worden door hun gezondheid. Ondervoeding is een belangrijke uitdaging.
Gezonde voeding is een rekbaar begrip, dat iets moeilijker te ‘meten’ is dan bijvoorbeeld handhygiëne. Dat valt veel gemakkelijker te meten dan gezonde voeding. Intrinsiek blijft het natuurlijk wel belangrijk.
Wat het project van VLAIO betreft, zijn we zeker bereid om de resultaten mee te bekijken en te analyseren.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de bijkomende antwoorden. Ik denk dat we het er wel allemaal mee eens zijn dat iemand die in het ziekenhuis ligt baat heeft bij gezonde voeding, lekkere voeding maar vooral ook kwalitatieve voeding. Daarom doe ik de oproep om daar toch wat werk van te maken. Het thema gewoon maar eens onder de aandacht brengen, is al een belangrijke stap voor de ziekenhuizen.
Vooral het voorstel dat u hebt gedaan om good practices uit te wisselen, lijkt mij zeer goed. Ik hoop dat u dat meeneemt naar een eventueel overleg en dat u dat met de sector verder kunt uitwerken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.