Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de verdeling van de middelen voor prioriteitengroep 2 en rechtstreeks toegankelijke hulp
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat inderdaad over prioriteitengroep 2. U weet dat we dit jaar een historisch bedrag van 270 miljoen euro extra investeren in de zorg voor mensen met een beperking.
Voor het zomerreces gaf u aan dat voor de besteding voor prioriteitengroep 2 was afgesproken om tegen eind september dit jaar verschillende pistes te onderzoeken. Er waren een aantal vastleggingen gedaan voor prioriteitengroep 1, voor prioriteitengroep 3 zou worden gekeken wat daar allemaal nog inzit. Ook voor prioriteitengroep 2 zouden een aantal pistes worden uiteengezet.
Mijn vraag gaat specifiek over prioriteitengroep 2 die toch een zeer belangrijke groep is waar de noden groot zijn.
Welke pistes liggen momenteel op tafel, als die al uitgelijnd zijn? Indien dat nog niet het geval is, wanneer zal hierover dan een definitieve beslissing worden genomen? Zullen die maatregelen onmiddellijk ingaan of is er nog een tussenfase waarin een aantal zaken moeten worden uitgeklaard?
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ik heb een soortgelijke vraag die gaat over het zorginvesteringsplan voor personen met een handicap dat u aankondigde op 30 juni 2020.
We lezen daarin dat voor prioriteitengroep 2 perspectief zal worden geboden. Er zou worden samengezeten met de vertegenwoordigers uit de sector om na te gaan welke pistes voor prioriteitengroep 2 kunnen worden uitgewerkt.
In 2020 kreeg ongeveer 46 procent van de beoordeelde aanvragen een prioritering in prioriteitengroep 2. In totaal wachten 3777 personen in deze prioriteitengroep op een budget. Hier wordt volgens het zorginvesteringsplan een budget van 20 miljoen euro voor uitgetrokken.
U communiceerde bij de aankondiging van het zorginvesteringsplan dat er ook moet worden gezocht naar oplossingen in andere groepen. Daarbij kijken we naar prioriteitengroep 3 en dan vooral naar de oplossing van de rechtsreeks toegankelijke hulp. U kondigde aan daar 20 miljoen euro voor uit te trekken. Verder zou u met Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH) en stakeholders samenzitten om na te gaan hoe die rechtstreeks toegankelijke hulp nog verder kan worden geoptimaliseerd, zeker op het vlak van vraagsturing.
Een aantal van mijn vragen zijn dezelfde als die van de heer Vande Reyde.
Zowel voor prioriteitengroep 2 als voor de rechtstreeks toegankelijke hulp werd er 20 miljoen euro vrijgemaakt. Het is ondertussen al eind oktober, de tijd dringt en heel wat mensen zitten te wachten op ondersteuning. Zullen deze middelen dit jaar nog worden uitgegeven?
In juni kondigde u aan dat er verschillende pistes worden onderzocht. Hoe ver staat het daarmee? Tegen wanneer mogen we die conclusies verwachten?
Is er voor de verdeling van de 20 miljoen voor prioriteitengroep 2 al overleg geweest met actoren uit het werkveld? Zo ja, wat waren de conclusies van dit overleg?
U weet dat ik een grote believer ben wat betreft meer vraaggestuurde rechtstreeks toegankelijke hulp. Op een eerdere schriftelijke vraag van mij wist u mij te vertellen dat daaraan wordt gewerkt. Hoe ver staat u daarmee? Zijn er al conclusies over de uitwerking van die vraaggestuurde rechtstreeks toegankelijke hulp?
Minister Beke heeft het woord.
Voorzitter, het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) heeft op basis van de monitoring aangegeven dat het aantal vragen in prioriteitengroep 2 sinds de start van de persoonsvolgende financiering sterk is gestegen. Om die reden zoekt het VAPH denksporen die een perspectief bieden.
We onderzoeken de mogelijkheid van tijdelijke deelbudgetten in prioriteitengroep 2, waardoor het budget in de toekomst tot een volledig budget zou kunnen worden opgetrokken. Het raadgevend comité van het VAPH heeft hierover in het verleden al positief geadviseerd. Vervolgens hebben we de sector gevraagd om tegen eind september 2021 mogelijke alternatieve denksporen voor te stellen. De verschillende stakeholders hebben tot nu toe geen nieuwe alternatieven voorgesteld. Het raadgevend comité zal deze week opnieuw vergaderen. Op basis van het hieruit voortvloeiend advies zal een beslissing worden genomen.
De snelheid waarmee de middelen kunnen worden ingezet, is afhankelijk van de gekozen denksporen en de mogelijkheid om de inzet al dan niet binnen de bestaande regelgeving te realiseren. We hopen in elk geval, net zoals deze commissie, dat de mensen die op ondersteuning wachten zo snel mogelijk een perspectief kunnen bieden.
Ook de denksporen in verband met een hervorming van de rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) zijn aan het raadgevend comité van het VAPH voorgelegd. Tijdens de bespreking zullen de sterkere vraagsturing, de flexibelere inzetbaarheid, de focus op lokale noden en de regionale verankering in een intersectorale samenwerking als principes richtinggevend zijn. Het moet de opzet zijn vanuit de vraag van de gebruiker te vertrekken. Dit moet nabij en lokaal gebeuren. Wat de interregionale samenwerking betreft, inspireren we ons op de goede praktijken die we, bijvoorbeeld, met ‘één gezin één plan’ (1G1P) hebben leren kennen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, als ik het goed heb begrepen, zult u deze week een goedkeuring van het denkspoor inzake de deelbudgetten vragen. (Het geluid valt weg)
Mijnheer Vande Reyde, we kunnen u hier niet verstaan.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, u hebt de deelbudgetten aangekondigd. (Rumoer en opmerkingen van de voorzitter)
Ik vraag me af of dat ook juridisch is onderbouwd. Die mensen hebben allemaal een brief gekregen waarin staat dat ze recht op een budget hebben. Is het wel juridisch verantwoord hen een deel van dat budget te geven? Dat is een bijkomende vraag.
Ik heb vernomen dat de sector voorstander van die deelbudgetten is, maar dat er dan wel de zekerheid moet zijn dat de rest van de budgetten in de loop van twee of drie jaar zal worden toegekend. Dit betekent dat daarvoor in de volgende legislatuur in een flink budget moet worden voorzien. Klopt wat ik daarover heb gehoord of heb ik het verkeerd begrepen?
Wat de RTH betreft, wilt u vanuit de vraag van de gebruiker vertrekken. Dat is het allerbelangrijkste. Ik denk dat alles wat nu met een cash budget kan gebeuren ook mogelijk moet zijn als we vanuit de vraag de gebruiker vertrekken. Elke vraag die een gebruiker stelt, al is het een assistent, een oudereninitiatief of een groen zorginitiatief, moet volgens mij dan in de RTH kunnen worden opgelost.
Minister, ik weet niet of het al zo duidelijk is. Kunt u hier nog wat meer uitleg over geven?
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Voorzitter, de vragen om uitleg van de vraagstellers hebben betrekking op het bieden van perspectief aan personen met een beperking in prioriteitengroep 2. Ik heb afgelopen week een telefoongesprek gevoerd met iemand die blind is geworden en nu ook zorg nodig heeft. Hij heeft een persoonsvolgend budget aangevraagd en zit nu in prioriteitengroep 3. Het VAPH heeft hem verteld dat hij ongeveer negentien jaar op zijn persoonsvolgend budget zal moeten wachten.
Minister, dat is niet meer menselijk. De personen in prioriteitengroep 3 hebben ook zorg nodig en ook voor hen maakt hulp een wereld van verschil. U moet ervoor zorgen dat zij recht op hulp hebben en u moet proberen hen die hulp te geven. U mag deze groep niet vergeten. Mijn bijkomende vraag is welk perspectief u de mensen in prioriteitengroep 3 zult geven en welke denksporen u voor hen zult uitwerken.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, ik zou me graag bij deze vragen om uitleg aansluiten. We weten allemaal dat met het zorginvesteringsplan een duidelijke sprong is gemaakt. Dat plan biedt meer dan een perspectief, want aan iedereen in prioriteitengroep 1 wordt een budget gegeven en er is voorzien in een budget waarmee voor prioriteitengroep 2 aan de slag kan worden gegaan.
Minister, u hebt verwezen naar de tijdelijke deelbudgetten als een denkspoor dat nu op tafel ligt. Waar moet dit nog worden besproken en beoordeeld? Op welke termijn verwacht u meer informatie, zodat u kunt nagaan of u hier al dan niet verder aan kunt werken?
Mevrouw van der Vloet, u hebt eerder al naar het grote belang van de RTH verwezen. Dat is iets waarmee we veel meer mensen kunnen helpen dan nu het geval is. Het is de bedoeling dit vraaggestuurder en flexibeler te maken, naar de lokale noden te kijken en dit regionaal te verankeren. Ik zie daar alle heil in. Wat de RTH betreft, is het belangrijk over alle mogelijke muren te kijken.
Minister, kunnen we de RTH laten aanbieden door partners die niet per definitie al in de welzijnswereld gekend zijn? Het is misschien geen ideaal gekozen voorbeeld, maar ik heb vandaag iets over de zorgzame buurten gelezen. Mensen met een beperking bemannen een dorpspunt en krijgen op die manier een vorm van begeleiding. Het is me niet helemaal duidelijk. Ziet u mogelijkheden om het aanbod in de RTH met nieuwe aanbieders en andere actoren lokaal breder en groter te maken?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, ik wil me bij deze vragen om uitleg aansluiten. Ik heb uit uw antwoord begrepen dat het raadgevend comité eind juni of begin juli 2021 het advies heeft gegeven om de deelbudgetten aan prioriteitengroep 2 te verstrekken en om die budgetten nadien op te trekken. Ik begrijp niet goed waarom u nu nog nieuwe alternatieven verwacht. Gaat u niet akkoord met het advies van het raadgevend comité? Hebt u dat teruggekoppeld? Ik weet dat de brede sector aan een rapport heeft gewerkt waarin een voorstel is gedaan. Het raadgevend comité heeft hiermee rekening gehouden. Het is onduidelijk waarom u nu op alternatieven wacht. Het raadgevend comité heeft u een duidelijk advies gegeven.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, ik moet eerlijk zeggen dat ik het perspectief voor prioriteitengroep 2 niet echt zie. In 2019 hebben veel van die mensen een brief gekregen waarin stond dat ze binnen acht jaar, in 2026, hun budget zouden krijgen. Dat is hen door het VAPH beloofd. Dat staat letterlijk op papier.
Nu is acht jaar al een hele periode.
Maar dan telkens opnieuw blijkt het plan, het perspectief, het geld te ontbreken. Als ik naar de begrotingstabellen kijk, dan zie ik alvast tot 2026 geen perspectief om die belofte waar te maken. Die acht jaar zal dus niet worden gehaald. Ik vraag me echt af hoe u dat zult realiseren voor die mensen in prioriteitengroep 2. Op deze manier lijkt dat een compleet vergeten groep te worden.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik zal een aantal aanvullende antwoorden geven op deze tweede vragenronde. We hebben inderdaad aan het raadgevend comité gevraagd om opnieuw samen te komen. Ten eerste spreken we hier over deelbudgetten. Ik heb gezegd waar dat idee vandaan komt, dat is op zich geen nieuw idee. We zullen dit juridisch onderzoeken en bekijken hoe dit verder kan evolueren tot een volledig budget. Dat stuk willen we ook met de stakeholders verder bekijken en operationaliseren.
Wat de rechtstreeks toegankelijke hulp betreft, willen we kijken of er nog bijkomende functies kunnen worden geïntroduceerd, dus ruimer dan wat vandaag al kan. Daarom net zullen we bekijken hoe we mensen in prioriteitengroep 3 ook kunnen helpen. Als iemand negentien jaar moet wachten, biedt dat inderdaad geen perspectief. Binnen prioriteitengroep 3 willen we bekijken of RTH hier soelaas kan bieden. Ook gerichte inzet vanuit reguliere diensten kan daaronder vallen.
Wat het raadgevend comité en het advies over prioriteitengroep 2 en RTH betreft, wordt er vandaag samengezeten. Ik hoop dat we daar een duidelijk advies over zullen krijgen dat ik dan verder ter harte zal nemen.
Collega Jans, we willen net inzetten op samenwerking en waar het kan, ook heel graag de bestaande netwerken verder versterken.
Collega De Martelaer, het advies van het raadgevend comité was voor het zorginvesteringsplan. Nu is dit nog concreter geworden, onder andere met een inzet van 20 miljoen euro voor prioriteitengroep 2. Het gaat ook over een mogelijke operationalisering van deze denksporen waarvoor ik uiteraard graag medewerking wil krijgen. Vandaar dat het ook op de agenda staat.
Collega Anaf, we hebben in eerste instantie ingezet op prioriteitengroep 1. Wat de automatische rechtentoekenningen voor prioriteitengroep 2 betreft, willen we perspectief bieden door overbruggingsbudgetten te geven en zo voor een stukje de mantelzorg te ontlasten. Dat is een vraag van velen en misschien kunnen we hier soelaas bieden. Ik zal daar nu echter niet verder op vooruitlopen, ik hoop daar binnenkort verder op in te kunnen gaan.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik dank de minister voor het bijkomend antwoord en de collega's voor de aanvullingen.
Ik denk dat twee zaken heel belangrijk zijn. Wanneer de piste van de deelbudgetten deze week dan uiteindelijk wordt goedgekeurd, is het, zoals collega van der Vloet zegt, belangrijk juridische zekerheid te hebben over hoe dit precies in elkaar zit en hoe we precies perspectief kunnen bieden voor een volledig budget op termijn. Die budgetten zijn natuurlijk geen fictief getal, ze zijn wel degelijk gebaseerd op een bestaande zorgnood. Je kunt mensen niet zomaar zeggen dat ze maar een deel krijgen van de zorg die ze effectief nodig hebben. Wij volgen de piste dat er toch al soelaas wordt geboden voor prioriteitengroep 2 via deelbudgetten, zolang het perspectief blijft dat de volledige budgetten op termijn worden toegekend.
Wat prioriteitengroep 1 betreft, zijn de dossiers nu volop in uitvoering. Ik krijg wekelijks berichten van mensen die nu eindelijk het budget krijgen waar ze al jarenlang recht op hadden maar dat ze niet kregen. Collega’s, de discussies die we in het parlement nu al bijna drie jaar voeren, zijn dus niet voor niets. Ik ben blij dat we daar met prioriteitengroep 1 al serieuze stappen hebben gezet en ik denk dat het nu gewoon kwestie is om dat ook te doen voor prioriteitengroep 2 en om in een volgende stap ook voor prioriteitengroep 3 na te gaan wat we kunnen doen. We moeten stap voor stap komen tot waar we allemaal willen geraken, oppositie en meerderheid samen, namelijk iedereen de zorg geven die hij of zij nodig heeft.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ik ben blij te horen dat u juridisch zult onderzoeken wat mogelijk is. Langs de andere kant vind ik het wel jammer dat dit nog steeds niet is gebeurd. Wanneer er een beslissing wordt genomen over de deelbudgetten, dan zullen we nog even moeten wachten op het juridisch advies, als u dat nog moet gaan onderzoeken. Ik denk dat die mensen al lang genoeg wachten. De mensen van prioriteitengroep 2 wachten al sinds 2016, zij zitten niet te wachten op nog meer onderzoeken maar willen gewoon het budget voor hun zorg.
Ik stel me nog altijd wat vragen bij die deelbudgetten want een handicap halveert natuurlijk niet. Het perspectief dat u daaraan koppelt, is dan ook van groot belang.
Er ligt dit jaar 20 miljoen euro op tafel, de mensen wachten al lang en dus zouden we wel graag hebben dat die 20 miljoen euro dit jaar nog de deur uitgaat.
Wat ik wel heel positief vind in uw antwoord is dat u zegt dat u zult bekijken of RTH ruimer kan dan vandaag het geval is. Ik denk dat u zeker de groep als voorbeeld kunt nemen die met de correctiefase 2 van trap 2 naar trap 1 is gegaan. Momenteel zitten er ongeveer veertig in trap 1, in de RTH, maar dan wel mogelijks met een cash budget. Ik denk dat dit een heel mooi voorbeeld is van hoe het zou kunnen zijn in de RTH. Het lijkt me belangrijk om ook daar nog eens te bekijken hoe de middelen er worden besteed en of daar lessen uit getrokken kunnen worden voor de rechtstreeks toegankelijke hulp.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.