Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Op maandag 18 oktober heeft het Ethiopische leger luchtaanvallen uitgevoerd op Mekelle, de hoofdstad van de regio Tigray. Diplomatieke en humanitaire bronnen stellen dat deze bombardementen een nieuwe fase in de oorlog vormen, aangezien het de eerste maal is dat er luchtaanvallen werden uitgevoerd. Omdat op maandag de wekelijkse markt in Mekelle plaatsvindt, was het volgens het Volksbevrijdingsfront van Tigray (TPLF) de bedoeling om burgerslachtoffers te maken. Sowieso moeten deze luchtaanvallen gezien worden in het kader van een nieuw offensief dat door het Ethiopische leger gestart werd, wat een nieuwe escalatie in het conflict betekent en dat in schril contrast staat met het in juni door de Ethiopische regering afgekondigde staakt-het-vuren.
Het conflict tussen de federale Ethiopische strijdkrachten en de troepen van het TPLF duurt nu al bijna een jaar. Al vrij snel hebben mensenrechtenorganisaties de noodklok geluid over de zware mensenrechtenschendingen. Alle in het conflict betrokken partijen bezondigen er zich aan, waarbij andermaal de burgers het grootste slachtoffer zijn.
Het laatste situatierapport, van 30 september 2021, van het Bureau voor de coördinatie van humanitaire zaken van de Verenigde Naties (UNOCHA) aangaande de humanitaire situatie in Noord-Ethiopië beschrijft de zeer slechte humanitaire toestand. Volgens het rapport bevinden zeker 400.000 mensen zich in de hoogste classificatie van voedselonzekerheid, en dat aantal stijgt snel. Volgens schattingen van de Europese Commissie en het United States Agency for International Development (USAID) zullen dat binnenkort al 1 miljoen mensen zijn.
Van alle mensen wereldwijd in hongersnood – de hoogste VN-classificatie voor voedselonzekerheid –, bevindt momenteel maar liefst 80 procent zich in Tigray. Dit is een direct gevolg van obstakels die worden opgeworpen, waardoor de aanvoer van humanitaire hulp richting de regio stokt. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft de situatie in de VN-Veiligheidsraad beschreven als een “de facto blokkade”. Honger wordt daarmee gebruikt als oorlogswapen. De VN en andere humanitaire organisaties ontbreekt het in Tigray volgens het rapport aan voorraden, brandstof, contant geld, elektriciteit en communicatiemiddelen. Die zijn allemaal essentieel voor hulporganisaties om hun werk te kunnen doen.
Internationale waarnemers vrezen ook dat het conflict niet beperkt zal blijven tot de grenzen van Tigray. De oorlog treft nu ook reeds de omliggende regio’s Afar en Amhara, nadat milities uit Tigray verschillende dorpen bezet hebben. Zo’n 300.000 inwoners van Amhara en Afar zijn intussen op de vlucht geslagen. Geschat wordt dat zo’n 7 miljoen inwoners van de 3 deelstaten Tigray, Afar en Amhara door de strijd afhankelijk zijn geworden van voedselhulp. Tigray beschuldigt milities uit voornamelijk Amhara ervan actief het Ethiopische leger te steunen.
Het lijkt er dus steeds meer op dat het conflict in sterkere mate een etnische dimensie kent, met toegenomen polarisering tussen bevolkingsgroepen. Dit vormt een bedreiging voor de sociale cohesie van het land met 115 miljoen inwoners, los van de verslechterende economische toestand in het land. Tegelijkertijd hebben de recente verkiezingen, die door de oppositie in meerdere regio’s werden geboycot, een duidelijke overwinning voor de partij van de zittende premier Abiy Ahmed opgeleverd, waardoor die aan een nieuwe ambtstermijn van 5 jaar is begonnen.
Minister-president, hoe beoordeelt u de recente situatie in Tigray en meer bepaald het laatste rapport van het Bureau voor de coördinatie van humanitaire zaken van de Verenigde Naties, dat stelt dat meer dan 400.000 mensen te kampen hebben met hongersnood en 1,8 miljoen mensen in Tigray op de rand van hongersnood staan? Op welke manier zet Vlaanderen zich in voor deze mensen?
Welke concrete afspraken zijn er zowel op bilateraal als multilateraal verband gemaakt met de federale regering in Ethiopië, het Volksbevrijdingsfront en de regering in Eritrea, om de situatie in Ethiopië te verbeteren en om de destabilisering van de hele regio te voorkomen? Is er al enige duidelijkheid wie het staakt-het-vuren van juni jongstleden doorbroken heeft? In welke mate zijn er ook afspraken gemaakt met de VN om humanitaire hulp van de internationale gemeenschap toe te laten?
In 2018 heeft de VN-Veiligheidsraad een resolutie over het verbieden van uithongering als wapen goedgekeurd. Welke stappen kunnen nu al worden gezet om bewijs van misdaad te verzamelen en een uitgebreid onderzoek te starten tegen die partijen die hulp blokkeren, alsook tegen andere oorlogsmisdrijven? Heeft Vlaanderen bij de EU reeds gepleit voor sancties of gepaste maatregelen tegen alle partijen die hulp tegenhouden? Wat kan Vlaanderen, het liefst in samenspraak met de EU, doen om deze hulpblokkade onmiddellijk te stoppen, buiten de indringende oproep tot een wederzijds wapenstilstand?
Vlaanderen heeft heel wat ervaring in conflictpreventie en -beheersing. Op welke wijze kan Vlaanderen deze expertise inzetten om het conflict in Tigray te de-escaleren en de gevolgen voor de bevolking in de nasleep van het conflict te ondervangen?
Minister-president, welke acties heeft de Vlaamse Regering tot op heden genomen in het verlengde van de resolutie die we in december 2020 in het Vlaams Parlement hebben goedgekeurd, en waarin we specifiek aan de Vlaamse Regering hebben gevraagd om zich te informeren over dit conflict en na te gaan of er hulp kon worden geboden?
Minister-president Jambon heeft het woord.
De situatie in Tigray is, zoals u dat zelf ook in uw vraagstelling stelt, zeer onrustwekkend. Ondertussen verscheen er op 28 oktober jongstleden een nieuw situatierapport van UNOCHA. Dit bevestigt het ontbreken van humanitaire toegang tot de regio, waar 5,2 miljoen mensen in nood verkeren. Het rapport bevestigt ook de burgerslachtoffers die vielen als gevolg van de luchtaanvallen. De humanitaire actoren slagen er niet in om voedsel- en andere hulp en brandstof tot bij de mensen te krijgen, wegens blokkades en wegens het ontbreken van veiligheidsgaranties voor de humanitaire werkers.
De Vlaamse Regering kende reeds 200.000 euro toe aan Caritas International België voor humanitaire actie voor de bevolking in de Tigray-regio in Ethiopië. Wegens de precaire situatie ter plaatse werd de organisatie echter geblokkeerd bij het uitvoeren van de geplande interventies. Ik kom daar zo meteen nog even op terug.
U vraagt welke afspraken er in zowel bilateraal als multilateraal verband gemaakt zijn. Op bilateraal vlak onderhoudt Vlaanderen geen banden met Ethiopië, Eritrea of het Volksbevrijdingsfront van Tigray. Onze partnerlanden in ontwikkelingssamenwerking beperken zich voorlopig tot Malawi, Mozambique en Zuid-Afrika. Ethiopië en Eritrea behoren niet tot het ambtsgebied van de Vlaamse Diplomatiek Vertegenwoordiger. Er werden dus geen bilaterale afspraken gemaakt; daarvoor is het Europees en multilateraal niveau beter geplaatst. We baseren ons bijgevolg op rapporten van onder meer UNOCHA en de Raad Buitenlandse Zaken van de EU om de situatie op te volgen.
Op multilateraal vlak nemen de Europese Unie en de Afrikaanse Unie de zaken in handen. Op de Raad Buitenlandse Zaken van 18 oktober werd afgesproken dat men, op basis van het rapport van VN Mensenrechtencommissaris Bachelet, dat intussen op 3 november is uitgekomen, verder zal bekijken welke stappen nodig zijn.
Hoge vertegenwoordiger Borrell sluit sancties niet uit, onder meer als gevolg van de Ethiopische blokkade van humanitaire hulp. EU-commissaris Urpilainen, bevoegd voor internationale partnerschappen – eigenlijk ontwikkelingssamenwerking – is naar de regio afgereisd om de zaken te bespreken. Namens de Europese Unie zal een duidelijke boodschap worden gegeven over de noodzaak van een staakt-het-vuren en het begin van een constructief politiek proces, waarbij alle actoren worden betrokken. Vlaanderen ondersteunde deze werkwijze in de coördinatievergadering die voorafging aan deze Raad Buitenlandse Zaken.
Er ligt ook een belangrijke rol weggelegd voor de Afrikaanse Unie, die een speciale gezant aanstelde, namelijk Olusegun Obasanjo, voormalig president van Nigeria. De EU en Vlaanderen steunen de Afrikaanse Unie ten volle in haar bemiddelingspogingen.
Deze kwestie staat opnieuw geagendeerd op de Raad Buitenlandse Zaken van 15 november. Daarbij zal Vlaanderen de EU opnieuw aansporen om druk uit te oefenen om tot een oplossing te komen.
Wat de resolutie van de VN-Veiligheidsraad betreft, sloot Vlaanderen zich, zoals eerder vermeld, aan bij de aanpak om te bekijken of Europese sancties nodig zijn. Dit was het Belgische standpunt dat tot stand kwam via de coördinatievergadering voorafgaand aan de Raad Buitenlandse Zaken. Vlaanderen zal deze positie aanhouden zolang nodig en de EU dus blijven aansporen om te doen wat nodig is om aan dit conflict te remediëren.
Vlaanderen ijvert er ook voor om hulporganisaties toegang te verlenen tot Tigray om de ergste noden te lenigen en dringt mee aan op een permanent staakt-het-vuren. Daarna zou een onderzoek naar mensenrechtenschendingen moeten volgen, dat daders van honger als oorlogswapen verantwoordelijk kan houden.
Zoals eerder vermeld, heeft Vlaanderen geen mensen ter plaatse en onderhouden we noch met Ethiopië, noch met Eritrea banden. Wat concrete acties betreft op het vlak van conflictpreventie- en beheersing, zijn de Europese Unie en de Afrikaanse Unie, samen met de VN, mijns inziens het best geplaatst om op te treden.
Wat Vlaanderen wel kan doen en ook deed, is solidair zijn met de bevolking ter plaatse. Dat doen we door subsidies te verstrekken voor humanitaire actie, zoals eerder gezegd.
In maart 2021 heeft de Vlaamse Regering via Caritas International België 200.000 euro gedoneerd voor humanitaire actie voor de bevolking in de Tigrayregio in Ethiopië.
Caritas zal dankzij een rechtstreekse samenwerking met het lokaal verankerde Caritas Ethiopië 20.650 kwetsbare personen ondersteunen. De organisatie is bovendien actief in dezelfde regio vanuit haar ontwikkelingssamenwerking. Hierdoor kan de link worden gemaakt van kortetermijnnoodinterventie via dit project naar langetermijnondersteuning rond voedselzekerheid en toegang tot water. Humanitaire actie maakt een belangrijk deel uit van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking.
De troepen van de nationale regering hebben zich teruggetrokken uit de regio, maar hebben zich volledig rondom het gebied opgesteld. Ze controleren bijgevolg alle toegangswegen en het gebied is hermetisch afgesloten. De nationale regering zou de regio met 7,5 miljoen mensen aan het uithongeren zijn.
De subsidie aan Caritas International België kon nog niet volledig gespendeerd worden, om verschillende redenen, onder meer door het ontbreken van humanitaire toegang tot de regio maar ook door de precaire veiligheidssituatie, door de communicatieblack-out – geen telefoon- en internetverbinding – de afwezigheid van basisdiensten en door de enorme prijsstijgingen van essentiële goederen.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Het is inderdaad enorm onrustwekkend wat er momenteel gebeurt in Ethiopië en in Tigray. Het bijkomende rapport waarnaar u verwijst, bevestigt dat ook opnieuw. Toen we in dit Vlaams Parlement ons eerste initiatief namen, vreesden we voor een grote humanitaire crisis. Nu, een jaar later, zien we dat dit waarheid is geworden en dat de mensenrechtenschendingen en de impact daarvan op de bevolking nog groter zijn dan we initieel hadden gevreesd. Ik hoop dan ook dat u en de Vlaamse Regering alles zullen blijven doen wat binnen uw bevoegdheden ligt, en dat ook de Europese Unie dat zal blijven doen. Het kan niet de bedoeling zijn dat ze enkel in woorden optreedt en oproept tot een staakt-het-vuren; ze moet ook daadwerkelijk de nodige sancties opleggen. Ik heb begrepen dat Vlaanderen dat ook zal blijven vragen, waarvoor dank.
Ik hoop ook dat op het einde van de rit de verantwoordelijken voor die schending van de mensenrechten inderdaad worden berecht, dat is echt nodig. Maar op korte termijn is het belangrijkste de situatie van de bevolking, van die miljoenen mensen in die regio's in Ethiopië. We moeten in hun belang blijven denken.
Ik heb uit uw antwoord duidelijk de ernst van de situatie begrepen. Ik dank u om dit blijvend aan te kaarten.
De heer Aerts heeft het woord.
Ik dank de collega voor de interessante vraag. Ik was ook rond dit onderwerp aan het werken, maar dan wel rond een aspect dat hier nog niet is behandeld. Dit conflict is inderdaad heel sterk uit de hand aan het lopen. De mensenrechtenschendingen langs beide kanten zijn zeer problematisch. Ik begrijp uiteraard dat Caritas zijn subsidies nog niet volledig kon opgebruiken, we zien immers dat de Nederlandse tak van Artsen Zonder Grenzen zich moest terugtrekken en dat de Noorse Vluchtelingenraad zijn activiteiten in de regio moest opschorten. We hopen dat de laatste VN-initiatieven wat druk kunnen zetten of soelaas kunnen bieden voor de regio zodat die humanitaire hulp ter plaatse opnieuw mogelijk wordt en de bevolking daar in haar precaire situatie de voordelen van kan ondervinden.
Minister-president, mijn concrete vragen gaan over de banden die wij toch hebben met Ethiopië. Wij kunnen als overheid misschien geen sterke banden hebben met Ethiopië, zoals u daarnet benadrukte, maar het is wel een van de belangrijkste partnerlanden van onze Vlaamse universiteiten. Al decennialang zijn ze daar bezig met intensief onderzoek met en over Ethiopië. De Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) voorziet hier nog vaak in financiering, naast de financiering door de Vlaamse universiteiten zelf.
De intensieve samenwerking en het gezamenlijk onderzoek met de universiteiten van Mekelle, Jimma, Arba Minch en Bahir Dar heeft al heeft wat vruchten afgeworpen, maar nu komen die Vlaamse onderzoekers in tweestrijd. Heel wat Ethiopische universiteiten raken immers betrokken bij de haatcampagne en de oorlog tegen Tigray. Sommige Ethiopische onderzoekers ondersteunen openlijk de systematische … (onverstaanbaar)… en sturen actief haatboodschappen en doodsbedreigingen de wereld in, zelfs aan het adres van Vlaamse onderzoekers.
Afgelopen zomer, in augustus, werd ook een onderzoeker die verbonden was aan de Universiteit Gent, opgepakt. Hij verblijft samen met lokale medewerkers nog altijd in de gevangenis, maar zonder veel informatie over zijn toestand en die van de medewerkers. De universiteiten slaken dan ook een noodkreet. De universitaire wereld vraagt zich af wat zij moeten doen, welke standpunten ze moeten innemen. Daarover gaan mijn vragen.
Kunt u als minister-president het gesprek aangaan met die Vlaamse universiteiten om zo een gemeenschappelijk standpunt in te nemen en een gemeenschappelijke strategie te bepalen voor de samenwerkingsverbanden met die Ethiopische universiteiten? Er bestaat een spanningsveld tussen hen helemaal loslaten en nog meer in de problemen brengen, en het ondersteunen van haatboodschappen, wat sommige van de universiteiten nu actief ofwel oogluikend toelaten.
Zult u stappen ondernemen voor de onderzoekers die verbonden zijn aan Vlaamse universiteiten en de medewerkers die daar worden bedreigd of daar zelfs gevangengenomen zijn?
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Ik wil ook in eerste instantie collega Van de Wauwer bedanken om de problematiek opnieuw onder de aandacht te brengen.
De resolutie die we een jaar geleden hebben goedgekeurd, toonde een grote betrokkenheid maar was tegelijkertijd ook zeer realistisch. Het is natuurlijk moeilijk om hier als Vlaamse Regering veel te doen. Ik ben blij te vernemen dat de Vlaamse Regering via steun aan Caritas probeert om humanitaire hulp te bieden. Ik denk dat het belangrijk is om op te volgen of die hulp ook ter plaatse komt en op een efficiënte manier zal worden gebruikt.
Voor de rest deel ik uiteraard de bezorgdheid. Het is zeer intriest en tragisch wat er in Tigray gebeurt. Ik reken erop dat de Vlaamse Regering en de Europese Unie de zaak nauwgezet in de gaten zullen houden en zullen optreden indien nodig.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u, collega’s. Mijnheer Aerts, ik zal het gesprek aangaan met de universiteiten. Indien zij zoveel concrete ervaring op het terrein hebben, lijkt het mij inderdaad goed om het gesprek met hen aan te gaan. En als daar Vlamingen onder bedreiging of zelfs gevangenzitten, dan moeten wij natuurlijk optreden en bekijken hoe we dat het beste kunnen doen. Ik zal het gesprek met de universiteiten aangaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.