Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, in maart 2021 werd in Oud-Rekem, het mooiste dorp van Vlaanderen, een grote drugslozing vastgesteld in het water nabij een waterzuiveringssysteem. Dit kwam aan het licht doordat gezuiverd water niet meer aan de waterkwaliteitsnormen voldeed. In reactie daarop werd in overleg met Aquafin, de politie, het parket en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) besloten om in acht waterzuiveringsinstallaties in Noord-Limburg en het Waasland die bekendstaan als risicogebieden voor drugsdumping, vaak in het kader van druggerelateerde criminaliteit die helaas vaak vanuit Nederland naar onze contreien komt, sensoren te plaatsen die alarm kunnen slaan. Zo kunnen die lozingen van drugsafval sneller worden opgemerkt.
Minister, op 11 mei 2021 stelde ik hier reeds een vraag om uitleg over een geïntegreerde aanpak van drugsafval en het dumpen daarvan, naar aanleiding van uw initiatief van 22 april 2021 om met een heel aantal mensen een rondetafelgesprek te houden over die problematiek van drugsafval en de manier waarop dat meer adequaat kan worden aangepakt. De volgende onderwerpen zouden daarbij aan bod zijn gekomen: de opsporing en de handhaving, de oprichting van een ‘single point of contact’ op Vlaams niveau, de financiering van de opruimkosten, preventie en communicatie. Er werd ook nagegaan welke knelpunten er zijn en waar er stroomlijning nodig is. De komende maanden zou er per thema worden voortgewerkt. Dat waren de afspraken naar aanleiding van de rondetafel over drugsafval en drugsdumping.
Minister, naar aanleiding hiervan heb ik de volgende vragen. Is dat project van het plaatsen van sensoren in waterzuiveringssystemen een project dat werd besproken en goedgekeurd tijdens die rondetafel? Hoe situeert dit zich binnen de meer globale aanpak van de georganiseerde criminaliteit? Welke thema’s zijn er verder nog aan bod gekomen en welke staan nog op de agenda van die rondetafel? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het thema van het ‘single point of contact’? Bent u reeds in overleg getreden met de bevoegde federale minister in het kader van de oprichting van een boetefonds? Is er een gezamenlijk plan van aanpak overeengekomen, of zal dat er nog komen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, zoals u aangeeft, zijn incidenten bij waterzuiveringsinstallaties van Aquafin de aanleiding geweest voor het plaatsen van die sensoren. Dit concrete project werd parallel uitgewerkt met de rondetafels over drugsbeleid die dit jaar hebben plaatsgevonden in april en juni. Ik kom daar straks nog even op terug.
De sensoren fungeren inderdaad als een alarmsysteem waarmee lozingen van drugsafval kunnen worden opgespoord. Aquafin werkt in geval van dergelijke incidenten steevast samen met de politie, het parket en de VMM. Op die manier kunnen die sensoren dus worden ingezet in de strijd tegen de georganiseerde drugscriminaliteit.
De thema’s die aan bod zijn gekomen op de rondetafelgesprekken van april en juni zijn, zoals eerder aangegeven: opsporing en handhaving, de oprichting van een ‘single point of contact’ op Vlaams niveau, de financiering van de opruimkosten, preventie en communicatie. Voor elk van de thema’s is een fiche met concrete acties opgesteld. De diverse instanties gaan nu binnen hun domein na welke acties ze kunnen ondernemen. Tegen het einde van dit jaar wordt dan een overzicht opgevraagd van de stand van zaken met betrekking tot de acties van alle betrokken actoren.
Op de rondetafel van 25 juni werd ook voorgesteld om het Draaiboek Milieu-incidenten uit te breiden tot de aanpak van drugsincidenten. Er is immers reeds het bestaande Crisiscentrum van de Vlaamse Overheid (CCVO) en dat Draaiboek Milieu-incidenten van het beleidsdomein Omgeving van de Vlaamse overheid, maar daarin is momenteel dus inderdaad nog niet in een apart scenario voorzien. Aangezien er reeds een meldpunt van de Vlaamse overheid bestaat voor milieu-incidenten, lijkt het mij dan ook logisch dat ook drugsincidenten daarin worden opgenomen. Er wordt met de betrokken instanties besproken hoe we dat in de loop van dit najaar verder concreet aanpakken.
Ik heb ook contact opgenomen met mijn federale collega’s, zowel met de federale minister van Justitie als met de federale staatssecretaris van Begroting. Hoewel de federale minister van Justitie een voorstander is van een dergelijk fonds, staat de federale staatssecretaris op de rem als het erover gaat nog een fonds op te richten, aangezien dat budgettair blijkbaar moeilijk ligt. We zullen dit desondanks ook nog binnen de interfederale werkgroep inzake drugs bespreken met de politie, de civiele bescherming en de federale overheid om toch een doorbraak te kunnen forceren. We zullen dus even afwachten hoe dat afloopt.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw positieve antwoord. Ik denk dat we daarover op dezelfde golflengte zitten, dat we beiden voorstander zijn van die gecoördineerde aanpak, van dat ‘single point of contact’, een aanpak waarbij de kosten toch wel maximaal moeten worden afgewenteld op hen die daarvoor verantwoordelijk zijn, de drugscriminelen. Het is dus duidelijk dat we pro een boetefonds zijn en dat we op federaal niveau de collega’s ervan moeten overtuigen om daar toch werk van te maken. In die zin lijkt het me ook het beste dat de kennis en ervaringen van alle betrokkenen van de rondetafelgesprekken structureel zouden worden ingebed, zo veel mogelijk op het preventieve spoor en indien nodig uiteraard ook op het repressieve. Ook moeten we dergelijke dumpingen in een zo vroeg mogelijk stadium kunnen opsporen. Dat lijkt me cruciaal. Daar zijn voorbeelden van. Ik denk dat er in Nederland bij de aanleg van rioleringen op dat moment eigenlijk al sensoren kunnen worden geplaatst. Dat is iets waarover we moeten nadenken. Ze worden immers natuurlijk steeds inventiever. We moeten op dat spoor durven te werken om dat soort zaken zo veel en zo snel mogelijk te kunnen detecteren en indien nodig op te ruimen. Dat is dus misschien nog een suggestie: misschien kan bij de aanleg van nieuwe waterzuiveringsstations of rioleringen en dergelijke met sensoren worden gewerkt.
De heer Pieters heeft het woord.
Dit is een terechte vraag. In de grensgemeenten is het alle hens aan dek als het over drugslabs gaat. Dit gaat over rioleringen, over waterzuiveringsstations. Kan dit bijvoorbeeld ook worden toegepast bij de digitale meter, zodat men snel kan reageren als er sprake is van veelvuldig extra stroomverbruik?
Minister Demir heeft het woord.
Ik neem de suggesties van beide collega’s mee. Ik kan daar nog niet concreet op antwoorden nu.
De vraag om uitleg is afgehandeld.